BUITENLAND.
Frankrijk-
Duitschland.
Italië.
BINNENLAND.
De Rijksmiddelen.
Het begin is goed, althans vrij wat beter
dan het begin van 1897. Toen was 1/ig der
raming f9.981,813 en dc opbrengst slechts
f7.336.320. Thans (Januari 1898) is V12 der
raming f 10.158.781, dus slechts f 176 968
hooger dan verleden jaar en de opbrengst is
f 8.598.385, dus 12 ton meer dan Januari
1897 gaf. De verhouding is derhalve tamelijk
wel in 't voordeel van de eerste maand van
dit jaar. Het eindcijfer der maand blijft noch -
tans met f 1.560 396 beneden de raming.
Daarin ligt niets opmerkelijks. De eerste
maanden des jaars zijn altijd zoo. Men heeft
hierboven gezien hoeveel grooter het nadeelig
verschil in Januari 1897 was tusschen raming
en opbrengst.
Men kan met voldoening ook de cijfers
der afzonderlijke middelen-rubrieken nagaan.
Verleden jaar wezen slechts twee middelen
een avans aan, de posterijen en de loodsgel
den. Al het overige was toen achterlijk. De
directe belastingen gaven in Januari '97 3 ton
minder; de accijnzen bleven 2^4 to" ten
achter; de waarborg een kleine f 1500; de
indirecte belastingen meer dan 8 ton de
domeinen ongeveer f 25000de telegrafen
f8000.
Hoe geheel anders zien thans, over de
afgeloopen maand, de cijfers er uit 1 Op de
directe belastingen na, die een kleinigheid
(f21.000 op de bijna 13 ton) in vergelijking
met Januari 1897 ten achter blevenis
op alle overige middelen vooruitgang, hier
en daar zelfs een belangrijke avans op te
merken. Het gunstig verschil, bij verleden
jaar vergeleken, bedraagt voor de invoer
rechten f36,984 (het eindcijfer van dat mid
del is thans reeds 1 739,974)voor de accijn
zen (suiker daai onder begrepen) niet minder
dan f912,964; voor den waarborg f3,834:
voor de indirecte belastingen (de successie
rechten daaronder begrepen) f 208,737 voor
de domeinen f 10,438; voor de posterijen
f 78,675 voor de telegrafen f 16,970; voor
de loodsgelden f 15,189, terwijl deze verleden
jaar al hooger waren dan Januari 1896. De
zachte winter bezorgde ons dat voordeeltje.
Januari gaf dus een goed begin. Moge 't
geen »kattegespin" wezen
In de rue Copernic te Parijs is ten huize
van een dame P., die papieren onder zich
had, welke volgens haar betrekking hebben
op de zaak-Dreyfus en de Panama quaestie,
een huiszoeking gedaan. Deze papieren
zouden drie jaar geleden door een andere
dame F. genaamd die men sedert uit het
oog verloren heeft, aan de betrokkene zijn
toevertrouwd. Omtrent deze huiszoeking
wordt de grootste geheimzinnigheid in acht
genomen.
De schadeloosstelling van 100.000 frs.
door de Fransche regeering geeischt wegens
het oplichten van een Fransch ingenieur door
bandieten op de grens van Tonkin, is door
de Chineesche regeering betaald.
Engeland onaerhau leit te Peking over
het openen van Juen-tsjau in Hoe-nan als
tractaathaven, en ook over de vaart op de
rivieren.
De Italiaansche kruiser Morco Polo is
met bestemming uaar China, te Aden aan
gekomen.
Van den Kongo wordt aan de Times gemeld
dat Marchand's expeditie volgens de laatste
berichten de Such afzakt naar den Nijl,
Hij heeft 200 gewapenden bij zich, en 6000
De eerste blik, dien Raymond op den jongen
dokter wierp, vervulde hem met angst.
Ludovicus scheen zeT afgetrokken te zijn en
aan de bleekheid van zijn gelaat was het duide
lijk zichtbaar, dat het geene aangename gedachten
waren, die hem bezig hielden. Raymond liep op
hem toe!
Irene! riep hij uit, hem bij de hand vattend,
hoe gaat het met Irene
Hét gelaat van Ludovicus helderde op.
Irene is geheel en al buiten gevaar, .ant
woordde hij glimlachende; wees daarvan verze
kerd, mijn 'vriendvan avond zult gij haar we
derzien cn spreken. Zij verlangt zelf naar een on
derhoud met u.
O! gelukkig, gij had mij bang gemaakt, zeide
Raymond.
- Waarom dan
Wel, omdat gij er ZOO bedrukt uitzaagt.
Gij hebt gelijk, antwoordde hij... Ik heb daar
een schouwspel bijgewoond, dat mij diep getroffen
heeft.
Waar komt gij dan van daan
Ik kom van de villa van den hertog.
Gij 1 wat moest gij daar doen
Men had mij laten roepen.
Betrof het ons duel?
Ludovicus schudde het hoofd.
Odat duel zal niet plaats hebben, antwoord-
de hij.
Raymond keek hem verwonaerd aan.
Waarom niet?
Omdat uw tegenstander dood is 1
Wat zegt gij?
Twee uren geleden, heeft men mijopdevila
ontboden,., en toen zag ik den hertog, dien men
juist thuis gebracht had.
Maar wat is er dan gebeurd? Hoe is hij
gestorven
De menschen, die ik ondervraagd heb, heb
ben mij verzekerd, dat zij den hertog vreeselijk
verminkt, op de kust gevonden hebben en slechis
met behulp van eenige papieren, die hij bij zich
droeg, heeft men zijne identiteit kunnen vast
stellen.
Dus is hij verdronken
Die menschen geloofden het.
Maar gij I gij als dokter.
gewereni n reserve voor bevriende stammen
ol voor de Abessiniers Zijn doel is.Fasjoda blij
vend in bezit te nemen en een strook gronds
te verkrijgen van Menelik. Van de stoomboof
Faidhute wordt geen gewag gemaakt, misschien
is ze onbruikbaar, gebleken.
Te Avignon heeft een moordaanslag op
een brievenbesteller algemceue ontroering
verwekt. Een jongmensch, Georges Geisen-
be.ger, pas 19 jaar oud, zoon van geachte
familie te Sainl-Mandé, bij Parijs, had aan
zichzelven een aangeteekenden brief gezonden
te Isle en Sorgues onder den naam van
Gerardiüi. Men weet, dat in Frankrijk aau-
geteekende brieven aan huis worden afgegeven
tegen reQu door een bijzonderen besteller, die
dan verscheidene van die brieven heeft te
bezorgen. Toen de besteller Henrie Y van,
een stevige man van 47 jaren, bij den ge-
waanden Gerardini teAvignoo den brief bracht,
deze bewoonde eene kamer op de derde
verdieping sprong het jongmensch eensklaps
op hem toe en bracht hem een hevigen slag
in den nek toe. Ofschoon half verdoofd,
begon Yvati zich krachtig te verweren,
terwijl Gerardini hem nu met een kleinen dolk
verscheidene wonden toebracht. Gelukkig was
de brievenbesteller de sterkste. Hij wist bij
het raam te komen, sloeg de ruiten stuk en
riep om hulp. Nu werd Gerardini gegrepen
en bij het doorzoeken van zijn kleeren vond
men een kaartje met den uaaam Georges
Geisenberger. Het is nader gebleken, dat dit
zijn ware naam is. De wonden van den facteur
moeten niet gevaarlijk zijn.
Een zeldzame vondst is gedaan te Boden
hagen bij Kolberg. Uit de bij het dorp zich
bevindende leemduinen verhief zich reeds
jaren een stomp vau een rensachtigen eik.
Langzamerhand was het vrije uiteinde gedeel
telijk afgebrokkeld en nu werd er een men-
schelijke schedel zichtbaar. Bij nader onderzoek
bleek de eik een doodskist uit den oertijd
te ziju, want men vond er het geheele skelet
van een mensch in, terwijl aan het voeteneind
een kleine houten schraag lag. Verder vond
men er nog bij drie koralen van barnsteen,
een fraaie uit leem bewerkte haarnaa d, eenige
eenvoudige armringen uit brous vervaardigd
en een schelp. Naar deze voorwerpen te
oordeelen schijut het 't skelet te zijn van een
aanzienlijke vrouw, die voor 1600 of 1700
jaar geleefd heeft. De zeven centenaars zware
boomstam werd met zijn inhoud naar het
Oudheidkundig Museum te Stettin verwezen.
Een enorme menigte, geschat op 50 (>00
personen, onder wie 15.000 pelgrims, woonde
Zondagmorgen dc mis ter eere van het 60-
jarig priesterjubileum van paus Leo XIII bij.
De jubilaris, die voorafgegaan door alle
kardinalen, een groot aantal aartsbisschoppen,
bisschoppen en prelaten en omgeven door
zijn schitterende hofhouding op zijn „Sedia
gestatoria" door de St. Pieterskerk gedragen
werd, werd warm toegejuicht. Na de mis en
het Te Deum sprak hij met krachtige stem
de benedictie uit. De gezondheid van Leo
XIII schijnt niets te wenschen over te laten.
WAALWIJK, 16 Februari 1898.
Inkuldigingsfccsten te Waalwijk.
Gisteren, Dinsdagavond ten 7 ure, had op
de zaal Musis Sacrum", eene bijeenkomst
van ingezetenen onzer gemeente plaats, ter
O 1 ik, antwoordde Ludovicus, ik heb geen
oogenblik getwijfeld.
En gij denkt...
Ik ben er zeker van, dat de hertog zich de
hersenpan verbrijzeld heeft.
Raymond, die hevig verschrok, stond eensklaps
op en liep de kamer op en neder.
Hij was zeer ontsteld. Allerlei vreemde gedachten
woelden hem door het hofd, zonder te weten aan
welke zich te moeten houden.
Op eens stond hij stil en zeide tot Ludovicus
Heeft men u soms niet gezegd, dat men hem
niet ver van Villers gevonden heeft, bij de steile
kasten, daar waar het kerkhof van Herbiers ge
legen is
Maar... antwoordde Ludovicus verwonderd
over die vraagwist gij er dan iets van, wat er
gebeurd is?
Neen, dat niet, maar van nacht ben ik ook
op dat kerkhof geweest; er is daar een graf dat
mij dierbaar is en waarvan ik afscheid wilde
nemen, voor het geval het duel mij noodlottig
mocht zijn wat hij er kwam doen, kan ik nog
niet begrijpen, maar daar heb ik den hertog van
Palmares ontmoet.
Hij heeft nog veel beter gedaan, hij heeft
mij van een verradelijken aanval geredwas
hij mij niet te hulp gekomen, dan was ik zeker
vermoord.
En wat zeide hij toen
Bijna niets... alleen scheen hij, toen hij mij
verliet zeer bewogen te zijn en betuigde zijne
innige genegenheid jegens mij
Dat is vreemd.
Niet waar.
Raymond hield de handen onder het hoofd en
dacht na; alsof er plotseling een vermoeden in
hem was opgekomen, zeide hij in zich zeiven:
Als ik mij maar niet vergist heb! als Mousse
line mij maar op geen dwaalspoor heeft gebracht
maar neen, dat is onmogelijk.... Zijne verwar
ring... toen ik van wraak sprak! Hij is het, hij is
het zeker.
En dan, voegde hij er bij, heb ik eeeu zeker
middel om de waarheia te kennen Het kistje
staat daar, ik heb het slechts te openen om dien
vervloekten naam te weten. Ol dien vreeselijken
twijfel duld ik niet langer, ik wil weten... Met
eene bevende hand, haalde hij het kistje uit zijne
benoeming eener feestcommissie bij de a s.
inhuldigingsfeesten.
Ongeveer een 40tal belangstellenden waren
opgekomen.
Óm half acht nam de burgemeester onzer
gemeente het woord en zeide
Mijne heeren
Zachtjes aan nadert het oogenblik van de
groote nationale gebeurtenis, namelijk de in
huldiging van onze geëerbiedigde koningin
Wilhelmina.
In schier iedere gemeente van ons land
wordt naar aanleiding daarvan feest gevierd.
Zou dan Waalwijk, waarin men de kunst van
feestvieren zoo goed verstaat, en men zoo
gaarne feest viert, achter kurnien blijven?
Reeds lang vormde het dagelijksch bestuur
het plan om feest te vieren; het hoe en het
wanneer bleef echter onbeslist, want wij dach
ten, 't is nog tijd genoeg.
Het was naar aanleiding eerst ran een
schrijven van den commissaris dei koningin
in deze provincie en thans een brief ran
den minister vau binnenlandsche zaken, waarin
hij mededeeling vraagt, of en wanneer er hier
feest wordt gevierd, dat het dag. best. besloot
de hand aan de ploeg te slaan en voorstelde
den raad als voorloopige commissie te be
noemen, hetwelk alle leden op een paar na
hebben aangenomen.
Voor eenige dagen kwam die voorloopige
commissie bijeen, en besloot de ingezetenen
zelf een keuze te laten doen en droeg mij op
hen tot eene bijeenkomst uit te noodigen.
Die taak heb ik gaarne volbracht, en dank
u allen wel voor uwe opkomst.
De voorloopige commissie heeft bij die
gelegenheid, het dagel. bestuur aangewezen
als bureau van stemopneming te fungeeren.
Om nu de stemming in eene gemeente van
5f 00 zielen gemakkelijk te maken heeft de
voorloopige commissie eenige personen op
gespoord, die g noemde commissie het meest
geschikt achtte, om eene teestcommissie uit
le maken.
Men is echter geheel vrij in zijn keuze
geesnzins aau die namen gehouden.
Wij zullena ls gekozen beschouwen, hen, die
de meeste stemmen behalen, anders zou 't te
lang duren.
Ik ben zoo vrij, de namen der aanbevolen
heeren even op le noemen
Baijens J Es van H.; Everdingen van L.;
Fano S.; Heijden van der C. B. S Kakebeen;
Klijberg E. W.; Leeuwen van ILoon van Ma
thijs; Spijkerman J.; Timmermans Wz. J. B.;
Timmermans Ph.; Tussenbroek van O.; Ver-
bunt A.; Wiesman H.; Witlox A.; Witlox H.
Dit zijn de heeren, die de voorloopige com
missie de meest geschikte personen achtte
en die heeren kunnen zich later andere heeren
toevoegen als sub-commissie.
De burgemeester verzocht hierna de aan
wezigen, 12 namen op te schrijven.
35 stembriefjes werden ingeleverd.
Gekozen:
1 Kakebeen 30 stemmen.
2 Spijkerman 30
3 H. Witlox 28
4 Verbunt 26
5 Tussenbroek 26
6 Ph. Timmermans 24
7 J. B. Timmermans Wz. 22
8 Wiesman 19
9 Van Everdingen 19
10 C. van der Heijden 18
11 I van Leeuwen 17
12 E. W. Klijberg 16
Een 30tal andere heeren bekwamen nog
stemmen.
BurgemeesterDe gekozen heeren zullen
mij een genoegen doen, wanneer ze in den
loop dezer week mij laten weten, of ze de
schrijftafel en nam er de enveloppe uit, die de
geschiedenis zijner moeder inhield I Maar op het
oogenblik dat hij het zegel wilde verbreken, be
gon hij op nieuw te aarzelen.
Moest hij om zijn hart gerust te stellen, door
dringen tot het somber verleden, misschien wel
de schande zijner moeder? Had hij het recht een
geheim te schenden, dat men hem alleen wilde
toevertrouwen op voorwaarde, dat hij de weten
schap van dat geheim met zich mede zou uemen
in zijn eigen graf
Zijn hand beefde... hij wist niet wat te doen.
Ludovicus Malon sloeg hem met belangstelling
gade. Men zou gezegd hebben, dat hij giste, wel
ke aandoening het hart van Raymond ontroerde
en dat hij ook bekend was met het geheim in
het kistje verborgen.
Ten slotte wera Raymond de nieuwsgierigheid
te sterk, en zijne angstvalligheid overwinnende,
verbrak hij het zegal en opende het pakket. Maar
hij had nog geen blik op den inhoud geslagen,
toen de deur geopend werd en Salome binnen
trad.
Salomériep Raymond uit, wie zendt u
naar mij toe en hoe gaat het bij den heer Guil
lemot?
O! mijuheer Guillemot is de gelukkigste
aller vaders, antwoordde Salomé maar door hem
word ik toch niet gezonden.
Door wie dan
Door de juffrouw; de juffrouw is geheel
hersteld, dank zij de goede zorgen van aokter
Malon zij heeft daar juist een lang gesprek ge
had met haar vader en tengevolge van dat on
derhoud zoude zij wel willen dat u eenige oogen-
blikken bij haar kwaarat.
O 1 ik kom dadelijk I antwoordde Raymond
opgetogen.
Hij haastte zich het geopende pi
ae
>akket in het
sleutel in
kistje te doen, sloot het en stak
zijn zak.
Zich vervolgens tot Ludovicus wendende zeide
hij Gaat gij mede dokter
Volstrekt niet, antwoordde deze laatste ik
geloof niet, dat mijne tegenwoordigheid op het
oogenblik van eenig nut kan zijn.
Nu... dan tot straks.
Tot straks.
benoeming al of niet aannemen.
De heer Gragtmans: „De voorloopige com
missie heeft in zijr.e bijeenkomst het eere
voorzitterschap aangeboden aan onzen edel-
achtbaren heer burgemees; er, die dit gaarne
heeft aangenomen.
Burgemeester»Zooals terecht mijnheer
Gragtmans heeft gezegd, heeft de voorloopige
commissie, mij het eerevoorzitterschap aan
geboden en ik heb het volgaarne aanvaard.
Ik zal de commissie, zoover in mijn vermogen
is, met raad en daad bijstaan om de feesten,
die aanstaande zijn, op eene voor Waalwijk
meest waardige wijze te vieren.
Kermis.
Zaterdag morgen werd door burgemeester
en wethouders, eene nieuwe verpachting ge
houden, van één standplaats op de a. s.
kermis voor één stoomcaroussel.
Bij de vorige verpachting waren twee lief
hebbers opgekomen en het hoogste bod was
van Panhuijzen n.l. f 345.
Thans waren er zes opgekomen n.l. Van
Straatum, Vincken Sr., Vincken Jr., Teeuwen,
Panhuijzen en Dobbelaer.
De hoogste inschrijver was Vincken sr.
voor f 578.
Laagste Panhuijzen voor f 150.
Gegund aan den hoogsteu inschrijver.
Tweede Kamer.
De Tweede Kamer zal haar werkzaamhe
den hervatten op Dinsdag 1 Maart, 's namid
dags te 2 uur.
In de vergadering van 1 Maart zal worden
overgegaan tot trekking der afdeelingen, welke
het wetsontwerp van den persoonlijken dienst
plicht zullen onderzoeken.
Het plan is, tijdens het aanstaand bijeenzijn
de overeenkomst betreffende de overname
van den Grand Central, voor openbare
beraadslaging aan de orde te brengen.
Uitslag der Kamerverkiezing in Deventer.
De (niet officieelc) uitslag van de verkiezing
van een lid der Tweede Kamer in het kies
district Deventer is de volgende
Aantal kiezers 6697.
Aantal uiïgeb-achte geldige stemmen 5261.
Daarvan had mr. van Delden (lib.) 18b0,
mr. Th .Heemskerk A R. 1790en de heer J. van
Loenen Martinet (rad.) 1621.
Herstemming dus tusschen mr. A. van
Delden (lib.) en mr. Th Heemskerk (antirev.)
en K.
Bij de algemeene verkiezing op 15 jl. wer
den uitgebracht 5941 geldige stemmen. Daar
van verkreeg mr. A. ran Delcen (lib) 2216,
de heer J. Stoffel (rad 1643 dr. H. J. A.
M. Schaepman (r.-k.) 1355, de heer J. W.
Koer (antirev.) 458 en de heer T. van der
Zee (lib.( 269.
Rijwielbelasting
Het Haagsche Dagblad wijst er op, dat
door een belasting op de rijwielen voor te
stellen het bestaan van het rijwiel min of
meer door de regeering erkend wordt. De
staat zal van het rijwielverkeer piofiteeren,
dus is dan tevens ook moreel verplicht het
rijwielverkeer mogelijk te maken in elk onder
deel van zijn grondgebied, volgens algemeen
.te stellen regels.
Bij gebrek aan elke wettelijke bepaling op
dit gebied hebben thans de gemeentebesturen
volkomen vrijheid hun spitsvondigheid te
oefenen op het lastig maken of zelfs verhin
deren van het pebruik van dit voermiddel.
Het blad haalt daarvan eenige voorbeelden
aan en spreekt den wensch uit dat nu ook
bij de wet een algemeene regeling zoo
weinig hinderlijk voor het vrije verkeer als
maar kan worde vastgesteld, die de be
voegdheid aan de gemeenten tot hef nemen
taa——h—"i
Raymond haastte zich weg te komen.
Op een teeken van Ludovicus, was Salomé ge-
bleven.
Wenscht u mij te 'spreken? zeide het ka
mermeisje tot den dokter, zoodra Raymond zich
verwijderd had.
Ja, beste meid, antwoordde Ludovicus. Wat
is er op de villa gebeurd, sedert ik vertrokken
ben
Maar... juist wat ik daar zooeven zeide.
Irene heeft dus een onderhoud met haar va
der gehad
Ja.
En heeft zij geen ander bezoek gehad?
O ja, dat is waar.
Hermine, niet waar?
Juist.
Is zij gekomen, nadat ik vertrokken was
Ja zeker.
En zij heeft lang met uwe meesteres ge
sproken, niet waar?
Maar wie heeft a dat alles gezegd
Dat komt er niet op aan ik weet het.
En nu wenschte mejuffrouw Irene, na dat gesprek
met Hermine, Raymond le spreken
Juist, en toen heb ik mij gehaast hem te
komen halen.
Het is goed, zeide Ludovicus blijkbaar vol
daan. Meer behoef ik niet te weten gij kunt nu
wel weder naar de villa terugkeeren. Van avond
kom ik nog eens hooren, of er geen nieuws is.
Intusschen had Raymond den afstand, die hem
van de villa van den heer Guillemot scheidde, in
den kortst mogelijken tijd afgelegd, zoodat hij
nauwelijks tien minuten na zijn vertrek zich
reeds bij Irene liet aandienen.
Hij werd onmiddelijk bij de jonge zieke toe
gelaten, die hem met haar liefsten glimlach ont-
Gij hebt mij laten roepen, zeide Raymond
gij moest mij spreken en zooals gij ziet, ben ik
zonder een oogenblik te verliezen, hier gekomen.
Hartelijk dank daarvoor 1 antwoordde Irene.
Kom nu dicht bij mij zitten en luister goed toe,
mijn beste vriend, want het zijn belangrijke en
ernstige zaken, waarover ik u moet spreken.
(Slot volgt-)