Nummer 19. Zondag 6 Maart iM)8. 21e Jaargang. Eerste Blad. VERSLAG I 'Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. I Bekendmaking. ANTOON TIELEN Dit nummer bestaat uit twee bladen. Rijkspostspaarbank. UITGEVER: Waalwijk. UITVOERINGEN. halt(jksefce en Langsiraatsche Courant Dit Blad verschijnt Woensdag en Zate r dagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door bet geheele rijk f 1,25. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever y»» nj|nyjirii mi Advertemtiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Daitick- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau vaa Adolï Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Het gemeentebestuur van Waalwijk maakt bekend dat de keuring van springstieren uit deze gemeente zal gehouden worden op Vrijdag den 18den Maart e. k., des voormiddags ten 10 ure, op de markt alhier. Waalwijk, 3 Maart 1898. Het Gemeentebestuur voornoemd. Tiui de lezing, gehouden te Waalwijk op „Alusis Sacrum» den 2 Alaart, door den heer J. Bruinwold Riedel, ran Amsterdam. De heer Bruinwold Riedel begint zijne rede door te zeggen, dat dit departement tot twee maal toe is te leurgesteld een spreker van het hootdbestuur te zien optreden, en ik, als secretaiis van het hoofdbestuur, gaat spreker voort, stelde me daarom gaarne disponibel. Met 't oog op 't aanwezige publiek zal ik dezen avond behandelen: HET HUWELIJK, naar aanleiding van „Kleine Eyolf" van Hendrik Ibsen. De belangrijkste vragen, die het tegenwoor dige leven ons stelt, hangen nauw sameD met het huwelijk, met de vrouw. Met het huwelijk, als vereeoiging van twee personen in eene levensgemeenschap, iuniger, nauwer dan eenige andere; met de vrouw als zijnde in die leveusgemeenschap de hoofd persoon de hoofdpersoon zeer zeker, ook al staat het anders in het B.W. Niet alleen omdat het lichamelijk eu geestelijk bestaan der vrouw in en door het huwelijk eene ia- grijpende verandering ondergaat; omdat men zeggen kan dat de vrouw in het huwelijk eerst xich zelve verwezenlijkt eu ten volle ontplooit maar bovenal omdat zij in het huwelijk is de zich geheel gevende aan man en kinderen beiden en zjj ongetwijfeld de hoofdkracht is in dat proces van zinnelijk- zedelijke verhoudingendie men noemt huwelijk, huisgezin, familieleven en familie- overleveriDg. Een gelukkig huwelijk wenschen wij voor ons zeiven en voor onze kinderen en te loochenen valt het niet, dat, wat wij zelve en wat onze kinderen zijn, het antwoord is op de vraag: .,Wie onze ouders wareD in ver houding tot elkaar en tot hunne kinderen.* Wie zal geen eerbied hebben voor de drie eenheid van man, vrouw en kind in een gelukkige huwelijksvereeniging? Door vele denkers en dichters is „de be- teekenis, de rechten der vrouw" aan de orde gesteld, ook door vereenigingen. Van daar de vrouwenbeweging in onzen tijd. Van daar dat ook op het tooneel „de vrouw", en vooral „de vrouw in het huwelijk" zeer dikwijls de kern uitmaakt van de handeling, van de ge dachte. „Zoek de vrouwDit geldt voor allerlei toestanden, zoowel in het staatkundige als maatschappelijke leven. Ibsen dat is de man, die in de laatste jaren 't meest de aandacht gevestigd heeft op de vraag naar de beteekeuis van de vrouw in het huwelijksleven. Men moge het al of niet goedkeuren dat Ibsen op het tooneel de zedemeester speelt en diepzinnige en wijs- geerige bespiegelingen houdt men zal tot zijn eer moeten zeggen dat deze Noorsche dichter kernvragen ten opzichte van het huwelijk en van het vrouwenleven heeft ge steld, welke tot diep eu ernstig nadenken dwingen. Somber, droefgeestig, ernstig en gestreng moogt gij zijne opva'tingen vinden, 't komt er niet op aan, maar gij kunt niet loochenen dat hij ons werkelijke toestanden teekent die verschrikkelijk zijn in hunne naakte waar heid, gelijk hij deze te voorschijn brengt uit het klatergoud der schijnverhouding en der vormen, dat geloof aan het onontkoombare van het noodlot omvat het onontkoombare aan de zedelijke en geestelijke gevolgen van dieD leugen in onze samenleving, zooals men helaas het huwelijk dikwijls noemen kan. En tevensdat vau die leugen de zonde bezocht wordt aan de kinderen tot in het derde en vierde geslacht der ouders welke óf lichamelijk óf zedelijk de straf van het kwaad der innerlijke onwaarheid niet zijn ontkomen. Dit heeft er mij toegebracht uwe aandacht te vestigen op het vraagstuk van het huwelijk naar aanleiding van Ibsen's werk „Kleine Eyolf". Op zeer aangename wijze gat spr. vervol gens een keurig résumé van dat belangrijke drama.., en gaat dan na de pauze voort: „Het huwelijk ia een uitnemende instelling, maar tevens een hoogst ernstige verhouding. Wie zal zeggen hoevele tragedies er reeds afgespeeld zijn en nog afgespeeld zullen worden iu die verbintenis voor het leven, waarin man en vrouw beloven elkaar te zullen toebehooren! Toebehooren.... voor het gansche leven; met lijf en ziel, met hart en zinnen. Een tweeeenheid in denken, gevoelen, willen, streven.... Elkaar in alles en bij alles begrijpend troostend, sterkend, vergevend Hoevelen voelen zich later als in een zol derkamertje, waar zij opgesloten zijn. Het huwelijk is niet «een veilige haven, welke binnen te loodsen, de hoogste roeping is van de vrouw.» Ook is het niet «een verwoede strijd tusschen man en vrouw om de heerschappij, ingeleid door een bedriege- hjke droom van zinnelijkheid, die men „liefde" noemt. «Neen, het huwelijk is een samenleven van twee menschen een samenleven, dat krachtens de wet der ontwikkeling, is ouder worpen aan verandering. Het h iwclijk is de liefde niet eu de liefde is uiet bestendig alle dagen van het huwelijk. In 't begin te zeggen of het huwelijk ge lukkig cal zijn is onmogelijk. De invloed, dien de echtgenooten wederzijds op elkaar uit oefenen, bepaalt de toekomst van het huwelijk. Dit is zeker in ieder huwelijk, en vooral in ieder echt huwelijk zijn veranderingen onvermijdelijk. Wat al veranderingen, waarbij de zinnelijke en zedelijke verhouding wordt gewijzigd waarvan verwijdering, loutering, scheiding of nauwere hereeniging het gevolg is. Het verleden, dat bepaalt hoe de crisis zal worden opgelost, het verleden der ver- eenigde personen zoowel als het verleden der omstandigheden, der beweeggronden, die tot het huwelijk hebben geleid. Zal een huwelijk gelukkig zijn of niet? Wie durft het te profeteeren? Toch kunnen we wel iets zeggen. Het gaat met het huwelijk als met het leven -. het is een sprong in het duister. En wat uit den ontwikkelingsgang van een hu welijk zal voortvloeien hangt af van den aard van het huwelijkvan het karakter en de antecedenten van man eu vrouw, en van de omstandigheden, die op den ontwikkelingsgang van dat innigst samenleven invloed uitoefenen. Man en vrouw moeten daarom liefst jong, beide ongerept, het huwelijksleven beginnen, ongerept naar lichaam en geest, mei geen verleden achter zich, noch van daden noch van voorstellingen. Jong getrouwd Heeft niemand berouwd Die ongereptheid die onschuld is echter niet hetzelfde als onwetendheid. Neeu, ik wensch het aantal Nora's in de wereld niet te vermeerderen. Iedere vrouw zij de gelijke van haar man, nooit diens speelpop, ^altijd zijn trouwe ka meraad. Ook geen vermeerdering, van z.g. «goede partijen." Wat „goede partij!» Het huwelijk, waarbij ook maar eenige berekening, eenig voordee' iu 't spel komt, is altijd een „slechte partij." Elk meisje behoort te hebben een goed inzicht in wat hel zeglte huwen. 't Is waar.- „Dor is alle theorie", vooral in de liefde, en als de ware Josef komt, zegt her meisje geen „neen". Dat is juist wat ik wensch, maar dan ook komt de theoretische wijsheid te pas. Een paar stellingen voor zulk ecu theorie van het huwelijksleven. Ie stelling «Het huwelijk is een gemeenschapsleven van twee menschen tot instandhouding van het menschelijk geslacht." Let derhalve op de lichamelijke gezondheid en op de familie-antecedenten. Lichamelijk ongezonde menschen moeten niet medewerken om het geslacht te vermeerderen. Dit in 't algemeen en in 't bijzonderelk huwelijk waarin de mogelijkheid van lichamelijk en geestelijk gezonde kinderen buiten gesloteu is, is van zelf ongelukkig omdat dit huwelijk niet beantwoordt aaD zijne natuurlijke be stemming. 2e stelling «Het huwelijk is'n gemeenschapsleven van twee zielen, een wederzijdsch geven en ontvangen van indrukken, waarheden beschouwingen het is een opgaan van de een in de ander, om zich zelf in de andere beter terug te vinden; het is de wisselwerking van het mannelijk en het vrouwelijk element, om zóo te verkrijgen het harmonisch denkeu, gevoelen, willen van den volkomen mensch." Elk huwelijk dat niet uit ware sympathie geboren is, is ongelukkig. Elk huwelijk, uit nevenbedoeling gesloten, is onrecht aan de persoon, aan wie men zich verbindt, onrecht ook aan de natuur gepleegd, onrecht gepleegd ook aan de gemeenschap. 3e stelling „Want, inderdaad, het huwelijk is niet voor het individudat zich verbindt maar voor het gezin dat uit die verbin tenis wordt gevormd.» Uit het gelukkig huwelijk moet zich daarom ontwikkeleu datgene, wat voor de groote menschelijke samenleving van de meeste waarde isbehoud van die opgewekte li- chaams- en geesteskrachtbehoud van al die eigenschappen, ontwikkeling van al die gaven van verstand, gemoed, waardoor de huwelijks gemeenschap, het huisgezin, de deelneming aan ruimere levenskringen, bevorderlijk .vordt aan het algemeen welzijn, aan het godsrijk. Een huwelijk, dat niet aansluit aau de ruimere levenssfeeren van menschelijk streven en trachten, mist zijn bestemming. Er moet ontwikkeling in het huwelijk zijn: de zinne lijke liefde moet tot vriendschap worden die vrieudschap moet zich openbaren in den arbeid iu één zelfden goeden geest aan de opvoeding der gemeenschappelijke kinderen, aan het beheer van het gemeenschappelijk eigendomaan de verrijking van geest en moed door kunst, letteren, muziek, kweeken van vriendschapsbandenaan het gemeen schappelijk deelnemen aan de velerlei vraag stukken, die het openbare leven aanbiedt aan de vraagstukken van het innerlijk ziele- leven niet het minst. Daarom is het noodig, dat het huwelijk gesloten worde door twee menschen van ongeveer eenzelfde algemeene graad van ontwikkeling; uit een zelfden kring van op voeding, voor wie het niet onmogelijk is, dat zij elkaar vormen naar eenzelfdcn graad van wereldbeschouwing en levensopvatting. Dat een huwelijk in de gunstigste omstan digheden gesloten altijd een gunstig verloop zal hebben is daarmee niet gezegd. Crisissen zullen er altijd zijn in meerdere of mindere mate, bij elke bocht of zcherpe hoek, die het echtpaar moet omzeilen om in een nieuw en beter vaarwater te komen en daartoe behoort veel stuurmauskunst, veel zelfverloochening veel zwijgen, zeer veel tact, en zeer veel goede vorm. Het huwelijk is een kunst, die de hoogste en edelste krachten van verstand, hart en gemoed rereischt. Maar daarom is het hu welijk ook een zegen, omdat het die hoogste en beste krachten bij man en vrouw beide ontwikkelt. Van het huwelijk is veel te verwachten maar wat gij er van verwacht, moet gij er van maken; zelf van maken, door iuspanning, door zedelijken, edelen arbeid. Het huwelijk is geen spel, maar hooge, zedelijke ernst. Het huwelijk is geen hemel maar ook geen hel, maar zoo nu en dan een klein vagevuurtje schaadt niet. Rachel Forster Ravery, een van de leidsters der Amerikaansche vrouwenbewegingver haalde eens van een trouwpartij, waarbij het jonge paar zelf de zaak voor het grootste deel in handen nam. Het liet aan de dienst doende vrouwelijke geestelijke alleen over het getrouwd te verklaren en eenige ernstige woorden te spreken over de verbinding van hart en ziel, die iedere uiterlijke verbintenis vooraf moet gaan, zal zij 2ijn van blijvende waarde De gelofte luidde „Ik, Eleonore, kies u, Raymond, als mijn Echtgenoot. Ik beloof voor u een lief hebbende trouwe vrouw te zijn, zoolang gij het vertrouwen waardig zij», dat ik heden in u stel. Met dezen ring bezegel ik mijn belofte." En onder deze woorden wisselde men van ring. Zulke huwelijken, zeg ik met het Sociaal Weekblad van 4 November 1895, berustende op de onderstelling van wederzijdsche ver plichtingen, bereiden een beteren tijd voor voor man en vrouw beiden, waar de tirannie van het geslacht tot het verledene behoort en de droom van Olive Schreiner wordt ver wezenlijkt „Ik droomde, ik zag een land, op d« heuvels wandelden edele vrouwen en edele mannen, hand in hand. Zij zagen elkander in de oogen en hadden ver trouwen in elkaar. Vrees voor elkander kenden zij niet. Moge de toekomst niet meer ver zijn, dat deze droom werkelijkheid is geworden, aldus besluit de geachte spr. zijne zeer toegejuichte rede. De voorzitter van het Departement „Lang straat» brengt namens de vergadering een hartelijk woord van dank uit; spr.ver heugt het zeer dat er thans vele dames zijn opgekomen en spreekt de hoop uit dat ook in 't vervolg de opkomst in deze zaal grooter zal zijn. Aan het postkantoor te Waalwijk en de daaronder ressorteerende hulpkantoren werd gedurende de maand Februair ingelegd 16910,17 terugbetaald f4022,04 Het laatste, door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 2632, WAALWIJK. Zondag 6 dezer, 's middags 12 uurzal door de liedertafel „Oetenicg en Vermaak", van Waalwijk en Bezooien, op de zaal Musis Sacrum worden uitgevoerd 1. Omhoog, Beltjens. 2. Zwiegesang, barytonsolo met bromstemmen Kücken 3. Pelgrimskoor, uit Tannhaüser Wagner.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1898 | | pagina 1