Nummer 31.
Zondag 17 April 1898.
21e Jaargang
Eerste Blad.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
I.\J) USTIUÉELEN
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
UITGEVER:
ANTOON TÏELEN
Waalwijk.
De Echo van het Zuiden,
l'aalwpsck ra Laiiptraatscbe Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,35.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentie» i 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per re^sl,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsoh-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adole Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De kamer van koophandel en fabrieken te
Waalwijk houdt zich onledig met het opmaken
van het verslag over 1897.
Heeren industrieelen worden verzocht
hunDe opgaven voor het verslag zo» spoedig
mogelijk aan den voorzitter in te zenden.
De learner van koophandel en fabrieken
voornoemd.
SpiiDje cu de Vereenigde Staten.
De Senaatscommissie beval een motie aan,
die na een heftige inleiding ook over de
Maine-ramp, de volgende punten bevatte
1. Het Cubaansche volk is rechtens en
moet zijn vrij en onafhankelijk.
2. De oorlog, dien Spanje op Cuba voert,
is zoo vernietigend voor de belangen van
handel en eigendommen van de Vereenigde
Staten, en zoo wreed, barbaarsch en onmen-
schelijlc, dat het de plicht wordt van de Ver
eenigde Staten te eischen dat Spanje onmid-
delijk zijn militaire en maritieme macht van
Cuba en uit de Cubaansche wateren terug
trekt.
3. De president wordt hierbij gemachtigd,
in staat gesteld en aangespoord om, zoo
noodig, de geheele militaire en maritieme
macht van de Vereenigde Staten te gebruiken
om deze motie ten uitvoer te leggen.
Uit een nader telegram blijkt dat deze
motie eenigszins gewijzigd, werkelijk door den
voorzitter van de commissie senator Davies,
12
Nu, gij moet maar eens zien, hernam hij.
En nu zou ik u nog gaarne willen verzoeken,
wat voorzichtiger te willen zijn tegenover Frits.
De arme jongen is diep te beklagen hij bemint
u. Ik heb dat dadelijk begrepen. Gij zijt een en
gel voor hem. En om te voorkomen, dat die
rampzalige hartstocht te diep wortel schiet, is
het beter, dat hij u niet te dikwijls ziet.
Magda was diep getroffen. Hij bemint u. Op
welk een zonderlingen toon had hij dit gezegd,
en waarom had bij die woorden zijn blik den
hare vermeden
O, geloof toch niet, mijnheer Von Raming,
dat het liefde is; het is alleen een gevoel van
dankbaarheid, dat hem bezielt. En ik zelf ben
hem er bijna dankbaar voor dat hij
Hebt gij nog zoo weinig liefde in uw leven
ondervonden, juffrouw Arnold, dat gij een arme
idioot dankbaar zijt, als hij in u een engel ziet?
Weder zeg zii hem openhartig aan. Het maakt
mij gelukkig dat ik ten minste voor een enkel
mensch iets kan zijn. En tot heden heeft alleen
mijne moeder mij liefgehad en
En uw broeder?
Een lichte glimlach kwam op haar gelaat.
Mijn broeder is thans zeer gelukkig hij
heeft daar ginder, in zijn nieuw vaderland, een
bruid gevonden. En dus moet zijn zuster nu na
tuurlijk een weinig bij hem op den achtergrond
treden. Maar ik ben niet jaloersch. Het is zijn
eerste geluk, en ik gun het hem vau ganscher
harte.
En gij zelf? Denkt gij volstrekt niet aan uw
eigen geluk
Bij aeze woorden bleef hij slaan en zag haar
aan. En misschien was zij hem nog nooit zoo
betooverend voorgekomen als thans, nu zij met
hare groote oogen treurig tot hem opzag, het
donkere, blonde haar, het bleeke gelaat, hare
geheele verschijning als omkranst door de laatste
gouden zonnestralen.
Aan mijn eigen geluk Misschien mis
schien ook niet. En bovendien moet men niet
bij den Senaat is ingediend. In de Scnaati
commissie, zitten, volgens een vroegere opgave
9 jingo's; zij telt 11 leden.
Vermelding verdient uit de toelichting tot
de motie van de Senaats-commissie het vol
gende. De commissie verklaart te gelooven
Dat de vernieling van de Maine geschied
is, hetzij door een officieele daad van de
Spaansche overheidspersonen, of mogelijk
gemaakt werd door zorgeloosheid hunnerzijds,
zoo grof en opzettelijk dat ze misdadig is als
een misdaad.
De redenen die de commissie voor hare
meening oppert zijn de volgende ontploffing
bekroonde een ouafgebroken reeks van ge
beurtenissen,die zich over driejaar uitstrekken,
de vijandige gezindheid van Spaoje springt
in 't oogvoorzorgsmaatregelen om een ont
ploffing te verhinderen, zijn niet genomen de
Maine werd vernield door een mijn, onder
het schip gelegd op een plek waar het op
uitdrukkelijke aanwijzing van de Spaansche
overheidspersonen vastgemeerd lagonder-
zeesche mijnen zijn bijna uitsluitend oorlogs
middelen in het bezit van een regeering men
mag aannemen dat mijnen gelegd waren iD
de haven van Havana; de Maine, die haar
komst te Havana uitgesteld had wegens den
afkeer dieu de Spanjaaiden aan den dag ge
legd hadden, was niet vriendschappelijk ver
welkomd uitingen van ergeois over de
aanwezigheid van het oorlogsschip zijn voor
gekomen dagbladen te Madrid spraken er
op vijandigen toon over; te Havanna haatte
men de Vereenigde Staten; het Spaansche
rapport over de Maine-ramp, op een over
haast en oppervlakkig onderzoek gebaseerd,
en tot de conclusie komend dat de ontplof
fing in het schip zelf was geschied, was klaar
blijkelijk bedriegclijk het karakter der Span-
jaarden wordt gekenmerkt door dubbelhartig
heid, valschheid en wreedheid,
Hoe dacht het huis van afgevaardigden over
die zaken?
De motie van de meerderheid der com-
11i»iiu ii11 in«>n taiimiih, rsqayr-aa-afl'Kacf*^
alles met bemoedigheid dragen, wat God ons
oplegt
Ik weet niet, of ik zoo vol onderwerping
zou zijn, als ik eens door een zwaren slag werd
getroffen, zeide hij glimlachend. En nu werd hij
weder zeer ernstig.
Welke eigenschappen zoudt gij in een man
wenschen om hem lief te kunnen hebben? vroeg
hij plotseling, zonder haar aan te zien.
Weinig, wat zijn uiterlijke levensoms'andig-
heden aangaat doch zeer veel, wat zij karakter
betreft.
Dus gij verlangt geen rijkdom
Neen geen geld of hooge positie, zeide zij
en nu, als om aan het gesprek een andere wendig
te geven, vervolgde zij
Zie eens, mijnheer Von Raming, daarginds
op den weg loopt Frits. Arme, ongelukkige
jongen I
Raming zag even op, en zeide: Ja hij is
tc beklagen, dat is waar.
Nu sloeg hij den weg naar het kasteel in,
terwijl Magda langzaam naast hem voortging.
Gij zult hem toch zeker in zijne hut laten blij
ven, niet waar I vroeg zij.
Ik zal hem een kamer geven op het kasteel,
want ik gelooi niet dat het raadzaam is, hem zoo
geheel alleen te laten.
En nu scheidden de jongelieden van elkander.
Een uur later liet de pastoor zich bij den heer
Von Raming aandienen. Deze trad den priester
vol achting tegemoet.
Het is gedaan, zeide deze laatste, ernstig. Ik
bleef tot zijn laatste oogen blik bij hem.
Ik dacht niet, dat het zoo spoedig zou
gaan.
O, hij was zeer zwak. En wat moet er
nu verder gebeuren, mijnheer Von Raming? Die
arme jongen is volkomen radeloos.
Voor de begrafenis zal ik natuurlijk zorg
dragen. Ook zal ik iemand naar de hut zenden om
bij het lijk te waken. En misschien laat Frits zich
overhalen om op het kasteel tc komen.
fn toen de oude Michaël aan den schoot der
aarde was toevertrouwd, en Frits van zijn droe-
vigen gang naar het kerkhof was teruggekeerd,
s ond hij alleen en verlaten in zijne kleine hut,
t\ians als geheel bedwelmd door den zwaren slag,
dj e hem had getroffen; Plotseling werd de deur
g eopend en kwam de slotheer binnen. Hij trad op
missie uit het Huis van Vertegenwoordigers,
die met zoo groote meerderheid van stemmen
door het Huis aangenomen is (de Senaat heeft
gisteren nog geeu beslissing genomen) volgt
wel is waar zooals het telegram meldde,
„dezelfde lijnen als die van de meerderheid
van den Senaat", maar verschilt er toch in
toon en strekking aanmerkelijk van: de motie
van de Senaatscommissie keut men. Die vau
de commissie uit het Huis luidt als volgt
„Overwegende dat de Spaansche regeering
in de laatste drie jaar oorlog gevoerd heeft
op het eiland Cuba, tegen de in opstand
gekomen bevolking van dat eiland, zonder
eenige aanmerkelijke vordering te maken
in het onderdrukken van dien opstand dat
zij dien oorlog gevoerd heeft op een wijze
strijdig met het volkerenrecht, door middelen,
onmenschelijk en niet in overeenstemming
met de eischen der beschaving, zoodat de
hongerdood van meer dan 200,000 onschul
dige en rustige burgers er het gevolg van
geweest is, terwijl de slachtoffers meerendeels
hulpelooze vrouwen en kinderen waren dat
zij ondragelijke schade toegebracht heeft aan
de handelsbelangen van de Vereenigde Staten,
waarbij het leven en de eigendom van vele
Amsrikaansche burgurs vernietigd zijn, en
millioeuen verkwist moesten worden aan het
bewaken van onze kusten en van de zee om
onze onzijdigheid tc handhaven dat deze
lange reeks verliezeu, beleedigingen en lasten
voor welke Spaaje verantwoordelijk is, be
kroond is geworden door de vernieling van
de Maine in de haven van Havana en door
den dood van 260 van onze zeelieden.
„Besluite het Huis, dat de President hierbij
gemachtigd en aangewezen wordt om dade
lijk tusschenbeide te komen, om een einde
ie maken aan den oorlog op Cuba, en met
het doel om daar duurzameu vrede en rust
te herstellen, en, door den vrijen wil van het
Cubaansche volk, een eigen hechte en onaf
hankelijke regeering op dat eiland te vestigen,
en dat de President gemachtigd en in slaat
gesteld wordt om de militaire en maritieme
macht van de Vereenigde Staten te gebruiken
Frits toe.
Kom, Frits, ga met mij mede naar het kas
teel. Gij moet niet alleen hier blijven,hoort ge
mij zeide Raming.
De ongelukkige hoorde niets. Starend rustten
zijne blikken op de legerstede, waarop drie dagen
geleden zijn grijze vader nog had gerust.
Frits ik ben hier luister eens naar
mij.
En nu keerde hij langzaam het bleeke
door smart \erwrongen gelaat naar zijnen be
zoeker.
Gij o, gijIk wil niet naar het slot o
neen. Ik wil hier blijven altijd alleen... En
mijn kistje.
Hij ging naar de kast en opende dezedaar
stond het kistje.
Raming wilde er de hand naar uitstrekken,
doch woest stiet hij den edelman terug.
O neen, neen niet nemen. Gij niet
gij volstrekt niet. Het is het mijne ik ver
brand het.
Raming haalde de schouders op wat kon hij
er tegen doen En toch vermoedde hij, dat dit
kleine kistje een of ander geheim moest verbergen.
Toen sprak hij Frits nogmaals vriendelijk toe
maar het was te vergeefs, de ongelukkige was niet
te bewegen om mede te gaan. Dus verliet Raming
eindelijk de hut.
Toen hij zich eenige schreden had verwijderd,
hoorde hij nog, dat Frits de deur met een dub
belen grendel afsloot.
Terwijl hij huiswaarts ging, verdiepte Raming
zich in gissingen omtrent het kistje en den voor
Magda besteraden brief en hij vroeg zich af, of er
misschien ook eenig verband kon bestaan tusschen
dien brief en dat kistje.
En den volgenden dag, nog vroeg in den na
middag, begaf Magda zich naar de hut.
Toen zij de hand aan de klink sloeg, ging de
deur open, Mogd i trad binnen het kamertje
was ledig, misschien was Frits het bosch in, om
hout te zoeken.
Magda moest eerst een zekere vrees, een lichte
aarzeling overwinnen, eerst toen ging zij den bij
bel zoekeD.
Een pijnigend gevoel had haar aangegrepen, een
vaag vermoeden, dat die brief iets verschrikkelijks
inhield. Maar spoedig schudde zij die gedachte
van zich af, opende de kast, vond den ouden
om deze motie ten uitvoer tc leggen."
Het huis van de vertegenwoordigers ant
woordt dus punt voor punt op het verzoek
dat Mac Kinlcy in zijn boodschap gesteld
heeft, maar met de gewichtige toevoeging
„dadelijk". Overigens is er ongelukkigerwijze
geeu grond om de meening van den corres
pondent van de Times niet te deelen waar
hij zegt dat de verschillen in de raotifin er
vermoedelijk weinig toe doen zullen, daar men
toch vastbesloten schijnt tot den oorlog.
Het valt nu, maar eerst nu ook, niet meer
te outkennen dat er wel een wonder zou
moeten gebeuren om den oorlog nog af te
wendeu.
De toestand is sedert Woensdochtend in
twee opzichten verergerd zoowel wat Amerika
als wat Spanje betreft. President Mac Kinley's
invloed had zich in de laatste dagen doen
kennen als een factor waar geen staat op te
maken is, maar het bleef mogelijk dat hij,
als het op handelen aankwam, gebruik zou ma
ken van een achterdeurtje. Thans moet men
echter vreezen dat alle geheime uitgangen
door het Congres versperd zijndat de
president zich heeft laten vangen in het slop,
waarin hij zich te kwader ure (en zonder dat
men kan uitmaken of dat een slecht bedachte
maar goed bedoelde manoeuvre was, of dat
hij het eigenlijk wel zoo wilde) heeft begeven.
Het Congres wil dat de President handelend
optreedt, en onverwijld tenzij Spanje Dog
te elfder ure terugwijkt. Wij zien niet in, wat
de President anders doen kan, dan uitvoe
ring geven aan de motie, die niet alleen door
den Senaat, wat iedereen verwachtte, maar,
tegen de verwachting in, ook door het Huis
van Vertegenwoordigers genomen is met een
overstelpende meerderheid, die bij voorbaat
zelfs het verzet van de uitvoerende macht,
voor het haast ondenkbare geval dat deze
zich nog verzet nu de President zich moreel
gebonden heeft, zou te niet doen.
Het eenige wat het Congres nog nagelaten
heeft, is de formeele oorlogsverklaring. Maar
reeds half verganen bijbel en daarin ook den
brief.
Het scheen een tamelijk uitvoerig document te
zijn, en was in een groot couvert gesloten. En op
het couvert stond met groote, duidelijke letters
haar eigen naam„Aan mejuffrouw Magdalena
Maria Arnold...' Langen tijd bleven hare blikken
strak op den brief rusten, toen stak zij hem bij
zich. Na zorgvuldig de kast gesloten te hebben,
snelde zij, als gejaagd het park in, en ging langs
zijpaden naar het slot terug.
VIII.
HET GEHEIM VAN DEN DOODE.
Het is bijna elf uur in den avond. In hare ka
mer, aan de tafel, zit Magda, bij de brandende
lamp. Zij heeft de deur en de vensters gesloten,
en nu staart zij vol angst op den brief, die vóór
haar op het donkere tafelkleed ligt.
Het is, alsof een inwendige stem haar waar
schuwt, die regels niet te lezen, alsof die geheim
zinnige brief onheil zou uitstorten over haarxelve,
over het kasteel en ever den man, dien zij harts
tochtelijk bemint....
Maar had zij dien ongelukkige, die thans iu
den diepen schoot der aarde rustte, niet de be
lofte gedaan, dat zij zijn laatsten en zooals
zij zich zelf moest bekennen zoo vurigen
weDSch zou \ervullen? Nog had zij een gevoel
alsof zijn blikken vol dankbaarheid op haar
rustten.
En daarom ook wilde zij hare zwakheid over
winnen met vaste hand nam zij den brief op,
en sneed het couvert open. Toen begon zij te le
zen. Volmaakte rust heerschte om haar heen, geeo
geluid liet zich hooren, het was of ook zij zelve
door de stilte van het graf was omgeven.
„Mijn geheim.
Deze regelen heb ik voor u bestemd, mijn lieve
kind, wat mij daartoe dreel ik weet het
niet. Maar dit alleen weet ik, dat juist gij den
rechten weg zult vinden, die hier alleen te be
wandelen is. En misschien heeft God, die mij
genadig moge zijn, mij deze gedachten inge
geven.
(Wordt vervolgd.)