Nummer 55.
Zondag 10 Juli 1898.
21e Jaargang.
Eerste Blad.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
„M I14.
Bekendmaking.
ANTOON TTELEN
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Uithoofde van de
Kermis zal deze
FEUILLETON.
courant ue volgende week
Slechts éénmaal verschij
nen, en wel WOENSDAG
namiddag, in 2 bladen.
Advertentiën voor dat
mniei worden dien dag
ingewacht tot uiterlijk 10
uur voor middags.
UITGEVER
Waalwijk.
A^
w
De vernietig
kader ondi
ig van fepanje s
admiraal Cerve
De Echo van het Zuiden,
IVaalwpscle en Langstraatsche Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,35.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsoh-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
80
Werkelijk, anders niemand? vroeg hij met
eenigszins ontroerde stem.
Zij zag hem openhartig aan.
Neen niemand.... En nu zij zijnen blik
ontmoet, die zoo trouw en innig op haar rust,
begint haar hart onstuimig te kloppen en is het
of een duizeling haarbevangt.
Arme geliefde man, kon ik dat onzalig ge
heim van den doode slechts vernietigen maar
dat mag ik niet. Misschien leeft de rechtmatige
erfgenaam in armoede en ellende zoo klinkt
het onstuimig in hare ziel, terwijl zij Raming in
het ernstig gelaat ziet.
Dat geheim martelt haar dog en nacht, en te
vergeefs mat zij zich af in het zoeken naar een
uitweg uit dit doolhof.
Beiden zwegen een oogenblik. Raming stond
met gekruiste armen dicht naast haar, tegen
eenen boom geleund.
Juffrouw Magda, wilt gij mij eerlijk antwoord
geven op één vraag?
Lucienne sloop langzaam en doodstil naderbij,
zij geleek een loerende slang, die het juiste
oogenblik afwacht, om zich op haar argeloos
slachtoffer te werpen.
Ja ik ben niet in staat een onwaarheid
te zeggen. Wees zoo goed mij die vraag te doen,
mijnheer Von Raming.
Megda, gij zegt dat er behalve uw broeder
niemand op de wereld zou zijn, die u liefheeft.
Is dat de waarheid
Ja, zeide zij openhartig. Mijne ouders zijn
dood, tante Josephine ook
En toch ken ik iemand, die u liefheeft
Magda, weet gij daar niets van
Neen stamelde zij bevend, met nederge-
slagen oogen, bijna ademloos.
Nu greep Raming hare sidderende kleine
hand.
Magda. lieve Magda hij, die u liefheeft
staat vóór u, hij meent het zoo eerlijk en op
recht zie mij aan slechts één oogenblik
zeide hij met zijn diepe, klankvolle stem.
voorrecht alleen aanspraak hebben zij, die door
het bijwonen van voormeld onderricht een bewijs
van militaire bekwaamheid hebben verworven.
Waalwijk 7 Juli 1898.
De burgemeester voornoemd
J. TIMMERMANS Wz.(l.B.)
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
maken bekend, dat de commissie van onderzoek
bedoeld bij art. 15 der wet op de schutterijen,
zitting zal houden ten raadhnize alhier, op Maan
dag den 18 Juli a.s. des voormiddags ten 11 ure,
tot onderzoek van de redenen van vrijstelling, dié
de in dit jaar voor de schutterij ingeschrevenen
on (ie reeds Ijjwle schutterij ingeiijfden vermanen
lijk aangifte te doen onderstaanden vorm:
t^. den dekhengst) Naam
Eigenaar van den jiengSt Woonplaats
Beschrijving van het paard.
Naam
Kleur
Kenteekenen
Ouderdom
Hoogte M.
Afstamming (ras.
Waalwijk 7 Juli 1899.
Het gemeentebestuur voornoemd.
J. TIMMERMANS Wz. (l.B.)
De Secretaris
F. W. VAN LIE MPT.
h awn»*
,'ljlC
eremee
TIM3
F.
MAN 5
"jk,
een ernstig gevecht te beginnen, want zij
stoomden onmiddellijk in westelijke richting,
zoodra zij de baai verlaten hadden. Toen
begon een wedstrijd om in veiligheid te ko
men, terwijl het vuur der Amerikanen krachtig
beantwoord werd. De „Brooklyn", „Massachu
setts", „Texas" „Oregon" en "Iowa" bevon
den zich dichter bij de Spaansche vloot dan
de overige Amerikaansche schepen, waarvan
verscheidene te ver verwijderd waren, om
direct aan het gevecht deel te nemen.
De „Gloucester", een klein, snelvarend
yacht, dat slechts bewapend is met cenige
zes- en dricpondei; lag nab j Aguadores,
.toen de Spaanse.he vloot de baai v?,o San'v-
diet en begon het eerst den aanval od
IEMP
van ere vecht tusschen
Amerikaansche vloten,
bestuur van Waalwijk maakt j
de hieronder vermelde uit te loten
j Provinciale Commissie voor de
in Noord-Brabant keuringen
De burgemeester der gemeente Waalwijk maakt
bebend, dat de herbergen en tapperijen gedurende
de kermisdagen, beginnende Zondag 10 Juli a.s.
en eindigende Zondag daaraanvolgende, voorliet
publiek kunnen geopend blijven tot 12 uur des
nachts.
Waalwijk 8 Juli 1898.
De burgemeester voornoemd,
J. TIMMERMANS Wz. (l.B.)
De burgemeester der gemeente Waalwijk maakt
bekend, dat aanmelding voor het voorbereidend
militair onderricht dit jaar kan geschieden tot 1
Augustus aanstaande.
Met het oog op het groote belang, dat er voor
de in te lijven lotelingen in gelegen kan zijn, om
ingedeeld te worden bij het korps en in het gar
nizoen hunner keuze, wordt er nog in het bijzonder
de aandacht op gevestigd, dat bij het inwerking
treden van de wijziging der militiewe*, op dat
Het gemeen
bekend dat vot
premien, door
paardenfokkorb
zullen woeden gehouden: te Oss Zaterdag 3Sep
tember e.k. ten overstaan van het lid van Gede
puteerde Staten Dr. A. van der Steén
te Eindhoven, Vrijdag 9 September e.k. ten
overstaan van het lid van Gedeputeerde Staten
Mr. L. A. Geriits;
te Zevenbergen Zaterdag 10 September e.k. ten
overstaan van het lid van Gedeputeeide Staten
Jhr. Jos. de )a Court;
te Heusden, Dinsdag 20 September e.k. ten over.
staan van het lid van Gedeputeerde Staten Mr-
Th. G. M. Smits van Oijen
PREMIEN.
Ie. Vier onderhoudsbijdragen, te weten
a Voor dekhengsten (luxe paarden) van ten
minste 2l/s jaar oud (geboren in 1895 of
vroeger,) een eerste van f 350, en een tweede
van f 200.
b. Voor dekhengsten (werkpaarden van ten min
ste 21/a jaar oud (geboren in 1895 of vroeger)
een, eerste van f 250. en een tweede van
f 150.—
2e. Twee aanhoudingsbijdragen, te weten
a. Voor tweejarige hengsten (luxe paarden) ge
boren in 1896, eene van f 150.
b, Voor tweejarige hengsten (werkpaarden) gebo
ren in 1896, eene van f 150.
Dat zij die hunne hierboven aangeduide paarden
wenschen te doen mededingen wordt aanbevolen,
daarvan uiterlijk vóór 27 Augustus e.k. bij den
Secretaris-penningmeester der Commissie schrifte-
geheel, vernietigd werd, zijn
verschrikkelijkheden bekend
Het meisje was hevig ontroerd. O mijn
God dat is immers niet mogelijk zooveel
geluk
Gij hebt gelijk juffrouw Magda dat is
onmogelijk zoowel thans als in de toekomst,
klonk nu Lucienne's harde stem, terwijl zij vol
minachting op de doodsbleek geworden Magda
nederzag. En gij, baron Von Raming, kunt als
edelman onmogelijk een meisje tot uwe echtge-
noote maken, wier vader wegens een laag mis
drijf drie jaren in het tuchthuis heeft doorgc-
bracht en wier broeder onder verdenking staat
dat hij eveneens zijnen chef voor een belang
rijk bedrag heeft opgelicht... Gij zult inzien,
mijnheer de baron, dat het mijn piicht is, u op
merkzaam te maken op den dwazen stap, dien
gij voornemens zijt te doen
Nauwelijks had de Fran^aise deze laatste woor
den gesproken, toen Magda, bleek als een doode,
wankelend op haar toetrad, de hand op haren
arm legde en zeide
Wat hebt gij daar gezegd O, ik weet het,
gij haat mij. En vandaar die verschrikkelijke be
schuldigingen. Mijn arme vader die zoo braaf
was en rechtschapen
Ja zoo braaf, dat men hem tot belooning
daarvoor in de gevangenis heeft gestopt I klonk
het lachend uit Lucienne's mond. En toen slin
gerde zij ruw de hand van het jonge meisje van
zich af.
Hoe durft gij mij nog aanraken! liep zij.
Op dit oogenblik trad Raming tusschenbeide.
Hij was hevig verontwaardigd en tevens diep
getroffen.
Freule Von Waitlof, zeide hij nu op bijna
dreigenden toon, als gij zulke vreeselijke beschul
digingen durft uitspreken, moet gij ook afdoende
bewijzen in handen hebben. Bewijs mij de waar
heid van hetgeen gij zegt.
Zij wierp hem een kwaadaardigen blik toe.
Och bewijzen? Nu, mijnheer de baron,
als u de moeite zoudt willen doen, u bij den vader
van mijnen verloofde te vervoegen -- mijnheer
Helldorf zal u de bewijzen verschaffen hij zal
dat zelfs heel gaarne doen. En gisteren hadden
wij het groote genoegen, uwen broeder te zien
terloops moet ik opmerken, dat hij een heel
knap jongmensch is jammer voor hem....
Mijn broeder? stamelde Magda, geheel buiten
zich zelve. Neen, mijn broeder is te Berlijn, op
f7 Qf) (1
de Spaansche
waarbij de eerst
thans in a! haai
geworden.
Admiraal Sampson had niet het geringste
vermoeden, dat Cervcra zou trachten te
ontsnappen, veeleer geloofde hij, dat de
Spaansche vlootvoogd zijn schepen in de
haven zou laten, om het naderende Ameri
kaansche leger te beschieten en dat hij, als
Santiago viel, zijn vloot in de lucht zou laten
vliegen. Maar Cervera waagde de*kans, door
de Amerikaausche vloot heen te breken en
hij heeft zijn poging gedaan op een wijze,
die zijn daad tot één der dapperste verheft,
welke oe geschiedenis der zeeooffogen ooit
heeft verme'd.
Zondagmorgen te 9 uur ongeveer stoomde
de „Infante Maria Teresa" de baai van
Santiago uit aan de zijde van het fort Morro
en bereikte de open zee, onmiddellijk gevolgd
door de „Cristobal Colon", „Viscaya",
„Oquendo", „Pluton" en Furor".
De uitkijks op de Amerikaansche schepen
signaleerden onmiddellijk de Spaansche vloot,
wat groote opschudding teweegbracht onder
de bemanning.
Spoedig stevenden zij naar de Spaansche
schepen en openden het vuur. Het scheen
echter of de Spanjaarden niet geneigd waren,
ago
de groote Spaa
2G?mnaüdar.f
af met het doel
Iers aan te
maar
een groot bankiershuis.
Geweest moet gij zeggen, schootje dame.
Hij is weggejaagd. Hij heeft, geloof ik. ongeveer
achtduizend thaler ontvreemd. En daarna heeft
hij eenigen tijd in voorarrest gezeten. En nu ja,
hij moet de zaak zeer slim hebben aangelegd,
men heeft hem in vrijheid gesteld wegens ge
brek aan bewijsWat wil dat zeggen? Men
kon geen overtuigende bewijzen vinden, dat hij
den diefstal had gepleegd maar steeds zal hetzwaar-
ste vermoeden op hem blijven rusten. En
Barmhartige God dat is alles logen, schan
delijke laster. Noch mijn arme vader, noch mijn
brave broeder hebben zich ooit aan zoo iets
kunnen schuldig makenstamelde het arme
meisje. Ach mijnheer Von Raming en met op
geheven handen wendde zij zich nu tot den slot
heer, die als verpletterd was en haar bleek en
zwijgend aanhoorde, laat mij naar den heer Hell
dorf gaan. Alles zal mij dan duidelijk worden
O, het is niet waar. Haar kan ik niet gelooven
haar niet....
Raming knikte, spreken kon hij niet. En het
was hem niet mogelijk Magda aan te zien.
Welzeker, ga gerust 1 riep Lucienne opkoe
len toon. Gij zult alles hooren bevestigen. Bo
vendien hoe toevallig, niet waar was ook
de heer Brauning, de beroemde advocaat van de
Weener rechtbank, op onze soirée, en hij herin
nerde zich nog zeer nauwkeurig het voorgeval
lene met mijnheer uw papa; de heer Brauning
had zijn verdediging op zich genomen hij stona
destijds op de eerste sport van de ladder, die
hem spoedig tot beroemdheid zou voeren. Maar
helaas, zelfs aan zijne schitterende welsprekend
heid was het niet gelukt uw vader van schuld
vrij te pleiten dat heeft hij zelf gisteravond
ten aanhoore van een schitterend gezelschap
gezegd
De hartelooze Franpaise zweeg, om de uitwer
king harer wreede woorden gade te slaan. En zij
kon met die uitwerking tevreden zijn.
Plotseling dook thans in Magda's hart het vree-
selijk vermoeden op, dat deze verschrikkelijke
vrouw de waarheid had gesproken. Wel kwam
haar gansche ziel er tegen in opstand, dat zij in
den zoo teerbeminden vader voortaan een
misdadiger moest zien maar, alsof met een
ruwe hand een sluier was weggerukt, die het
verledene steeds voor haar oog nad verborgen,
osche oorlogsschepen,
luitenant Waiowright, hield
.Hen, die de achterhoede der
j Spaansche vloot vormden. Toen z'\) verschenen,
begon de „Gloucester" hen te vervolgen en
joeg hen naar een landpunt, 5 mijlen ten
westen van het fort Morro, voortdurend haar
kanonnen latende werken. Gedurende het
I gevecht loste het yacht 1400 schoten en hei
duurde dan ook niet ïang, oi de torpedo
vernielers stonden in brand en waren ont
redderd. Zij beantwoordden echter het viiur
van de „Gloucester" krachtig en eeü hagelbui
van kleine bommen viel rondom het yacht
in het water. Langzamerhand bleek de „Furor"
niet langer in staat het vuur van de "Glouces
ter" te weerstaan, zij wendde den steven en
zette koers naar Santiago, maar de Gloucester"
bestookte haar mei schoten uit haar snel
vuurkanonnen en stoomde met volle kracht
op het Spaansche schip aan, zoodat het
geuoodzaakt was, opnieuw te wenden en naar
het westen te koersen. Na een geringen
afstand te hebben afgelegd, verliet het over
gebleven gedeelte van haar bemanning haar
in de booten en bereikte den oever. Eenige
oogenblikken later was de „Furor" niets dan
een vormlooze brandende massa, die hulploos
ronddreef.
De „Pluton," eveneens in ontredderden
werd haar thans op eens zeer veel duidelijk, dat
zij tot heden eigenlijk nooit goed had begrepen,
maar waarover zij, met de gelukkige zorgeloos
heid der jeugd, nooit lang had nagedacht. En nu
kwam er een wanhopige kalmte over haar.
Zij wierp een blik op deu geliefden man en
een weemoedig gevoel scheen haar hart te doen
ineenkrimpen daar stond hij, wel bleek als een
doode en diep geschokt, dat zag zijmaar toch,
hij kwam niet tot haar, hij zeide nietWie
ook uw vader moge geweest zijn, ik heb u lief,
want gij hebt geen schuld aan de misdaad, die
hij heeft bedreven.
Zoo zou zij gesproken hebben tot hem... als
het uur daar was, waarop hij zou vernemen, dat
ook zijn vader niet was geweest de man van
vlekkelooze eer en onberispelijke plichtsbetrach
ting, zooals hij hem zich steeds had voorgesteld.
En weder was het of haar de woorden in de
ooren klonken, eens door von Raming gesproken:
ik zou niemand in mijn huis kunnen dulden,
van wiens naaste bloedverwanten misschien eens
iemand in het tuchthuis had gezeten.
Zij sloeg de oogen naar hem op openhartig,
kalm, ernstig. Het was de kalmte der vertwijfe
ling, die over haar was gekomen, zij gevoelde het,
alles zou bevestigd worden, wat de Fran9aise haar
gezegd had.
Ik ga thans naar den heer Helldorf. En
wanneer men mij de volle waarheid zal gezegd
hebben, wanneer ik weet, dat mijn vader dat
gene was, waarvan n en hem beschuldigt dan
verlaat ik nog heden uw huis.,.. De dochter van
een geraeener» dief behoort niet meer in het
kasteel eens edelmans....
Hij zag haar aan, hij wilde spreken, hij strekte
de hand naar haar uitDoch langzaam, als om
hem te ontwijken, deed zij een paar schreden
achterwaarts.
Neen - neen, zeide zij bijna onhoorbaar
Raak mij niet meer aan.... Ik ben de dochter
van een veroordeelde
En roerloos bleef hij staan, en zag haar met
strakke oogen na, terwijl zij zich langzaam ver
wijderde en blijkbaar moeite had zich staande te
houden.
Toen zeide Lucienne iets tot hem. Hij verstond
haar niet. Hij scheen in staat van verdoovine te
verkeeren.... 6
(Wordt vervolgd.)