Nummer 65. Donderdag 18 Augustus 1898. 21e Jaargang.
A G B A"«
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN
Uitbreiding van het ge
bouw der openbare school.
FEUILLETON.
Staatkundig overzicht.
UITGEVER
Waalwijk.
Uit het verhandelde in de laatste raads
vergaderingen is gebleken, dat het getal
leerlingen aan onze openbare school zoo
groot is geworden, dat uitbreiding van lo
kaliteit en personeel een gebiedende eisch
is geworden. Dit zal dus de derde ver
bouwing zijndie het schoollokaal sedert
zijne stichting, we raeenen in 1872, onder
gaat.
Volgens de raededeelingen in den raad
zou de uitbreiding, die men thans op het
oog heeft, kunnen geschieden gelijkvloers
met opoffering der speelplaats of wel in
de hoogte, waar tegen we bij vroegere ge
legenheden wel eens ernstige bezwaren heb
ben hooren opperen.
Het groote belang, aan deze aangelegen
heid verbonden,heeft ons genoopt eens rijpelijk
over de zaak na te denken en met bevoegde
lui te bespreken. De uitkomst van een en
ander is geweest een plandat wij hier
gaarne ten beste geven en aanbevelen in de
overweging van hen, die in de eerste plaats
geroepen zijn een beslissing te nemen.
Is het gebouw der openbare school nu reeds
te klein, dan zal dit zeker nog meer 't
geval zijn als eenmaal de leerplicht tot wet
zal ziju verheven. Hiermede dient bij de
uitbreiding zeker rekening te worden ge
houden om te voorkomen, dat we over eenige
.jaren weer tot nieuwe uitbreiding zouden
verplicht zijn.
Wij zouden nu het zaakje willen omkeeren
het schoolgebouw is nu te klein; we zouden,
zonder er iets aan te veranderen, willen
maken dat het groot genoeg was, door het
namelijk gedeeltelijk te ontvolken. Hiertoe
zouden wij willen komen door het bouwen
van een nieuwe school met onderwijzers -
woning buiten de kom der gemeente, op
een of ander terrein, dat de Gemeente wel
licht beschikbaar heeft of wel voor een bil
lijken prijs zoude kunnen koopen.
Wij bedoelen in de Stationsstraat, over
de spoorlijn. Het stichten van een nieuwe
schoolgebouw met onderwijzerswoning, zou
waarschijnlijk niet meer kosten dan de ver
bouwing, waarvan thans sprake is. Verder
zou daardoor vervuld worden een plicht van
billijkheid tegenover de achterafwonende be
lasting betaler*?, wier kinderen nu verplicht
zijn bij alle temperatuur en weder, minstens
viermaal daags, den langen weg naar school
af te leggen. Op deze wijze zou het Ge
meentebestuur voor dezen den druk van
de leerplicht (ingeval die komt) zooveel mo-
gelijk verlichten, wat zeker niet meer dan
billijk is.
Sluiting van Kantoren en Winkels
op de dagen der Kroningsfeesten.
(INGEZONDEN.)
Mijnheer de Redacteur
Door de plaatsing van het onderstaande
in uw geëerd blad, zult gij mij ten zeerste
verplichten en betuig ik hiervoor reeds bij
voorbaat mijn dank.
Gedurende het aanstaande Kroningsfeest
zal bijna iedereen feestvieren; men leest zelfs
dat patroons ten gerieve hunner werklieden
elke week iets afzonderen, teneinde dezen
gedurende de feestelijkheden in staat te stel
len aan de algemeene feestvreugde deel te
nemen, zonder dat hunne financiën er onder
zullen lijden. Zulks wordt reeds bij zeer-
veel patroons ten uitvoer gebracht, wat zeer
zeker navolging verdient.
Voor de winkel- en kantoorbedienden is
echter nog niets gedaan, om ook hen aan
de feestelijkheden deel te laten nemen. Hier
mede wordt niet bedoeld, dat zij ook als
anderen financieelen steun wenschen, doch
alleen, dat de patroons zich met elkaar willen
vereenigen, om hun kantoor of winkel ge
durende die dagen gesloten te houden om
hen alsdan in de gelegenheid te stellen, van
alles te genieten, wat het kroningsfeest hier,
te Amsterdam en elders aanbiedt.
Bijzondere bezwaren om kantoor en winkel
te sluiten op 5, 6, 7, en 8 September, waar
van de drie eerste datums hoogstwaarschijnlijk
de beurs zal gesloten ziju, kunnen toch niet
bestaan. Hopende dat alle winkelers en
kantoren zich hiermede zullen vereenigen,
durf ik den patroons te verzekeren, dat zij
van den anderen kant de hoogste dankbaar
heid zullen ontvangen. Ik durf heeren pa
troons dan wel te verzoeken, blijken van
instemming met mijn voorstel te toonen
door het inzenden van hun naamkaartje aan
de redactie van dit blad en u zult mij
mijnheer de redacteur, zeer verplichten, door
die namen in uw geacht blad te willen op
nemen.
U nogmaals dankzeggende voor de ver
leende plaatsruimte, teeken ik
P.
Gaarne verklaren wij ons bereid de naamkaar
tjes in ontvangst te nemen, die men, als blijk
van instemming met het bovenstaande ons zal
willen toezenden. De r.amen der inzenders zullen
wij tevens in ons blad vermelden.
De Redactie.
Dc Vrede Rusland en Engeland.
De bespreking van het Spaansch-Ameri-
kaansche conflict zal nu eerst dan weer van
eenig belang gaan worden, als de vredescom-
missiën te Parijs bijeen zijn ora de definitieve
onderhandelingen te voeren.
Voor het oogenblik is er het gelukkige feit
dat de oorlog geëindigd is en dat zoowel in
Amerika als in Azie de vijandelijkheden zijo
gestaakt. Men kan over dit feit wat na-praten
en de kleine bijzonderheden die zich af en toe
voordoen, releveeren.
President Mc, Kinley en de Spaansche re
geering hebben hunne bevelvoerders gelast
alle vijandelijkheden te staken; de opstande
lingen op Cuba hebben medegedeeld dat zij
zich aan de bepalingen van het protocol hou
den en den oorlog beëindigen en wat, ten
slotte, de oproerigen op de Philippijneu be
treft, als deze het voorbeeld der Cubanen
niet volgen, zou Amerika hen daartoe dwin-
gen.
In Amerika is de voldoening over het einde
van den oorlog groot. De president heeft
een aantal telegrammen en gelukweuschen ont
vangen. Op Cuba zijn de bewoners-van-geboor
te evenals de rijke Spanjaarden zeer met den
vrede ingenomen. De militaire en burgerlijke
Spaansche beambten protesteeren echter en
zeggen dat de oorlog nog heel goed een poos
had kunnen worden voortgezet. De reegeering
in Madrid heeft een spoed achter de onder
handelingen gezet, die minstgenoraen bevreem
dend is.
In Spanje wordt, als gevolg van de censuur,
weinig over den vrede gepubliceerd. De enkele
bladen, wier uitingen niet werden onderdrukt,
zijn zéér weemoedig gestemd. De Pais zegt
dat Spanje, zonder zijn koloniën tot een
mogendheid van den derden rang is vernederd.
De Nacion acht den vrede „niet dan een
oogenblik verademing in ons schrikkelijk on
geluk". De Liberal gelooft dat het protocol-
artikel over de Philippijnen voor Spanje niets
goeds belooft. Voor de Globe is het oogen
blik waarop Cambon den vrede onderteekende,
het begin van een nieuwe geschiedenis van
Europa.
Over het algemeen zijn de groote bladen
in Europa heel welwillend voor Spanje. De
Uit Braunings donkere, levendige oogen sprak
een oogeblik zijn innige vreugde over Cerlina's
halve bekentenis, toen nam hij de kleine blanke
hand der danseres en zeide
Juffrouw Cerline, gij zijt jong, schoon en coquet
gij houdt van pracht en weelde, gij wilt gaarne
gehuldigd en bewonderd zijn, gij ziet gaarne
het schitteren der diamanten, den zachten glans
der parelen, het fonkelende goud.... maar bij dat
alles ben ik toch overtuigd, dat uw hart nog toe
gankelijk is voor menschelijke gevoelens gij
zijt nog zoo jong en de jeugd is zelden wreed.
Ik hoorde van u slechts deze woorden „Gij kunt
wel gelijk hebben/ maar die weinige woorden
hebben voor mij een groote beteekenis... Wilt
gij mij de bedoeling daarvan niet nader ver
klaren
ggggI1... .1.1Lmm—-^W M_a.j
De Echo van het Zuiden,
Haalwyiisclie en Langstraalsclie Courant,
Di Blad verschijnt W oe n s d a g en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
tt
40
Ik zal, als bewonderaar van signorina Cerline,
toegang tot haar trachten te verkrijgen antwoord
de de beroemde rechtsgeleerde op vroolijken toon,
welke toon echter met zijn hoogst ernstigen blik
in zonderlinge tegenspraak was.
Ah maar dat kunt u toch onmogelijk.
Zeker daar zal ik de eerste schakels zoe
ken van de keten, die weldra de handen van den
waren dief zal omknellen. Thans neem ik af
scheid, mijnheer ErdmannEn als het welzijn
van uwen jongsten zoon u werkelijk »er harte
gaat, neem dan van een eerlijk man dezen raad
aan verzuim niet om uwen zoon op het rechte
pad terug te brengen.
Driftig stoof de bankier op.
Tot heden is mijn zoon nog niet van den
rechten weg afgeweken nog geen duimbreed!
Vergeet deze woorden niet misschien komt
nog het uur, waarop ik er u aan kan herinneren.
Toen de bankier weder alleen was, zat hij een
geruimen tijd met strakken blik vóór zich uitte
staren die laatste woorden van den advocaat
verontrustten hem meer, dan hij zich zeiven wel
wilde bekennen.
XVIII.
ADVOCAAT EN DANSERES.
Cerline Bertoldi stond vóór haren toiletspiegel
zij studeerde.
Tony Erdmann had gezegd, dat de Prima Bal
lerina beiooverend schoon was, en het jonge
mansch had onteger zeggelijk gelijk.
Haar houding, taille en gelaat waren onberis
pelijk en bij het schitterende licht van den
schouwburg was zij verrukkelijk, en wel in staat
hootd en hart te bekoren, zelfs van mannen die
de dwaasheden der jeugd reeds lang te boven be
hoorden te zijn. Des te sterker nog was de in
druk, dien zij maakte op den jongen Erdmann
met zijn licht ontvlambaar gemoed.
Daar trad haar kamenier binnen en overhan
digde haar een naamkaartje. August Briiuning,
advocaat, las zij, tot hare groote verbazing.
Jong knap gedistingeerd vroeg zij.
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsinr
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsok-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau rat
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Zeer gedistingeerd. Ouderdom, misschien
goed in de dertig. Groot, deftig, donker, luidde
kort en duidelijk het antwoord der kamenier.
Hoe 7.ie ik er uit vroeg de danseres nu.
Schoon als altijd, antwoordde de kamenier.
Steek mij deze donkerroode roos nog even
in het haar zoo en laat mijnheer nu binnen
komen
Hij is reeds in het salon.
De danseres wierp nog een vluchtigen blik in
den hoogen spiegel zij kon tevreden zijr., en
met haren liefsten glimlach, trad zij nu het weel
derig ingericht salon binnen, om haren nieuwen
bewonderaar want wat kon hij anders zijn
te begroeten.
Doch toen zij tegenover den rechtsgeleerde
stond, toen zij, glimlachend en koket de gitzwarte
oogen naar hem opslaande, hem in het ernstig,
edel gelaat lag, en terloops zijn voornaam voor
komen bewonderde, kwam toch het vermoeden
bij haar op, dat deze man niet gekomen was om
als bewonderaar voor haar neder te knielen.
Hoewel het haar nooit aan zekere opgewekte
vrijmoedigheid ontbrak, stond zij thans bijna
verlegen voor den heer Brauning.
Wees zoo goed en neem plaats mijn
heer, en weder zag zij vragend naar hem op.
Juffrouw Bertoldi, wilt u mij een klein uur
tje gehoor verleenen Heeft u tijd
Ja zeide zij, eenigszins aarzelend.
Zeer vriendelijk van u. En nu wil ik mij-
zelven eerst nader aan u voorstellen. Ik kom
van Weenen, waar ik advocaat ben aan de recht
bank.
Ah 1 en ik begrijp niet stamelde
zij, werkelijk ontsteld.
De schoone Prima-Ballerina is niet gewoon,
strenge mannen van de wet in hare salons te
zien, niet waar? Maar daar gij de vriendelijkheid
hadt, een uurtje van uwen tijd aan mij' op te
offeren, wil ik u een tafereel schetsen uit het
werkelijke leven. En de figuren, die in deze schets
voorkomen, zijn u op één na maar al te
wèl bekend.
Weder zag zij met hare levendige, zwarte oogen
naar hem op doch alle coquetterie scheen, bij
de ernstige woorden van dezen man, verdwenen
te zijn.
Welk soort van tafereel zal dat zijn
vroeg zij.
Zooals ik reeds zeide: een tafereel uit het
leven. En die tafereelen zijn de meest aangrij
pende. Nergens vind men treffender tooneelen,
nergens meer ware ellende, dan wanneer men
een diepen blik slaat in het familieleven van die
menschen, die van den vroegen morgen tot den
laten avond moeten arbeiden, hard moeten ar
beiden, om niet het slachtoffer te worden hunner
bitterste vijandin, de armoede. Ik zal u ver
tellen van eenen man, die, om ziju gezin te red
den een dief is geworden. En ik zal u vertel
len van den zoon van dien man, en hoe edel,
braaf en eerlijk die zoon is. En ten slotte zal ik
spreken van den zoon van eenen rijken man,
die ook een dief is geworden, maar die laf en
slecht genoeg is geweest om zijn schande op de
schouders van een onschuldige te laden.
En nu begon de heer Brauning zijn schets na
der uit te werken. Hij sprak vol gloed en over
tuiging, omdat hij gevoelde dat hij een edele
taak had te volbrengen.
En als Ilerma had gezien en gehoord hoe hij
al de ellende schilderde die Frans Arnold, onder
den last eener valsche en zware beschuldiging
had moeten doorstaan, en hoe hij van dien on
gelukkiger. vader sprak en van zijne edele zelf
opofferende moeder, ais Herma hem zoo had
gezien, dan zou zij weder gezegd hebben Hoe
goed, hoe edel zijt gij
Maar zijne vurige en wegslepende woorden be
zaten zelts de kracht, het hart te treffen van de
ze coquette en ijdele danseres.
En als dat jonge mensch nu die acht dui
zend thaler niet heeft verduisterd, wie, in 's he
mels naam, kan ze dan gestolen hebben? vroeg
de schoore balletteuse in gespannen verwachting.
De heer Brauning zag Cerline scherp aan, en
zeide toen op ernstigen toon Hij heeft ze
niet en de bankier ook niet I
Dan blijft dus nog alleen de zoon van dien
bankier over, zeide zij, terwijl de stem haar
dreigde te begeven. Eu de naam van dien
bankierszoon
Anton Erdmann, luidde het antwoord, op
vasten loon.
Bij het noemen van dezen naam sprong de
danseres hevig ontroerd van haren stoel op. Zij
was doodsbleek geworden.
Ach groote Hemel Gij kunt wel gelijk
hebben 1 klonk het op doffen toon uit haren
mond. Toen echter zweeg zij plotseling, alsof zij
schrikte van haar eigen woorden.
Ziiu diep doordringende blik, zijn ernstige
stem. de edele waardigheid van zijne geheel#
verschijning hadden niet nagelaten hunne uit
werking op deze coquette jonge vrouw te doen
gevoelen.
Mijnheer, houdt gij Anton Erdmann voor
den dief van die achtduizend thaler? vroeg zij
nu, in angstige spanning. J
Ja, antwoordde .hij, zonder te aarzeleD
Er vloog een angstige trek over het schoone
gelaat der jeugdige danseres.
En als hij het gedaan heeft, wat zal er
dan gebeuren
Wat met iederen misdadiger geschiedt
men zal hem aanklagen men zal hem veroor-
deelen.
-- Hem den zoon van een millionair, van
den grooten bankier, die in de geheele stad bekend
is; zal men hem nis beschuldigde, voor de recht
bank doen verschijnen
Met een blik vol rechtmatige verontwaardiging
zag de rechtsgeleerde haar aan.
Ah, gelooft gij dat men voor den zoon van
den rijke andere wetten heeft? Heeft hij geen
misdrijf gepleegd Zijn de straffende rechters ziiu
de gevangenissen slechts daar voorde misdadigers
uit liet volk? En zou men de misdadigers uit de
zoogenaamde betere kringen niet voor hetgeiecht
dagen Wat zou er dan overblijven van de ge
rechtigheid Niet alleen voor God zijn alle men
schen gelijk ook voor de wet is deze spreuk
van kracht. v
Wordt vervolgd.