Koningin Wilhelmina hare eerste,, in het openbaar gesproken woorden uit„lk lioop dat dit gebouw tot zegen moge strekken van Amsterdam'"En hiermede was de plechtigheid afgeloopen. Den daarop volgenden dag verlieten H. H. Majesteiten de hoofdstad. Het eerste optreden der Koningin was eene verovering geweest van aller harten. Nog in hetzelfde jaar volgde een bezoek aan de bloeiende koop- en havenstad Rotterdam, waarheen H. H. M. M. de Koninginnen zich per rijtuig door het Westland, naar den Hoek van Holland en verder langs den Waterweg, naar de Maasstad begaven, overal door bevolking met blijken van de grootste sympathie en hartelijke genegenheid ontvangen. Te Rotterdam aangekomen, werden H.H. M.M. door den Burgemeester ontvangenen betuigde deze zijne blijdschap dat aan eene in aanleg zijnde kade aan den Linker Maasoever, de naam mocht geschonken worden van Wilhelminakade, terwijl een gedenksteen dien dag in de kade zou geplaatst worden, waarvan een de Koningin een gedenksteen leggen in den voorgevel van het nieuwe Universiteitsgebouw. Den lÓen Juni, den dag van het bezoek, was de oude bisschopstad in feestdos getooid, waarvan het Munsterkerkhof het middelpunt was. Na de plechtigheid van de steen legging werd een rijtoer door de stad gemaakt, waarbij de bevolking de hartelijkste blijken van ge negenheid aan H.H. M.M. de Koninginnen schonk, terwijl de avond verder gewijd was aan allerlei feestelijkheden, muziek en eene algemeene illu minatie. Vooral in Friesland en Groningen werd de komst van het Koninginnetje met blijde verwachting te gemoet gezienwant het was reeds 50 jaar geleden dat die provinciën eene Koningin in haar midden hadden gezien. Leeuwarden was in feestdos gestoken, evenals de stad Groningen. In eerstgenoemde stad werd aan het Koninginnetje een oud-Friesch costuum aange boden, en toen Zij daarin gekleed bij de harddraverij verscheen, kende de geestdrift der Friezen geen grenzen meer. Ook in Groningen was de geestdrift ten top dat de Koningin en hare doorluchtige Moeder, Zeeland, in het bijzonder het schoone Walcheren, zouden bezoeken. Den 21en Augustus en volgende dagen waren voor dit bezoek bestemd. Bij de aan komst van' H. H. Majesteiten aan het stationsgebouw werden zij door een eerewacht en autoriteiten ont vangen, en toen verlieten zij het station. Zij werden door de saamgestroomde menigte eerst met diepe stilte ontvangen, maar daarna barstten luide toejuichingen loszoodra men van de eerste verrassing bekomen was. Op het Abdijplein zongen een vierhonderd kinderen koren uit de kindercantate van „Michiel Adriaansz. de Ruijter"en toen werden een dertigtal meisjes in verschillende Zeeuwsche kleederdrachten aan H.H. Majesteiten voorgesteldwat een zeer interes sant gezicht opleverde. Bovendien werd aan H. Ma jesteit de Koningin eene verzameling sieraden over handigd, allen bij de Zeeuwsche costuums behoorende. Den volgenden dag werd een rijtoer door het eiland Walcheren ondernomenen overal was de ontvangst hartelijk. Den 22en Aug. werd een bezoek aan Vlissingen gebracht, waar het standbeeld van De drievoudige oorkonde werd opgemaakt. De gedenk- steen droeg de volgende inscriptie Toen deze plechtigheid was afgeloopenwerd een bezoek gebracht aan de Academie van beeldende kunsten en technische wetenschappen en daarna aan de Diergaarde. Overal bleek op de overtuigendste wijzehoe men hier in deze stad nog even Oranje gezind is als in vroegere dagen, en overal oogstte het Koninginnetje blijde toejuichingen en een schat van bloemenvooral toen Moeder en Dochter door verschillende straten naar het Maasstation reden om van daar naar Soestdijk te vertrekken. In het jaar 1892 lagen Utrecht, Friesland en oironingen aan de beurt. In de bisschopstad zou H. M. gestegenen hier toonde het Koninginnetje op een echt kinderlijke wijze, welk een dankbaar hart zij bezit. Toen zij den Burgemeester dezer stad bedankte deed zij dit met de woorden: „Ik dank ti wel voor de pleizierige dagen; alle menschen zijn hier zoo lief voor mij geweest.1' Met één slag had zij de harten Harer stug geheeten Friezen en Groningers door hare lieftalligheid en aanminnigheid veroverd. Ook werd door H.H. M.M. nog het monument te Heiligerlee bezochtopgericht voor een der dappere voorvaderen der Koninginvoor graaf Adolf van Nassaudie hier den 23e" Mei 1568 sneuvelde in den slag, waarmede de 80-jarige strijd tegen Spanje een aan vang nam. De ruimte verbiedt ons langer te vertoeven bij de bezoekendie de Koningin aan andere deelen des lands bracht. Wij willen alleen nog in herin nering brengen- haar bezoek aan de kloeke Zeeuwen, die altijd zoo gehecht waren aan het Huis van Oranje. Groot was dan ook de blijdschap der Zeeuwen, Ruijter, dat van plaats veranderd was, opnieuw zou onthuld worden. Toen deze plechtigheid afgeloopen wras, leg"de H. M. de Koningin een krans neder aan den voet van het standbeeld van Neerland's grootsten zeeheldterwijl als herinnering aan de Koningin een zilveren afbeelding van het monument werd aang-boden. Uiterst voldaan over de hartelijke ontvangst in Zeeland, verlieten de Koninginnen den 25eu Augustus deze schoone provincie. In den loop der jaren werden nog bezocht de steden: Haarlem, Zwolle, Kampen en Assen; Breda, 's-HertogenboschDordrecht, Gouda, Maastricht, Arnhemenz. enz.het bezoek aan de beide laatste steden was vooral indrukwekkend en schoon. De gewone bezoeken aan de hoofdstad werden jaarlijks herhaald. En uit alles bleek zoo overtuigend, dat de Koningin in het Noorden, Oosten, Westen en Zuiden des lands overal met de grootste liefde en har telijkste toegenegenheid door Haar Volk werd vereerd. De plechtige uitreiking der Eereteekenen aan Neerland's strijders in Indiëop het Malieveld te 's-Gravenhage. H. M. WILHELMINA, Koningin der Nederlanden, plaatste 30 Mei 1891 dezen gedenksteen bij DEN BOUW DER KADE DIE TER HERINNERING AAN H. D. EERSTE BEZOEK AAN Rotterdam „Wilhelminakade" WERD GENOEMD.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1898 | | pagina 17