San onze geliefde Koningin
Feestklanken.
Katholieken Dag.
DE AARTSBISSCHOP EN DE
BISSCHOPPEN
van Nederland
Wat klopte ous harte blij, toen de mare zich
liet hooren
,,'t Oranjehuis viert feest, een Princesje is ge
boren."
Beminnelijk vorstenkind,thans zijt ge Koningin,
Te voren reeds in naam, nu in den waren zin.
Door uwe hand wordt nu ons dierbaar land
regeerd,
Hoe wordt ge door uw volk bemind, geacht,
geeerd.
Gij laatste Oranjebloem, Gij hoop van Ne-
derlaud,
Dat het liefde en eendracht zij, wat door u
blijve in stand.
Oranje klinkt ons lied Oranje zij de leuze,
Oranje in ons hart, Oranje onze keuze.
Die kleur versiere ook het blijde kroningsfeest,
Oranje, rood, wit en blauw behagen ons het
meest.
Yan lieverlede moeten we wel in de stem
ming geraken. Waarheen wij de schreden
richten, in de verte en nabij, overal toebe
reidselen vele maanden reeds neemt de 31ste
Augustus, de dag waarop H. M. Koningin
Wilhelmina, volgens het Haar door de Grond
wet gewaarborgd geboorterecht, de Kroon
der Nederlanden zal aanvaarden, in onze
gedachten en in onze verrichtingen een steeds
ruimere plaats in En thans, nu dat merk
waardig oogenblik gekomen is zou het ons
moeielijk vallen, voor eenig ander onderwerp
de aandacht te vragen.
Er is ook, in den laatsten tijd, in ons
geheele land heel wat gebeurd. Zou er wel
één plaatsje zijn, hoe geïsoleerd ook, hoe
weinig in aanraking komende met li tgeen
wij. niet zonder eenige grootspraak, de be
schaafde wereld plegen te noemen, waar men
het feit der troonsbestijgi-g zonder feestelijk
vertoon zal laten voorbijgaan? Zeker is het,
dat in alle bedehuizen de geloovigen van
elke belijdenis en van iedere richting samen
komen om tot don Allerhoogsten troon de
lieilwtnschen te doen opklimmen voor Haar,
die wij sinds vele jaren beschouwen als de
Hoop des Vaderlands, en de dankzeggingen
voor het groote voorrecht, in Haar persoon
en in Haar optreden aan de natie geschonken
maar bovendien zullen we, door versiering en
verlichting van onze woningen, door straten
en pleinen in feestgewaad te steken, door aan
onze kinderen een vreugde te bereiden die zij
ongetwijfeld zich levenslang zullen herinneren,
door de armen en behoeftigen te onthalen,
door muziek en optochten en volksspelen,
dezen dag of een der eerstvolgende stempelen
tot- een van buitengewone beteekenis.
En als nu aangenomen mag worden, dat
zekere evenredigheid bestaat tusschen den
omvang van ons feestbetoon en liet gewicht,
dat wij hechten aan het feit aan hetwelk het
crewijd is, dan hebben we niet te klagen
over te geringe belangstelling.
Een scliooncn aanblik levert een feestvie
rende natie op. Vlaggen, groen en bloemen
aan alle woningen. Iedere torentrans laat in
wijden omtrek de vaderlandsche kleuren zien,
zinnebeeld yvan trouw en van vroomheid en
moed'", met den fraaien oranjewimpel, die ze
nog sierlijker doet uitkomen. Diezelfde kleu
ren, waarbij echter, omdat het een feest geldt
ter eere van ons Vorstenhuis, het oranje den
boventoon voert, prijken op en aan de kleeding
van eiken leeftijd, van armen en rijken,
van geringen en aanzienlijken de oranjesjerp
tooit de uniform van onze officieren van land
en zeemacht, de oranjestrik pronkt op borst
of schouder van Neerlands vrouwen, en
in hoe oneindige verscheidenheid onze jeugd
zich met de geliefde tint eencr gouden zuid
vrucht opsmukt, dat trotseert inderdaad
alle beschrijving.
Meer nog dan wat afsteekt door kleuren
pracht, trekt ons aan wat op het gelaat te
lezen is.
Zooals men weet, munten niet al onze
landgenot ten uit door eeD sterk gevoel van
eensgezindheid, en wijzelven, die er anderen
soms een verwijt van maken, zijn niet steeds
zoo los van eigen inzichten en ideeën, dat
we maar dadelijk bereid zijn die ten bate
van liet algemeen prijs te geven. Eerlijk
gezegd speelt liet partijbelang ons nu en
dan leelijke parten als wij, onzen zin niet
geheel kunnende krijgen, weigeren met an
deren, die met minder hun wenschen bevre
digd achten, voor de bereiking van een gemeen
schappelijk doel samen te werken.
Maar op den Koninginnedag is daarvan
niets t,e bespeuren. Geen afspraak- is er
noodig om alle geschillen te doen opbergen,
ze als niet bestaande te besch uwen, en ook
zonder eenige opwekking van buiten, gevoe
len we ons vereenigd in dezelfde hulde en
dezelfde dankbaarheid. Vooruitstrevenden en
behoudsgezinden zijn dien dag op eenmaal
en op één punt zeer geavanceerd geworden,
in de warme liefde namelijk voor het Oran
jehuis en voor de instellingen, waarvan liet
de droger is. Niemand wil in dit opzicht-
voor een ander achterstaan, en dat spreekt
duidelijk in elk onderdeel van onze feest
viering. Naar woorden en klanken hebben
we niet te zoekeneen breede stroom vau
poëzie is als een vloedgolf over ous vader
land heengegaan, en al heeft, bij het
aanhooren van menig rijmsel, de Muzie der
Dichtkunst voor een oogenblik een verschrikt
gelaat getoond, de goede bedoeling doet veel,
doet alles vergeven, te meer omdat de
lofzangers buiten mededinging naar den
lauwer der onsterfelijkheid zijn gebleven.
Wel hebben we reden om dankbaar te
zijn. Zoowel het verleden als het heden
biedt daartoe ruime stof.
't Stond er droevig voor, toen de grijze
Koning het hoofd ter ruste legde. Van zijn
krachtige, takken beroofd, bood de Oranje
stam het beeld van een afgestorven tronk
slechts een kleine, zwakke, hoewel frissche
loot schoot opwaarts, Maar het is een ang
stig bezit, één kind, van welks behoud
alles afhangt, en de gedachte, hoe het
wel met ons gaan zou, indien ook deze laat
ste spruit ons mocht ontvallen, moest wel
den geest vervullen van ieder, die het ver
bond van Nederland en Oranje waardeert
als den grondslag van ons volksleven. Bijna
acht jaren lang was het oog des volks ge
wend naar het Vorstelijk Hof, waar de Ko
ninklijke Weduwe, als Regentes met de uit
oefening van het hoogst gezag belast, haar
dubbele taak had aanvaard, en met eiken
dag steeg onze vereering voor een Vorstin,
die volkomen naar den eisch onzer consti-
tutioneele beginselen, geheel zooals Koning
Willem het steeds gedaan had, de leiding
der politiek voerde, die tegelijkertijd, als
de trouwe hoedster van onze toekomst in
den persoon van Haar Kind, de aanstaande
Kroondraagster niet slechts vormde tot de
hoog ontwikkelde Jonk vrouwe, tnaar ook tot
het ideaal eener jonge Koningin. Hoe heb
ben wij, met stijgende vreugde, de voordee-
lig opwassende Vorstin Haar Moeder zien
vergezellen op menig bezoek in de onder
scheiden deelen des lands, ten einde Haar
het aangenaam schouwspel te vertoonen van
een volk, in eerbiedig huldebetoon langs den
weg geschaard met hoeveel belangstelling
hebben wij opgemerkt, dat zoo vaak Koningin
Emma Haar Dochter getuige deed zijn van
ontmoetingen met verschillende autoriteiten,
ten einde Haar dien gemakkelijken omgang
te doen verkrijgen, die terecht bewondering
wektHaar deed deelnemen in werken van
liefdadigheid, die den naam van beide Ko
ninginnen voor altijd onuitwischbaar hebben
g' grift in het. hart van vele ongelukkigen
Haar medewerking deed verleenen aan menig
philanthropisch werk van meer algemeene
strekking, Haar belangstelling opwekte voor
verschillende openbaringen van ons nationaal
leven.
Er is gezegd, dat wij, de hulde onzer
warmste dankbaarheid nederleggende aan de
voeten der Regentes, die heden het Gezag
zal overdragen op het voorwerp Harer trou
we zorgen, eigenlijk prijzen wat niets meer
is dan een moederlijke plichtbetrachting,
welke men, gelukkig ook vindt bij duizen
den vrouwen van lage geboorte en geringe
middelen. Tegen die redeneering, als wij
haar zoo noemen mogen, is niets in te bren
gen, maar wij begrijpen eigenlijke niet goed,
wat er mee bedoeld wordt. Is de lof der
deugd misplaatst, omdat ook anderen dien
waard zijn De Koninklijke Moeder heeft
de jonge Koningin ijverig doen studeeren in
alles wat Zij noodig heeft te weten om als
Hoofd van den Staat, de Uitvoerende Macht
uit te oefenen en deel te nemeu aan den
arbeid der wetgevingheeft, door de taak
van het onderwijs in alle takken van weten
schap op te dragen aan de uitmuntendste
leermeesters, bewijs gegeven van een verstan
dig overleg, dat ook bij andere ouders,
gelukkig! niet wordt gemist; maar is
dat laatste nu een reden, om er niet erken
telijk voor te zijn, nu we een Koningin
krijgen, die alle monarchieën en republie
ken van de gansche wereld ons wel mogen
benijden
Wat ods betreft, en wij spreken hier, dat
weten we zeker, uit naam van al onze le
zers, wij laten ons door niemand weer
houden, innigen dank uit te spreken eerstens
aan de Regentes, die op zoo waardige wijze
sedert den dood van Haar Koninklijken Ge
maal de eer van Nederland heeft hoog ge
houden tegenover alle volken der aarde
ten tweede aan de voortreffelijke Moeder,
aan wie wij het verschuldigd zijn dat op het
oogenblik, waarin de Augustus-maar.d ten
einde spoedt, over ons land een Koningin
regeert, die voor de toekomst de heerlijkste
verwachtingen wekt.
En dat is het, wat ons zoo feestelijk stemt.
Dat verwarmt de harten der ouden van dagen,
die bij het naderen van hun levensavond met
i vreugdevollen blik de Oranjezon weer hcer-J
lijk boven de kimmen zien rijzen, en met
gerustheid kunnen denken aan de toekomst
van het vaderland, voor hetwelk zij de beste
krachten van lichaam en geest hebben veil
gehad. Dat legt een juichtoon op de lippen
der kinderen, die nog altijd praten van het
Prinsesje of van het Koninginnetje, deukende
aan de zoo populair geworden afbeeldingen,
en die, onder Haar leiding, het werk van
Nederlands verdere verheffing en vreedzame
ontwikkeling zullen voortzetten, ook nadat
wij het hebben moeten nederleggen. Dat doet
ons, mannen en vrouwen in de kracht des
levens, post vatten rondom den Troon, om
Haar onze trouw te verpanden, wier naam
het symbool is van onz nationale eenheid,
het plechtanker van onze onafhankelijkheid.
Aan Haar, in wie de traditiën van een edel
Vorstenhuis voortleven, de jongste der regee-
rende vorsten en door alle souvereinen be
groet als de gelukkige Heerscheres over een
gelukkig volk, aan Haar wijden wij onze
liefde.
LEVE DE KONINGIN
aan de liun toevertrouwde Geloovigen
Zaligheid in den Heer.
Naar de wijze en aanbiddelijke leiding van
Gods Voorzienigheid zal wel Ira een gewich
tige dag aanbreken voor geheel het Neder-
landsche volk.
Op den 31 sten Augustus a. s. zal Hare
Majesteit Wilhelmina bij de gratie Gods,
Koningin der Nederlanden, Princesse van
Oranje-Nassau, haar achttiende levensjaar
hebben vervuld en krachtens 's lands Grond
wet de Regeering aanvaarden.
Voor ons B. G. is deze dag van bizondere,
hooge beteekenis. Een dag van lof- en dank
gebed Wij zijn deu Koning onderworpen in
liefde en eerbied om God wij eeren hem
om God, voor ons komt zijn macht van God,
behoort zij tot Gods ordening. Daarom ver
heffen wij op dien dag, op den 31 sten Au
gustus onze harsen tot God, den Koning
der koningen, door Wien de koningen re-
geeren.
Allereerst brengen wij den Vader der
lichten, den Gever aller goede gaven lot en
dank voor de genade aan ons volk betoond,
toen Hij naast het Koningskind een moeder
plaatste, die als Regentes de sterke vrouw
toonde te zijn, die in wijsheid en trouw haar
huis bestelt. Maar die daarbij een ware
moeder was, de christelijke moe 'er, alleen
levende om haar kind te vormen tot een
Koningin, waardig om bij de gratie Gods
Koningin te zijn. Tusschen ons vorstenhuis
en het volk zal het nooit ontbreken aan
eerbied en liefde, maar die eerbied en liefde
zijn warmer en levendiger dan ooit door de
persoonlijke verecring, die H. M. de Konin
gin-Weduwe Regentes zich in aller hart en
heugenis veroverd heeft. Om Haar brengen
wij dank en lof aan God en smeeken Hem,
dat Hij Haar moge zegenen met volheid van
zegen,{in lengte van dagen.
Maar ook en vooral voor H. M. de Koningin
Wilhelmina gaat ons gebed ten hemel. Een
lo'- en dangebed tot God, die ons in deze
jonge Koningin dé verbinding met het oude
stamhuis heeft verzekerd. Een gebed om
zegen over Haar regeering, on» kracht en
hulp voor Haar peisoon. Zwaar toch B. G.
is de last der koningin, zwaar de last, die op
de schouders van onze jeugdigeKoningin wordt
gelegd. De majesteit, die Haar omgeeft, de
schittering der kroon, die Haar siert, de macht
van den schepter, dien Zij voert, mogen dit
nooit doen vergeten. Op Haar rust de eer,
op Haar de vrede en het geluk van Haar
volk. Zij ontvangt van ons en wij danken
God dat wij het mogen geven eerbied,
trouw, liefde en gehoorzaamheid. Hoeveel
meer echter, geeft Zij ons. Haar blijde, van
zorgen vrije jeugd, verwisselt Zij voor een
leven van hoogen ernst, van zware veraut-
wooidelijk'neid en nimmer rustende zorg. Zij
moet handhaven en bedeelen het recht, zondei
hetwelk geen gemeeuschap kan staande blijven,
het goed bevorderen, het kwaad bestrijden.
Zij moet zijn de hooge rechter voor zwakken
en sterken, voor armen en rijken, voor grooten
en kleinen; voor armen en zwakken vooral de
beschermster, de schuts«rouwe tegen nood en
geweld. Hoog als de naam is, dien Zij draagt,
even hoog is Haar plicht, en de gratie Gods
die Haar verheft is ook de steun, dien Zij
noodig heeft.
Laat ons dan B. G. in eerbied, trouw en
liefde bidden tot onzen God en Vader, die
in den hemel is, om Zijn gratie voor onze
„Koningin. „Laat ons afsmeeken over Haar
„die volheid van zegen, die David in belofte,
»Salomon in werkelijkheid ontvangen heeft.
„Haar woord zij wijsheid, haar daad gerech
tigheid, haar bestuur vrede, haar glorie de
„liefde, het geluk, de welvaart, van haar volk.
»Wees Gij, o Heer, in goede en booze da
„gen Haar wapenrusting, Haar helm, Haar
schild.»*) Geef Haar raadslieden, die Uwer
geboden indachtig, toonen dat onbaatzuch
tigheid de heerlijkste klacht der sterken,
zelfverloochening de schoonste kroon der
wijzen is. Zegen Haar in de trouw en liefde
van Haar volk. Zegen Haar regeering. Dat
Zij vele, zeer vele jaren ons vaderland regeere
in vrede, het bestiere in voorspoed en bloei.
Zoo laat ons bidden B. G. voor onze
Koningin. Zoo laat ons, op Haar aanstaanden
jaardag vooral, in vereenigd, gezamenlijk
gebed God smeeken, dat Hij zeger.e Haar
persoon, zegene regeering, zegene Haar Ko
ninkrijk.
Daarom bepalen Wij, dat op den 31sten
Augustus a s. in alle openbare kerken een
gezongen H. Mis gecelebreerd, en daarna de
Lofzang „Te Deum laudamus» gezougen
worde.
En zal dit Ons herderlijk "chrijven op den
13en Zondag na Pinksteren in alle Kerken
en Kapellen, waarover een Rector is aan
gesteld, op de gebruikelijke wijze worden
voorgelezen.
Gegeven te Uitrecht op deu feestdag van
O. L. V. Hemelvaart 1898.
f H. VAN DE WETERING.
Aartsbisschop van Utrecht
t C. J. M, BOTTÈMANNE
Bisschop van Haarlem,
t P- LEIJTEN,
Bisschop van Breda,
t F. A. H. BOERMANS,
Bisschop van Roermond,
t W. VAN DE VEN,
Bisschop van 's-Hertogeubosch.
Pontif. Rom. de Bened. et Coronat. Reginae.
Van bevriende zijde schrijft men ons.-
Met blijden jubel hebben de Katholieken
van Duitschland hun 4.r»ste jaarvergadering
gevierd. Dichte scharen uit geheel het
Duitsche rijk waren naar de gastvrije stad
Krefeld getrokken om gedurende een viertal
dagen elkaar te bemoedigen en te stichten,
om te leeren en onderwezen te worden.
Krefeld had uitstekend voor zijne gasten
gezorgd. De ruime Festhalle, waar de alge
meene vergaderingen gehouden werden, kon
7000 man bevatten en was stampvol.
Verleden Zondag begon de Kathaliekendag
met een pontificale Hoogmis, daarna had de
optocht van 13.000 katholieke arbeiders, eea
groolsch schouwspel, plaats.
De avond was voor de begroeting bestemd.
Dit alles was slechts voorspel.
Maandag begonnen de 6 secties hunnen
arbeid. De vergaderingen werden geleid door
de bekwaamste vakmannenzoo werd die
voor de sociale quaestie voorgezeten door
prof. Dr. Hitze, lid van den Rijksdag.
In de avondvergaderingen, hoofdschotel
van het heerlijk gastmaal, werden tal van
belangrijke vraagstukken besproken. Zoo be
sprak prof. Dr. Schörs uit Bonn de Chris
telijke kunst. Hij toonde aan hoe de kunst
door het verlaten van het spoor haar door
het Chiistendom aangewezen was vervallen
en steeds meer ten ondergang neigde.
Dr. Lehnen uit Coblenz besprak de school-
toestanden en wees op het merkwaardig feit,
dat terwijl in protestantsche streken bij de
verkiezingen voor de» Rijksdag 2 millioen
stemmen op socialisten waren uitgebracht, in
katholieke streken dat getal nog geen honderd
duizend bedroeg.
Dr. Porsch uit Bredau wraakt net onrecht,
dat door de niet toelating van vele geestelijke
orden wordt gep'eegd.
De bekende afgevaardigde Gröber verde
digde de Centrums politiek in 't algemeen
en de vicepresident van den Rijksdag Dr.
Spahn meer de houding va» het Centrum in
landbouwzaken. Hij toonde aan wat het voor
den boer gedaan had en bewees dat geen
nuttige maatregel was voorgesteld of hij was
gesteund door het Centrum, ja dat velen der
beste wetten haar bestaan aan 't Centrum
dankten.
In een schitterende redevoering verdedigde
Mgr. Dr. Schmitz wijbisschop van Keulen, de
rechten der katholieken en spoorde allen aan
moedig voor hun goed recht op te komen.
Prof. Mausbach van Munster richtte meer
in 't bizonder tot de katholieke jongelingschap
het woord en wees haar op haar plicht om
ook op 't gebied der wetenschap in de eerste
rijen te staan.
Tal van andere vragen werden besproken
en schitterend uiteengezet.
Met recht mag getuigd worden, dat geen
"partij in Duitschland in staat is zulk schitte
rende vergadering te beleggen.
Geen enkele wankklank werd gehoord en
de orde was voortreffelijk.
De wetenschappelijke bijeenkomsten werden
Woensdag onderbroken door eene bedevaart
naar Kevelaar. 't Was roerend, mannen, wier
woord den Rijksdag beheerscht en wier steun
de politieke schaal naar rechts of links doet
overslaan daar als de meest eenvoudige ge
loovigen de H. Maagd te zien vereereu. Die
mannen schamen zich niet voor hun geloof
en zijn fier op de belijdenis.
Een zegen voor Duitschland zijp zijne
katholieken dagen, zij verheffen, bemoedigent
stalen het volk, zij toonen hoe uitstekend
geoefend het leger is, hoe voortreffelijk de
generaals zijn.
Zelfs de liberale Kölnische Zeitung moet
erkennen dat de Katholiekendagen s'eeds in
gewicht en belangrijkheid toenemen.