Nummer 70.
Zondag 4 September 1898. 21e Jaargang.
Eerste Blad.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
Bekendmaking.
ANTOON TIELEN
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
FEUILLETON.
Troonsbestijging onzer
Koningin in het bui
tenland.
UITGEVER
"Waalwijk.
De Kapitein-commandant der
dd. Schutterij maakt bekend, dat
de Parade der Schutterij, ter ge
legenheid van het Inhuldigings-
feest van H. M. de Koningin, zal
plaats hebben op Zondag 4 dezer.
Aantreden in groot tenue, op
de Markt, om half twaalf precies.
PH. TIMMERMANS.
Waalwijksclie en Laii^traalsche Courant,
Di Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk fl,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsoh-
land woraen alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De Kapitein-commandant
der dd. Schutterij
De Burgemeester van Waalwijk verzoekt de
ingezetenen, met het oog op brandgevaar, zeer
voorzichtig te zijn, en daaromtrent maatregelen
te nemen bij het aanbrengen van versieringen en
illuminatie bij de aanstaande feesten.
Waalwijk, 1 September 1898.
De burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Burgemeester van Waalwijk brengt in
herinnering aan de ingezetenen, dat het verboden
is, bij het houden van den lichtstoet op 5 Sept.
a. s. tegen den stoet in te rijden of dezen op
eenigerlei wijze te onderbreken of te belemmeren.
Verzoekt tevens de ingezetenen, voor zoover zij
geen deel van den stoet uitmaken, daarmede niet
mede te loopen, om gedrang en ongelukken te
voorkomen.
Waalwijk, den 1 September 1898.
De burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
43
tl
99
De bankierszoon deed een poging om trots en
en diepbeleedigd uit te varen het mislukte
volkomen. Hij wilde spreken, maar was er niet
toe in staat.
Ten volle overtuigd van Tony Erdmann's schuld,
ging de heer Brauning nu voort.
Gij hebt aan de sterke verleiding van het
oogenblik geen weerstand kunnen bieden en den
brief weggenomen. Misschien zelfs hebt gij niet
nagedacht overde veischrikkelijkegevolgen, welke
die rampzalige daad kon hebben, waarvan een
onschuldige net slachtoffer zou worden. Gij dacht
alleen aan Cerline, aan die couquette, jonge
vrouw, die slechts liefde veinst voor hem, die
goud en diamanten aan hare voeten legt.
En toen die brief werd vermist.... werd Frans
Arnold weggejaagd. Hij kwam voor het gerecht-
maar men ontsloeg hem van rechtsvervolging,
wegens gebrek aan bewijs. Doch ondanks dit bleef
men hem als den dief beschouwen. En gij wist
dit alles en bleeit zwijgen. En toen kwam er
voor Frans Arnold een tijd van grenzeloos leed
en narcelooze ellende.... een onschuldige was het
slachtoffer van uw laaghartig gedrag... Verstaat
gij mij? En toch ondanks dat alles, zijt gij blij
ven zwijgen,
En ook nu sprak Anton Erdmann geen enkel
woord. Hij zag in, dat het tegenover dezen stren
gen rechter te vergeefs zou ziju, nog langer iets
te willen loochenen een onuitsprekelijke angst
maakte zich van hem meester.... Angst voor zijnen
vader, angst voor straf.
Nu, wilt gij thans nog tegenspreken, dat gij
het misdrijf hebt begaan
Wie spreekt hier van een misdrijf vroeg op
dit oogenblik, op lniden toon, de bankier die juist
de deur opende. Tegelijkertijd trad hij de kamer
binnen en zag nu, tot zijn verbazing, den advocaat
Bt"n(3ij hier, mijnheer Brauning bij mijnen
zoon?
Ja, ik ben hier bij uwen zoon. Enthans
wil ik u herinneren aan hetgeen ik, enkele dagen
De Burgemeester van Waalwijk brengt ter
kennis der ingezeten, dat het ten strengste is
verboden eenige schade aan versieringen toe te
brengen, voetzoekers, zevenklappers of eenig
ander vuurwerk af te steken.
Op een en ander zal door de politie streng toe
zicht worden gehouden.
Waalwijk, 1 September 1898.
De burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Burgemeester van Waalwijk maakt bekend,
dat op Zondag en Maandag 4 en 5 September a.s.
de herbergen tet des nachts 12 uur mogen open
blijven; wordt eenieder verzocht op dat uur de
herbergen te verlaten.
Waalwijk, 1 September 1898,
De burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN
Uit St. Petersburg seint Reu'er:
Het Journal de St. Pétersbourg maakt er
gewag van dat Koningin Wilhelmiua heden
meerderjarig wordt, en zegt dat de geheele
Nederlandsche natie dien dag zal vieren. In
Rusland, voegt het blad erbij, waar zooveel
historische en harte'ijke sympathieën banden
hebben gevlochten tusschen de beide volkeren,
zal men instemmen met de gevoelens, die
heden geheel Nederland bezielen.
Uit Boekarest seiut Reuter
Bij gelegenheid van de troonsbestijging vau
Koningin Wilhelmina heeft de ministerpresi
dent Sturdza den Nederlandschen gezant de
gelukwenschen van de Roemeeusche regeering
betuigd.
De correspondent van de N. R. Ct. te
Londen seint heden
Woensdagmiddag om twaalf uur werd in
de eivolle Hollandsche kerk hier een gods-
dienstoefening gehouden ter viering van Ko
ningin Wilhelmina's verjaardag en meerder
jarigheid. De eerwaardige kerk van Austin
geleden, tot u zeide: verzuim niet om uwen zoon
op het rechte pad te brengen en wat hebt gij
daarop f-antwoord? Uw antwoord luidde: tot he
den is mijn zoon nog niet van den rechten weg
afgeweken nog geen duimbreed 1 Ziet gij thans,
mijnheer Erdman, hoezeer ik in mijn recht was,
toen ik u waarschuwde
Wat moet dit beteekenen klonk het toornig
van de lippen des financiers, terwijl hij zijnen
zoon, die daar reeds als een veroordeelde voor hem
stond, van het hoold tot de voeten opnam.
Wat dit moet beteekenen? Het is mij gelukt
de onschuld van Frans Arnold duidelijk in het
licht te slellen en den waren dief te ontdekken.
De taak, die ik op mij had genomen, is dus vol
bracht en ik wist, dat ik daarin zou slagen,
zeide de rechtsgeleerde op zeer ernstigen toon.
De keten, waarvan ik sprat, is thans gesmeed
zij kan den schuldige om de handen worden
geklonken.
En wie is die schuldige
De heer Brauning hief met verachting het hoofd
op en wees met de rechterhand op Anton.
Het is uw eigen zoon...
Doodelijke stilte volgde op deze verschrikke
lijke woorden.....
De trotsche geldman scheen als door den blik
sem getroffen en dreigde ineen te zinken. Zijn
zoon.... Neen o, neen, dat kon niet waar
zijnI Anton En de oude man trad wanke
lend op zijn zoon toe, en schudde hem aan den
arm, zeg toch iets.... rechtvaardig u.verplet
ter ze, die infame leugen, dien schandelijken las
terMijn eigen zoon kan geen dief zijn!
Het was hartverscheurend, den angst van den
ouden man te zien, en niets tot troost of gerust
stelling te kunnen zeggen.
Anton begon nu uit zijn staat van verdoóving
te ontwaken. Met strakke oogen zag hij zijn va
der aan.
Ja, vader, o, vergeef mij ik heb het ge
daan ja, ik klonk het bijna onverstuanbaar.
Gij 1 gij 1 O, groote God Als gebroken
viel de oude man in een fauteuil neder en be
dekte het gelaat met beide handen. Doch spoedig
wist hij zichzelf weder te beheer6chen.
Alles alles wilde en moest hij doen, om te
verhinderen, dat de wereld zijne ja, zijne
schande vernam.
Mijnheer Brauning, wat moet er nu gedaan
Friars was smaakvol versierd met palmen en
oranje dalia'swelke deels slingersdeels
koningskronen vormden. De gezant baron van
Golstein was vanochtend eerst aangekomen en
vertrekt morgenochtend weer naar Nederland,
na vanavond een banket in Cannon Street
Hotel gepresideerd te hebben. Hij woonde
den dienst bij, die een uur duurde en bestond
uit psalmlezing, gelegenheidspreek en gebed,
de beide laatste hoofdzakelijk gewijd aan
de gebeurtenis van den dag. De predikant
riep vurig Gods zegen in voor Koningin Wil
helmina, Koningin Emma en het vaderland
en voorts voor Engeland, Koningin Victoria
en de oude kerk van Austin Friars.
Na afloop van den dienst begaf de feest
commissie met vele overgekomen Nederland
sche consuls en vice-consuls zich naar het
Nederlandsch gezantschapsgebouw, waar zij
met baron van Golstein lunchten. Daarna
overhandigde de consul-generaal Maas namens
de feestcommissie aan baron van Golstein het
reeds genoemde prachtige album van hulde
aan Koningin Wilhelmina, waarin een zes
honderdtal teekeningen, meerendeels van te
Londen ingezeten Nederlanders. De gezant
zal dat album te 's-Gravenhage aan H. M.
de Koningin aanbieden.
Reuter seint uit Berlijn
Bij gelegenheid van de troonsbestijging van
Koningin Wilhelmina heeft de Nederlandsche
gezant op slot Lüberegg een feestmaaltijd vau
veertig couverts gegeven, waaraan de leden
van het gezantschap en andere Nederlandsche
onderdanen deelnamen.
De Berlijnsche correspondent van de N.
R. Ct. seint
Nadat Woensdagochtend de Keizerin door
haren kamerheer von Knesebeck op de Ne
derlandsche legatie reeds hare hartelijke ge
lukwenschen had laten betuigen, kwam tot
de aangename verrassing van den gezant, jhr.
Tets van Goudriaan, 's middags de Keizer
zelf den gezant bezoeken om hem in een
lang en minzaam onderhoud op de hartelijkste
wijze geluk te wenschen. Dc Keizer gaf bij
deze gelegenheid uitdrukkelijk te kennen,
worden p Ik zie in, dat Frans Arnold moet scha
deloos gesteld worden. Geen bedrag zal mij te
groot zijn
Trotsch eo. afwijzend hief de advocaat de hand
op. Met onverholen verachting zag hij op den
bankier neder.
Maar, mijnheer I dit is geen aangelegen
heid, waarbij men tot den betrokkene kan zeg
gen: Het doet mij leed, dat u';door mijne schuld
dit of dat is overkomen, maar— zie eens, hier is
geld, neem zooveel ge verlangt. Neen, hier is de
eer in het spel van een braaf, eerlijk, rechtscha
pen man. Thans behoort er gezegd te worden
Deze man is geheel onschuldig aan de misdaad,
waarvan hij werd beticht ik was het, die de
acht duizend thaler wegnam. Geef hem zijn schan
delijk ontroofde eer, geef hem zijn vernietigde
positie terug....
Ach, dat kan mijn zoon niet doen dat
niet 1 riep de bankier thans in wanhopige opge
wondenheid.
Nogmaals trof den financier een blik vol diepe
minachting.
Zoo? kan hij dat niet doen, uw zoon, dat
niet? En waarom dan eigenlijk niet Het is waar,
er behoort moed toe, veel meer moed dan er noo-
dig is om een braaf man zijne eer te ontnemen
en zijnen naam door het slijk te sleuren. Om
dit laatste te doen, behoeft men slechts een laf
aard te zijn, maar om zijn schuld voor de
gansche wereld te bekennen, om de straf op zich
te nemen, die men toch waarlijk wel heeft ver
diend, daartoe behoort moed, zooals ik zeide.
En mijn naam Mijne reputatie in de han
delswereld? neen riep de bankier vol vertwij
feling. mijn naam mag niet op deze wijze worden
bezoedeld Liever den dood, dan deze schande 1
Ah uw naam niet? Omdat het de naam
is van een millionair. Bij den arme heeft de
goede naam geen waarde nietwaar? Uw zoon
had dit moeten bedenken, alvorens hij zijne eer
in het slijk wierp. Nu is er geen andere weg
ik ken althans geen anderen om Arnold in
zijne eer te herstellen. Ik heb gezworen, zijnen
naam schoon te wasschen en zal dien eed gestand
doen.
En wat wilt gij dan doen, mijnheer 1
Moei ik u dat werkelijk nogmaals zeggen
Ik zal de zaak voor het gerecht brengen. Hebt
gij medelijden of deernis gehad met Arnold Bah,
welk een groote vriendschap hij, wat zijn per
soon betreft, voor koningin Wilhelmina gevoelt
en hoe hij zeer levendig belang stelt in alle»
wat de Koningin betreft. Ook betuigde de
Keizer in warme bewoordingen zijne sym
pathie voor Nederland en zijn flink volk,
zeggende dat hij ziju vroeger bezoek aaD ons
land in vriendelijke herinnering hield. De
Keizer bleef drie kwartier op, de legatie,
zoodat zijn bezoek veel meer dan een ge
wone formaliteit beteekent en te beschouwen
is als een buitengewoon eerbewijs en een
buitengewone vriendschapsbetuiging. Ook van
het miuisterie van buitenlandsche zaken kwa
men in den loop van den dag verscheidene
heeren, o.a. de staatssecretaris von Bülow,
diens plaatsvervanger von Derenthal e. a. op
receptie, die de gezant tegeu den avond in de
gastvrije vertrekken van ziju huis hield; daar
ook kwam de Hollandsche kolonie in grooten
getale samen, om twee uur later zich weer
te vereenigen aan het algemeene feestmaal
in het Palasthotel. Behalve alle heeren van
de legatie waren o.a. aanwezig prof. Van 't
Hoff, de heer Michielsen, oudlid van den
Raad van Indie, A. Hekking enz.
Reuter seint uit Berlijn
De ochtendbladen melden dat keizer Wil
helm koningin Wilhelmina benoemd heeft
tot chef van het te Wandsbeck in garnizoen
liggende regiment huzaren. Dit voert voor
taan den titel van huzarenregiment Köningin
der Niederlande No. 15.
Het Pruisische huzareuregiment, tot welks
chef keizer Wilhelm de Koningin heeft be
noemd, is een der voornaamste regimenten,
waarvan de uniform dikwijls door den keizer
wordt gedragen. De Hollandsche firma's hier
hebben sedert Woensdag vlaggen uitgehangen
en versieringeu aan de gevelsook in som
mige Duitsche winkels zag men Woensdag
op verschillende wijze versierde portretten
van de Koningin, enz. De tijdingzaal van de
Lokalanzeiger Unter den Linden is met
Hollandsche illustraties enz. ter eere van de
Koningin gevuld en dooreen dichte meuschen-
massa omringd.
- -I 1 'L»
hij wa9 slechts een ondergeschikt bediende op
uw kantoor; met zoo iemand behoefde men toch
niet veel omhaal te maken, nietwaar? Maar de
zwaarte der misdaad blijft gelijk, hetzij een rijke
of een arme er zich aan schuldig maakt, of
eigenlijk verdient de eer9te nog strenger ge
straft te worden, dan de laatste
Weder verborg de bankier het gelaat in de
handen. Hij kende de onverbiddelijke gestrengheid
van dezen man. Een verschrikkelijk beeld scheen
voor zijne verbeelding te verrijzenhet spook
der schande, der eerloosheid.... zijn jongste zoon
aangeklaagd wegens diefstal
En Tony Erdmann zelfP
Thans, nu hij de wanhoop zijns vaders zag,
nu hij tot de overtuiging kwam dat de advocaat
onverbiddelijk was, sloegen angst en vertwijfe
ling hunne scherpe klauwen in zijn hart.
Ach, was er slechts één redmiddel was
er slechts éen weg, waarlangs hij het dreigend
gevaar zou kunnen ontkomen Wie kon hem
thans nog de reddende hand toesteken I Ja, hij was
een lafaard. Thans sidderde hij. Maar toen hij
de misdadige hand naar den brief had uitgestrekt,
toen had die hand niet gesidderd.
Plotseling richtte de bankier zich op. Een 9traai
van hoop scheen binnen te dringen in zijn hart.
Mijnheer Brauning, zou ik niet met
Frans Arnold zelt kunnen spreken P zeide hij aar
zelend.
En wat wilt gij hem zeggen? Gij wilt hem
toch zeker geen geld aanbieden Och, beste heer,
die moeite kunt gij u gerust besparen, zeide de
rechtsgeleerde op koelen toon, gij zoudt daarmede
u zei ven nog meer vernederen. En gelooft gij
werkelijk, dat gij met dat ellendige geld alle»
kunt goedmaken dat gij daarmede zijn diepge-
krenkt eergevoel zoudt kunnen bevredigen, en hem
al het leed zoudt kunnen doen vergeten, dat hem
onverdiend is wedervaren Met welk een gering
schatting oordeelt gij rijken toch steeds over de
armen.... Met een handvol geld meent gij alles
gedaan t,e hebben.... Wat kunt gij in deze orastan
aigheden nog van Fians Arnold hopen
Ach, geld zal ik hem niet aanbieden, maar
ik zal hem smeeken, mijn zoon te sparen om
mijnentwil, zeide de oude man met onvaste
stem.
(Wordt vervolgd.)