BINNENLAND. Over de Inhuldigingsfeesten te Amsterdam in ons volgend num mer. Brisson bepleitte kalmte en overleg heette 't gepast dat afgewacht zon worden een formeel verzoek om herziening en een be slissing te dezen aanzien van het kabinet, doch gaf tevens te verstaan dat hij en de groote meerderheid der ministers voor herziening waren. Dat gaf den doorslag Cavaignac verklaarde een nieuwe beraadslaging overbodig, achtte onzekerheid verder ongewenscht en toen een kwartier later Sarrien en Bourgeois bij Brisson kwarr.en, werd juist Cavaignis brief van ontslag ontvangen door premier. Maandagavond kwamen Brisson, Sarrien, Bourgeois, Delcassé weer eens samen en he denmorgen moest er een ofiïcieele ministerraad plaats vinden, waarvan het resultaat was het besluit over te gaan tot herziening van het proces Dreyfus, zonder dat dit besluit eeuiger mate prejudicieeri op de onschuld van den veroordeelde van 1894. Mevrouw Dreyfus heeft bij den minister van justitie een aanvraag om herziening van het proces-Dreyfus ingediend wel een bewijs dat ook de rechtskundige adviseurs van mevrouw Dreyfus van meening zijn, dat 't eer zal komen tot herziening van het proces dan tot vernietiging wegens fouten in den vorm of onwettigheid. Sprekende over Cavaignac's aftredingsbe sluit, zegt de Temps, dat de minister van oorlog den staat van zakmi in verband met Henry'9 bekentenis slecht heeft ingezien hij meende dat zijn oveDuiging de geheele we reld kou overtuigen, 'l Is niet de vraag of Dreyfus onschuldig is, maar of het vonnis van 1894 op soliden grondslag berust 1 Het Journal des Debats begrijpt ook niet hoe Cavaignac heeft kunnen gelooven, dat zijn persoonlijke overtuiging voldoende zou zijn om de noodzakelijkheid van een herzie ning op te heffen. Het verzoek van mevr. Dreyfus om herzie ning van het proces is gebaseerd op artikel 413 der „Code d' instruction criminelle" paragraaf 3, volgens welke de herziening vaD een proces kan verlangd worden, wanneer een der getuigen later vervolgd wordt en veroordeeld wegens valsche getuigenis tegen den beschuldigde. In geval van inwilliging wordt de veroordeelde öf in vrijheid gesteld öf het regime verzacht. Generaal Zurlinden heeft de portefeuille van oorlog aang< nomen Langs den linker Nijloever voortrukkend, over YVad-el-Obeïd, Sjeich el-Taïb (Sayal) en Soeroerab. bereikte het Engelsch-Ëgyptische leger Donderdag Agaiza (Egina), anderhalve mijl ten zuiden van lCerreri en zes mijlen ten noorden van Oemderman. Het kameelen corps deed een verkenning 'ot bij de Wad Sjamba, waarop de strijdmacht van den Cha- lief Omdoerman verliet, en duidelijk zichtbaar was voor de Engelsche voorposten. De Sitdar liet te Agaiza een kamp opslaan, dat 700 bij 500 el lang was, een goed ver sterkt door een zariba. Intusschen stoomde de kanonneerboot-flottielje den Nijl verder op, en beschoot met goeden uitslag een ge deelte van het uitgestrekte Omdoerman en het eiland Toeti. Vrijdagochtend vroeg zag de patrouilleeren- de Egyptische ruiterij dat de Derwisjen tot den aanval oprukten. Het front van hun strijdmacht besloeg drie of vier mijleu; over het voetvolk en de ruiterij fladderden duizen den vlaggetjes en standaarden en alle Derwis jen zongen krijgsliederen. De infanterie van den Sirdar werd nu buiten het kamp van Agaiza opgesteld. Aan den linkervleugel bevonden zich het 2e bataljon fusiliers, de Lancashire en Northumberland fusiliers, en het le bataljon gardegrenadiers met de maxim-batterij van de Ieren. Vervol gens kwamen het le bataljon Royal Warwicks hire, de Cameron- en Seaforth Hooglanders, en het le bataljon van de Lincolns, met nog een maxim-batterij. Verderop de gevechtslijn bevonden zich de Soedaneesche brigades onder de generaals Maxwell en Macdonald, terwijl de Egyptische brigades van Lewis eu Collinson iu reserve gehouden werden. Aan de beide flanken de maxim-Nordenfeldt batterijen van kolonel Long. Bij halt acht had de aanrukkende vijand de hoogten bezet die het kamp bestreken, en het leger van den Chalief ontplooide zich, 1 °»olgens de gewone tactiek van de Derwisjen. Het duurde nog een uur voor de Engsbche artillerie het vuur opende, het voetvolk van den Chalief beantwoordde het. Zij vielen vooral woest aan op den ongesteunden rech tervleugel der Enge'.schen, in volle vaart van de hoogte rennend om de Egyptenaren onder den voet te loopen, maar dit plan werd ge heel verijdeld door het kalme en overstelpende vuur dat alle wapenen een kwartier lang op de aanvallers ouderhielden. Deze veranderden toen hun tactiek en verzamelden hun macht, tegen het centrum. Ook dit had een zwaren sto-t te verduren. Maar de bereden corpsen van den Chalief rden letterlijk weggeveegd door de Engel- dojhe kogels,'en de geheele strijdmacht trok ftoen terug. Het slagveld was bezaaid met mlooden. De dapperheid van de Derwisjen kan niet te hoog geprezen worden, zegt Reuter's be richtgevcr. Standaarddragers redeu tot op enkele honderden meters van de Engelsche li-iiën door, en vele emirs gingen zoo opzet telijk den dood tegemoet, niet willende wijken. De Sirdar verzamelde ziju troepen achter den heuvelrug bij zijn kamp, en zond intus- WAALWIJK, 7 Sept. 1898. Nog iets over de feesten. De feestelijkheden, zijn over 't algemeen, goed afgeloopende stemming des volks uitmuntend.Zondagavond viel echter iets voor, hetwelk niets met de feesten hier heeft te maken; liet was een gevolg der Bezooiensche nakermis, waar ook de aanleiding moet ge zocht worden. Zondagavond nl. in het vol der feestelijk heden zong een troepje jongelui door de straten, waaronder ook een bakkersknecht den heer J. v, d. D. alhier. Plotseling kwam een, van een uit drie jongens bestaand troepje uit Bezooien op hem schen de reservebrigades naar den rechter- vleugel, vreezende dat de Derwisjen nog een poging zouden doen om dien om te trekken. j| Daarna trok het geheele Engelsch-Egyptische ij leger en échelon op Omdoerman aan. De ij linkervleugel had de hoogten aan den Nijl j| bereikt toen de rechtervleugel de Egyptische j brigades omvallend, het kamp verliet, en bijna onmiddellijk slaags raakte met de Derwisjen, die zich inderdaad achter de rotsen verzameld hadden en nu, onder den zwarten standaard van den Chalief, eeu uiterste poging deden om het fortuin van den dag te keeren. In één massa, 15000 man sterk, wierpen zij zich op de twee Egyptische brigades. Deze, door een batterij maxims ondersteund, slaagden er in, zich in slagorde te scharen, om den aanval af le wachten. De Sirdar wendde nu zijn centrum en linkervleugel om, op één brigade na, en de Soedaneezen onder generaal Maxwell beklommen de rotsen ter zijde van de aanvallende Derwisjen, terwijl generaal Macdonald de Egyptenaren te hulp) snelde. Binnen tien minuten, voordat men handgemeen werd, was de bloem van htt leger der Derwisjen, in eeu plooi van hel terrein onder kruisvuur genomen door drie brigades met hun artillerie. Met doodsvei ach ting trachtten de Mahdisten zich door den vijand heen te slaan, maar de hagel van kogels maaide hen weg, en hun afdeelingen smolien tot hoopjes, die als ze niet hun stan daarden in den grond plantten om uitdagend den dood te zoeken, webira in de woestijn verspreid waren. De grond was wit van de lichamen der Derwisjeu in hun lange dzjibba's, als een veld waarop sneeuwvlokken beginnen te vallen. Het Mahdisme, zegt de berichtgever, heeft een nederlaag geleden waarvan het zich nooit kan herstellen. Hoe verafschuwd de Derwisjen ook zijn om hun barbaarsche wreedheid, de berichtgevers erkennen dat men het gevecht niet kon aanzien zonder bewogen te worden door het lot van die dapperen. Telkens verzamelden zich hun tot flarden geschoten afdeelingen om opnieuw aau te vallen, tot er eindelijk haast geeo strijders meer over waren. De emirs gingen allen vooraan, om hun mannen aan te moedigen, somnrgen kwamen vlak bij de Egyptische soldaten voordat zij onder den stroom van lood neer zonken, en de gewonden richtten zich nog op om te schieten. Over elven trok de Sirdar met zijn geheele leger op het overschot van de Derwisjen werd de woestijn in gejaagd en om één uur was Sir Herbert Kitchener voor de poorten vau Omdoerman gekomen. Behalve het ongelukje waarin de lansiers zware verliezen leden, had de Egyptische cavalerie op den rechtervleugel het nog een oogenblik zwaar te verduren gehad tegen de Baggara-ruiters, die zelfs een kanon vermees terden dat echter dadelijk heroverd was. De Times verneemt uit Kaïro van Zondag Het Britsche agentschap heeft Maandag hel volgende telegram van keizer Wilhelm ont vangen „Het verheugt mij u te kunnen gelukwen schen met de schitterende overwinning te Omdoerman, waardoor eindelijk de dood van den ongelukkigen Gordon gewroken wordt." De correspondent van de Daily Telegraph, nu te Omdoerman, schat het verlies der Derwisjen op 15000 dooden, dat aan En gelsche zijde iD het geheel op 500. Dezelfde correspondent seint dat Osman Digna den Chalief vergezelt op diens vlucht. Nader meld men De verliezen, bij Omdoerman geleden, zijn 23 Engelsche onderofficieren en minde ren gedood (waaronder 19 van het 21e Lanciers) en 99 gewond, met inbegrip van 12 officieren. Van de Egyptische troepen werden er 21 gedood en 230 gewond. De ruiterij staakte dertig mijlen voorbij Omdoerman de vervolging van den Chalief, want de paarden ware uitgeput; daar ze acht-eu-veertig uur onder den man waren geweest, waarvan vijftien uur in het gevecht. De Chalief is naar Kordotan gevlucht. Kitchener vormde Arabische kameelkorpsen om de vervolging voort te zetten. Zondag is te Chartoem een dienst voor de nage dachtenis van Gordon gehouden. aczwtas/w vmBtiisrmir iTMUi^gsac» -r m af, en sloeg hem met een steen boven tegen 't hoofd 't welk nogal een flinke wonden veroorzaakte; spoedig door liecren dokters verbonden, is hij thans aan de beterhand. Een ander ernstiger geval, de eenige hier bij de Waalwijksche feesten voorgekomen wanklankis Maandagnacht ten ongeveer 3 uur gebeurd. De koetsier R. de II. met eenige zijner vrienden nog eens oploopende, kwam een troepje schoenmakers tegen, ook in vroolijke. stemming, dwars over de straat loopende. Nu moest, naar men ons mede deelt daar doorheen gedrongen worden, waardoor eenige worsteling ontstond. Plotseling ontvangt genoemden de H. eenige vrceselijke snede met scherp in s over 't gezicht en lippen. Hij werd zwaar gewond iu de buurt binnen ge bracht en verbonden, zijn toestand is beterend. De dader beeft bekend. Jammer dat dit feest, door zulk een wanklank moest worden ge stoord. Maandagmiddag werd door eenige kin deren, waarbij zich eenige manrn n van mu ziekgezelschappen voegdenen gederegeerd door een kind van Schelle, op de kiosk onver wacht een concert gegeven, en heel aardig zong men h Wilhelmus en Wieu Neerl. Bloed en andere nationale liederen. De kinderen hieven er echter zoolang op staan en vonden de versieringen zoo mooi, dat de wachtmeester een oogje in 't zeil moest houden, den geheelen middag door. Ook de veldwachter had een heel aardige post hij heeft nl. van 121 uur 's nachts op de kiosk gestaan om op te letten. Alles is anders uitstekend afgeloopen. De Singer naaimachines. Hebben we de huis en winkelsieringen niet afzonderlijk beschreven, toch moeten we eenigszins hiervan afwijken en met een klein woordje spreken over hetgeen te zien was in de vitrir.e van den winkel der Sinter Mij. Heel netjes was de versiering rondom een prachtige schilderij. Maar de hoofdzaak was om het portret der Koningin een prachti ge bloem-kunstig geborduurd, met deSinger- naaimachine. Dit kunsstuk wordt door alle kenners geroemd, en het is zeker een goede reclame voor de zoo gunstig bekende Sin— ger-naaimachines. Wedvlucht van Amsterdam. De postduiven vereeniging de //Postduif'' alhier, nam heden met een honderdtal duiven deel aan de nationale wedvlucht van uit Amsterdam, gehouden ter eere der troons bestijging. De duiven werden losgelaten achter 't Rijks-Museum in tegenwoordigheid der Koningin ten 1 uur45 min. A. T. De tijd van aankomst was als volgt P. Schoeinans 3, 17, A. Jansen A. Vau de Lee M. Hartog-Goudsmit R. Eicq J. Sars 14 3, 20, 48 26 33 3, 25, 3, 30, 3, 35, 4o 3, 39, 20 Nationale tentoonstelling- van vrouwenarbeid, te 's Gravcnliage. De Singer-naaimachine blijft op deze ten toonstelling voortdurend het groote aantrek- kingspunt voor alle bezoekers en zulks niet alleen voor den vakman. Al de 34 diverse machines, waarvan 8 op Singer's Sectional inrichting voor fabrieken gemonteerd, en 26 als gewone trapmachines geëxposeerd zijn, worden eiken bezoeker in werking getoond, en iedere leek wordt het zoodoende duidelijk, welk een aanzienlijke plaats de Singermachi- nes zich door hare ongeëvenaarde bruikbaar heid allengs niet alleen in de groot- en klein- industrie en de huishouding, maar ook op het gebied der kunst, het onderwijs en de opvoeding veroverd hebben. Er bestaat geen naaiwerk meer, in welke grondstof ook leder, wollen, zijden en katoenen stoffen, jute, vilt etc. etc., of de Siuger Maatschappij levert er eene geschikte machine voor, en men zal niet veel industrie-scholen, meisjes-pensionaten of kloosters meer vinden, waar niet de Singer- naaimachiues met groot succes worden ge bruiktzelfs tot in blindeninstituten is ze zooals uit geëxposeerde photographiën blijkt doorgedrongen, en draagt er zoodoende niet weinig toe bij, den zegen van den arbeid op dit gebied ook aan de meestbehoeftigen ten deel te doen vallen. Prachtstukken, deels afgewerkt, deels nog onderhanden, toonen den bezoeker zonneklaar, hoe ver het pro ductievermogen der Singer machine bii het moderne borduren gaat, en hoe gemakkelijk men zich deze aangename kunst kan eigen maken. De totaal-indruk der Sir.ger-afdeeling boeit den opmerkzamen bezoeker dan ook in die mate, dat menigeen de helft van den tijd, dien hij voor het bezoek aan de geheele tentoonstelling had bestemd, daar ongemerkt doorbrengt. Ook eene naaimachine in de é'alage vau den Singer-winkel te 's-Graven- hage, Lange Pooten 16, die oogenschijnlijk van zelf loopt, in werkelijkheid echter gedre ven wordt door een electromotortje, in het vliegwiel der machine verborgen, heeft als „haute Nouveauté" op dit gebied, onafge broken veel bekijks. Het drmua te Rotterdam Terwijl op de Boezemkade nog schier alle huizen versierd waren en de vlag doen wap- peren ter eere van het feest dat Woensdag is gevierd, werd daar Maandagmorgen een ontzettend drama afgespeeld. Op de tweede verdieping van pand 7 woont de borstel maker J. C. De Gier, die gehuwd is met Wilhelraina Van Gent. De vrouw had uit haar eerste huwelijk twee dochtertjes, Anna oud 13 en Mina oud 12 jaar. Als commen saal woonde bij hen in een achterneef, Anton Pieterse, 36 jaar oud, bootwerker bij de firma W. H. Miiller en Co, die daar een vast weekgeld van f 15 had. Sedert 10 weken was hij evenwel thuis wegens een ongeluk aan boord van een schip, waar hij in het ruim viel. Iloewel hij herstellende was, kon hij nog niet werken en liep op een krukte. Hij genoot van de firma een wekelijksche uitkeering van f 12, van do vereeniging „De Nederlandsche Vlag" trok hij 9 ziekengeld terwijl hij van andere verzekeringen nog ongeveer f 10, alles per week, ontving, Pieterse maakte nogal eens misbruik van sterken drank en had daardoor dikwijls twist met zijn kostvrouw, en het gevolg hiervan was, dat De Gier hem tegen Maandag het huis ontzegd had. Pieterse trok zich dit sterk aan, vermoedelijk omdat hij veel hield van het oudste dochtertje Anna, dat meermalen cadeautjes van hem kreeg. Zondagavond ging hij uit om te trachten een kooper te vinden voor zijn postduiven, dit althans gaf hij voor, hoewel later geble ken is, dat hij een revolver kocht. Maandag morgen even voor zessen, toen De Gier naar zijn werk ging, hield Pieterse hem op het portaal staande en vroeg of hij hem even spreken kon, waarop De Gier ant woordde „Zeg 't mij vanavond maar, want als ik te laat op de fabriek kom, krijg ik boete.Kort daarop trad Pieterse de kamer binnen, waar juffrouw De Gier met de beide meisjes nog te bed lag. Alle drie sliepen en hij wekte Anna, wie hij verzocht op te staan en een boord voor hem te krijgen, daar hij het zijne niet vinden kon. Hij voegde er nog bij dat zij voorzich tig moest zijn om haar moeder niet te wek ken. Het kind deed wat haar verzocht werd, doch nauw had zij de kamer verlaten of zij hoorde een revolverschot en toen zij weer naar binnen snelde, zag zij dat Pieterse met een mes in de hand op haar moeder aanviel. Het kind riep om hulp, doch de moordenaar dreigde haar met zijn revolver, waarop zij de vlucht nam. Kort daarop knalde er weder een schot, gevolgd door een zwaren val. Het meisje schoof het raam open en riep naar buiten om hulp. De eerste die boven kwam was de vrouw van een agent der havenpolitie, die eenige huizen verder woont. De buren voegden zich weldra bij haar, maar de deur der woning was afgesloten, zoodat men zich geen toegang kon verschaf fen. Eenige agenten van politie werden ge roepen en dezen braken met hun hartsvan gers de deur open. In de voorkamer werden zij een afgrijselijk schouwspel gewaar. Op den grond lag Pieterse met de tafel, die hij in zijn val had omgeworpen, over zich heen. Hij was dood, een kogel was hem in den mond gedrongen en in de hand hield hij de revolver geklemd, die met nog vier patronen geladen was. Op het bed lag juf frouw De Gier, badend in haar bloed, dat uit een diepe snede aan de achterzijde van haar hals vloeide en met een schotwond aan het hoofd eu naast haar lag haar dochter Mina, die een snede over den linkerboven arm had. Terwijl een der agenten naar het bureau in de Meermansstr. ging om den commissaris van het gebeurde in kennis te stellen, snelde de andere weg om een dokter te halen. Dr. Guldenarm, die weldra ter plaatse was, verbond onmiddellijk juffrouw De Gier, die groot gevaar liep dood te bloe den en adviseerde tot haar opname in het Ziekenhuis, waarheen zij per brancard werd vervoerd. Haar toestand bleek zoo ernstig, dat men daar een R. K. geestelijke voor haar ontbood. f Mina, die slechts licht verwond was, werd"* door denzelfden dokter daar in huis verbon den en is door een der buren opgenomen. De Gier werd eveneeus van het voorgeval lene op de hoogte gebracht en hij schrikte zoo hevig, dat hij in den Boezem wilde springen, hetgeen hem door de buren werd belet. De heertn J. G. Inhulsen, commissa ris en W. Blom, inspecteur van politie, wa ren weldra aanwezig, kort daarop gevolgd door den subst.-officier van justitie mr. J. K. Mazel. Een gerucht dat in de buurt loopt, als zou er tusschen Pieterse en juffrouw De Gier een ongeoorloofde verstandhouding hebben bestaan, is der justitie uit haar on derzoek volkomenen ongegrond gebleken, de eenige aanleiding tot de noodlottige dasd moet zijn geweest, dat Pieterse het huis verlaten moest. Het lijk van Pieterse werd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1898 | | pagina 7