Bouwhoeve
Notaris Bil EDA,
L
Kroningsfeesten
te TILBURG-
extra treinen en extra tram
Advertentiën
«piiiis rnrnm mum loeff,
ONDER EERKEL.
WAALWIJK.
VERKOOPEN
maakt bekend:
S clioen m akers vak
Bij gelegenheid der
zullen na afloop van het
vuurwerk op Maandag 12
Sept. 1898 de volgende
loopen
Woensdagen 14 en 21 September,
Extra treinen: Greenwich—tijd.
Extra tram
Op dien dag zullen de trams
van Waalwijk niet verder rijden
dan tot de remise op de Veldho
ven en alle trams van Tilburg uit
aan de remise beginnen. Tusschen
remise-station- Heuvel-Konings
hoeven loopen geene trams.
Een oogenblik later werd Zij met luider stem
aangekondigd door den wapenheraut.
Voorafgegaan door een schitterenden stoet
van Ka.nerheeren treedt Hare Majesteit de
Koningin-Moeder de kerk binnen Langzaam,
plechtig, naar beide zijden vriendelijk neigende,
schrijdt Hare Majesteit, gekleed in lichtlila
zijden avondtoilet, afgezet met witte kant, een
witte naar achter afhangenden sluier op het
hoofd, een schitterenden diadeem in het haar,
het ordelint van het Grootkruis van den Ne-
derlandschen Leeuw om den schouder, op den
troon toe.
Zeven hofdames in de fraaiste toiletten
volgen HaarHare Majesteit blijft voor den
troon-zetel staan, het gevolg plaatst zich achter
Haar. De gang in het schip der kerk wordt
aangevuld door leden der eerewacht en
officieren.
Nog eeoige oogenblikken en daar nadert
de Koningin. De stoet wordt geopend door
de Herauten en Koningin van wapenen, dan
volgen de cermoniemeester, kamerjonkers,
jagermeesters, kamerheeren, hoofden der de
partementen van de Hofhouding, de groot
officiers der Kroon. Daar komt generaal Van
der Heyden, dragende het Rijkszwaard, dan
de gep. vice-admiraal P. ten Bosch dragende
den standaard van het Koninkrijk, vervolgeus
de commandanten van liet derde regiment
huzaren, van de schutterij te Amsterdam, van
het regiment grenadiers-jagers.
Daarna kwam de opperceremonieneester en
achter hem,
Hare Majesteit de Koningin.
Zij droeg een kleed van wit satijn, onder
een zijden kanten overkleed. Het lijfje, heel
eenvoudig van snit, was vierkant uitgesneden
aan den halslangs het décolleté hing een
barke van kant af. Aan de voorzijde glansde
een sluitstuk van diamanten, met groote
parels als hangers en het overkleed was hier
eu daar met parels op het satijnen onder
kleed vastgehecht. Los om de schouders, het
lijf vrijlatend, droeg Hare Majesteit den
koninklijken, met hermelijn gevoerden rood-
fluweelen mantel, waarop in goud klimmende
leeuwen waren geborduurd. Een lange her
melijnen kraag hing van hare schouders af.
Om den hals droeg de Koningin een collier
van diamauten, in het haar een vijfpuntigen
diadeem in kroonvorm.
Zóó was deze slanke blonde jonkvrouwe
als een fee, de schuone Koningin uit onze
heerlijke sprookjesboeken, hier voor ons als
een grootsche werkelijkheid.
Op het oogenblik waarop de Koningin de
kerk binnentrad, stonden allen op en hoor
baar, door de melodie van het oude lied,
ging het geschuifel der voeten op de zachte
tapijten.
Aan de deur werd de Koningin ontvangen
door eene commissie uit de Staten Generaal
die Haar geleidde naar den Troon.
»Dai ick doch vroom mach blijven
U dienaar 't aller stont,
Die tyranny verdrijven,
Die my mijn hert doorwont...
zong het koor op het oogenblik waarop de
Koningin zich neerzette op den troon. De
adjudanten legden in breedeu plooi den
mantel neer. Het gevolg schaarde zich om
den troon.
In het toegangspad tot den troon stonden
twee afdeelingen schutterij de aide ceremo
niemeester, officieien van schutterij, zee- en
landmacht, twintig op een rij. Aan het einde
van dit pad vóór de linksche tribuues, ston
den twee trompetters, en voor hen twee
ceremoniemeesters kamerheeren van de
Koningin aau elke zijde een koning van
wapenen.
In het gangpad aan de andere zijdeston
den aide-ceremoniemeesters, negen in één rij,
twee daarvoor, drie rijen van drie daarna en
vóór hen zes ceremoniemeesters.
Tusschen de zetels van de leden der Staten-
Generaal stonden acht aide-ceremoniemeesters
en twee ceremoniemeesters.
Dit was de situatie vóór de inhuldiging
aanving.
Het oogenblik van het binnenkomen was
van een bijna heilige plechtigheid. Alleen in
den zwareu koningsmantel ging de Jonk
vrouwe Haar zoekende blik dwaalde de kerk
rond en bleef, dankbaar rustend op Moeder,
die met de anderen was opgestaan en Haar
toelachte.
Het koor zweeg en het werd luid'loos stil
in de kerk.
Toen sprak de Koningin langzaam met
duidelijke stem, die door het geheele kerk
gebouw gehoord werd
Heeren leden der Staten-Generaal,
heden samengekomen op het oogen
blik, waarop Ik, door het afsterven
van Mijn onvergetelijken Vader tot
den Troon geroepen en na het zoo
wijze en zegenrijke Regentschap
van Mijne innig geliefde Moeder,
de Regeering aanvaard
Mijne Proclama'ie heeft dat aan mijn
geliefd Volk bekend gemaakt.
Thans is het oogenblik gekomen, waarop
Ik Mij bevind te midden van mijn trouwe
Staten-Generaal, waarop Ik, onder aanroe
ping van Gods heiligen Naam, Mij zal
verbinden aan Mijn diet baar Volk, tot
instandhouding van Zijn rechten en vrij
heden. Zoo bevestig Ik heden den hechten
band, die tusschen Mij en Mijn Volk bestaat,
en het aloud Verbond tusschen Nederland
en Oranje opnieuw bezegelt.
Schoon is de taak, die God op Mijne
schouders heeft gelegd. Ik gevoel Mij ge
lukkig en dankbaar het Volk van Nederland
te regeeren, dat klein is in aantal maar
groot in deugd, groot in aard en karakter.
Ik acht het een groot voorrecht, dat het
Mijn levenstaak en plicht is al mijne krach
ten te wijden aan den bloei van Mijn
dierbaar Vaderland.
De woorden van Mijn onvergetelijken
Vader maak Ik tot de Mijne„Oranje
kan nooit, ja nooit genoeg voor Nederland
doen."
Bij het vervullen van die taak heb ik
Uwe hulp noodig, heeren leden der Sta
ten-Generaal. Laat ons samen arbeiden
aan het geluk en den voorspoed van het
Nederlandsche Volk, dat zij ons aller
levenstaak.
God zegene ons en onzen arbeid. Dat
hij strekken moge tot heil vau het Vader
land.
Een stilte. Toen stonden allen in de kerk
op. De Koningin verhief zich van haren zetel
en met heldere, duidelijke stem, langzaam en
plechtig, zonder aarzeling, sprak Zij den eed
uit, dien de grondwet voorschrijft
„Ik zweer aan het Nederlandsche volk,
„dat Ik de Grondwet steeds zal onder
houden en handhaven.
„Ik zweer, dat Ik de onaf lankelijkheid
„en het grondgebied des Rijks met al
„Mijn vermogen zal verdedigen eu be
svaren dat Ik de algemeene en bijzon
dere vrijheid en de reg'.en van alle
„Mijne onderdanen zal beschermen, en
„tot instandhouding en bevordering van
„de algemeene en bijzondere welvaart
„alle middelen zal aanwenden, welke de
„wetten te Mijner beschikking stellen,
„zoo als een goed Koning schuldig is te
„doen.
„Zoo waarlijk helpe mij God almagtig
Plechtig gingen die woorden door het
kerkruim. Een beving van hoog ontzag in
dit prachtig moment ging over de menigte.
Weer even rust.
Toen Zij de vingers, hoog geheven bij het
uitspreken van den eed, had laten dalen,
riep een stem „leve de Koningin en harts
tochtelijk herhaalden allen in de kerk dien
roep.
Toen trad de voorzitter der vereenigde
zitting, de heer A. Van Naamen van Eemnes
voor den troon en staande tegenover Hare
Majesteit, sprak hij de in de Grondwet voor
geschreven plechtige vérklaring
„Wij ontvangen eu huldigen, in naam
„van het Nederlandsche volk en krachtens
„de Grondwet, U als Koningin wij
„zweren dat wij Uwe onschendbaarheid
„en de regten Uwer kroon zullen hand-
„haven wij zweren alles te zullen doen
„wat goede en getrouwe Staten-Generaal
„schuldig zijn te doen.
„Zoo waarlijk helpe ons God almagtig
Ook van deze fiere beteekenisvolle woor
den ging een hooge bekoriug uit.
De voorzitter trad toen links voor Hare
Majesteit. De griffier van de Eerste Kamer
las de namen der leden van de vereenigde
zitting voor en achtereenvolgens stond elk
bij name genoemd lid op en sprak „Zoo
waarlijk helpe mij God Almachtig" of „Dat
beloof ik."
Zittende ontving Hare Majesteit dezen
eed, terwijl Zij op elk lid, onder de eedsaf
legging, den blik vestigde.
En toen de laatste genoemde zijn »Dat
bloof ik« gezegd had, trad de oudste koning
van wapenen voor den troon, zwaaide zijn
scepter en sprak met luider stem
II M. Koningin Willielmina is ingehuldigd
Leve de Koningin Leve de Koningin
Leve de Koningin
en de andere koning van wapenen herhaalde
die kreet
Leve de Koningin Leve de Koningin
Leve de Koningiu
terwijl alle vaandels Haar tegen neigden en
alle aanwezigen instemden in een machtig
gejuich „Leve de Koningin
Op dat oogenblik traden de herauten van
wapenen met hunne trompetters buiten de
kerk, ter hoogte van den rechtervleugel van
de compagnie grenadiers. De trompetters
bliezen een krachtig klinkend signaal eu tot
de menigte die in luisterende afwachting
stond, riep de oudste heraut
Hare Majesteit Koningin Wilhelmina is
ingehuldigd
De beide andere herauten hieven dan ge
lijktijdig den kreet aan Leve de Koningin
Leve de Koningin Leve de Koningin
Een donderende jubel van het saamge-
stroomde volk volgde op die woorden, het
vreugdegeroep van Haar volk klonk krachtig
tot de Koningin de kerk door.
De trompetters bliezen weer een signaal en
de herauten keerden naar hun plaats in de
kerk terug.
Dadelijk na den uitroep van de Koningen
van Wapenen hief het koor op de tribune
hel koraal aan »Nun danket alle Gott"
De plechtigheid was ten einde.
De Koningin verhief zich van Haren troon
en, terwijl buiten opnieuw kanongebulder
dreunde, weer het carillon en weer het klok
gelui gedempt in de kerk doordrong, verliet
zij, in denzelfden stoet als bij de binnenkomst,
het gebouw, uitgeleide gedaan tot aan de deur
der kerk door de commissie uit de Staten-
Generaal.
Onderwijl dat Hare Majesteit zich terug
begaf naar het Paleis, steeg een hartelijk ge
jubel op uit de buiten wachtende menigte,
dat zich oploste in een »Wien Neerlands
Bloed", Haar toegezo ïgeo door de duizenden
op en om den Dam saamgestroomd en dat
een plecluigen stadgen weerklank gaf op den
eed door de Koningin zoo even voor Haar
volk afgelegd.
Op het aanhoudend gejubel vei toonde Zij
zich op het balcon vriendelijk, statig dankend
en toen de volks-ovatie geen einde nam,
vertoonde Zij zich nogmaals en nogmaals en
het was als klonken de toejuichingen immer
hartelijker en luider.
Toen Hare Majesteit de kerk verlaten had,
werd Hare Majesteit de Koningin-Moeder ook
met hetzelfde ceremonieel en langs denzeltden
weg naar het Paleis teruggeleid.
Haar volgden de genoemde vorstelijke
personen, de Indische vorsten, de leden van
de Staten-generaal, de ministers, hoofden van
ministerieele departementen en de leden van
den Raad van State naar het Koninklijk
Paleis. Enkele Kamerleden gingen niet den
weg naar het Paleisdit was aan hun keuze
overgelaten.
Teruggeleid in volmaakt ceremonieel werd
het coips diplomatique en daarna werd den
overigen aanwezigen gelegenheid gegeven het
gebouw te verlaten.
De indruk.
Behoeft er gezegd te worden dat deze
plechtigheid een ontzagelijk indrukwekkende
was Het waren niet alleen dames onder de
genoodigden die tranen in de oogen hadden.
Geen ontkwam er aan de suggestie van dit
rijk-ceremonieel. Ernstig ging het woord van
de Koningin door de kerk en het kwam tot
de luisteraars als iels heilig?, iets ongekend-
aandoenlijks.
Hier voelden we de heilige beteekenis van
het verbond tusschen Volk en Koningin, we
voelden het met bevende ontroering.
Voor wie het geluk hadden de inhuldigings
plechtigheid in de Nieuwe Kerk bij te wonen,
zal dit een onvergetelijk uur wezen, een met
pieuse liefde bewaarde herinnering voor ge
heel het leven.
Het oogenblik waarop de konirg van wa
penen met krachtige stem zijn aaukondiging
to' de vergadering riep, ontving het Neder
landsche Volk zijn Koningin.
Grootsch oogenblik
Buiten
heb ik, in de stemming van de menigte op
den Dam althans, een even-hoog voelen van
de beteekenis van deze plechtigheid mogen
waarnemen.
Er was een gevoelige rust in de massa die
op het ruime plein saamgedrongen stond,
de oogen op de vensters van het Paleis ge
richt, waarvoor de Koningin misschien straks
zich wel even ver toon en zou om Haar volk
te groeten.
Vervolg Nieuwsberichten 2de Blad.
Heden overleed tot onze diepe
droefheid te VBosch in den ou
derdom van 1 7 jaar onze geliefde
Zuster en Behuwdzuster, Mejuffrouw
Adriana Pernot
na voorzien te zij q van de H. Sa-
I cramenten der Stervenden.
M. I. J. KLIJBERG-
geb. Pernot.
E. W. KLIJBEBG.
Waalwijk 7 September 1898.
Heden overleed tot onze diepe
droefheid, onze geliefde oudste Zoon,
Broeder en Behuwdbroeder
Antonie Arnoldua
I in leven Directeur van Van Gend
Loos te Goesin den ouderdom
van bijna 37 jarenna voorzien te
zijn van de laatste H.H. Sacramen-
I ten.
Uit aller naam
W. GOVAERTS.
Waalwijk, 9 September 1898.
Tot diepe droefheid van mij en
'mijne kinderen, overleed heden onver
wacht voorzien van de laatste H. II.
Sacramenten der Stervenden mijn dier-
H bare echtgenoot de Heer
m leven notaris te Drunenin den
ouderdom van 37 jaren.
Drunen 6 Sept. 1898. j
Wed. JOS. LOEFE-Van Dijck.
telkens des namiddags 5 ure, ter herberge
van W. Pijnenburg te BERKEL, zal
voor de Erven De Jongkrachtens rech
terlijk bevel
lo. Eene kapitale bouwhoeve met de
daaraangeleg n bouw- en weilan
den onder Berkelgroot te zamen
18.85.65 hectaren,
Deze bouwhoeveals bevattende bui
tengewoon veel leem,is bijzonder
geschikt voor steenbakkerij en is on
middellijk bij de spoorweghalte
gelegen.
2o. Een perceel hooiland, onder Baard
wijk over de Hooigrachtgroot
63.20 aren.
TE
De commissie van de Teekenschool
dat zij, die wenschen toegelaten te worden
voor het leerjaar 1898-99, zich beliooren
aan te .nelden ter secretarie alhier of bij den
heer TH. van DELFT, vanaf heden tot
en met 23 September.
Tot het onderricht zal ook voortaan be—
hooren
Teekenen toegepast op het
Het SCHOOLGELD voor den geheelen
Cursus bedraagt f2 voor inwoners en
f5 voor buiten-leerlingen.
Waalwijk, September 1898.
De commissie voorn.
Vertrek Tilburg 11.30's nachts
Aankomst Riel 11.40
Alphen 11.53
Baarle-Nassau 12.07
u Weekle-Merxplas 12.31
u Turnhout 12.45
Vertrek Tilburg 11.80
Aankomst Udenhout 11.43
Helvoirt 11.53
n Halte Vught 12.01
's-Bosch 12.08
Vertrek Tilburg-remise-
Veldhoven 11.10 ,t
Aankomst Heikant 11.22 f/
,i Loonopzand 11.40 ,f
Kaatsheuvel 11.54
Sprang 12.02
I, Besoijen 12,12
n Waalwijk 12.18
DE FEESTCOMMISSIE.