Nummer 73. Donderdag 15 September L898. 2le Jaargang.
M «ja
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TI EL KIS
Be moord op de Keizerin
van Oostenrijk.
FEUILLETON.
U 1 T (1JBJ V üi K
Waalwijk.
Zij die zich voor
het volgend kwartaal
op dit blad abonneeren, ontvangen
de nog deze maand verschijnende
nummers GRATIS.
De Echo van het Zuiden,
Wnalwpsche ra Luiigstiuulsrlie Courant
Di Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,35.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1—7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steinek, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Een algemeene kreet van afgrijzen gaat
door de wereld over den aanslag op keizerin
Elizabeth.
Zaterdagmiddag is de keizerin van Oos
tenrijk te Cenève, waar zij incognito verbleef,
door een Laliaanschen anarchist vermoord.
Reeds Vrijdagochtend posteerde hij zich
met een driehoekigen dolk gewapend, in den
omtrek van het kasteel Beau Rivage, waar de
keizerin logeerde, en loerde op een geschikt
oogenblik. L)ien dag kwam het niet, maai
Zaterdag zag hij een bediende van de keizerin
naar de aanlegplaats aan Quai de Mont
Blanc gaan. Daaruit opmakende dat de kei
zerin een boottochtje zou gaan doen, verschool
hij zich achter een boom op de kade, bij het
standbeeld van Karei van Brunswijk, en
wachtte.
Weldra verscheen de keizerin met eene
hofdame, Lucchesi trad van achter den boom
te voorschijn, sprong op de Keizerin toe,
stiet haar den dolk links in de borst en nam
de vlucht. Niemand had gezien dat hij een
wapen in de hand had, de Keizerin zelf viel,
maar voelde niet dat zij gewond was, stond
met behulp van haar hofdame en eenige an
deren op, en gaf op de vraag of ze naar het
hotel wilde terugkeeren, ten antwoord„Neen,
hij heeft me a'leen een stomp in de borst
gegeven. Hij wilde zeker mijn horloge stelen."
Zij liep naar de boot en besteeg die, maar
voelde toen opeens pijn en viel flauw. De
kapitein gaf na eenige aarzeling het sein lot
vertrekken, maar toen de keizerin niet bij
kwam, begon men zich ongerust te maken,
Nu sloeg Arnold een blik op den ouden man.
Hij zag diens onuitsprekelijken angst, diens hevi
ge ontroering, zijne grijze haren en dien trek
van diepe smart om zijnen mond.
Een ooger.bbk verkeerde hij in hevigen twee-
strijd nogmaals kwamen de laatste tijden van
jammei en ellende hem vóór den geest.
Hij herinnerde zich de vele smartelijke teleur
stellingen, die hij had ondervonden de vele ver
nederingen, die men hem had doen ondergaan
en er kwam een moeielijk te onderdrukken gevoel
van verbittering bij hem op.
En al dut leed had hij onschuldig moeten dra-
g<Maar spoedig had hij alle gevoel yan haat en
alle-wraakzucht overwonnen. Was niet het schen
ken van vergiffenis het voorrecht van een edel en
Krootmoedig hart. En was zachtmoedigheid en
vergevensgezindheid niet één der grondbeginselen
van zijn godsdienst..-? m
Met deze gedachten vervuld trad hij op lony
toe en stak hem de rechterhand toe. Terwijl hij
hem met zijne heldere, sprekende oogen eerlijk
in hei bleeke gelaat zag, zeide hij met vaste en
duidelijke stem:
Ja ter wille van uwen ouden vader ver
geef ik u al het leed, dat gij mij hebt aange
gaanMaar bedenk dit wel, slechts ter wille
van hem.... i
Tonv Erdmunn was niet in staat om te spreken,
Slechts stamelend uitte hij de woorden Dank
o, duizendmaal dank...
Nu trad ook de bankier nader om trans zijne
dankbaaiheid te betuigen.
Mijnheer Arnold, voor zoover ik hiertoe bij
mnchte ben, zal ik u de meest mogelijke voldoe
ning verschaffen. Ik dank u; gij hebt mijne grijze
haren voor schande bewaard. Zeg mij slechts wat
gij wenseht en alles zal geschieden, zooals gij
het verlangt. Weliswaar kan ik niet ongedaan
maken, wat mijn diepgezonken zoon in zijn ver
blinding tegen heeft ..misdreven maar tocli,
en uog meer, toeu een van de dames op
haar onderkleeren een bloedvlekje ontwaarde.
De kapitein gaf last om terug te keeren en
van riemen en zeilen een draagbaar samen
te stellen. De keizerin weid erop gelegd en
naar het hotel teruggedragen.
Twee dokters cn een geestelijke werden
ontboden, de laatste voorzag de gewonde
van de sacramenten der stervenden, de eer
sten vermochten niet haar meer te helpen
's middags om drie uur blies zij den laatsten
adem uit.
De hofdame zond den keizer een telegram
in cijferschrift, met het bericht dat de keizerin
gekwetst was, en aan graaf Paar, "aide-de-camp
van den keizer, een ander dat zij aan haar
wonde was bezweken. Graaf Paar bracht de
tijding aan den keizer over, en deze moet
snikkende hebben uitgeroepen Blijft mij dan
niets bespaard in deze wereld
Inderdaad zou het geen wonder zijn geweest
als Fraus Jozef die woorden had gesproken,
want wel zwaar beproefd is hij in zijne lange
regeering. Volgens een ander bericht riep de
Keizer„Dit is het vreeselijkste uur van
mijn leven
Een troost voor den keizer zal zijn, niet
zoozeer de hartelijke telegrammen die hem
van alle vorsten en regeeringen loestroomen,
als wel de deelneming van zijn volk. Wel
was de keizerin in Oostenrijk Diet bijzonder
geliefd (in Hongarije veel meer), maar voor
den Keizer persoonlijk zal zich ook onder zijn
Oostenrijkers medelijden openbaren. En de
vreeselijke wijze waarop de keizerin om het
leven is gekomen, zal de natie gedeeltelijk
doen vergeten dat de gestorven Keizerin niet
populair was. Men leest dan ook dat de ont
steltenis en rouw in Weenen gioot was. Ze
heeft zich zelfs geuit in het lastigvallen van
eenige Italiaansche werklui in be buitenwij
ken, en met moeite konden verstandiger
menschen erger voorkomen, door de woedende
menigte te beduiden dat men die werklui
toch niet verantwoordelijk kon stellen voor
de gruweldaad van hun landgenoot.
Om vijf uur, een paar uui na den dood
ik zou zoo gaarne uwe toekomst gelukkig en
verzekerd willen zien.
Een pijnlijke glimlach kwam om den mond
van den jongen man... Zijn geluk waar was
dat
Ik heb nooit iets anders verlangd dan in
mijn eer te worden hersteld dat zal mij ge
noeg zijn, zeide hij.
En dat zal op schitterende wijze geschieden.
Daarvan kunt gij verzekerd zijn.
Toen de beide Erdmanns waren heengegaan,
greep Arnold aangedaan Braunings hand.
Hoe kan ik u ooit genoeg danken, voor
alles, wat gij voor mij hebt gedaan? 01 moge
God u zegenen en gelukkig maken, zoolang gij
leeft.
Een vriendelijke glimlach verhelderde het ern
stig gelaat van den rechtsgeleerde. Ja hij
kende iemand, die zonneschijn zou brengen in
zijn leven.
Toen zag hij Arnold aan en zeide
Nu moet ik u eenige uren alleenlaten, ik
heb mijn werk nog niet geheel volbracht.
Uw werk, mijnheer Brauning?
Ja ik wil uw geluk voltooien, voor zoo
ver een zwakke sterveling bij machte is zijne
medemensehen gelukkig te maken. En God staat
ons irameis steeds bij, als wij een edel doel na
streven: Tot weerziens dus, Frans!
De heer Brauning spoedde zich thans naar
Henna Linden, die hem zoo behulpzaam had
bijgestaan, den avond toen zij te midden van een
schitterend feest bij de Helldorfs, de diamanten
haarnaald zoekende, FraDs bewusteloos liggende
vonden aan het traliehek; zij, de eenige onder de
dames,die zich niet had geschaamd, hare teedere
hulp te verleenen aan dien ongelukkige» jorgen
man Frans Arnold, op dien avond, toen liet hef
tige tooneel was voorgevallen tusschen den heer
Briiuning en den heer Helldorf.
Her ra», sprak de heer Brauning, Frans Ar
nold is gered, zijn naam is gezuiverd van alle
blaam, en in korte trekken deelde hij haar alles
mede.
Evenals ik u gedankt heb den bewusten
avond, voor den moed waarmede gij dien arme
en ongelukkige hebt verzorgd en verdedigd, zoo
sprak zij, vol ontroering zijne hand met geest
van de Keizerin, toen het nieuws Weenen
bereikte, waren de ministers in rade veree-
nigd. Graaf Goluchowski vertrok onmiddelijk
naar Schönbrunn, waar de Keizer vertoeft,
cn werd dadelijk door dezen ontvangen. De
familieleden van den Keizer kwamen later,
aartshertogin Maria Valeria 's avonds.
Wat de Weensche bladen zelf aangaat, de
officieu'e Wiener Abendpost noemt het leven
van de Keizerin een slinger van rozen, door
vlochten met weldaden en menschenlieide, en
den aanslag wreed en onzinnig. De keizer, zegt
het, heeft in dit jaar, dat een jaar van blijd
schap voor hem moest zijn, meer rouw en
verdriet ondervonden dan een geheel volk.
En zoo oordeelen ook andere Oostenrijksche
kranten. Volgens hei Fremdenblatt heeft de
Keizer tot prins Licbtenstein gezegd „Het
is onbegrijpelijk hoe iemand die vrouw heeft
kunnen treffen, die haar heele leven niemand
kwaad heeft gedaan en alleen goed gedaan
heeft." Het Fremdenblatt herinnert aau de
vroegere woorden van den keizer „Ik kan
den Hemel niet genoeg danken dat hij mij
zoo'n vrouw heeft gegeven." „En die vrouw",
zegt het Fremdenblatt, „moest aan de liefde
van allen worden ontrukt door den dolk van
een Italiaauschen moordenaar. Maar niemand
kaD de Italiaansche natie aansprakelijk stellen
voor de misdaad. De anarchisten hebben
geloof noch vaderland."
Met toestemming des keizers is het lijk
geschouwd. Daarbij is gebleken dat een
inwendige bloeding had plaats gegrepen. Het
hart en de long zijn doorboord door de
wonde die 8^/g cM. diep is. Het lijk is na
schouwing geba'semd.
De keizer zal te Weenen blijven. Het stof
felijk overschot zal waarschijnlijk Woensdag
worden overgebracht.
Na den stort te hebben toegebracht, nam
de moordenaar de vlucht, doch werd door
twee koetsiers gegrepen en aan de politie
overgeleverd. Zonder verzet ging hij mede
van tijd tot tijd zong hij o.a. zeide hij „Ik
heb haar goed geraakt; zij moet dood zijn".
Bij hel eerste verkooi verklaarde hij Luigi
drift grijpende, dank ik u thans voor den moed
en de volharding aar. den dag gelegd, bij het
redden van zijne eer. O, ik blijf u eeuwig dunk-
baar, gij hebt dien armen man gelukkig gemaakt.
Hoe edel zijt gij
Toen boog hij het donkere hoofd tot haar over
en zag haar diep in de heldere oogen
Hernia ook gij kuut iemand gelukkig
maken.
0, gaarne, indien het in mijne macht is.
Ja het is in uwe macht, Herma
En terwijl hij hare hand in de zijne nam en
aan zijne borst d ukte, zeide hij
Maak mij gelukkig, Herma!
Zij sprak geen enkel woord. Maar zij sloeg de
oogen tot hem op en legde toen het blonde
hoofd tegen zijne borst.... gelukkig en vol vertrou
wen....
En hij begreep haar volkomen. Haar vast in
zijne armen sluitend, zeide hij
Nu zijt gij de mijne, voor eeuwig....
Majoor Gustav Beran, de erfgenaam van baron
Von Wörthern, stond in het salon tegenover ba
ron Raming.
Deze laatste zag wel doodsbleek, als gevolg
van hevige gemoedsbewegingen maar op zijn ge
laat lag geen zweem van verslagenheid of moe
deloosheid. Hij wist immers reeds, dat hij niet
de rechtmatige erfgenaam was, en ieder uur had
hij de komst van den majoor verwacht. En nu
was hij gekomen en stond vóór hem.
Dus, mijnheer de baron, zeide majoor Beran,
gij twijfelt er niet meer aar-, dat ik de neef van
wijlen baron Von Wörthern ben?
Neen in het minste niet, klonk het ant
woord, op vasten toon.
En gij wilt mijn voorslag werkelijk niet aan
nemen, mijnheer Von Raming? Is het slot dan
niet groot genoeg voor ons allen En uwe be
jaarde moeder?
De gewezen slotheer hief trotsch het hoofd op.
Mijne moeder is een Raming. Evenmin als ik,
zal zij het genadebrood willen eten op de goe
deren, waar zij eens meesteres is geweest. O, ge
loof mij, nooit zal ik het mijnen vader kunnen
vergeven, dat hij zulk een schande over mij heeft
gebracht I riep Raming in hevige opgewonden
heid. Mijne arme moeder en ik zullen zoo spoedig
Lucchini te heeten en anarchist te zijn. Hij
is in l'o73 te Parijs geboren uit Italiaansche
ouders, blond, van gewoDe lengte, ziet er
krachtig uit, doch heelt een sympathiek ge
laat. Van beroep is hij schoenmaker, wat
bevestigd wordt door de omstandigheid, dat
het wapen, waarmede hij de misdaad pleeg
de en dat men uit het meer heeft opgevischt,
een schoenmakersels gelijkt. Lucchini heeft
thans verklaard, dat hij sedert Mei te Lausanne
werkte en naar Genève was gekomen in de
verwachting, er den prins van Orleans te
zullen vinden. Deze was echter reeds ver
trokken.
De antwoorden van den moordenaar waren
weerzinwekkend cynisch. Hij verklaarde
anarchist te zijn sedert zijn 13de levensjaar.
„Als alle anarchisten hun plicht deden zooals
ik, zou de bourgeois-maatschappij weldra
verdwenen zijn", zeide Ivj. „Ik weet wel, dat
deze moord op zichzelf tot niets dient, maar
ik heb haar alleen gepleegd om een voorbeeld
te stellen".
De houding van den moordenaar blijft
even cyuisch en omtrent zijn vroeger leven
vinden wij nog het volgende
Lucchini weid door den quesluur van Bou
logne vervolgd, wegens opruiming tot oproer.
Hij is betrokken geweest in de onlusten te
Milaan en uit Italië verbannen.
Twee maanden geleden ongeveer, werd naar
aanleiding van het oproer te Milaan in een
kelder van een brouwerij te Zürich een ver
gadering van anarchisten gehouden. Lucchini
was daar tegenwoordig. Zeven der aanwezigen,
onder wie ook hij zich bevond, werden aan
gewezen, om één der groote vorsten van Eu
ropa met name koning Umberto, te ver
moorden.
Een agent van den Franschen veiligheids
dienst moet deze vergadering hebben bijge
woond en den Franscheu minister van buiten-
landsche zaken gewaarschuwd. Deze waar
schuwde de Italiaansche regeering en liet
tevens president Faure scherp bewaken.
Acht dagen geleden werd te Zürich opnieuw
een vergadering gehouden door dezelfde anar
chisten. Het zevental dat zijn taak niet had
mogelijk het kasteel verlaten.
Majoor Beran geraakte min of meer in verle
genheid. Maar, mijn hemel, wie spreekt van
genadebrood eten I En nu trad hij nog een
schrede nader tot Raming en zeide op vertrou-
welijken toonIk zou nog wel een ander
voorstel kunnen doen hm, ja, dat zou eigen
lijk de eenvoudigste oplossing zijn doch plot
seling zweeg de majoor, toen hij Raming in het
ernstig gelaat zag.
Mag ik weten, wat gij mij nog zoudt wil
len voorstellen, mijnheer Beran vroeg Raming,
Hm, ffii weet misschien, dat ik een dochter
heb?
Zeker, ik hoorde dit van den heer Brauning,
toen deze mij over Frans Arnold sprak.
Het bloed vloog den majoor naar het hoofd.
Hm, ja, dat was een gekke geschiedenis.
'Er is gelukkig reeds lang gras over gegroeid....
Wat een dwaas idee is dat toch van mij geweest,
om die lietde toe te staan en goed te keuren. En
dat heeft mijn dochter gelukkig ook nog intijds
ingezien.
Zoo, zijt gij daar werkelijk van overtuigd
majoor?
Of ik daarvan overtuigd ben Ongetwij
feld en nu hm, mijnheer de baron
stotterde hij. Maar spoedig kwam de stoutmoe
digheid van den oud-soldaat weder boven.
Wat duivel, riep hij, ik houd nu eenmaal niet
van al die omwegen. Vooruit dus er mèê ik
ben geen geslepen diplomaatLuister, eeus ba
ron trouw met mijn Paula, dan zijn wij allen
geholpen. Een prachtig idee niet waar?
Doch Raming deed een schrede terug en zeide
op ernstigen en beslisten toon
Het spijt mij zeer, mijnheer Beran, maar ik
ben niet meer vrij. En zelfs indien ik nog vrij
was, zou het in strijd zijn met mijn eergevoel,
om de echtgenoot te worden van een jonge dame,
alleen omdat ik hierdoor tot een voordeelige
schikking kan komen.... Ik ben zeer gelukkige»
mijne verloofde is Magda Arnold
Wat riep de majoor nu, buiten zich
zeiven van verbazing, wat de zuster van
van dat jongemensch, de dochter van
een veroordeelde? Maar nu schertst gij toch
zeker
Slot volgt.