Nummer 75. Donderdag 22 September 1898. 21° Jaargang „Vergelding." WlMÏMÏËC Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen* Bekendmaking. ANTOON TIELEN, FEUILLETON. Na de Inhuldigingsfeesten. De terugkomst en begrafe nis der Keizerin van Oostenrijk UITGEVERs Waalwijk. het volgend kwartaal op dit blad abonneeren, ontvangen de nog deze maand verschijnende nummers GRATIS. De Echo van het Zuiden, WuUyksrkf en Langslraatscli» ('onraiil Di Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk fl,35. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertektiën 17 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3raaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsoh- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel Zij'die zich voor NATIONALE MILITIE. Burgemeester en Wethouders der gemeente Waalwijk Gelet hebbende op de artt. 26 en 99 der wet van 19 Augustus 1861, (Stsbl. No- 72) en de wet van 4 April 1892, (Stsbl. No. 56.) Brengen ter kennis der belanghebbenden, dat het Tnschrijvings-Register en de Alphabetische lijst der lotelingen voor de lichting der Nationale Militie over den jare 1898, ter secretarie dezer gemeente ter lezing zullen liggen van den 27 September tot den 6 October aanstaande, van des voormiddags 10 tot des middags 12 ure, zullende eenieder, die daartegen bezwaren mocht hebben in te brengen, dezelve gedurende het voormelde tijdstip bij een aan den heer Commissaris der Koningin gericht, op ocgezegeld papier geschre ven verzoekschrift, bij den Burgemeester dezer gemeente kunnen indienen. Waalwijk, den 19 September 1898. Burgemeester en Wethouders voorn. K. DE VAN DER SCHÜEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. Aldus luidt de titel van liet nieuwe feuil leton, waarmede we in dit nummer een aan vang maken. Evenals het vorige, zal dit door prachtigen stijl en medesleepende ge beurtenissen, alle lezeressen en lezers boeien. Wij raden daarom eenieder ten sterkste aan de verschillende nummers uit te knippen en te bewaren. Daar zij, die zich met 1 October op dit blad abonneeren, de tot dien datum ver- EERSTE DEEL. LUITENANT F I L I F. I. DE ONTPLOFFING. Toen luitenant Filip Dormelles, van het 4e re giment genietroepen, in den hollen weg des Vil— lards kwam, hadden de manschappen zijner com pagnie juist de laatste kruitmijn gelegd, waardoor een enorm rotsblok zou moeten springen en neerploffen in den bergstroom, welks bedding moest verlegd worden. De sergeants in overhemd en witte broek over tuigden zich, dat de electrische draden juist ge legd waien, terwijl de sappeurs boven op de rots bezig waren vlaggen en bloemversiering aan te brengen. Het werk was geëindigd en alles beloofde, dat het door succes zou worden bekroond. Vreugde en trots deed de oogen schitteren der brave soldaten, die zes maanden onafgebroken gewerkt hadden om dwars door het rotsgebergte een weg van 3 kilometer lengte te banen, ten einde een spoorwegverbinding te krijgen door het dal van Villards in de Alpen van Pelvoux. Zij hadden de overwinning behaald en wachtten thans met ongeduld op het. groote »slot-vuur- werk/ waardoor de laatste hinderpaal zou vallen en de woeste bergstroom zich zou moeten onder werpen aan den menschelijken wil. Veertien mijnen, met melinite gevuld, zouden het rotsgevaarte van zijn plaats rukken en het daarbeneden in het bruisende water doen terecht komen. Luitenant Filip Dormelles werd met gejuich begroet. Houweelen en spaden werden omhooggestoken en het gebergte daverde van de kreten Leve de luitenant Zacht-aan, jongens, juicht niet te vroeg, ge zoudt er misschien stiaks spijt van hebben. Wij zijn er neg niet zeker van, dat wij slagen zullen. Jawel, wij zullen slagen, wij weten het ze ker l riepen de manschappen. schijnende nummers gratis ontvangen, haaste men zich een abonnement op dit blad te nemen, daar men dit prachtige feuilleton dan van het begin af kan volgen. Onze heerlijke Oranjefeesten, waartoe de plechtige inhuldiging van H. M. koningin Wilhelmina aanleiding gaf, zijn weer voorbij. Driekleur en oranjevaan zijn ingehaald kransen en guirlandes afgenomen, de feest lichten uitgedoofd, de feestmuziek zwijgt en geen feeslgezang doet zich meer booren; alles wat met de inhuldiging in verband stond, behoort tot het verledenehet leven heeft zijn gewoon aanzien herkregen. Maar wij bewaren in ons hart de herinnering aan een der schoonste feesten door ons volk sedert vele jaren gevierdaan het feest dat wij vierden, ter blijde inhuldiging onzer koniugin, ter blijvende gedachtenis aan den eed die zij heeft gezworen om de grondwet te handhaven, om het grondgebied en de rechten barer onderdanen te beschermen en hare beste krachten te wijden, aan den bloei de welvaart van ons volk. Wat een prachtig feest en welk een stemming bezielde het Nederlandsche volk. De buitenlandsche pers is een enthousiast over ons volk, dat zij thans heeft leeren kennen, over den band die bestaat tusschen ons vorstenhuis en ziin volk. Buitensporigheden en uitspa!tingen waren weinige. En welk een heerlijke eendracht vertoonde zich overalAlle standen, alle partijen vereenigden zich en wedijverden in huldebetoon aan onze jonge, onze achttien jarige kóningin. Het hart der natie vloog haar tegemoet, nu zij den troon barer vaderen beklom. Oranje doofde, voor een oogenblik ggfcgaa i m-m—nrr-i— Filip haalde even zijn schouders op, hij twij felde. Vervolgens wenkte hij den oudsten sergeanten zeide op gedernpten toon Guichard, er is een ongeluk gebeurd aan ons electrisch toestel. Een ongeluk, luitenant? herhaald Guichard. Ja, weer door een stommiteit van mijn op passer, dien ezel van een Martineau. Hij wilde het toestel gisteravond van den oever van deri stroom terughalen, waar wij het gebruikt had den om eenige rotsblokken te laten springen, die ons in den weg stonden en door zijn onhandig heid liet hij de machine in het water vallen, waar zij terstond werd meegesleurd. 't Is toch een ongeluksvogel, die Martineau Ja, zoo iets kan ook alleen hem overkomen. Hij is een goede jongen, maar er zit niets bij. Tweehonderd meter verder gelukte het hem de machine weer op te visschen, maar in een erbar melijker] toestand. Ik ben nog den geheelen mor gen bezig geweest om het in orde te brengen, maar vruchteloos, het is totaal onbruikbaar. Wat denkt ge nu te doeD, luitenant? vroeg Guichard. Wanneer ik naar Grenoble zend om een an dere machine, dan gaan er vier dagen nutteloos verloren, want men moet vijf mijlen door het gebergte afleggen, voordat men het eerste spoor wegstation bereikt. En gij staat er nog altijd op, dat het werk den eersten October, namelijk over acht dagen, gereed is, nietwaar luitenant? Ik stel daar mijn eer in, mijn beste Gui chard. Wat denkt gij dan te doen, luitenant? Vooreerst ben ik besloten Martineau naar de compagnie terug te sturen en ik heb hem verboden, mij den geheelen dag onder de oogen te komen. Daar komen we niet veel verder mee, bromde Guichard. Na een oogenblik bedenkens vroeg de lui- terant Guichard, zijt ge er zeker van dat de pyro- technische methode om de mijn te laten springen nauwkeurig werkt Luitenant, gij hebt uw maatregelen daarom trent zoo zorgvuldig genomen, dat wij zeker zullen slagen, ook zonder het electrische toestel. althanshet vuur van den partijstrijd en heel het volk schaarde zich schouder aan schouder oin den troon. Het bleek weder dat de oude overtuiging nog krachtig is 't Oranjehuis en Nederland, Die twee behooren samen, In d'eèlsten stiijd voor 't heiligst recht Vereende God hun namen Ons aller innigste wenseh zij voorzeker dat de koning der koningen het leven onzer koningin sparen tot in lengte van dagen Hij bescherme en behoede haar Hij zegene haar met zijn beste gaven, maar bovenal met die wijsheid, die zij in onze veelbewogen tijden met hun ernstige vraagstukken zoo dubbel behoeft Onze jeugdige koningin heeft, als alle Oranje's het Nederlandsche volk lief; zij zal hare beste krachten wijden, aan de beharti ging der belangen van ons dierbiar vader land opdat het afscheidswoord van de ko ningin-regentes bewaarheid worde: //Ons land zal groot zijn in alles, waarin een klein land groot kan zijn Dat. kan het zijn op zeer talrijk gebied, en dat zal het zijn onder koningin Wilhelmina's regeering. Blijkt niet genoegzaam uit de woorden door onze geërbiedigde koningin gesproken bij hare inhuldiging: //De woorden van mijnen onvergetelijken vader maak ik tot de mijne //Oranje kan nooit, ja nooit ge noeg voor Nederland doen'' welke schoone voornemens voor de behartiging van onze be langen H. M. bezielen; en had dit niet reeds diep in haar bloed, in dat bloed der Oranjes gezeten, zij zou het wel geleerd hebben van haar edele, door gansch het volk geëerde moeder, koningin Emma In deze overtuiging gaan wij goedsmoeds de toekomst tegen. En daarom blijft als laatste naklank onzer heerlijke feesten, van Noord tot Zuid van Filip Dormelles dacht nog eenige spconden na, vervolgens ging hij, zonder een woord meer te spreken, de verschillende toebereidselen tot de ontploffing inspecteeren, vergat daarbij niet het geringste onderdeel, vond overal dat zijn bevelen stipt ten uitvoer werden gebracht en dat alles gereed was. Dit alles boezemde hem vertrouwen in en hij beval den sergeant Vooruit dan, laat den aftocht slaan uit ge heel den hollen weg, plaats vervolgens schild wachten op vijf meter afstands van de toegangen met order niemand door te laten zij moeten hun geweer meenemen en zoodra zij op hun post zijn een schot lossen om ons te waarschuwen. Goed, luitenant. Zoodra de sergeant het bevel gegeven had snelden de tamboers naar hun trommen en wel dra klonk het vroolijk geroffel, dat door de echo van het gebergte tot in het oneindige werd her haald. Tien minuten later knalde een schot, ten feeken dat een der schildwachten zijn post had inge nomen. Het tweede schot liet zich wat langer wachten, maar deze schildwacht moest ook een omweg maken om de hem aangewezen plaats te bereiken, daar een gedeelte vari den hollen weg door rots blokken was versperd tien minuten waren pchter reeds na het eerste schot verloopen en nog hoorde men hem niet losbranden. Filip werd ongeduldig en snelde weg om te zien wat de schildwacht deed en toen hij dé bewus te plaats naderde, hoorde hij een zware stem zeggen: Jawel, mijn jongen, jawel, ik verzeker u nog maals, dat de luitenant u niet zal straffen. Ik ben de eenige schuldige en ik neem de heele verant woording voor mij. Hij zal het ons zeker niet kwalijk nemen. Filip, die den spreker nog niet kon zien, maakte bij het hooren van deze woorden een beweging van misnoegen. 't Schijnt dat alles moet tegenloopen, bromde hij, daar komen weer nieuwsgierigen, lustposten, die ons bij het werk zullen hinderen. Maar zijn gelaat helderde als door een too- verslag op, toen de zware mannenstem voort ging: En al zou de luitenant, hetgeen niet waar Oost tot West, in heel Nederland de leuze weerklinken //Met God voor Nederland en Oranje Leve, leve Koningin Wilhelmina Donderdag aldus schrijft de correspondent van de N. R. Ct. kwam de doode Keizerin in haar hoofdstad terug, om in de Capuzi - nerkirche de rust te vinden die zij in haar droevig leven te vergeefs gezocht heeft. In mijn geest zag ik in de prachtige Alpen tusschen Weenen en de Zwitsersche grens den rouwtrein voortrolleu, uitgeluid door de klok ken in steden en dorpen en aangestaard door de trouwe Tirolers, die wijd en zijd toege stroomd waren om een laatsten groet aan hun Keizerin te brengen, die zij misschien in al haar schoonheid gezien hebben, toen zij als jagers in de Hofburg op wacht stonden. En in Innsbruck, waar het reusachtige standbeeld van Andreas Hofer op den berg Isel een tolk is van de liefde tot het vorstenhuis, zwollen de klokken der vele kerken en kloos ters tót machtige akkoorden van droefheid en rouw aan. En verder ging de tocht door het mooie groene Alpenland, met zijn gletschers, zijn romantische meren, zijn kloven en grotten, Gastein voo-bij, waar de Keizerin zoo gaarne vertoefde, naar bet mooie Salzburg, vlak bij de Beiersche Heimat en niet ver van de plaatsen waar de overledene als kind zoo gelukkig geweest is. Eu voort reed de trein door Opper-Oosten- rijk, langs Ischl, waar zij iedere zomer aan de zijde van haar man vertoefde, waar zij haar kinderen heeft zien opgroeien en haar jongste dochter ia de nederige dorpskerk heeft zien trouwen; totdat eindelijk de Alpeu gepas seerd waren en de trein aan de Donau kwam, die de Keizerin begeleid tot langs de bosschen van den Wiener Wald naar de hoofdstad. schijn lijk is, zich ook boos op u maken, wees er dan toch maar gerust op, kameraad, dat ge de politiekamer zult ontloopen, want hier is iemand, die dan een goed woord voor u zal doen en dat zeker invloed zal hebben, nietwaar Mar- guérite Ja, ja antwoordde hierop een zachte, melo- dieuse meisjesstem. Nauw had Filip dit geluid gehoord of een blos steeg naar zijn wangen en met een paar sprongen had hij den toegang van den hollen weg bereikt, waar hij een klein gezelschap met den schildwacht in gesprek zag. De spreker met de zware stem was een kapi tein der gendarmerie in uniform, naast hem stond een bekoorlijk, slank, beeldschoon meisje, in be vallige houding geleund op een grooten bergstok met stalen punt en wat meer achteraf bevonden zich twee heeren en een dame. De kapitein had nauwelijks Filip in het oog gekregen, of hij kwam hem met uitgestoken hand tegemoet Dag kapitein Dormelles 1 Filip drukte de hem aangeboden hand en ant woordde Goeden morgen, kapitein Barillet. Oef! hijgde de zwaarlijvige kapitein, laat me een oogenblik bij adem komen, is me dat een klauterpartij. Ik wed dat ik wel een half kilo aan gewicht heb verloren, maar dat betreur ik volstrekt niet, in tegendeel. Inderdaad, de gendarme met zijn respectabelen omvang, zijn vollemaansgezicht, nu hoogrood gekleurd, en dat door een geweldigen, zwarten knevel in tweeën verdeeld werd, had zeer goed een vierde van zijn gewicht kunnen missen. Stel u voor, mijn waarde ingenieur, hernam hij, dat mevrouw Prabert op het denkbeeld is gekomen, uw groote vuurwerk van nabij te gaan zien en u weet wel, wanneer die goede Félieiennc zich wat in T hoofd gezet heeft, dan zou de drommel zelf het er niet uit kunnen krijo-en. Zij dacht dat uw schildwacht ons wel zou moeten doorlaten, omdat ik mijn uniform aan heb, maar de brave kerel heeft zijn orders en laat zich door niets daarvan afbrengen. Dat respecteer ik, hij toont daarmee dat hij een flink militair is, die de beveleu van zijn meerdere... Maar ge luistert niet naar mij I Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1898 | | pagina 1