Nummer 83. Donderdag 20 October 1898. 2Xe Jaargang» Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen* YS&GSL1I SStfe ANTOÖN ÏIELEM, De hoogste Erkenning. FEUILLETON. UITGEVER: Waalwijk. De Echo van het Zuiden, Waalwijksciir en Liigsiraatsrht ('ouran Di Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden 1' 1, Franco per post door het geheele rijk f 1,25. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f0,60; duarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2raaal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Het moet een groote voldoening zijn voor hen, die sinds jaren voor het goed recht der christelijke democratie hebben gestreden, de woorden te vernemen, welke te Rome door den kardinaal-vicaris en vooral door den H. Vader zei ven tot de Fransche werklieden pelgrims zijn gesproken. Nimmer is op zoo duidelijke, op zoo écla tante wijze dit goed recht erkend erkend door het hoogste Gezag, dat op aarde ge vonden wordt.. O zeker, voor hem, die den vorm van het beginsel wist te onderscheiden, was het sinds lang een uitgemaakte zaak, dat niets de Katholieken weerhield propaganda te makeu voor democratische denkbeeldendat geen enkel leerstuk van ons H. Geloof hen ver bood tot het volk te gaan en zijnen invloed op den gang van zaken uit te breidendat de Kerk het niet afkeurde, wanneer door vereenigingsleven en sociale wetgeving de zedelijke en stoffelijke welvaart van den zoo- genaamden vierden stand werd bevorderd. Maar toch, daar waren er nog altijd velen onder ons, die aarzelden of zelfs beslist wei gerden, dien weg op te gaan. En daar waren er ook, die onomwonden het streven der christelijke democratie laak ten en de samenvoeging dezer beide woor den op tendentieuze wijze tusschen aan- halingsteekens geplaatst als een gevaar vermeden en ontraadden. Nog niet zoo heel ver ligt de tijd achter ons, dat over dit punt een levendige, som wijlen zelfs al te levendige gedachten-wisse ling in de katholieke pers werd gevoerd. En wanneer men nu ziet, hoe bijv. in Belgie sommige personen van aanzien voort durend de katholieke Volkspartij met hun scherpe critiek blijven vervolgen, dan blijkt in. 9 De misdaad te Miramont. Bij deze inleiding wérd het verhaal van Barillet reeds afgebroken door het geraas van brekend porcelein. Mevrouw De Prabert had het kopje laten vallen, dat zij juist aan een der heeren De la Reynie wilde overreiken. Het gelaat der dame was eensklaps doodsbleek geworden onder het blunketsel dat haar wangen bedekte. Mijn hemel, wat ben ik vanavond onhandig! riepzijuit. Verzoek mijn nicht of zij mijn plichten als gastvrouw wil overnemen, ik ben werkelijk veel te zenuwachtig. Marguérite die met eenige andere dames in een aangrenzend salon was, snelde onmiddelijk toe, tot groote vreugde van Filip, die nu geen oog van haar slanke gestalte afwendde en al haar sierlijke en bevallige bewegingen met verrukking volgde. Mevrouw De Prabert wierp steelsgewijze een blik op haar echtgenoot, maar deze beantwoorde haar blik niet, doch zat met gebogen hoofd on beweeglijk achterover in zijn stoel. Barillet hervatte zijn verhaal zonder veel acht te slaan op dit onbeteekenende ongelukje: Men amuseerde zich lang niet in dat saaie nesto neen. De bevolking bestond voor een deel uit lompe boeren en verder uit de werklie den van een groote stoomhoutzagerij, die gedre ven werd door een zeer rijk, goedhartig en recht schapen man, zekeren mijnheer Barley. Félicienne lag nu in een fauteuil uitgestrekt en met een glimlach om haar kunstmatig gekleurde lip pen keek zij verstrooid rond. Niet alleen dat die mijnheer BarJey een goed mensch was, ging Barillet voort, maar hij had een goeden wijnkelder ook. Hij mocht de gendarmes neel grang lijden, mits zij maar niet te streng waren voor zijn werklieden, wanneer deze met de boeren hadden gevochten, want fabrieksarbeiders en de boeren stonden als hond en kat tegenover elkaar en kloppartijen waren aan de orde van den dag. daaruit, dat de strijd nog altijd niet is vol- streden. Welnu, men mag verwachten, dat na de woorden, welke te Rome zijn gesproken, po lemieken van deze soort spoedig en voor goed tot het verleden zullen behooren. De christelijke democratie heeft thans ge zegepraald. Haar recht van bestaan is door L e o XIII erkend. Zij wordt niet slechts getolereerd zooals velen tot dusverre meenden neen, zij heeft uit 's Pausen mond den hoogsten lof ontvangen, welken men voor h»ar verlangen kon. Wellicht zal deze of gene ons tegenwer pen, dat de H. Vader sprak tot Fransche werklieden en dus Fransche toestanden op het oog had. Maar toegegeven ook, dat dit inderdaad het geval was, dan wordt daardoor de hooge beteekenis van 's Pausen woord toch niet verzwakt. Of kan men aannemen, dat Zijne Heilig heid eene zaak aanprijst, welke in zich-zelve verkeerd is Kan men veronderstellen, dat Hij, de opperste Leeraar der volken, zijne sanctie hechl aan een richting, welke de kiem van het bederf in zich draagt Kan men gelooven, dat, wanneer de democratie in beginsel afkeuring verdiende en niet strookte met den geest van onzen tijd, een zoo heilig en verlicht Man als Leo XIII haar zou aanwijzen om voor Frankrijk, //de oudste dochter de Kerk", een betere toe komst te bereiden Wanneer het Fransche volk door de chris telijke democratie kan worden gered, dan volgt daaruit met onverbiddelijke logica, dat zij niet slecht kan zijn. Dan heeft niemand meer het recht haar te wantrouwen en nog minder haar verdacht te maken. En dan behooren de Katholieken der geheele wereld naarstig te onderzoeken, of, hetgeen men onder dat woord verstaat, ook niet van nut, De opperwachtmeester dineerde vast alle Zonda gen bij den fabrikant en ik verzeker u, dat hij dan niet karig wa9 om een fijne flesch te knappen. Zoo hadden de zaken al sinds onheuglijke jaren gestaan, toen in het begin van den winter van 1864 Miramont nieuwe bewoners kreeg^een jong forsch gebouwd en goed gekleed man, zijn vrouw, die blond en zeer schoon was dat heeft men mij verteld, want toen zij in het dorp kwamen, was ik juist met verlof en na mijn terugkeer heb ik nooit het geluk gehad haar te ontmoeten hun kind, een knaapje van twee jaar, en ten slotte een heer, die tot over de ooren in zijn bonten jas zat en die, naar men zeide, een broe der van dejonge vrouw was. Zij vestigden zich in een klein huisje, op de grens van het dorp, niet ver van de fabriek en leefden daar zeer teruggetrokken. Komaan, dat wordt interessant, zeide mejuf frouw Valentine De la Reynie, een zeer blonde en zeer romantische jonge dame, terwijl zij haar fau teuil wat naderbij schoof. Deze beweging werd door de anderen nagevolgd, zoodat de kring om Barillet zich nauwer aansloot. Op die wijze kwam mevrouw De Prabert eenigs- zins achter de toehoorderp te zitten; dikwijls 9tond zij halverwege op, keek nu eens na&r den verteller, dan weer naar de deur van het salon blijkbaar door zekere besluiteloosheid gekweld maar ten slotte bleef zij in haar fauteuil zitten, ongerust, aangedaan, zenuwachtig. De kapitein vervolgde: De nieuwe inwoner van Miramont-la-Mon- tagne was een ingenieur, een soort van uitvinder, en hij heette Robert Duhesme. Robert I herhaalde mijnheer De Prabert half luid. Wat? Ja, Robert, hernam Barillet. O! mijn geheugen is zeer goed en hetgeen ik u veitel, i9 geheel overeenkomstig de waarheid. Deze Robert was iemand van goede familie, naar het scheen, maar hij had zijn vermogen verspild aan allerlei dwaasheden en op het oogenblik dat hij zich te Miramont vestigde, bezat hij zoo gO(d als niets meer. Hij was evenwel zeer bekwaam en stelde aan mijnheer Barley verscheidene hervormingen omtrent de bewerking van het hout voor en trachtte vooral hem het geheim van een zijner uitvindingen te verkoopen. Robert Duhesme had namelijk een middel van groot en onberekenbaar nut kan zijn, voor hun eigen land. Het is ontegenzeglijk waar, dat de ge schillen tusschen de Katholieken onderling voor een groot deel hun ontstaan vonden in misverstand. Men trok niet altijd even scherp de grens lijn tusschen wat goed en niet goed is in de democratie. Gevaarlijke ij veraars aan den eenen kant en angstvallige verstokte be— houdsgezinden aan den anderen maakte het dikwerf moeilijk het //juste milieu" den juis- ten middenweg aan te geven of te onder scheiden. En men wierp in het strijdge woel zóóveel stof op van weerszijden, dat ook helderziende oogen soms werden ver blind. Met des te meer vreugde moeten wij daarom de uitspraak des Pausen begroeten. Zij heeft zoo scherp mogelijk de grenzen afgebakend en den te volgen weg met on feilbare zekerheid aangewezen. Niemand kan nu meer in twijfel verkeeren. Er is een verkeeide, een veroordeelens- waardige democratie. Zeer zeker, Leo XIII heeft haar gevonnist en aan de verachtiug prijs gpgeven. Maar er is ook een goede democratie, zij, die de christelijke banier in top voert, en de II. Vader heeft over haar zegenend de hand uitgestrekt. liet is deze democratie, door den Paus in 't kort met het ééne woord „christelijk" aangeduid, waarvoor wij strijd willen voeren, meer nog met daden, dan met woorden. Want inderdaad, er valt nog zoo ontzag lijk veel te doen En juist omdat er een veroordeelenswaar- dige democratie is, rust op ons de verplich ting het volk in eene goede richting te leiden. Maar wij behooren ons daarbij niet te uitgevonden, om papier te maken met het zaagsel van pijnboomenhout, welk soort van geboomte daarin die streek veelvuldig voorkwam. Tegen woordig, nu dit denkbeeld reeds lang in toepas sing wordt gebracht, schijnt het doodeenvoudig, maar vijf-en-twintig jaar geleden werd het als iets ongeloofelijks beschouwd en wilde niemand er geloof aan hechen. Men kon zich niet verbeel den, dat er nog van iets anders dan van lompen goed papier gemaakt kon worden zoodat mijn heer Barley ook niet veel ooren naar de nieuwe uitvinding had. Wel werden er onderhandelingen tusschen den fabrikant en den uitvinder gevoerd, maar zij kwamen tot geen beslissing. Inmiddels had de jonge uitvinder verscheidene veranderingen aan de zaagmachines aangebracht, die alle ten doel hadden om de snelheid te ver- grooten en handenarbeid uit'te winnen. Natuur lijk konden de werklieden die verbeteringen met geen goede oogen aanzien, want zij vreesden, dat daardoor hun werk overbodig zou worden. De jonge uitvinder trachtte hen door verstan dige redeneeringen te overtuigen, hoezeer zij zich vergisten. Zij begrepen hem niet. Zooals het werk tot dusverre gegaan was, ging het goed, met welk recht wilde die vreemde man daar verandering in brengen. Robert Duhesme zag wel in, dat het hem toch niet gelukken zou hen te overtuigen en bepaalde zich voortaan tot een minachtend stilzwijgen. Ik had hem destijds twee of driemaal gezien en ik kan u verzekeren, dames, dat hij een mooie man, een Terbazend mooie man was. Zooals het een goedgeaard romanheld be taamt, viel Valentine De la Reynie hem in de rede. Kapitein Barillet werd boos. Er is hier geen sprake van een romanheldl riep hij uit. Denkt ge, dat ik u verzinseltjes op de monw spel. Zie ik er dan uit als een sprookjesverteller? Neen, neen I riep het geheeie gezelschap als uit één mond. Men moest algemeen lachen om den toorn van den braven kapitein, alleen mijnheer en mevrouw De Prabert zeiden niets. Dan is het goed, hernam Barillet, ik had an ders geen woord meer gesproken. Dat zou jammer zijn, ga dus spoedig voort stellen op het standpunt van een enghartig utiliteitsbegrip, waarbij de geestdrift ont breekt. Als elke groote, heerlijke zaak moeten wij de christelijke democratie liefbebben om haar-zelve. En wij zullen haar liefhebben, wanneer in ons hart de echte liefde brandt voor het volk. De hersenschimmige gelijkheid der socia listen is de onze niet. Maar evenmin wil len wij dien verfoeilijken afstand tusschen de klassen en de individuen, welke uit de sociale wanbegrippen der laatste eeuw is ontstaan en de geringen doet beschouwen als wezens van een andere soort. Er sluimeren overal krachten, welke dienst baar kunnen worden gemaakt aan die hoo- gere beschaving, welke de uitbreiding is van Gods rijk op aarde. Maar wie zal zeggen, hoevele van die krachten verloren gaan door gemis aan lei ding en vorming, door overmaat van han den-arbeid, door het leven in een atmosfeer van armoede en ellende Voor de beoefening der deugd is een ze kere mate van welvaart noodzakelijk, is het noodig, dat de geest zich kunne verheffen boven de beslommeringen van het dagelijksch leven en niet altijd de broodvraag de eerste plaats inneme. En hier moet een ieder het nauwe ver band voelen, dat tusschen de geestelijke en stoffelijke elementen der sociale quaestie be staat. Hier moet een ieder, die nadenkt, ervaren, dat de christelijke democraten, naar verbetering van de levensvoorwaarden der arbeidende klassen strevende, daarbij uitgaan van een hooger beginsel en als opperste doel erkennen den triumf van Christus op deze wereld. Onze tegenstanders mogen ons dan van „clericalisme" beschuldigen, het deert ons niet. Wij weten, dat het „clericalisme" Kapitein Barillet dronk eerst nog een glaasje cognac om zijn kwade luim weg te spoelen en vervolgde toen: Wanneer ik zeg dat Robert Duhesme een mooie man was, dan bedoel ik daarmee dat hij een voorkomen had, zooals het den vrouwen meestal bevalt. Een bleek gelaat, donkere droef geestige oogen, lang krullend haar en een baard met een punt gesneden, juist op de manier als die van onzen uitmuntenden vriend en gullen gastheer mijnheer De Prabert. Bernard sprong van zijn stoel op. Van mij? Ja juist, mijn waarde heer Bernard, die jonge man droeg evenals u zeer veel zorg voor zijn baard en hij stond hem ook zeer goed en gaf aan zijn voorkomen iets belangwekkends, Mij kwam deze uitvinder wat somber, ongerust, gejaagd voor en mijn instinct van politieman, destijds zeer scherp, deed mij terstond in hem iemand vermoe den, die vroeg of laat nog wel eens met de justitie zou te doen krijgen. Ja, waarlijk, zonder er op te snoeven had ik toen dien indruk reeds. Robert Duhesme werd ongeduldig en toonde zich zeer verbitterd jegen9 mijnheer Barley. Ik was eens getuige van een hoogloopenden twist tusschen de beide mannen. Robert verweet den fabrikant, dat deze zich niet aan zijn overeen komst had gehouden, dat hij hem met beloften afscheepte, ja, hij durfde zelfs een toespeling ma ken alsof hij hem zijn uitvinding wilde ontstelen. Ik kende mijnheer Barley als een heftig en op vliegend man en ik verwachtte niets anders dan weer een van die uitbarstingen van woede, waarmee hij soms de geheele fabriek deed sidde ren, maar neen hij haalde even zijn schouders op en bepaalde zich tot een paar spottende woorden over de voorbarigheid der jonge lieden, die ern stige zaken maar op een drafje zouden willen behandelen. Vervolgens ging hij naar zijn kantoor, waar het onderhoud werd voortgezet. Den dag na dit voorval moest ik een ronde doen in het kanton en kwam eerst tegen den nacht te Miramont terug. Er was niets nieuws iu het dorp als in de fabriek. De nacht was donker, het vroor, maar er lag geen sneeuw. Zoodra ik gegeten had, rolde ik mij in mijn dekens en sliep terstond in, vermoeid van mijn langeu tocht. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1898 | | pagina 1