Bekendmaking. BUITEN LAN D. Frankrijk. Engeland. Duitschland. Italië. Turkije. Transvaal. Amerika. Reclame. BINNENLAND. ZendtHELDENS te BEEZEL, naam- of briefkaart en u ontvangt een keurig blauw gedrukt POST- en TELEGRAAFTARIEF. avond een nota gezonden aan de pers, welker doel eu strekking niet anders kon zijn dan kalmeering en geruststelling. Het heet daarin dat de sensatiewekkende berichten aangaande de verhouding tusscheu Engeland en Frankrijk niet worden gerechtvaardigd door de feiten der laatste dagen, en dat er geen reden be staat tot ongerustheid, terwijl de mededeelin- gen aangaande bevelen van de admiraliteit tot gereedmaking der vloot, niet zonder voor behoud moeten worden aanvaard. Uit toOD en inhoud van dit communiqué zou men mogen opmaken niet alleen,,dat een breuk tusschen de Republiek en het Veree- nigd Koninkrijk onwaarschijnlijk is, het ge schreeuw van zekere Engelsche bladen ten spijt, doch ook, dat het kabinet-Salisbury er prijs op stelt niet één van zin eu één van streven te worden geacht met bladen als de Times en de Standard. Het Maandag openbaar gemaakte nieuwe Engelsche blauwboek behelst eene depêche van de Egyptische regeering aan lord Cromer van den 9en dezer maand, waarin zij de door Kitchener tegenover Marchand gevolgde gedragslijn goedkeurt eu daarbij voegt dat de heroveriug van Chartoem hare uitwerking zou missen als het dal van den Nijl niet aan Egypte terug werd gegeven. De regeering dringt er op aan dat lord Salisbury zorg drage dat de onbetwistbare rechten van Egypte erkend worden, en dat alle provinciën welke het voor den opstand van Arabi pasja bezet hield, aan Egypte worden teruggegeven. Kitchener schreet den 21en September aan Marchand dat elk vervoer van krijgsvoorraad langs den Nijl onvoorwaardelijk verboden was. Een telegram van den 12en dezer, van lord Salisbury aan sir E. Monson, geeft een lang durig onderhoud met baron de Courcel weer, waarin Salisbury opnieuw bevestigde dat de vallei van den Nijl nog steeds behoort aan Egypte,en dat de overwinning van hetEugelsch Egyptische leger te Oradoerman elke vermin dering verijdelde welke Egypte's rechten zonden hebben kunnen ondergaan^ door de overwinning van den Mahdi. Het onderhoud liep verder over de onmogelijke positie waarin Marchand geraakt was. Salisbury verklaarde reden te hebben om te gelooven dat Mar chand aannam niet naar het Westen te kunnen vertrekken, waarop de Courcel zeide: hij kan uitstekend die route nemen, als de Engelschen het hem slechts veroorloven. Lord Salisbuiy antwoordde Wij beletten het hem niet maar, gaf de Courcel terug, hij kan niet ver trekken zonder levensmiddelen. Eindelijk verklaarde Salisbury dat de Engelschen le vensmiddelen en krijgsvoorraad zouden ver schaffen op twee voorwaarden le dat Mar chand die munitie enkel en alleen zou gebrui ken tegen vijandelijke stammen als deze hem aanvielen; eu 2e dat hij terug zou keereu naar hetgeen wij erkennen als het Fransche gebied nl. de streek voorbij de verdeeling van de wateren tusschen Debangi en de zijstroomen van den Nijl. Op dat oogenblik ging de Courcel over tot een ander onderwerpom te verklaren dat Frankrijk de territoriale afbakening eischt, door welke Frankrijk toegelaten worde tot het bevaarbare gedeelte van den Bahr-el-Ghazal, waardoor het daar toegang zou krijgen voor zijn handel op den Nijl. Lord Salisbury verzocht de Courcel, ter voorkoming van misverstand, alle voorstellen op schrift te brengen, welke hij zou wenschen te doen ten aanzien van de middelen om Marchand in staat te stellen tot den terugtocht en van de overige kwestiên. Het laatste document van het Fransche Geelboek Zondagavond aan de afgevaardigden uitgedeeld, geeft werkelijk hoop op een vreed zame oplossing van het geschiliudieu de Engelsche premier het met de belangen van Groot Brittanie in Afrika weet overeen te brengen Frankrijk een uitweg toe te staan van het Congobekkcn naar den Nijl, zal de Fashoda-aangelegenheid spoedig tot de ge schiedenis behooren Over de invloeden, die aanleiding gegeven hebben tot het ontwapeningsvoorstel van den czaar van Rusland, of het indienen er van tenminste bespoedigd hebben is men het niet eens. Men heeft wel op het werk van den Russischen staatsraad Block, over de maatschappelijke gevolgen der oorlogstoerus tingen gewezen, maar te Petersburg is het algemeen bekend, dat dit werk niet tot het besluit van den czaar heeft bijgedragen. Vol gens de meening van velen in de Russische hoofdstad is het ontwapeningsvoorstel van Nicolaas II het gevolg van de lezing van een werk van den Russischen staatsraad Dedjulin over de ontaarding van het Russische voik dat indertijd in het czarenrijk groot opzien gebaard heeft. De bron voor dit boek is geweest de Russische militaire statistiek. Van 1890 tot 1896 werden in Rusland 1.858.236 recruten opgeroepenvan wie er 524.330 geheel, 761.762 gedeeltelijk ongeschikt voor den dienst blekeD, totaal dus 1.286.092 on- geschikten. Jaarlijks neemt dat aantal toe waaruit Dedjulin het gevolg trekt, dat het volk ontaardt eu vervalt enwel door reusachtige krijgstoerustingen, die het landvolk verarmen en het zijn beste veldarbeiders ontnemen. Bedoeld werk, dat door een versteenden conservatief geschreven is, maakte op den czaar een zeer diepen indruk. Hij gaf den generalen staf wel de opdracht, Dedjulin's berekeningen te weerleggen, maar de in het werk overgelegde cijfersontleend aan de militaire statistiek, wierpen toch op de scha delijke gevolgen van het militairisme een hel licht en die cijfers moeten het geweest zijn, welke den stoot hebben gegeven tot het doen verschijnen van het ontwapeningsvoorstel. Wat de legers der grootc mogondheden kosten kan men eenigszins nagaan uit de berekeningendie een Russisch tijdschrift geeft in een vergelijking tusschen de begroo tingen van oorlog en marine in Duitschland eu Rusland voor 1899. Duitschland waarvan het geheele budget bijna een milliard gulden beloopt, zal in het volgend jaar 350 millioen voor zijn leger en ruim 400 millioen voor zijn marine uitgeven. De militaire uitgaven beloopen dus ongeveer 750 millioen of bijna vier vijfden van de ge heele begrooting. Gelijkelijk verdeeld over de bevolkiog, legt de oorlogsbegrooting een last van 15 gulden op iederen Duitscher. Hoewel het Russische leger ongeveer twee maal zoo talrijk is als het Duitsche (1.200.000 inan tegen 560.000) zullen dc militaire uit gaven van het czarenrijk in 1899 n;et veel meer dan 815 millioen bedragen, wat veel minder is dan de helft van het geheele budget, dat 1.800 millioen beloopt. Het leger zal 365 millioen, de vlooi 450 millioen eischen, wat voor iederen Rus een last medebrengt van 6.40 gulden per jaar. Met een tweemaal zoo talrijk leger eu een bijna even sterke vloot, betalen de Russen dus de helft minder aan oorlogslasteu dan de Duit- schers. Zaterdag had Murawiew te Weenen een langdurig onderhoud met keizer Franz Joseph en den Oostenrijkschen minister van buiten- landsche zaken, graaf Goluchowski. bij welke gelegenheid hij den keizer een eigenhandig schrijven van den czaar overhandigde. Meu verzekert, dat. er voorts gesproken werd ovei de candidatuur van prins George van Grie kenland voor het gouverneurschap van Kreta en de aanwezigheid van den ex-koning Milan in Servie. Zaterdag gaf Goluchowski ter eere van Murawiew een diner. In de Fransche kamer diende de minister Peytral, dadelijk na het openen der verga dering, de begrooting voor 1899 in. De voorzitter Deschanel las daarop de interpel lation voor, die aangekondigd waren, en, bij de 19e ophoadend gaf hij het woo-d aan den minister-president. Brisson werd ontvangen met het geroep Ontslag 1 ontslag Anderen riepen Neen, neen Toen hij er aan herinnerde dat hij de Dreyfus-zaak voor het hof van cassatie gebracht had, barstte het tumult opnieuw los. De voorzitter zeide nu, dat de kamer aan het land het voorbeeld van kalmte moest geven, Brisson verzocht de kamer, de Dreyfus-inter- pellatieo af te scheiden van de overige. Déroulède kwam op de tribune (Ga naar het Concorde-plein werd hem toegeroepen), om te zeggen dat de meerderheid het kabinet Brisson gesteund heeft ter wille van Cavaignac. Hij verweet de regeering, het gezag onwettig te bekleeden. Daarom zal hij haar bestrijden, al moest ook generaal Chanoine daaronder lijden. Nu stond de minister van oorlog, generaal Chanoine, op. Hij zeide, dezelfde overtuiging te hebben als zijn voorgangers (de toejui chingen die op deze woorden volgden, duurden minuten achtereen) Als bewaker van de eer van het leger droeg hij de hem verstrekte opdracht aan de kamer over, eu nam zijn ontslag (stormachtige toejuichingen). Demi- nister verliet de zaal. Brisson begon kalm uit te leggen dat het besluit, de Dreyfus-zaak betreffend, in tegen woordigheid van Chanoine genomen isen keurde het in dezen minister af dat hij tegen alle gebruiken in, ontslag heeft genomen in de kamer. De ministers hebben hun ontslag bij den president der republiek ingediend. De afgevaardigden zijn het allen eens, dat er uit de stemming niet juist is op te maken welke nieuwe keuze moet gedaan worden. Men gelooft echter, dat president Faure Ribot bij zich zal roepen. Te Kairo is bericht ontvangen, dat een konvooi, onder dekking van acht man solda ten, op weg naar Gedaref met een maand soldij, door de Derwisjen onderschept is. De manschappen werden afgemaakt. De bevriende stammen in Gizireh en in het gebied tusschen den Blauwen en den Witten Nijl hebben 600 Derwisjen en zwarten, 500 Baggaca's en 2000 vrouwen gevangen gemaakt en Chartoem binnengevoerd. De Punch is deze week met een plaat van Soi John Tenmiel beneden zich zelf ge bleven. Frankrijk wordt daar voorgesteld als een orgeldraaierop ziju orgel een aap, die de bekkens slaat. De aap stelt majoor Mar- chutid voor. John Buil komt in zijn kamer rok boos het huis uitgeloopen en roept Ga weg, ga weg Wat geeft u als ik weg ga vraagt de Franschman. Ik zal je wat geven, als je niet weggaat, antwoordt John Buil. Maandagochtend stonden de menschen voor het raam van het bureau der Punch die plaat te bekijken. Een heer komt er aan, roept Vive la France en slaat met zijn paraplu de ruit stuk. Hij wordt gearresteerd en naar het politiebureau gebracht. „U is Franschman!" vraagt men hem daar. „Neen", antwoordt hij, „ik ben een Ier. Was ik Franschman, ik had den winkel laten springen." Het Iersche parlementslid William Redmond broeder van den leider der Parnellieteu John Redmond, heeft op een feestmaal te Dublin gezegd, dat bij een oorlog tusschen Frankrijk en Engeland, Ierland's genegenheid met Frankrijk zal wezen. Het gezelschap juichte daarna Marchand toe. In het uittreksel van het rapport van den Duitschen consul te Alexandrie, door de Nord- deutsche AUgemeine Ztg. opgenomen, wordt het volgende medegedeeld over d e toebe reidselen voor den aanslag op den Duitschen Keizer en deKei- z e r i li. Nadat het Italiaansche consulaat te Alexandrie de aandacht van de politie aldaar gevestigd had op het verdachte doen van een groot aantal naar die stad gekomen anar chisten, kwam men er achter dat deze anar chisten te Kaïro een samenkomst gehouden en besloten hadden, op het Mehpmed-Ali plein voor het Abdin- paleis te Kaïro bij de aankomst vau den Keizer en zijn gemalin een bommenaanslag te beproeven. Toen de verandering in het reisplan bekend werd, hielden dezelfde anarchisten den 13den dezer 's ochtends een tweede vergadering bij zeke ren Ugo Parini te Alexandrie. Hier werd besloten, de intusschen vervaardigde bommen, in plaats van naar Kaïro, naar Palestina te zenden om ze daar te gebruiken. De bom men zouden door een uit Triëst geboortig Italiaan, die zich kort van te voren op de voor Palestina beslemde stoomboot van de Khe- divial Steamship and Graving Dock Compa ny als hofmeester had laten in dienst nemen, den lSden dezer 's avonds aan boord van dit schip gebracht worden, eu wel uit een klein wijnhuis, dat Parini sedert twee jaar in de Moharrembey-wijk te Alexandrie heeft. Den I3den dezer, 's avonds om 7 uur, ging het waarnemend hoofd van het Italiaansche con sulaat, vice-consul Burdese, met twee kawas sen, den hoofdcommissaris van politie Har rington bey, den inspecteur Treves en een paar agenten naar het wijnhuisParini was thuis. De kist met bommen was spoedig gevonden. Parini beweerde den inhoud niet te kennen; een onbekend Arabier had de kist bij hem neergezet, zei hij. Toen men bij hem aan bleef dringeu, zeide Parini te gelooven dat er cognac in de kist zat en greep naar een hamer; met geweld verhinderde men hem, zijn duidelijk opzet, om zichzelf en de aan wezigen in de lucht te laten vliegen, ten uit voer te brengen. Nadat hij gevangen geno men was, verklaarde hij onder dreigementen, anarchist te zijn, Hij werd in bewaring ge bracht en de kist in beslag genomen. In den nacht van 13 op 14 October werden 8 deelnemers aan de samenkomsten te Kaïro en Alexandrie in hechtenis genomen. Het bleek, dat de Italiaan, belast met het over brengen van de bommen van Alexandria naar Jaffa bij ziju aankomst aldaar uit zijn betrek king aan boord van het schip zou gaan, om kelner te worden in het hotel Bristol te Jaffa, waar zijne vrienden hem reeds een plaats hadden bezorgd. De kist zou hij, zonder dat dit in de kijkers liep, aan wal brengen en gereed houden voor de anarchisten, die overkwamen om den aanslag uit te voeren. Den léden October, 's ochtends, werd te Alexandrie de bij Parini in beslag genomeu kist in tegenwoordigheid van den Duitschen consul onderzocht. Zij bevatte, zorgvuldig in spaanders gepakt en door blokken tegen schokken beschermd, twee even groote bom men. Het zijn twee cylinders, ongeveer 25 cM. hoog, met een buik in het midden, van gegalvaniseerd ijzer. De eene bodem heeft in het midden een gat, waaruit een sterke lont steekt. Elke bom weegt 2130 gram. De in houd, een gele massa, bleek bij elk te bestaan uit 1050 gram knalkwik en 26 revolverpatro nen van groot kaliber. De bommeu konden aargestoken worden of door een schok ont ploffen. Men neemt aan dat elke bom in geval van ontploffing in een kring van 50 meter moordend lood zou verbreid hebben. Encycliek tegen dc Anarchisten. Volgens den »Bien Public" wordt in de naaste omgeving des Pausen verzekerd, dat de H. Vader bezig is met een nieuwe Ency cliek, die binnenkort verschijnen zou. Daarin ontraadt Leo XIII met aandrang de katho lieken, deel te nemen aan geheime of op- ruieude genootschappen, wijl zij aldus op een slechten, verderfelijken weg geraken. Wijl Hij door Zijne vertegenwoordigers geen deel kan nemen aan de internationale conferentie der Mogendheden tegen de anar chisten, wil de H. Vader op die manier Zijn gezaghebbend woord doen hooren in zulk een brandend vraagstuk, dat de beschaafde natiën thans in beroering brengt. Hij zal met klem mende redenen het gevaar doen uitkomen, waaraan de volkeren en regeeringen zich bloot stellen, door zich los te maken van de beginselen der christelijke leer. De civiele lijst des Pausen. De Italiaansche regeering had, na den roof van den Kerkelijken Staat den Paus allerge- nadigst een jaargeld van 3.200.000 lires toe gezegd, dat, zooals bekend, door het Vati- caan niet aanvaard is. De Italiaansche com missie voor het beheer van de Staatsschuld publiceerde kort geleden de schuldrekening voor het jaar 1896/97, waarin opgemerkt wordt, dat Z. H. de Paus uog ongeveer. 60.337.500 lires van den Staat te vorderen heeft, terwijl de renten en interesten verval len verklaard zijn, daar zij niet le gelegener tijd zijn ingevorderd. De „Osservatore Romano> maakt nu de opmerking, dat volgens de Italiaansche wet de interesten van die rente, die niet de Paus, maar het Pausdom toegezegd waren, onmo gelijk vervallen verklaard kunnen worden. Zoo heeft dus Z. H. Leo XIII van Italië ongeveer zeventig millioen lires te vorderen, en indien de Italiaansche regeering deze som zou moeten uitbetalen, was haar bankroet nabij. Keizer Wilhelm iu het Oosten. De keizerin van Duitschland heeft Vrijdag avond den harem van den sultan bezocht, waar zij werd ontvangen door de moeder des sultaus en diens gemalin, sultane Valide. Zaterdag, den verjaardag der keizerin, wer den te harer eere van de gepavoiseerde Turksche schepen saluutschoten gelost en werd haar door de jongste dochter ran den sultan een kostbare bouquet aangeboden. De kleine prinses speelde vervolgens het »Heil dir im Siegerkranz" op de piano, 's Middags te 5 uur verlieten de keizer en de keizerin aan boord van de „Hohenzollern" Konstan- tinopel, uitgeleide gedaan door de geheele bevolking, die hen ten afscheid geestdriftig toejuichte. Gisteren Dinsdag werden dé* rei zigers te Haifa verwacht. Men verneemt uit Zoutpansberg, dat een aanzienlijke troep Kaffers van den Magatostam onverwacht een detachement Boeren aangreep, na zonder succès een aanval te hebben gedaan op de Boeren, die belast waren met de bewaking der kudden en paarden. De aanval was stoutmoedig, maar slaagde niet. De strijdmacht der Boeren wierp de aanvallers terug door een moorddadige losbranding van de geweren en de artillerie. De Boeren maakten de paarden der Kaffers buil en achtervolgden hun aanvallers die oaar de bergen vluchtten. De opstandelingen zijD gewapend met ge weren, waarvan zij zich uitstekend weten te bedienen. Nabij Asteria (Oregon) werden door het ontploffen van ketelbuizen aan boord van de Amerikaansche torpedoboot Davis" vier ma trozen gedood en drie gewond. Inrichtingen, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en wethouders der gemeente Waalwijk brengen ter openbare kennis, dat het verzoek van L. Mombers, wonende, aldaar om op het perceel, kadastraal bekend in sectie C no 1947 der gemeente Waalwijk, eene stoom machine van zes paardenkrachten met bijbehoorenden stoom ketel te mogen plaatsen, door hen is toegestaan. Waalwijk, den 24 October 1898. Burgemeester en wethouders voorn., De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHUEREN. De secretaris, F. W. VAN LIEMPT. WAALWIJK, 26 Oct. 1898. Militieraden. Bij kon. besl. zijn tot voorzitter en burger lijke leden van de onderscheidene militiera^ den en tot hunne plaatsvervangers, voor de lichting der nationale militie van 1899, be noemd Provincie Noord-Brabant: in het 1ste mi- litienistricttot voorzitter, J. W. R. Van Gulik, lid der Provinciale Statentot zijn plaatsvervanger, L. Van de Westelaken*. id.; tot lid, jhr. Mr. A. F. O. Van Sasse vau Ys- selt, lid van den gemeenteraad van 's Herto- geuboschplaatsvervanger, A. B. Van der Steen, idem in het 2de militiedistricttot voorzitter, Mr. M. P. M. Van Dam, lid der Provinciale Staten plaatsvervanger, mr. A. J. M. Smits, idemtot lid, E. H. A. Guljé, lid van den gemeenteraad van Bredaplaatsvervanger, Mr. W. Ingen-Housz, idem in het 3de militiedistricttot voorzitter, Mr. A. J. B. M. Van Rijckevorsel, lid der Provinciale Staten plaatsvervanger, J. F. Boex, idem tot lid, A. F. Van Moorsel, lid van den gemeenteraad van Eindhoven plaats vervanger, E. H. Van Gennip, idem van Gestel.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1898 | | pagina 2