Nummer 90. Zondag 13 November 1898. 21e Jaargang. Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. ST, ANTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit twee bladen. FEUILLETON. De verbetering der Waalwijksche haven. UITGEVER: Waalwijk. Teneinde tegemoet te komen aan den wensch, ons van ver schillende zijden te kennen gegeven, zullen wij de Winkeliers in de ge legenheid stellen de bijzonderheden hunner St. Nicolaas-Etalage op weinig kostbare wijze aan het publiek bekend te maken. Daartoe zullen wij vanaf ZATERDAG 12 NOVEMBER tot en met 3 DECEMBER, advertentiën, betreffende de St. Nicolaas- étalage, in „De Echo van liet Zulclen11 opne men tegen het laag tarief van 5 cent per gewone regel. Bedoel cl e advertentiën driemaal ter plaat sing opgegevenworden tot St. Nicolaas geplaatst. Om nu die advertentiën nog meer aan het doel te doen beantwoorden, zullen wij in dien tijd, deze courant in Waalwijk en naburige gemeenten algemeen verspreiden, zoodat bedoelde annonces de grootst moge lijke publiciteit genieten. Uit dien hoofde zijn deze nummers dus ook voor andere adverteerders zeer geschikt om hunne waren aan te bevelen. Spoedige opgaaf is zeer gewenscht. DE REDACTIE. De verliefden. Onder de belangrijke aangelegenheden die sinds jaren eene aanzienlijke plaats in nemen op de agenda van Waalwij k's ge meenteraad behoort voorzeker het onder werp dat wij aan het hoofd van dit opstel plaatsten. Onze haven toch bewees aan handel, industrie en landbouw niet te ver smaden diensten voornamelijk in de tijden, toen onze gemeente nog niet was aangesloten aan spoor- of tramnet. Door verloop van jaren echterwerd de toestand der haven minder voldoende, zoodat zij van de gemeente vaak aanzienlijke geldelijke offers eischte, en vooral sedert het tot stand komen van de werken ten behoeve van den Maasmond is die toestand er lang niet op verbeterd. Ons gemeentebestuur en onze kamer van koophandel en fabrieken, steeds waakzaam waar het deze zaak goldstelden alle mo gelijke pogingen in,om de Waalwijksche haven verbeterd te krijgenzonder al te groote opofferingen uit de gemeentekas. Vooral poogde zij dit doel te bereiken door te trach ten de Hooge Regeering te bewegen de Waalwijksche haven door middel van eene schutsluis rechtstreeks in gemeenschap te breugeD met de nieuwe rivier. Hunne po gingen echter bleven zonder afdoend resul taat, in weerwil van de goede gronden waarop hun verzoek berustte, en van deu gewaardeerden steun door besturen en kamers van koophandel van andere plaatsen be reidwillig verleend. De voorwaardendooi den minister verbonden aan het daarstellen eener schutsluis aan den ingang onzer haven waren zoo bezwarend, dat zij de draagkracht onzer gemeente te boven gingen en Waalwijk dus genoodzaakt was af te zien van den lang gekoesterden wensch om zijne haven door de geheele geschiedenis verteld van Robert Dubes- me, waarbij ook ik betrokken wasen eensklaps zeide mijnheer De Prabert ons dat Ro bert zijn broeder i9. Auréiien werd doodsbleek en trok de wenk brauwen zoo heftig samen, dat de monocle aan zijn oo{* ontglipte. Een onbeschrijfelijke woede had zi,cn van hem meester gemaakt. een schutsluis te zien verbonden met de groote rivier. Maar hiermede was de haven niet ver beterd. Meermalen werd men hieraan op gevoelige wijze herinnerd in den vorm van rechtsgedingen, der gemeente aangedaan door eigenaars wier vaartuigen averij in onze haven hadden geledennaar beweerd werd tengevolge van den slechten toestand der haven. Van alle zijden kwam men aandragen met plannen tot verbeteringeindelijk droeg de gemeenteraad aan een deskundige de taak op, om afdoende plannen te ontwerpen en de kosten te ramen. Zijn plan vond wel instemming maar kon niet onmiddellijk tot uitvoering komenalweder om de hooge kosten (f90.000). In zijne vergadering van 30 Maart 1897 besloot de Raad op voorstel van bur gemeester en wethouders om subsidie aan te vragen uit de provincialen kas voor de kosten van verbetering der haven. De ontvangst aan deze aanvraag in de afdeelingen der staten te beurt gevallen is alles behalve bemoedigend. Zooals wij bereids berichtten in ons nummer van Zondag 6 November, concludeerden alle 6 de afdeelin- gen tot afwijzing van het verzoek. Deze conclusie schijnt hoofdzakelijk een gevolg te zijn van onvoldoende bekendheid van heeren leden der staten met onze haven zoodat zij verbetering onzer haven niet achten eene zaak van algemeen provinciaal belang. Het dagelijksch bestuur onzer gemeente heeft daarom, onmiddellijk na te hebben kennis genomen van het verslag der commissie van rapporteurszich aan 't werk gesteld om de heeren van hunne dwaling te overtuigen en daartoe aan elk der statenleden eene circu laire gezonden van den volgenden inhoud Waalwijk, 8 November 1898. Aan Heeren Provinciale Staten van Noord-Brabant. Met leedwezen namen wij kennis van het verslag der commissie van rapporteurs der zes afdeelingen uit de Provinciale Staten strek kende om afwijzend te beschikken op het verzoek dar gemeente Waalwijk om subsidie uit de Proviuciale kas in de kosten vau ver betering der haven aldaar. Wellicht gaf hiertoe aanleiding eene minder gunstige voorstelling onzer haven, zoowel ten opzichte van het transitoir vervoer van de goederen diedaaiin worden aangevoerd als van de opbrengst der havengelden en de onder houdskosten der haven en zulks wegens een te beperkt overzicht voor wat de inkomsten en uitgaven der haven betreft, als loopende over slechts 3 jaren (zie h.t rapport van den heer Hoofd Ingenieur van den Provincialen waterstaat bladz. 112 113). Wat het eerste betreft kunnen wij mede- deelen zooals ook de heer Hoofd Ingenieur in zijn rapport aangeeft, dat de aanvoer in onze haven voor slechts een vierde is ten behoeve van Waalwijk en omgelegen dorpen en alzoo voor drie vierden ten behoeve van Tilburg en omgeving terwijl u uit bijgaanden staat zal blijken dat over het laatste 2üjarig tijdrak het onderhoud der haven heeft gekost de som van f 40520.39* en ae inkomsten aan havengelden beliepen f 37917.40 zoodat meer is uitgegeven dan ontvangen f 2602.996 Waaronder nog niet begrepen zijn de proces kosten en schadeloosstellingen ad f 4900 (zie het verslag van den Hoofd Ingenieur bladz. 114, kolom 3) waartoe de toestand onzer haven aanleiding gaf, zoodat feitelijk f 7502.99* meer is uitgegeven dan ontvangen, behalve nog de rente van de in 1878 en 1882 ge leende kapitalen ad f 24000. Hierbij komt nog, dat de houten beschoei ing aan de westzijde der haven is versleten en alzoo binnenkort door eene nieuwe zal In het salon bleven slechts weinige personen over, waaronder kapitein Barillet, die een flesch champagne was machtig geworden en zich in een hoekje daarmee troostte. De Echo van het Zuidea Waalwyksche en Langstraalsche Courant, Di Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk fl,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitzch- land woraen alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. 16 IV. Drievoudige dwaasl riep kapitein Barillet in volle overtuiging uit. Ik kan niet anders zeggen, dan dat ik daar een mooie domheid heb begaan, maar wie duivel had zooiets ook kunnen denken? En dan, op mijn woord, is het ook eigenlijk hun eigen schuld, van den man nog meer dan de vrouw. Kijk, mejuffrouwen de ontstelde verteller nam Valentine De la Reynie tot getuige kijk, ik zou u wel eens willen vragen, welke reden mijnheer Bernard had om op zoo vreemde wijze mee te deelen, dat hij een broeder is van den ongeluk- kigen Robert. En dan nog iets, waarom hebben Félicienne en hij mij niet bij het eerste woord ver zocht, dit verhaal voor mij te houden? Ik heb het toch alleen maar verteld, omdat allen er zoo op aandrongen. Maar ae jonge dame kon volstrekt het berouw van den kapitein niet deelen. Zij was veel te ver heugd, eens een treurspel in het'werkelijkeleven bij te wonen en niet gevoelig genoeg om zich iets aan te trekken van het leed der personen, die in dit treurspel waren gemengd. Op de woorden van den kapitein antwoordde zij dan ook: Ik wensch u geluk met uw succès. Gij draagt monologen voor zooals niemand het u ver beteren zal. O 1 dezen avond vergeet ik mijn ge heele leven niet. Eensklaps klonk een scherpe stem door het salon. Wat is hier gebeurd? Op den drempel, die mijnheer De Prabert met zijn bewustelooze vrouw in de armen zooeven had overschreden, vertoonde zich Aurélien, vergezeld van oom Daniel. Kapitein Barillet kwam hem levendig tegemoet. Ha, beste jongen! riep hij uit, stel u voor dat ik daar een vreeselijke onhandigheid heb beeaan. Wat dan? Zonder te wetenzonder zelfs maar in de verste verte te vermoedenheb ik daar Inderdaad zeide hij bits, men moet wel on handig, of ezelachtig dom zijn, om na het diner zulke rooveigeschiedenissen te vertellen. Mama is een en al zenuwen en papa heeft zulke begrip pen, dat zij soms aan dwaasheid grenzen. Hij keek de gasten, die zwijgend en ontsteld in het salon stonden, met onbeschaamden blik aan, haalde onverschillig de schouders op en zeide met een minachtend lachje: Wat nu, heeft het verhaal van kapiein Baril let en het zenuwtoeval van mevrouw De Prabert u zoodanig van streek gebracht dat gij allen een begrafenisgezicht zet? Het is op mijn woord nogal de moeite waard! Al heb ik nu liet ongeluk dat mijn oum, kort na mijn geboorte, naar de galeien werd gezonden, dan zou ik toch wel eens willen weten, wat onze gasten van hedenavond daarmee te maken hebben. Men is alleen maar voor zich zelf verantwoordelijk. De begrippen van bezoe delde farailieëer van schande, die van geslacht op geslacht overgaat, en al dergelijke fraaiigheden meer hebben uitgediend en behooren tot het ver leden. Een huis dat afbrandt, een paard dat op hol slaat en een bloedverwant die zich slecht ge- diaagt zijn ongelukken, die aan niemand verweten mogen worden. Of de een of andere zoon van mijn grootvader al iets uitgevoerd heeft dat hem de justitie op den hals haalde, is toch voor mij geen reden om mij vernederd of beschaamd te ge- voeler. Het is een feit dat geheel op zichzelf staat. Muar wat ik wel weet, en gij allen weet het evengoed als ik, is dat de eigenaars van dit huis rijk, edelmoedig, gastvrij en voorkomend zijn Dat is waar, volkomen waar! riepen de aan wezigen als uitéén mond. Inderdaad, ieder was welkom ten huize der Pra- berts en de liefdadigheid van Félicienne jegens de armen uit den omtrek was algemeen bekend. Vol vuur hernam Aurélien: Welnu, als gij dat dan zelf moet toestem men, wat verlangt ge dan nog meer? Ge wordt hier hartelijk ontvangen, vindt hier een uitmun tende tafel, een goedvoorzienen wijnkelder en het orkest zit reeds te wachten om u te doen dansen naar hartelust. Een roovergeschiedenis en een aanval van zenuwen hebben u uit het oog doen verliezen, waarvoor ge hier gekomen zijt en u den tijd doeD verspillen, die voor de vreugde was besterad. Komaan, laten wij vlug onze scha de inhalen. Hij wendde zich tot een bediende en beval hem: Ga aan den kapelmeester zeggen, dat hij zijn vroolijkste wals inzet, een van Strauss. Mejuffrouw Valentine De la Reynie zag Auré lien met bewondering aan. Goed gesproken, zeide zij in geestdrift, gij hebt duizendmaal gelijk en ge toont een man van uw tijd te zijn, mijnheer Aurélien. Het doet mij genoegen, mejuffrouw dat ge het zoo met mij eens zijt, antwoordde Aurélien koel. Terwijl hij deze woorden sprak, dwaalde de blik van den jongen man zoekend rond naar zijn nicht Marguérite. Hij vond baar in een verwij derden hoek van het salon, waar zij op fluisteren den toon met luitenant Filip stond te praten. Hij beet zich op de lippen en fronste de wenkbrauwen van toorn. De bediende hadden de gordijnen opengescho ven, die voor de breede porte-brisée hingen, welke toegang verleende tot de balzaal, waar bet orkest de eerste maten van d« wals liet hooren. Aurélien deed eenige schreden naar de plaats waar Marguérite stond, maar, uit vrees van een weigering, zag hij van zijn voornemen af om haar ten dans te vragen en keerde terug naar Valentine. Mag ik u voor deze wals engageeren? vroeg hij. Gaarne, antwoordde de jonge dame en greep den arm, dien Aurélien haar aanbood, terwijl haar gelaat straalde van trots. Aurélien, die volstrekt geen acht sloeg op de vreugde, waarmede het meisje zijn uitnoodigirg aannam, boog zich naar het oor van Daniel, die nog steed9 naast hem liep, wees hem met een blik naar Marguérite en fluisterde hem toe: Houd die twee daar in het oog. Goed. Vervolger.8 ging Aurélien met zijn dame de balzaal in, het geheele gezelschap volgde hem en weldra zweefden de paren rond op de vlugge ma ten der muziek. Luitenant Filip en Marguérite hadden nog slechts een paar woorden met elkaar gewisseld over de vreemde gebeurtenissen, die er in hun tegenwoor digheid hadden plaats gehad. Toen zij nagenoeg alleen waren, zeidehij: Gij hebt mij vanmorgen in de vallei des Villards gezegd, dat ge mij veel te vertellen hadt. Hooldzakelijk daarvoor kwam ik hier. Ja, zeer veel. Vervolgens wierp zij een blik om zich heen in het bijna eenzame salon en hernam: Dat buitengewone voorval heeft ieders aan dacht afgeleid, geen mensch slaat acht op ons. Kom. Zij nam den arm van den jongen man en ging met hem naar buiten. Tusschen de portière van de danszaal vertoonde zich het ingevallen gelaat en daarna het magere lichaam van oom Daniel. Op de teenen sloop hij voort, het salon door, den tuin in en volgde de beide jongelieden. Filip en Marguérite bevonden zich reeds op het terras, waar de verlichting iets zwakker werd, hier en daar waren de gekleurde lantaarns uitgedoofd, of vertoonde de illuminatie van vetglazen nog slechts walmende pitten. Het meisje zocht de donkerste gedeelten van het park uit en verwijderde zich van het kas teel. Geen woord werd er tussehen hen gewisseld. In het achtergedeelte van het park verhiel zich een rots, geheel door geboomte orageveu. De vroegere meesters van Saint-Colomban had den op die rots een klein fort gebouwd, daar zij van dat punt een ruim gezicht over den omtreK hadden eu zich tijdig op de hoogte konden stellen, wanneer vijandelijke benden het kasteel mochten naderen. Bernard De Prabert had dit fort, dat eveneens een bouwval was geworden, niet laten herstellen maar doen wegbreken en er een koepel met. een breed terras voor in de plaats laten zetten. Voor hen, die de eenzaamheid zochten of een heerlijk panorama wilden genieten, was dit een uitgezocht punt. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1898 | | pagina 1