Nummer 91. Donderdag 17 November 1898. 21e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ST, NICOLAHS-HOVEBTENTIEN. ANTOON TIELEN, Bekendmaking. FEUILLETON. De Gemeente-Begrooting voor 1899. UITGEVER: Waalwijk. Waalwyksche en Langslraatsrhe Courant Di Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,—. Franco per post door het geheele rijk f 1,25. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per rafel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitach- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van A do lp Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Teneinde tegemoet te komen aan den wensch, ons van ver- schillende zijden te kennen gegeven, zullen wij de Winkeliersin de ge legenheid stellen de bijzonderheden hunner St. Nicolaas-Etalage op weinig kostbare wijze aan het publiek bekend te maken. Daartoe zullen wij vanat ZATERDAG 12 NOVEMBER tot en met 3 DECEMBER, advertentiën, betreffende de fct. Nicolaas- ©talage, in „De Echo van het Zuidenopne men tegen het laag tarief van 5 cent per gewone regel. Bedoelde advertentiën driemaal ter plaat sing opgegevenworden tot St. Nicolaas geplaatst. Om nu die advertentiën nog meer aan het doel te doen beantwoorden, zullen wij in dien tijd, deze courant in Waalwijk en naburige gemeenten algemeen verspreiden, zoodat bedoelde annonces de grootst moge lijke publiciteit genieten. Uit dien hoofde zijn deze nummers dus ook voor andere adverteerders zeer geschikt om hunne waren aan te bevelen. Spoedige opgaaf is zeer gewenscht. DE REDACTIE Burgemeester en Wethouders van Waalwijk, maken bekend, dat het suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag over 1898, door heeren ge deputeerde staten van Noordbrabant, bij besluit van 10 deter, G. no. 2 is goedgekeurd, en gedu rende 5 maanden ter inzage van een ieder is neer- Waalwijk, 14 November 1898. Burgemeester en wethouders voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. De secretaris, F. W. VAN LIEMPT. IV. 17 De verliefden. Naar deze plek geleidde Marguerite den jongen officier. Het was er doodstil, slechts zwak drongen de luide tonen der muziek tot hier door. Mijn God, mompelde Filip, terwijl hij tegen de steenen balustrade leunde eu de hand van het meisje in de zijne hield, mijn God, het is mij alsof ik leef te midden van een droom. Mijn hoofd duizelt en ik kan mij niet duidelijk rekenschap geven van alle gedachten, die er in omgaan. Hebt ge nog pijn? Neen, ik gevoel een soort van heerlijke be dwelming, die ik bij niets kan vergelijken, en toch ben ik eenigszins bevreesd. Bevreesd? Ja, ik ben bang, dat ik verkeerd heb ver staan, toen ik daarginds bewusteloos werd en mijn lippen, ondanks mijzelven, fluisterden: Marguérite, ik bemin u en gij daarop antwoorddet, zacht, ol zoo zacht: ,Ik bemin ul' Door u bemind te wor den ikik Marguérite drukte de hand van den jongen of ficier en zeide langzaam, bijna plechtig: Neen, gij hebt mij niet verkeerd verstaan Filip, ik bemin u. Ik bemin ul Ik bemin ul herhaalde Filip, hartstochtelijk, terwijl hij de fijngevorrade, kleine hand van Marguérite met kussen overdekte. O! thans heeft mijn leven een doel gekregen, een doel waar ik recht op afga. Ik gevoel in mij een ongehoorde kracht om alles te bereiken, alles te veroveren en het aan uw voeten neer te leggen. Ik wil dat gij zult schitteren met verblindenden glans, dat gij door iedereen benijd, bewonderd en aangebeden zult worden. Mijn liefde voor u is on begrensd en bestaat uit vurige bewondering en diepen eerbied. Uw reine oogen spreken tot mijn hart, uw schoonheid en lieftalligheid betooveren mij, ol Marguérite, Marguérite, wanneer ge mij bemint zooals ik u, wat zullen wij dan gelukkig zijn. De begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente Waalwijkvoor den dienst van 1899, door burgemeester en wethouders den raad aangeboden in zijne openbare ver gadering van 28 October 1898, behelst niet veeldat buitengewoon de aandacht trekt. De aanvang is verblijdender dan die der begrooting van 1898: Hoofdst. I, ontvangst wegens vroegere diensten, vermeldt namelijk een batig slot van f 1326.27 tegen een van f 52.455, voorkomende onder hetzelfde hoofd stuk der begrooting voor 1898. Het slot der balans voor 1899 is echter minder gunstig dan op de begrooting van 1898 deze gaf aan een vermoedelijk batig saldo van f 10.246 en die voor 1899 van nihil. Wat de opbrengst aangaat van belastingen hierbij vinden wij De opbrengst der havengelden geraamd op f 2100, tegen f 1950 in 1898, dus f 150 hooger; de marktgelden op f 2100 tegen f 1800, dus f 300 hooger. De totale opbrengst der belastingen voor 1899 wordt geraamd op f 18,278,88 voor 1899 tegen f 17.815.88 voor 1898. Onder buitengewone ontvangsten vinden weweer een geldleeningwaarschijnlijk tot dekking van gelijke somonder uit gaven uitgetrokken voor kosten van het stichten van schoollokalen f9000. Overigens geen buitengewone werken. Uit hoofdst. V inkomsten, blijkt nog, dat subsidie wordt ver leend in de kosten der teekenscbooldoor bet rijk ten bedrage van f 650, door de provincie van f 150, samen dus f 800. Hoofdstuk I van uitgaven is voer 1899 geraamd op f 5993 tegen f 5215 voor 1898. ip— Zij trachtte den hartstocht te doen bedaren, die uit elk zijner woorden sprak. Filip, antwoordde zij, ik ben slechts een een voudig meisje maar onder mijn vroolijk en vrij moedig uiterlijk schuilt een ernstig en bezonnen karakter. Zij zag hem met een allerliefsten glimlach aan. Hoewel ik nog slechts twintig jaar ben, her nam zij, heb ik toch reeds veel smart ondervon den en bittere ervaringen opgedaan. Van het eerste oogenblik af, dat ge op het kasteel Saint- Colomban zijt gekomen, gevoelde ik mij tot u aan getrokken door uw rondborstig en mannelijk voor komen. Gij verschilt zoo hemelsbreed van de jougelui, die ik tot dusverre heb ontmoet voor het meerendeel laffe, ijdele nietsdoeners dat ik reeds dadelijk genegenheid voor u gevoelde en toch heb ik eerst na lang beraad en innerlijken strijd aan die genegenheid toegegeven. Thans be hoor ik u toe met geheel mijn hart, niet alleen zal ik gelukkig zijn o! overgelukkig uw vrouw te worden, maar tevens ben ik er trotsch op. Mevrouw Dorroelles o! hoe liefelijk klinkt mij die naam in de ooren. Reeds sedert lang wachtte ik op uw bekentenis en had ik mijn ant woord gereed. Ik zag dat die liefdesverklaring u op dc lippen lag en dat ge haar niet durfdet uitspreken en misschien zoudt ge met uw geheim vertrokken zijn, zoo een toeval u niet den mond geopend had. Ge ziet dat ik openhartig ben en u niets verberg. Zoo ge waart heengegaan zon der uw hart voor mij uit te storten dan zou mij dat diepongelukkig hebben gemaakt. Mijn lieveling I Maarmaar, Filip, het geluk waarvan wij droomen zullen wij niet zonder moeilijkeden bereiken, Gij zijt toch vrij? Ja en die vrijheid sta ik u voor altijd af, maar ge moet weten dat mijn tante het plan ge vormd heeft mij te verbinden aan haar zoon Aurélien eu dat zij een oppermachtigen invloed heeft op mijnheer De Prabeit, mijn voogd. V - dien kant voorzie ik moeilijkheden, maar die niet onoverkomelijk zijn, het gevaar echter, Filip, het gevaar is Aurélien en zijn handlanger oom Daniël. Aurélien 1 riep Filip uit op dreigenden toon. Ja, mijn neef, die toen ik ten huize van zijn vader kwam, mij al9 een onnoozel klein meisje n u f t Thans bedraagt de jaarwedde van den burgemeester f 800 der wethouders g 160 i van den secretaris 1200 g van den klerk ter secretarie g 400 bode u 181 f ambtenaar van den burg. stand g 275 gemeente ontvanger g 630 Voor onderhoud van kunstwegen, straten en pleinen wordt f 1900 uitgetrokken, f 400 meer dan 't vorig jaar. De opbrengst van de gasfabriek is geraamd op f 9375 en de kosten op f 9178 een batig saldo dus van f 197. Bij hoofdstuk VI, uitgaven, kosten van onderwijs trok het onze aandacht, dat voor 1899 voor jaarwedden der onderwijzers uit getrokken is slechts f 4200 tegen f 4400 voor 1898, dus f 200 minder en dit in weerwil dat bet onderwijzend personeel zal moeten uitgebreid worden en een der tegen woordige titularissen verhooging van salaris beeft aangevraagd. Een verblijdend verschijnsel achten wij het, posten uitgetrokken te zien tot dekking der kosten van belooningen en eereblijken voor de leerlingen der lagere school (f75) en voor die der teekenscbool (f 90). Wij hopen dat de raad deze sommetjes zal toestaan waardoor hij zal te gemoetkomen aan een lang gekoesterden wensch van alle voors anders van het onderwijs; en zeker is t dat bet vooruitzicht op een prijsuitdeeling de leerlingen zal aansporen tot verdubbelde ijver en plichtsbetrachting. I)e subsidie ten behoeve van het burger lijk of algemeen armbestuur is gebracht op f 2725 tegen f1725 in 1898, dus f 1000 hooger. Is dat niet in strijd met het ge voelen van gedeputeerde staten, die geleide- beschouwde, dat zijn aandacht niet waardig was, maar die mij nu sedert zes maanden onafgebroken het hof maakt en mij onophoudelijk vervolgt met zijn veelbeteekenende attenties en zijn vermetele liefdesverklaringen. Ik haatte dien Aurélien, want hij ia een slecht mensch, valsch, listig, verradelijk, thans echter, na hetgeen er bij de ontploffing in de vallei des Villards gebeurd is, thans heb ik een alkeer van hem, thans vrees ik hem. Ja, riep Filip uit, ik wist wel dat de verkla ring, die gij aan mevrouw De Praoert gegeven hebt omtrent uw zonderlinge vlucht, niet volko men juist was. Dat kon zij ook niet wezen, het was mij onmogelijk het gebeurde in tegenwoordigheid van al die menschen mee te deelen, maar aan u, Filip, die mijn geheimste gedachte zoowel als de geringste mijner daden moet kennen, aan u wil ik alles zeggen. üp hetzelfde oogenblik meende Filip een zacht eeschuifel te hooren op het steile paa, dat naar aen top van de rots voerde. Hebt ge niets gehoord? vroeg hij aan het meisje. Neen. Zij zwegen een oogenblik en luisterden scherp toe. Het geschuifel herhaalde zich, ditmaal iets dui delijker. Nu valt er niet meer aan te twijfelen, iemand bespiedt ons, daar n oet ik het mijne van hebben. Hij sprong op en snelde naar de plaats, van waar het geluid gekomen was. Eerst zag hij niets, maar toen zijn oogen eenigzins aan de duis ternis gewend waren, zag hij een menschelijke gestalte, die aan den voet van het terras op de knieën voortkroop. Hij snelde er op af en hoe meer hij naderde hoe duidelijker hij de vormen van een man kon onderscheiden, die zich daar zocht te verbergen. Zooals elk rechtschapen, rondborstig man had Filip een afkeer van spionnage. Met ruwe hand greep hij den man bij den schouder en dwong hem op te staan. Wat doet ge daar? vroeg hij op minachten den toon. De welbekende stem van oom Daniël antwoordde: O', zijt gij het, luitenant Dormelles? Doe me geen kwaad. Wandelde hier, zag iemand aankomen, woest eu dreigend, werd bang, dacht aan een lijke vermindering der subsidie voorstaan, of is er eene bijzondere ons onbekende reden voor die betrekkelijk aanzienlijke verhooging? Ten slotte een kort overzicht van 't geen Waalwijk in 1899 te betalen zal hebben aan renten en aflossingen Renten van door de gemeente aangegane geldleeningen als van a. f 5350 tl 5 pet. aangegaan in (onbek.) f 267.50. b. f 85000 31/2 pet. aangegaan in 1889 f 2975. c. f 5000 k 4 pet. h in 1883 200.— d. f 28000 a 31/* pet. in 1894 f 980.— f 1000 a 31/2 pet. in 1898 f 35.— f. 12000 3V3 pet. n in 1898 420.— Graan- en geldrenten 1.25 Aflossing van schulden als a% van de leening van 1889 r 2000.— b. g g g 1883 t 1300.— c. g g g w 1898 350.— Uitbetaling van achtergebleven schuldbrieven en coupons g 575.— Totaal f 8803.75 Dit overzicht is zeker niet rooskleurig, vooral als men in aanmerking neemt dat er volgend jaar weer geleend moet worden voor schoolbouw en wellicht ook (en niet weinig) voor de haven. De grootst mogelijke zui nigheid in het geldelijk beheer is dus ten zeerste geboden. Wij hopen dan ook dat bet tegenwoordige hoofd der gemeente zijne bijzondere aandacht zal wijden aan dezen hoogst belangrijken tak der gemeente-ad ministratie en dat hij, na zich door persoon lijk onderzoek te hebben op de hoogte ge steld van personen en toestanden, zal weten struikroover, neem me niet kwalijk, ga al heen, ga al heen. Toen Filip den broeder van mevrouw De Prabert herkende, stond hij verbluft van verbazing en af keer. Hij liet hem los en het verachtelijke wezen maakte terstond dat het buiten zijn bereik kwam. Wees gerust, mompelde oom Daniël onder het heengaan, zal u niet meer hinderen, ben al weg. En hij verdween in de duisternis. Maar nauwelijks was oom Daniël aan den voet van de rots, waar hij zeker kon zijn dat Filip hem niet meer zag of hoorde, of hij bleef staan, keerde zich om, kief zijn beide magere vuisten dreigend omhoog en mompelde: Zal mij wreken, zal mij wreken, brutale indringer, morgen, nog voor morgen, Aurélien gewroken, ik gewroken, allebei gewroken, ja, ja. nu haast maken, nog wel op tijd komen, kom er nog wel. Na deze afgebroken volzinnen te hebben uitge- stooten, vervolgde hij met snelle schreden zijn weg. Filip was inmiddels bij Marguérite terugge keerd. Zij wachtte hem met ongerustheid. Het is niets, zeide hij, oom Daniël dwaalde hier rond. Dan heeft hij ons zeker bespied, maar het komt er niet op aan, ik zal morgen aan mijnheer De Prabert zeggen wat mijn voornemens zijn en welke verbintenis ik met u gesloten heb. Even wel, mijn vriend, al durl ik er mij op beroemen dapper en vastberaden te zijn, toch ben ik be vreesd voor dat wanstallige wezen, dat valsche, trouwelooze monster dat men oom Daniël noemt en waarvan ik steeds een onbedwingbaren afkeer heb gehad. Ol het is een vreemde familie die der Praberts. Stel u gerust, mijn lieveling, zijn wij niet jong, sterk en vol levenslust? Hebben wij met die onberekenbare kracht: de liefde? Ol wij zullen zegevieten. twijfel daar geen seconde aan, Mar guérite, wij zullen zegevieren. Ik geloof en hoop het, maar, Filip, neem u in acht voor oom Daniël. Met blinde gehoor zaamheid en duivelachtige behendigheid zal hij de plannen van Aurélien jegens u ten uitvoer bren gen en die twee vereenigd. zyn in staat tot de afschuwelijkste daden. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1898 | | pagina 1