Nummer 05. Donderdag* 1 December 1898. 21c Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
ANTOON TÏELEN,
Staatkundig overzicht.
FEU1LLETOO.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Duitschland.
Zwitserland.
Italië.
Amerika.
UITGEVER:
Waalwijk.
De Echo van het
WaalwyksÉe en Langslraalsche Courant
Dit Bind verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
A b o n n e m e n t s p r ij s per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f 0,60daarboven 8 eent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
In de Maandag gehouden kamerzitting in
Frankrijk waren verschillende interpellaties
aan de orde. De afgevaardigde Bos zegt dat
tot nu toe niets dan kwade trouw in de zaak
Piquart is ontwikkeld en valt generaal Gonse
aan, hij wenscht dat de regeering den krijgs
raad uit zou Doodigen te wachten.
De afgevaardigde Massabeau wil juist het
tegengestelde van den vorigen spreken.
Het woord is aan Millerand.
De Krijgsraad zegt deze moet tot
het uitstel besluiten de Regeering is tot het
bevelen hiervan de aangewezen macht. De
Minister van Oorlog, Freycinet, kan, als
hoogste chef, staande dus boven den Gou
verneur van Parijs, Zurlinden, den da'um
voor het b'jeeuroepen van den Krijgsraad
wijzigen. Na nog enkele sprekers beproeft
Cavaignac te spreken maar hij wordt ont
vangen met een veelzijdig gekrijsch van Hou
Hou d. w. z. hij wordt uitgejouwd.
De Minister van Oorlog de Freycinet ver
klaart dat de regeering niet weigert om aau
het Hof van Cassatie mededeeling van alle
dossiers te doen, onder voorbehoud altoos van
de belangen der nationale verdediging, maar
dat ook bij de militaire rechtspraak nu een
maal eene zaak is aanhangig gemaakt. De
Kamer moet de onafhankelijkheid der justitie
eerbiedigen.
Millerand antwoordt, dat de Kamer het
recht heeft, de regeering te verzoeken Zur
linden uit te noodigen zijn order te veranderen.
Minister Dupuy verklaart dat de regeering
niet bereid is, last tot het verdagen van de
zaak Piquart te geven, aangezien hierdoor 't
beginsel zou worden aangerand van de schei
ding van bevoegdheden, en men hierdoor in
een maalstroom van willekeur zou geraken.
De beslissingen der justitie moeten geëerbie
digd worden.
Tot stemming wordt overgegaan.
Een motie, waarbij vertrouwen in de re
geering wordt uitgesproken, woidt aangenomen
met 437 tegen 73 stemmen, nadat eeu motie
IV.
19 De verliefden.
In het voorbijgaan wisselde de zoon van Bernard
I)e Prabcrt een blik vol haat met Filip Dormelles,
ecu blik die kon gelden voor een oorlogsverkla
ring, de uitdaging tot een strijd zonder genade.
Het paar was aanstonds weder in den maal
stroom dei dansers verdwenen en Filip keerde
naar de vestibule terug.
Weldra kwam een bediende hem naraen9 me
juffrouw Marguerite zeggen dat mevrouw De Pra-
bert weder tot kalmte was gekomen en dat er
volstrekt geen gevaar meer bestond.
Filip verzocht daarop om het rijtuig dat hem
gebracht had en was eeuige minuten later op weg
naar het dal des Villards.
V.
De ontdekkingen van Martineau.
Het programma, opgesteld door Jules Léonidas
Martir.eau werd letterlijk uitgevoerd en zonder
eer.ige stoornis. In gezelschap van den sappeur,
die het tentwagentje bestuurde dat door luitenant
Filip was versmaad, begaf hij zich naar het dorp
Aiqurande-les-Villards, stapte uit voor de herberg
van moeder Jacqueline en gat haar op schertsend
hoogen toon bevel het beste, dat zij in keuken of
kelder had op te disschen, Er was niets wat de
kasteleines liever deed, zij kende den soldaat Jules
Leonidas Martineau reeds van haver tot klaver en
wi9t dat hij steeds geld op zak had en niet gierig
was.
Ge weet er alle9 van, moeder Jacqeline, een
feest menu: soep met ballen, gestoofde forellen, ge
braden kip en dauphinéappelen voor dessert, en
goed uw best er op doen hoor.
Ge blijft toch maar altijd dezelfde lekkerbek!
lachte de dikke waardin.
Altijd, moeder Jacqueline, de vraatzucht vind
ik de mooiste van de zeven hoofdzonden en als
men de andere zes maar links laat liggen, dan
zal het met die eene zoo nauw niet genomen wor
den, denkt ge wel?
waarbij de regeering wordt uftgenoodigd de
verdaging te gelasten, met 41L tegen 87
stemmen is verworpen.
Zooals al gemeld is, heeft Onoe, de Russi
sche minister-resident te Athene, vergezeld
van de minister-residenten van de drie andere
Kreta-mogendheden Zaterdag den Kouiog van
de Grieken meegedeeld dat de mogendheden
zijn tweeden zoon, George, tot hun lastheb
ber op Kreta hadden uitgekozen. De Koning
antwoordde, dat hij den prins verlof gaf om
de benoeming aan te nemen. Met bewogen
stem verzekerde hij aan de gezanten dat hij
de mogendheden zeer dankbaar was voor hun
bemoeiiugen, waaraan de oplossing vau het
Kreta-vraagstuk te danken was. Hij verwachtte
dat zij de Kretenzen zouden blijven be
schermen.
Daarop ontving prins George zelf, in
Grieksche marine-uniform, de vier heeren,
hoorde hun meedeeling aan en verklaarde de
benoeming aan te nemen, tevens beloveude
zijn best te zullen doen om zich de hem
opgedragen taak, bestaande in het tot rust
brengen van het eiland en het verzoenen van
christenen en mohammedanen, waardig te
betooneo.
Maandag zouden de gezanten van Fraukrijk,
Engeland, Italië en Rusland de Porte plechtig
kennisgeven van de benoeming.
De vier vloodvoogden op Kreta hebben
besloten, voor het inschepen van het oorlogs
tuig geen Turksche soldaten op het eiland
toe te lateD, maar zelf daarvoor te laten
zorgen.
PARIJS, 28 Nov. De Spaansche zaakge-
lastgden ter vredesconferentie hebben de
Amerikaansche vredesvoorwaarden aangeno
men, d. w. z. toegestemd in den afstaud van
de Filippijnsche eilanden en den Solo Archipel
Wel zeker, mijn jongen, ge hebt gelijk. "Nu,
wees maar gerust, hoor, ge zult smullen.
Daar twijfel ik geen seconde aan, maar ge
moet tevens wat haast maken want ik rammel
van den honger en om u een handje te helpen zal
ik de forellen en de kip gaan halen.
Zooals ge wilt, mijn jongen, en dan zal
Philibert u helpen.
Philibert, de zoon van moeder Jacqueline, was
een groote lummelige jongen van zeventien jaar,
dik, dom, vadzig en lui.
- Philibert! O hél Philibert! schreeuwde Mar
tineau, haal het vischnet en een mes om de kip
te slachten.
Maar Philibert, die op zijn gemak een boterham
zat te eten, zoo dik dat hij ze bijna niet «verga
pen ko", haastte zich volstrekt niet om aan dit
bevel te voldoen.
Martineau stampvoette van drift en riep:
Als ge niet terstond hier zijt, lummel, dan
zal ik u aan uw ooren komen halen!
Deze bedreiging maakte eengewenschten indruk.
Philibert propte nog haa6tig zijn grooten mond
vol brood en ging toen naar de keuken om te
halen wat Martineau noodig had.
Maar het ging toch op looden schoenen, zoodat
moeder Jacqueline, die reeds bezig was haar for
nuis aan te maken, hem toevoegdr:
Kom,maak toch wat voort, luiwammes!
Martineau rukte den jongen het vischnet uit de
handen en had met een paar sprongen de binnen
plaats van de herberg bereikt.
De zon was reeds ondergegaan, maar het was
toch nog licht genoeg voor hetgeen Martineau te
doen had. Midden op de binnenplaats was een
kleine vijver, waar het water door pijpen onder
den grond voortdurend in strooming werd gehou
den en in dien vijver bewaarde moeder Jacqueline
haar forellen, waarmee zij in den geheelen omtrek
naam had gemaakt.
Martineau stak het schepnet, aan een langen
stok bevestigd, onder water sleepte het een paar
malen rond eu trok het op. Het was tamelijk
zwaar, wa«tt er spartelden eenige groote visschen
in.
Met een glimlach van tevredenheid beschouwde
Martineau de zilverwitte rivierbewoners.
Mooi zoo, we hebben keus, zeide hij terwijl
hij het net met de visschen op den kant legde.
Maar waar blijft nu die slaapkop van 'n jongen?
tegen 20 millioen dollars. De Amerikanen
zouden de geheele groep van de Carolinen
koopen. De quaestie van de Cubaansche
schuld is nog hangende. Woensdag weder
bijeenkomst.
Toen Zaterdag de Keizer en de Keizerin
te Potsdam aankwamen, vlagden hier en daar
te Berlijn de openbare gebouwen de school
kinderen te Potsdam hadden op 's Keizers
last vrijaf gekregen en vormden een eerewacht
aan het station. Natuurlijk waren daar ook
de stedelijke autoriteiten.
Het heeft de aandacht getrokken, dat de
Keizer den Rijkskanselier en het geheele
ministerie, mede aanwezig, onmiddellijk, nog
in het station zelf, om zich heeft geschaard
en in een gesprek dat bijna een uur geduurd
heeft over de oogenblikkelijke, zoowel als de
te verwachten resultaten van zijn reis in het
Oosten, heeft ingelicht. Z. M. zeide tevreden
over den uitslag te zijn.
Nog dit, ten slotte terwijl te Berlijn het
vlaggen van particuliere zijde uiterst gering
was en zich vrijwel tot de hofleveranciers
beperkte, hadden alle katholieke kerken de
Duitsche en de Pauselijke vlag uitgestoken en
werden alle klokken er geluid een hulde
betoon, nog nooit aanschouwd.
De last, dien Zwitsei land van vele der daar
werkende Italianen ondervindt, wordt van jaar
tot jaar zwaarder. »De Italianen-plaag» is in
de dagbladen een bekend opschrift. Moorden,
aanranding, roof, diefstal, onzedelijke handelin
gen zijn aan de orde van den dag, vooral in
dezen tijd, nu het werk schaarsch is. Honder-
deu flinke werklieden trekken tegen den winter
met het overgespaarde geld naar hun land
terug, maar honderden anderen, de slechtste
elementen blijven. Zij bedreigen de veiligheid
en geven politie en rechters handen vol werk.
De conti óle bij de zuidelijke grenzen wordt
steeds verscherpt; 't geelt weinig, 'tTreurig
Heila, Philibertl Philibert!
Daar kom ik al, daar kom ik all riep de
jongen op lijmerigen toon.
Dat is maar goed ook, want ik wilde u al net
komen halenl riep Martineau terug.
De jongen slenterde de binnenplaats op en zette
een emmer neer, waarin Martineau de visch zou
kunnen werpen. Met kennersblik monsterde Mar
tineau de forellen en had er weldra twee uitge
kozen, die hij in den emmer wierp, terwijl hij de
overige in den vijver teruggooide.
De forellen die hij had uitgezocht, wogen elk
minstens een kilo.
Breng dat nu naar de keuken, zeide hij te
gen Philibert, terwijl hij hem den emmer toe
schoof, en kom dan terug, maar vlug hoor!
Terwijl de knaap met zichtbare moeite den em
mer naar de keuken sjouwde, begaf Martineau
zich naar het kippenhok, dat eveneens op de bin
nenplaats stond.
De kippen van moeder Jacqueline9 liepen reeds
kalm up haar stok, maar in die kalme rust wer
den zij wreed gestoord door de lange armen van
Martineau, die de grootste kip bij de vlerken pakte.
Hij betastte het beestje overal en knikte met het
hoofd, voldaan over den uitslag van het ondetzoek.
Goed zoo, mompelde hij, ik heb er de mooiste
uitgezocht; deze weegt wel drie kilo schoon.
Hij nam zijn buit mee naar het schuurtje. Weer
schreeuwde hij:
Philibert! Allonsl Philibert!
De jongen stond ditmaal reeds achter hem.
Hier ben ik al.
Hij is er allherhaalde Martineau spottend en
klopte den jongen daarbij op den schouder. Braaf
zoo, mijn zoon, als ge zoo voortgaat, dan zult ge
nog vlug worden, bij lengte van jaren.
De knaap lachte dom.
Philibertl hernam Martineau hebt ge het mes
bij u?
Ja.
Goed zoo, geef hier.
Hij nam het mes uit de hand en bekeek het
Kan men daarmee snijden?
Welja.
Hebt ge 't zelf geslepen?
Weineen.
Des te beter.
Martineau zette het mes even aan op zijn schoen
zool en wierp daarna de kip achterover op de tafel
gevolg is nu, dat er vereenigingen worden
opgericht rnet het uitsluitend doel „de Ita
lianen in Zwitserland uit te roeien".
De politie te Rome is gewaarschuwd, dat
vier anarchisten, een Italiaan, een Spanjaard
en twee Franschen, aldaar zijn aangekomen,
om een aanslag te doen op het leven van
koning Uroberto.
Te Genua heeft een hevige storm
veel schade aangericht. De Duitsche kruiser
„Herta" werd tegen een ander schip geslin
gerd, waardoor beide lichte averij bekwamen.
Het spoorwegverkeer tusschen Genua en de
Riviera is gestoord.
Vervolgingen op de Philippijnen.
Men herinnert zich, dat generaal Otis aan
Aguinaldo verzocht had de geestelijken, die
hij gevangen hield, in vrijheid te stellen de
hoofdman antwoordde, dat de geestelijken
niet slecht behandeld wordeu, en weigerde
dus. Hij gaf voor, dat zij als vrijwilligers
dienst hadden genomen en hij ze dus kon
beschouwen als krijgsgevangenen.
De Amerikaaüsche aalmoezenier, de eerw.
heer Mac Kounen, du protesteert tegen de
verklaring van Aguinaldo. Hij verzekert, met
eigen oogen gezien te hebben hoe de Spaan
sche gevangenen, zoowel vrouwen als mannen,
door de opstandelingeu mishandeld werden.
Te Pinamalagan leefde, te midden van de
inboorlingen, één enkele Spanjaard, Dom
Rodriguez, die een houdhandel dreef. De
opstandelingen trachtten hem onverwachts te
dooden. Zij konden er echter niet in slagen;
vast besloten zijn leven duur te verkoopen,
verschanste hij zich in zijn huis met zijn
vrouw, eene getrouwe, heldhaftige inboorlin-
ge beiden verdedigden zich als helden tegen
de woestelingen. Zeven en vijftig opstande
lingen werden door de goedgemikte schoten
van het ter dood veroordeelde paar neerge
in het schuurtje, terwijl hij haar kop achterover-
trok.
Philibert sloeg hem met aandacht gade, vol be
wondering over zooveel handigheid en daar het
al vrij duister wu9, kwam hij met zijn gezicht in
de onmiddelijke nabijheid van de ter dood ge
doemde kip.
Martineau wilde hem reeds toevoegen:
Kom er niet zoo dicht bij, domkop, maar
eensklaps kwam er een boosaardig plan in hem
op, een plan dat hem reeds bij voorbaat in zijn
vuistje deed lachen.
Krachtig haalde hij het mes door den nek van
de kip en sneed haar de slagader open.
Den straal warm bloed spoot uit de wond en
spatte den armen Philibert in de oogen en over
het gelaat.
Poehl Poeh! proestte hij, terwijl hij wegliep
zoo hard hij kon Moederl Moeder! daar zal ik
blind van worden.
Neen, daar wordt ge niet blind van, niaar
dat leert u beenen maken! riep Martineau.
Toen ziju kip geslacht, geplukt en schoonge
maakt was, ging hij naar de keuken, uiterst vol
daan dat alles zoo naar wensch ging.
In de keuken vond hij moeder Jacqeline bezig
het gezicht van haar Philibert af te wasschen, ter
wijl zij hem geruststelde, dat zoo'n beetje kippen-
bloed hem niet blind zou maken.
Kom, kom, zeide Martineau om den vrede
te herstellen, een glaasje bessen* zal alles weer
goedmaken.
Philibert had een zwak voor aalbessenbrande-
wijn. Zoodra hij zich overtuigd had, dat hij uit
zijn linker- zoowel als uit zijn rechteroog nog
goed kon zien, zette hij zich in de gelagkamer
tegenover Martineau aan tafel en dronk met zicht
baar welgevallen het roode vocht, waarop deze
hem trakteerde.
Martineau en de sappeur-koetsier, die intusschen
zijn paard uitgespannen en gestald had, verkwikten
zich aan een glaasje absinth.
Een half uur daarna werd een helderwit tafel
kleed, dat sterk naar iriswortel rook, op de tafel
uitgespreid eu bracht moeder Jacqueline een soep
terrine op, waaruit een eetlustprikkende geur ont
snapte.
Wordt vervolgd.