BUITENLAND. Belgie. Fr aakrijk. Spanje. Duitschland. Oostenrij k- H ongarïje. Rijkspostspaarbank. BINNENLAND. Alliantie meer en meer fictief wordt, waaruit het blad besluit, dat niets meer een vriend- schappelijker toenadering tusschen Rusland en Oostenrijk iu den weg staat. Nabij 12 forten rondom Luik worden ba rakken gebouwd, om troepen te huisvesten, De barakken voor ieder fort kosten 40,0()0 francs. PARIJS, 5 Dec. Kolonel Picquart heeft tot het Hof van van Casatie een verzoekschrift ge richt, tot regeling van rechtsgebied, met eeu beroep der artikelen ran het wetboek voor strafvordering, waarin aan het Hof het recht wordt toegekend de jurisdictie aan te wijzen, wanneer voor de burgerlijke en de militaire rechtbank dezelfde zaak of met elkander verknochte zaken aanhangig zijn gemaakt, en levens uitspraak te doen over de handelingen enz. van den rechter, aan wien dc zaak wordt onttrokken. Het zal in Enge'and een onaangename verrassing geweest zijn, te hooren, dat de Franschen nu ook te Chartoem een school willen oprichten, en later een te Fasjoda. De bekende ijveraar voor Frankrijks koloniën Francois Deloncle, he. ft het nieuws in de Temps ruchtbaar gemaakt. Na hulde te heb ben gebracht aan het edele initiatief» van Lord Kitchener, zegt Deloncle, dat een groep Franschen, »bij Engeland in dat beschavings werk niet achter willende blijven", twee inrichtingen wil scheppen „voor het onderwijs en de opvoeding» der inboorlingen eerst te Chartoem een Ecole de France en later te Fasjoda een Ecole Marchaud. Het grootste deel vau het geld voor deze beide stichtingen is reeds bijeen. Vraagt men of Frankrijk recht heeft tot 't openen van die scholen, dan antwoordt De loncle „Chartoem en Fasjoda, Egyptisch grondgebied en slechts aan den chedive onderhoorig, hebben niet opgehouden onder het gezag der capi'ulaties te s-aan, en Fran schen hebben er dezelfde voorrechten als Engtlschen. De Fransche instellingen, die voor de gebeuitenissen van 1884 te Chartoem bloeiden, roept men nu tot wedergeboorte op, onder bescherming van ons agentschap te Kaïro en van het Fransche consulaat, dat er (te Chartoem) zonder eenigen twijfel weldra weder gevestigd zal worden. >Onder deze omstandigheden vervolgt Deloncle hebben wij eeuige reden om te hopen, dat, zonder er aanspraak op te maken aan den Opper-Nijl den machtigen geestelij ken invloed te oefenen, dieu wij nog in Neder- Egypte bezitten, onze nieuwe scholen een goed figuur zullen maken naast het Gordon Co'lege en voor haar deel bijdragen aan de zedelijke en stoffelijke ontwikkeling van Egyp tisch Soedan." Wat er eigenlijk gaande is, komt men niet te weten, daar de censuur op de telegrammen zeer streng is, maar uit verschillende corres pondenties blijkt toch wel, dat de Carlisten zeer actief zijn en dat zij vordering maken. De „Epoca" zegt, dat de beweging zich heefr uitgebreid tot Vicaya en Guipuzcca. Het gerucht wint veld dat Don Carlos een mani- zich neer op een met mos begroeiden steen. Hoort ge wel hoe hij raast en tiert, die dui- velsche stroom, ging Martineau voort. Het is een vreeselijke draaikolk waar wij straks over moeten, luitenant. Het water spat zoo hoog op, dat liet ons hier zelfs in het gezicht stuift. Ik ga eens even zien of alles nog wel iu orde is op die kippen- brug. Filip voelde inderdaad een fijnen motregen, ver oorzaakt door het water uit den stroom en die hem verkwikte, want zijn gelaat gloeide koortsachtig. Met de lantaarn in de hand ging Martineau naar den vlonder. Hij begon met eenige malen aan de leuning te schudden, ten einde zich te verzekeren dat deze stevig zat. Zij doorstond de proef bevredigend. Vervolgens zette hij den voet op de boomstammen en deed voorzichtig een paar schreden. Martineau hield zijn lantaarn zoo, dat hij goed voor zijn voeten kon zien. Zonder ongeval legde hij een' derde van de lengte der brug af. Zooals wij weten bestond de vlonder uit twee boomstammen, de leuning was geheel afzonder lijk en rustte op paaltjes, die aan den kant in den grond geslagen waren. Martineau had aldoor op den rechterboomstam gfioopen, nu echter zette hij den voet op den lin ker, doch zonder de leuning los te laten. Dat was zijn geluk, want nauwelijks had hij den lin- kerboomstam betreden, of'deze kraakte, er brak een groot stuk uit en stortte in den stroom, waar het woeste water het in duizelingwekkende vaart meesleurde en tegen de rotspunten stootte Martineau hing echter met de eene hand aan de leuning met de andere hield hij zijn lantaarn vast, en wist zich daaraan op te trekken naar den rechterboomstam. Hij huiverde bij de gedachte aan het gevaar, waarin hij had verkeerd en kon zich niet genoeg gelukwcnschen met zijn voorzichtigheid in geen geval de leuning los te laten. Nu boog hij zich voorover en beschouwde bij het licht van zijn lantaarn de plaats waar het hout was afgebroken en mompelde daarbij: Urrr, daar ben ik mooi afgekomen. Het had weinig gescheeld of ik lag daar beneden in dat woelige water te spartelen en dan zou hot niet lang gedunrd hebben of Jules Léonidas zou al ziin ribben hebben stuk gestooten tegen die liefe lijke rotspunten. Ik mag in de kerk wel een extra fest aan het leger zal uitvaardigen, waarin hij steun vraagt tot wraak over het prijsgeven der koloniën. Vooral in Catalonië zijn de Carlisten druk in de weer. In vele groote steden, zelfs in Madrid, loopen zij rond met officiersbrevetten, geteekend door Don Carlos, en bieden voor vrijwilligers eene soldij van drie peseta's per dag. De regeering begint nu toch eigenlijk ook in te zien naar het heet, dat de toestand ernstiger is dan de heer Sagasta aanvankelijk wel dacht. In de Hamburgsche voorstad Rothenbürgs- ort is een werkplaats van valsche munters ontdekt. Er zijn een aantal valsche tweemark stukken, vormen; enz. in beslag genomen en de twee valsche munters, een kommies en een schilder, zijn in hechtenis genomen. Er zijn thans eenige bizonderheden bekend omtrent de voorgenomen reorganisatie van het Duitsche leger. Alle wijzigingen, welke men in de organisatie zal aanbrengen, zijn nog niet bekend; doch enkele zijn medegedeeld door de Müncher Alg. Zeiteng. Volgens dat blad zal het Pruisische contin gent worden vermeerderd met 11424 man en 2850 paarden. Er zullen nieuw gevormd worden: 1 generaal koramando, 3 divisie staven, l inspectie der „Verkehrs" troepen, 18 brigadestaven der veld-artillerie, 1 inspectie der telegrafisten, 14 regimentstaven der veld-artillerie, 14 afdeelingsstaven der veld artillerie, 35 rijdende batterijen, 1 afdeeling der spoorweg brigade, 3 bataljons van den tele graafdienst, 1 half-invaliden afdeeling. Er zal een versterking intreden bij 39 regimenten infanterie, 38 batterijen rijdende artillerie 17 regimentsstaven der veld-artillerie, de spoor weg-regimenten, de afdeeling luchtvaart enz., waar tegenover staat een vermindering o. a. bij 28 regimenten infanterie, 33 regimentssta ven der veldartilierie, 2 batterijen veldartillerie en 334 >lahrendc» batterijen. Alles bijeengenomen komen er 13089 man en 3146 paarden bij, terwijl de vermindering bedraagt 1665 man en 296 paarden. De jubileumsfeesten zijn te Weenen en in de geheele monarchie met groote opgewekt heid gevierd. Allerwege werden plechtige godsdienstoefeningen gehouden, waaraan de plaatselijke, burgerlijke en militaire autoritei teken deelnamen. De gemeenteraad van Weenen hield een buitengewone zitting, waarin burgemeester Lueger een feestrede uitsprak. Alle bladen bevatten feestartikelen en aan een aantal autoriteiten, hofbeambten, dignitarissen, militairen, kunstenaars en letterkundigen zijn onderscheidingsteekepen verleend. Te Pest is het jubileum voornamelijk gevierd met plechtige kerkdiensten en door missen in de kazernen. In verband met het regeeringsjubileum zijn talrijke liefdadige instellingen in het leven geroepen tot een gezamenlijk bedrag van 30 millioen gulden. De illuminatie van de stad is uitstekend geslaagd. Alle openbare en duizenden parti culiere gebouwen waren versierd en verlicht. Het raadhuis en de Votiv kerk muntten uit boven al het andere. Van dn tweede galerij van den toren€dezer kerk werd door bazuin blazers eerst het „Ave Maria" en daarna 't Volkslied gespeeld, welke laatste zang groote enthousiasme wekte onder de menigte, die in de omliggende straten geschaa'd s'ond. kaars laten branden voor Sint-Leonidasmijn schutspatroon. Maar hoe drommel kan er nu een stuk midden uit dien boomstam zijn gevallen, üat is toch niet mogelijk. Ha, wacht eens, ja zeker, ik vergis me niet, hier is iemand aan het zagen geweest. Inderdaad, niet verover de helft van den boom stam was de breuk vrij glad, alleen het onderge deelte was afgebroken. De man! riep Martineau uit, de man dien ik op de brug zag. Ja, ja, ik heb het niet gedroomd, ik zag hem ook veel te goed. Nu begon Martineau ook den rechterboomstam te onderzoeken; steeds met zijn hand aan de leuning liep hij in gebogen houding voort en keek goed uit, bij het licht van zijn lantaarn. Jawel ook de rechterboomstam had iets verder eenzelfde be werking ondergaan, er was een diepe gleuf in ge zaagd en zoo iemand argeloos daarover had geloo- pen, dan kon het niet anders of hij was in het water gevallen. Het was der aandacht van Filip niet ontgaan, dat er op de brug iets buitengewoons plaats had. Hij «ad de zonderlinge bewegingen gezien, die de lantaarn van Martineau maakte, hij had ook den kreet van zijn oppasser gehoord, toen deze dei: boomstam onder zijn voeten voelde bezwijken en was daarom besloten zelf eens te gaan onderzoe ken, wat er op den vlonder gebeurde. Hij stond op en na slechts een paar passen ge daan te hebben, stond hij nan den vlonder. Juist keerde Martineau zoo voorzichtig mogelijk terug en zoodra hij zijn luitenant gewaar werd riep hij hem toe. Blijf daar, luitenant, kom niet nader, d/e brug is dooi gezaagd. Doorgezaagd? herhaalde Filip. Ge droom tl Neen, luitenant, ik droom niet en toen ik den man, waarvan ik u zooeven sprak, op de brug meende te zien, toen droomde ik evenmin. De brug is doorgezaagd en op een uiterst sl twe ma nier, dat verzeker ik u. üit beide balken is een stuk gezaagd van drie of vier voet; bet stuk zit er nog in, maar bij de minste aanraking valt het er uit. Dat van den linkerboomstam ligt. reeds beneden in den stroom en het had weinig ge scheeld of ik had de reis meegemaakt en dan was er weinig van mij overgebleven. Onder deze woorden was Martineau weer op den kant gekomen. Aan het postkantoor te Waalwijk en de daaronder ressorteerende hulpkantoren werd gedurende de maand November: ingelegd f 5276.67 terugbetaald f5291.38 Het laatste, door dat kantoor uitgegeven boekje draagt h'et nummer 2767. WAALWIJK, 7 Dec. 1898. Elcctrisck station te Waalwijk. Jleeds eenigen tijd loopen in onze gemeente geruchten over het vooruitzicht, dat Waal wijk eerlang electrisch zal worden verlicht. Uit inlichtingen ons welwillend verstrekt door personendie wij beschouwen als vol komen op de hoogte, is ons gebleken, dat van vertegenwoordigers te Amsterdam der Allgemeine Elektricitats Geselschaft te Ber lijn de heeren Mijnssen en Co., verleden Vrijdag bij het gemeentebestuur van Waal wijk is ingekomen eene aanvraag om voorloo pt ge concessie tot het oprichten van een station voor electrische verlichting en kracht overbrenging. Een der voorwaarden der voorloopige concessie isdat bij verleenen der definitieve concessie, de concessionarissen de gemeente-gasfabriek tegen een overeen te komen prijs zullen overnemen. Uit besprekingen met verschillende in— dustrieelen gehouden is gebleken dat door de leerlooierijen en schoenfabrieken hiervan gaarne zal worden gebruik gemaakt, evenals door andere industrieele ondernemingen en particulieren ook te Baardwijk, Bezooien Sprang, Kaatsheuvel en Capelle. Wanneer nu de door Waalwijk te stellen voorwaarden omtrent de overname der gasfabriek, voor de Maatschappij geen bezwaar opleveren en de prijs van het licht niet te duur zal zijn, schijnt dus de totstandkoming der onderne ming zoo goed als verzekerd, wat zeker de nijverheid zeer ten goede zoude komen. Het geineentestuur is natuurlijk druk bezig dc zaak te onderzoeken en inlichtingen in te winnen en na de voorloopige concessie zal de Maatschappij plannen overleggen. Als de voorloopige concessie verleend is hopen wij iu eene reeks artikelen de groote beteekenis der zaak voor Waalwijk en aan- tesluiten gemeenten uit een te zetten. Feestelijke intrede van notaris Canters te Drunen. In aansluiting met het kort bericht uit Drunen over den intocht van notaris Canters (zie ons vorig nummer) wordt het volgende gemeld Onze gemeente vierde feest, en terecht. Het gold onzen nieuwbenoemden, alom ge- vierden notaris Canters Na zijne eedsaflegging zou hij zijne plech tige intrede doen binnen zijne standplaats. Behalve vele ingezetenen hadden ook de autoriteiten der gemeente en de leden der harmonie „De Eendracht" zich nabij de grens der gemeente vereenigd om den nieuw benoemde feestelijk te ontvangen. Bij aankomst nam den Edelachtbare heer burgemeester het woord om in eenige ge voelvolle woorden den jeugdigen titularis Zou het mogelijk zijn! riep Filip uit. Wie kan zooiets afschuwelijks hebben gedaan? Een gemeene schavuit, dat is zeker. Als ik hem ooit onder mijn handen krijg1 Geef mij de lantaarn, Martineau, zeide Filip, ik zal zelf eens gaan zien. Waar denkt ge aan, luitenant! riep de op passer uit. Zoo vermoeid als gij nu zijt zoudt ge zeker van de brug vallen; ik, die niet vermoeid ben,was er al bijna ingetuimeld. Maar gelooft ge mij niet. Och, ik heb ook al zooveel domheden begaan, ik ben meestal zoo onhandig dat ge mij niet kunt gelooven, dat is heel natuurlijk, maar toch verzeker ik u dat het ditmaal waar is. Hij dacht even na. Wacht! riep hij uit, ik zal er u het bewijs van leveren, zonder dat ge een voet behoeft te verzetten, 't Is dwaas dat ik daar niet terstond aan gedacht heb. De linkerboomstara is niet zeer diep ingegraven, slechts een paar steenen en een dwarshout houden hem tegen. Die kan ik gemak kelijk opruimen en dan zult ge het zien. Martineau ging op de knieën liggen en enkel met zijn handen woelde hij de narde om, kantel de de steenen weg en maakte het dwarshout los. waarmee de brug bevestigd was. Vervolgens greep hij den boomstam met beide hauden aan en trok hein met een forschen ruk op den kant. Trotsch dat hij het bewijs voor de waarheid van zijn bewering kon leveren, hield hij de lan taarn bij het afgezaagde eind en wees er den luitenant op. Martineau zette zijn lantaarn neer ging op den vlonder, hield zich met beide handen aan de leu ning vast en liep zoo voort totdat Filip eensklaps een gekraak hoorde en er ook een stuk van dezen boomstam in den stroom viel. Daar ligt nu de geheele brug in duigen, zei- de Martineau, toen hij terugkwam, en als ik niet zoo voorzichtig was geweest dan zou het met mij 'juist zoo gegaan zijn. Martineaul Luitenant? Ge zijt een flinke, dappere kerel, ge hebt mij vanavond het leven gered, geef me uw hand. Matineau, die van natuie zeer bescheiden was, keek hem verlegen aan eu stamelde: Maar luitenant.. het was maar toeval ik heb eigenlijk niemendal gedaan. Uw hand! Wordt vervolgd. geluk te wenschen. Nadat cle burgemeester tegenover den notaris in den landauer had plaats genomen, begon de plechtige intocht, opgeluisterd door de welluidende tonen onzer harmonie en onder 't jubelend gejuich de menigte welke aan beide zijden van den weg was ge schaard. Wenschte de jubilaris den dag zoo kalm mogelijk te laten voorbijgaan, de ingezetenen hadden er blijkbaar anders over gedacht en speciaal de buurt had met vluggen spoed een prachtigen eerenboog doen verrijzen tegenover zijne woning. Boven in dien boog tusschen groen en bloemen, was 't volgende in zijn eenvoud zoo welsprekend opschrift aangebracht „Wij allen zijn verheugd Van blijdschap opgetogen, Nu wij deez' eereboog Voor Canters planten mogen. Wij wenschen hem geluk En dat hem God mag sparen Opdat hij in zijn stand Moog' werken vele jaren. Bij zijne woning aangekomenwerd den nieuwen notaris door een der lieve bruidjes onder toepasselijke toespraak een prachtige bloemruiker overhandigd waarna nog eeu der leden van de buurtcommissie en de president der harmonie met eenige weldoor dachte woorden hun gelukwenschen aanbo den. Vervolgens gaf de harmonie nog eenige nommertjes ten beste, waarna Z.Ed. een hartelijk woord van dank sprak tot de geestdriftige menigte, diep bewogen door zooveel oprecht eerbetoon. Vergezeld van den E.A. lieer burgemeester maakte Z Ed. ten slotte een rijtoer door de met mast en vlaggen versierde gemeente en daarmede was het officieel gedeelte van den feestdag geëindigd. Intusschen waren de koffiehuizen gevuld met bezoekers, die allen in de gelegenheid waren gesteld naar hartelust van 't edele gerstenat te genieten. Ooé de armen waren dien dag niet ver geten. De nieuwe titularis werd aan zijne woning nogmaals geluk gewenscht door tal van personen en corporaties. Namens den ge meenteraad deed het raadslid de heer J. IJpelaar in sierlijke bewoordingen uitkomen hoe zeer gansch Drunen was ingenomen met deze zoo zeer gewenschte en in alle opzichten verdiende benoeming. 's Avondsna afloop van de officieels plechtigheidtoen de nieuwbenoemde met zijn familie en personeel het feest en petit comité voortzetteontving ZEd. nog het hoogst vereeren d bezoek van den HoogEerw. Fleer Deken van Heusdente wiens eere de harmonie nog eenige nummers speelde. Alles liep tot iéders genoegen zonder on geval of stoornis der orde af. Schandelijke mishandeling. In den St. Nicolaasnacht had zeker R. alhier de laagheid om zonder eenige aanleiding aan zekeren H. een slag met een hakmes over de hand toe te brengen, waardoor enkele pezen werden dooigehakt, zoodat wellicht H. voor de toekomst het gebruik zijner hand zal moeten missen. Ook zijn andere hand is ernstig gekwetst en ook iemand, die hem vergezelde, liep een verwonding op. H. was niet de persoon op wien 't gemunt was. De dader is aangehouden en zal tei be schikking der justitie worden gesteld. Kamerverkiezing te Deventer. De (niet officieele) uitslag der herstemmiug voor eeu lid der Tweede Kamer in het kies district Deventer is Uitgebracht 4870 geldige stemmen. Gekozen jhr. mr. VV. H. de Beaufort (lib.) met 2889 stemmen. De heer J. van Loenen Martinet (rad had 1981 stemmen. De uitslag der eerste stemming was Uit gebracht 4200 geldige stemmendaarvan verkregen de heeren jhr. mr. W, H. de Beau fort (lib.) 2091, J. van Loenen Martinet (rad. 1209; jhr. mr. R. E. VV. van Wecde (antirev.) 417, VV. H. Vliegen (soc. dem. 376 en G. J. Bieleman (lib.) 107 stemmen. Tweede kamer. Men seint uit 's Gravenhage Bij het voortgezet debat over de staatsbe- grooting in de tweede kamer is door den minister van financiën medegedeeld dat het wetsontwerp legen ontduiking van den per soonlijken dieustplicht bij den raad van state is. Hij verzekerde van eenstemmigheid van het kabinet op sociaal gebied en bestreed de slaatspensionneering van werklieden als wreed voor de arbeidersklasse. Het vraagstuk zelf blijft in studie. De heer Van der Kun stelt wegens drin gend noodige vei sterking der middelen eene motie voor, verklarende dat het tarief der invoerrechten zoodra mogelijk moet worden herzien. Deze zal later worden behandeld. Bij het algemeen debat over hoofdstuk III (Buitenlandsche Zaken) drong de heer Schaep- mau er op aan. dal de Minister

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1898 | | pagina 2