Nummer 16. Donderdag 23 Februari 1899. 22e Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, ANTO0N TXELEN, Bekendmaking, FEUILLETON Staatkundig overzicht. UITGEVER Waalwijk. Arbeidswet. ""TJllWWH'Mil l .1..L.. 1.1_i.|i_ j J_L l"l—J Li lü .1 1 .1 «|i n i jpi ui mi i f Hj._IL"JIIJ-,LII»J ,'W iP—BWWWWWiaWlWWn' Waalwijkschf en LiDgstraitsche Courant Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk fl,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worcfen alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Lijst van hoogstaangeslagenen. De gedeputeerde staten van Noordbrabant; Gelet op art. 102, 2e lid der kieswet Noodigen de inwoners dezer provincie uit, om, zoo zij in eene andere provincie, dan die hunner woonplaats, in 'srijks directe belastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór 15 Maart a.s. te doen blijken door overlegging ter provinciale griffie van hunne aanslagbiljetten of van uittreksels uit de kohieren der directe belastingen, ten einde daarvan te kunnen gebruik maken bij desamen- stelling der lijst van hoogstaangeslagenen. 's Hertogenbosch, 16 Februari 1899. De gedeputeerde staten voornoemd, A. VAN VOORST TOT VOORST. De griffier, SPRENGERS. De burgemeester der gemeente Waalwijk maakt bekend, dat blijkens aanschrijving van den Hoog EdelGestrengen Heer Commissaris der Koningin in Noordbrabant, de grenskantoren de Iilinge station, en de Klinge dorp, met ingang van 15 dezer wederom voor den invoer van melkvee uit Nederland zullen zijn geopend. Waalwijk, 20 Februari 1899. De burgemeester voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. Tijdige indiening van verzoeken om vergun ning tot overwerk. De burgemeester van Waalwijk brengt hiermede onder de aandacht van de fabrikanten en werk gevers in deze gemeente; dat aanvragen om verlenging van arbeidsuren voor jongens en vrouwen in fabrieken en werk plaatsen, gericht aan den heer commissaris dei- koningin volgens art. 5, 3de zinsnede der arbeids wet, steeds zoo tijdig moeten worden ingediend, dat het mogelijk zij de vereischte adviezen in te winnen; dat belanghebbenden, dis hiermede geen reke ning houden, de moeielijkheden, uit te late in zending voortspruitende, aan zich zelv.en te wijten hebben; dat voorts bij ieder verzoek moet vermeld worden de naam van den fabrikant of werkgever, en de aard van de fabriek of vaR het werk; ter wijl de redenen, die aanleiding geven om de verlenging der arbeidsuren te vragen, duidelijk moeten worden omschreven. I. Op reis. 43 De jonge man stapte in een coupé naast die waar hij den Amerikaan gezien had en die, tot zijn niet geringe vreugde, ledig was. Hij trok de gordijntjes neer en zette zich aan het portier, vast besloten om goed toe te zien of de man ook ouderweg zou uitstappen. De trein vertrok en de Amerikaan was niet op het perron gekomen, hij zette dus zijn reis voort. Onder het rijden scheen er eensklaps een ge dachte bij hem op te komen; hij haalde zijn spoorboekje te voorschijn, keek wanneer de trein te Parijs zou aankomen, scheurde vervolgens een blaadje uit zijn portefeuille en schreef met potlood zoo goed zoo kwaad het ging onder het rijden, de volgende regels //Daniël Hilson, avenue des Champs Elysées, Parijs. „Wacht mij met trein, die 8.15 Parijs is, breng detective mee, werk voor hem. Aurélien.' Hij wachtte tot de trein aan het eerstvolgende station stopte, schoof het portiersraampje neer en wenkte den beambte. Kunt gij dit telegram even voor mij laten overseinen vroeg hij. Zeker, mijnheer. Spoedig dan en breng mij het ontvangbewijs. Hij gaf hem het telegram benevens een tien- francsstuk. Wat er overblijft i9 voor uwe moeite. De beambte snelde naar het telegraafkantoor van het station en kwam even later met een reju terug. Mooi, dank u, zeide het jongmensch, waarna hij het raampje weer optrok en het gordijn er voor schoof. De trein vervolgde zijn weg. Ziezoo, mompelde Aurélien, nu ben ik zeker van mijn zaak. VVanneer ik te Parijs kom vind ik daar oom Daniël aan het station met den po- litiemau, dien hij in zijn persoonlijken dienst heeft Tot bespoediging kunnen belanghebbenden hun ne verzoeken indienen door tusschenkomst van den burgemeester, opdat zijn advies reeds dadelijk bij het verzoek aan den heer commissaris der koningin kunne worden overgelegd. Waalwijk, 29 Februari 1899. De burgemeester voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. Het gemeentebestuur van Waalwijk maakt be kend, dat alle schuldvorderingen ten laste van het departement van binnenlandsche zaken van het dienstjaar 1898 vóór of op 30 Juni aanstaande bij de betrokken administratiën, colleges, autori teiten of ambtenaren, door wie de orders tot het doen van leverantien als anderszins gegeven zijn, moeten zijn ingediend. Liefst zag de minister de inzending der bewijs stukken over genoemd dienstjaar zooveel mogelijk bespoedigd en dien uitersten termijn niet afge wacht. Waalwijk, 20 Februari 1899. Het gemeentebestuur voornoemd. K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. De verkiezing van den president der Fransclie Republiek en de beteekenis daarvan. Voor de zevende maal in de Derde Repu bliek heeft, conform aan het artikel der grondwet volgens welke de presidentlooze periode zoo kort mogelijk moet duren, de verkiezing plaats gehad van een president, ditmaal ter opvolging van Felix Faure en met 483 van de 812 geldige stemmen, door Kamer en Senaat in Congres vereenigd uit gebracht, met 76 stemmen du? boven de vol strekte meerderheid van 407, is de president van den Senaat Emile Loubet, tot eerste magistraat van Frankrijk verheven. Feitelijk ontleent deze verkiezing haar beteekenis niet in de eerste plaats aan de persoonlijkheid, welke door de vereenigde republikeinen uit Kamer en Senaat is aange wezen om gedurende de eerstvolgende zeven jaren te zetelen op het Elysée, doch aan de omstandigheden. genomen en die, te oordeelen naar het loon dat hij ontvangt, bijzonder slim moet zijn. Hem zal ik zeggen dat Robert Duhesme waarschijnlijk in Frankrijk is, ik wijs hem mijn verdachten Ame rikaan, hij bespiedt hem in al zijn doen en laten en een paar uur later weet ik precies waar ik mij aan te houden heb. Na dit plan gemaakt te hebben loosde Aurélien een zucht van verlichting, hij was tevreden over zichzelve, niemand 'had behendiger en met meer overleg van de gelegenheid gebruik kunnen maken. Waar zou dit op uitloopen. Misschien op niets, maar misschien ook kon de uitslag zeer gunstig zijn. In elk geval was het een goed middel om eens te onderzoeken of die man van de prefectuur werkelijk zoo slim was als oom Daniël verzekerde. Nu komt het er maai op aan, mompelde de zoon van Bernard de Prabert, dat ik goed toekijk of mijn reisgenoot van Miramont-la-Montagne wer kelijk naar Parijs terugkeert, wil ik mijn mooie plan niet in duigen zien vallen. Wanneer hij aan een der talrijke tusschenstations uitstapt, dan ben ik het spoor bijster en is de kans verkeken. Aurélien lette goed op en hoewel dit spioneeren hem zeer spoedig begon te vervelen, hield hij ij verig vol en loerde van achter de gesloten gordijn tjes van zijn coupé zoo dikwijls als de trein stopte. Dit was achtereenvolgens te Saint Gerraain-des- Fa9sés, te Moulins, te Nevers, te Cosne, te Mor- turgis, te Moret en te Fontainebleau, maar nergens stapte de Amerikaan uit zonder in zijn coupé te rug te keeren. Geen twijfel meer, hij keerde naar Parijs, zijn punt van uitgang terug. Te Fontainebleau stopte de trein ten 6.48. Men was in de tweecU helft van October en het was om dien tijd reeds geheel donker, wat het politiewerk van Aurélienniet weinig bemoeielijk- te. Gelukkig was men bijna aan het doel, nog twee stations moesten gepasseerd worden: Bois-le-Rol, een halt waar alleen op tijdig verzoek werd gestopt en daarna Melun. Nog goed anderhalf uur, zeide Aurélien geeu wend, toen de trein van Fontaineblau vertrok. Het zal mij niet spijten wanneer de reis is afgeloo- pen. Ik ben half gebroken. Hij strekte zich in zijn volle lengte op de bank uit Eensklaps stopte de trein. Aurélien sprong op en snelde naar het portier. Wat is erP mompelde hij. Men moge in Frankrijk zeggen wat men wil. te loochenen valt het niet, dat deze pre sidentsverkiezing heeft plaats gevonden onder het teeken der Dreyfuszaak Loubet gold tot dusver als een verstandig en eerlijk man, die zich evenwel niet heeft onderscheiden door groote daden of door het initiatief daartoe en in de Dreyfuszaak heeft hij zich tot dusver niet gemengd, ten minste niet in dien zin, dat hij gerekend kan worden tot de besliste partijgangers vóór of tegen de her zieningsaangelegenheid. Gevraagd werd een man, die door zijn verleden tot niets gebon den kon worden geacht en Loubet was een van de weinigen, die als zoodanig beschouwd kon worden door zijn vrienden en door zijn eerlijke tegenstanders op politiek gebied tevens. Deze verkiezing heeft der overgroote meer derheid der rcpublikeinsche partij de gele genheid geboden eendrachtiglijk samen te gaan in gesloten gelederen, met verbreking van alle knellende banden met het militai risme eenerzijds met het antisemitisme ander zijds Wat is er van deze eerste benoeming van een senator tot president der Fransche Re publiek, te hopen of te vreezen Het feit, dat de grootschreeuwers onder nationalisten, de antisemieten en de tegen standers der heizieuing, nog vóór dat de verkiezing van Loubet verzekerd kou worden geacht en toeu hij alleen geheeten kon worden „favori" voor den hoogen post, begonnen zij den man te bewerpen met vuil, hem te belasteren als een verkochte, is wèl een bewijs, dat men aaü deze zijde althans geen groote verwachtingen koestert van den nieuwbe- noemden of juister, dat men door zijn verkie zing deerlijk is teleurgesteld. Wat de Quesnay de Beaurepaire Zaterdag morgen in de „Echo de Paris" heeft gezegd ten nadeele van de door Loubet als minister president in 1892 in de Panamazaak gespeelde rol; wat de »Ligue de la patrie franQaise" heelt aangekondigd met betrekking tot den Men was te Bois-le-Roi, een der reizigers scheen verzocht te hebben daar te mogen uitstappen. Voor het kleine station, niet veel meer dan een baanwachtershuisje, brandde een enkele lantaarn, maar die toch licht genoeg verspreidde om het perron te overzien. Voor den duivell riep Aurélien, mijn Ame rikaan is uitgestapt. Inderdaad, de reiziger stond op het perron, juist onder de lantaarn. Reeds gaf de stationschef het teeken tot verlrek de conducteur floot om dit teeken aan den ma chinist over te brengen, de locomotief liet grilend haar stoom uit en de trein kwam weer in beweging. Aurélien greep zijn reistaschje, opende het por tier aan den tegenovergestelden kant van het station en sprong op den weg. Tot lijn geluk kwam er geen trein voorbij, anders zou hij onder de wielen verpletterd zijn geworden. Nu liep hij kalm over de rails en kwam op het perron, waar hij zich zooveel mogelijk in de schaduw hield. De Amerikaan sprak met den beambte, die aan den uitgang de controle hield. Aurélien luisterde. En wat is de naaste weg daarheen vroeg de reiziger. Gij gaat over de brug bij het station, slaat links af, volgt den weg tot ge op de markt komt waar de kerk en het raadhuis staan, dan gaat ge langs het kerkhof, steekt den spoorweg over, gaat over de brug des Petits-Prés, slaat rechts af en komt zoo op een smal pad dwars door het weiland. Het eerste huis, waar ge aankomt is dat van den gepensioneerden boschwachter Dorraelles. Ge kunt u niet vergissen, het staat geheel afzonderlijk. Dank u. De Amerikaan drukte den man een stuk geld in de hand, tot belooning voor de nauwkeurige inlichting en liep met vasten, regelraatigen tred den weg op. Aurélien kwam nu te voorschijn en begaf zich naar den beambte, die hem verwonderd aanstaarde, want hij had gemeend slechts één passagier uit den trein te zien stappen maar men kan zich vergissen, vooral bij avond. De jonge man vroeg, hoe laat er weer een trein naar Parijs vertrok. Om 9 uur. Goed, dan heb ik nog twee uur den tijd. Wees zoo goed mijn reischtaschje zoolang te strijd op leven en dood tegen den man, dien zij noemen den „uitveikorene der revisionis ten» wat Zaterdag in den namiddag op den weg van station St. Lazare tot het Elysée is geschied onder de oogen der politie wat door bladen als »Intransigeant, Libre Parole en Autorité" wordt opgerakeld ten nadeele van den »gelukkige», die door de meerderheid van senatoren en volksvertegenwoordigers uitverkoren is dit alles leidt tot de vraag, wat feitelijk een man als Loubet, die geheeten wordt een vriend van het rustige, huiselijke leven en wiens particuliere genoegens gezegd worden te zijn tochtjes boven op een omnibus door Parijs, lectuur en muziek die gelukkig leeft in een echt, waaruit zijn geboren een drietal kindereu, feitelijk kan bewogen heb ben de hem aangeboden candidatuur te aan vaarden Emile Loubet kan zich sterk achten door den steun van meer dan 480 republikeinen, die hem, vrij van alle hulp van de rechter zijde, hebben verheven tot de hoogste waar digheid in de Republiek en men zou zoo zeggen, dat hij niet behoeft te luisteren naar het gebrul en gebalk van mannen als Dérou- lède, Drumond, Rochefort en Quesnay de Beaurepaire (die in elk geval Frankrijk niet zijn en in hun geledereu al te veel reacti- onnairen tellen om grooten invloed te kunnen uitoefenen op de groote meerderheid der Fransche natie), doch de aloude spreekwoor den-wijsheid, dat geen koe bont wordt ge heeten of er moet een vlekje aan zijn, heeft nog maar immer niets van haar kracht verloren en op den minister van binnenlandsche zaken rust de verplichting daarbuiten op straat den vrede te bewaren en den openbaren weg niet ter beschikking te laten van een bende individuen, aan wier bedoelingen de laagste motieven ten grondslag liggen. Op dezen titularis rekent men, van dezen verwacht men, dat hij den eersten magistraat niet straffeloos zal laten beleedigen, dat hij een passend en een verstandig gebruik zal maken van het rijke materiaal aan wettelijke bepa- bewaren, ik kom het straks afhalen. Hij volgde van verre den Amerikaan. De avond was donker genoeg dat hij geen nood had gezien te worden, terwijl hij aan zijn kant duidelijk de voetstappen van den zwaargebouwden man kon hooren. Bovendien wist hij welken weg de reiziger nemen zou. Deze scheen trouwens volstrekt geen achterdocht te hebben, want hij nam volstrekt geen maatre gelen om zich te verbergen en ging zonder aar zeling op zijn doel af. Hij kwam onderweg niemand tegen. In de verte poogde iemand een militairen marsch te blazen op een ontstemde trompet, maar behalve die val- sche tonen brak niets de stilte af. De villa's zijn op dezen tijd van het jaar reeds onbewoond en de plattelandsbevolking komt niet dan bij uit zondering na zonsondergang buiten. Met het grootste gemak vond de Amerikaan zijn weg, zooala de spoorbeambte hem dien had aangewezen en toen hij aan het bewuste huis kwam, bleef Aurélien, die ongeveer honderd pas achter hem liep, stilstaan. Hij hoorde een hond blaffen, vervolgens ver scheen er een licht, een oogenblik later verdween dat weer, er werd een deur gesloten en alles was wear even stil als tevoren. Mijn Amerikaan is ontvangen, mompelde Aurélien. Hij is binnen, vooruit nu. Zonder tegenspoed kwam hij aan het huisje, dat omgeven was door een kleinen tuinwelke met een ijzeren hek van den weg was afgescheiden. Een venster van het huis was verlicht. Aurélien bleef voor het hek staan en mompelde: Het komt me voor, dat daarbinnen belang rijke zaken besproken worden. Die zou ik wel eens willen afluisteren. Hij aarzelde. Zou ik durven Hij beefde ondanks de warme overjas, waarin hij gehuld was, maar ten slotte zeide hij Komaan, wat waag ik er bij Wanneer ik betrapt word, dan zal men mij toch niet opeten. Een onderneming, die zoo mooi op touw gezet was en tot dusverre zoo door bet toeval begun stigd werd, mag niet met een sisser afloopen. Oom Dar.iël en zijn detective zouden mij uitlachen. Wat ik aanpak, dat volbreng ik ook, al zou de duivel zich er tegen verzetten, en wie mij kent, die weet dat. Komaan dus, moed. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1899 | | pagina 1