Nummer 29.
Zondag 9 April 1899.
22e Jaargang.
Eerste Blad.
De Paus en deViedesconferentie,
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
ANTOON TIELEN,
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
FEUILLETON.
Staatkundig overzicht.
UITGEVER:
Waalwijk.
et Zuiden,
Wulvijksdf en Lugstnatsche Courant
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk fl,]5.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentie» 1 7 regels f0,60; daarboven 8 eent per re^el,
groote letters naar plaatsruimte. .Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau va*
Adolï Steinir, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Yeel is er reeds over den wereldvrede
geschreven, en zal er nog over geschreven
worden. Wel was spoedig de plotselinge
geestdrift, waarmee de vredesboodschap over
al werd ontvangen, verdwenen. Maar hem,
die het initiatief tot deze veelbelovende daad
nam, hem, den Czaar aller Russen, bleek
het ernst te zijn met zijn lievelingsplan.
Met voortvarendheid en ijver, een heilige
zaak waardig, tracht hij uitvoering te geven
aan zijn blijkbaar weldoordacht voorstel.
De eeiste stap zou zijn een congres der
verschillende naties, waarop de al of niet
uitvoerbaarheid van het grootsehe plan zou
worden besproken. En zoo viel dan aan de
residentiestad van ons land de hooge eer te
beurt, als plaats van bijeenkomst der gede
legeerden te worden gekozen.
De Nedeilandsche regeering zou de in
vitaties verzenden. Maar hierin ontstond
reeds aanstonds eene moeilijkheid. De Ita-
liaansche regeering liet namelijk weten, dat
zij geen afgevaardigde ter conferentie zou
zenden, indien de Paus daar vertegenwoor
digd zou zijn. Deze daad van Italië werd
door de katholieken met recht afgekeurd.
Want het is nu wel waar, dat de Paus
geen staand leger te zijner beschikking
heeft, en dat de meeste vorsten hem niet
als Souverein erkennenmaar het is toch
ook duidelijk, dat hier moreele invloed een
zeer groote factor is.
V.
50 Bernard cn Robert.
Tegelijkertijd werd zijn aandacht getrokken door
een gedruisch van stemmen; er werd gesproken
in de kamer naast liera.
Een woord trof zijn oor 1 men had den naam
van kolonel Allevard genoemd.
Hij herinnerde zich dat de hoofdofficier, die zoo
ongunstig jegens Filip gestemd was, dien naam
droeg. Zijn nieuwsgierigheid werd opgewekt, hij
begaf zich naar de deur van het vertrek, waar dit
onderhoud gevoerd werd, lichtte de portière op en
drukte zijn oor tegen het sleutelgat.
GemakkelijkAurélien gemakkelijk,
zeide een afgebroken, kortademige stem.
Mijn hemel, dat alles maakt mij bang, deed
een vrouwenstem zich liooren, wanneer gij eens
niet siaagdet?
Oom Daniël heeft gelijk en ik vind zijn
plannetje uitstekend, zeide een derde stein, welke
aan den helderen klank duidelijk als die van een
jongmensch te herkennen was, het is zooveel als
een staatsgreep en daar hebben de grootste mannen
niet tegen opgezien, als 't noodig was. Het
onbetwistbare talent als calligraaf van dien
waarden oom verzekert ons reeds vooraf een
goeden uitslag. Een man als de onze te onteeren
en in de gevangenis te doen opsluiten staat gelijk
met hem te dooden.
Maar dan zoudt gij in elk geval een voorbeeld
van zijn handschrift moeten hebben.
O! dat is het minste bezwaar, autografen
van dien heer zijn zoo zeldzaam niet en vooral
hier in huis zijn er genoeg te vinden. Wacht
eens, heeft hij verleden week niet aan papa
geschreven
Juist, antwoordde de vrouwenstem, hij
berichtte dat hij bevorderd was en overgeplaatst
naar het ministerie.
Dat is alles wat we noodig hebben. Papa
bewaart al zijn brieven die niet over zijn zaken
handelen dezen zijn onder berusting van
Puybarrau in een Inde van zijn schrijfbureau,
Men kan dan ook de houding van Italië
in deze niet beschouwen als ten algemeenen
nutte, maar het is al te duidelijk een mis
plaatste uiting van de oude vete tusschen
Vaticaan en Quirinaal.
Van verschillende zijde werd dan ook
verwacht, dat de Czaar zich aan deze be
dreiging van Italië niet zou storen, en toch
een afgevaardigde van het Vaticaan zou
uitnoodigen. Maar dit blijkt niet het geval.
De officieel e uitnoodigingen zijn door de
Nederlandsche regeering verzonden. Een
invitatie aan den Paus is er niet te vinden.
Toch wil men eene verklaring geven van
deze zonderlinge handelwijze.
Men zal het Vaticaan kennis geven
zoo lezen we in verschillende bladen dat
enkel de mogendheden, die een staand leger
onderhouden, eene uitnoodiging ontvangen
Op het eerste gezicht vindt men dezen
regel nog zoo kwaad niet, want kan men
zeggen, alleen deze mogendheden zijn noo
dig tot het bereiken van het doel, vermin
dering der lasten van den gewapenden vrede.
Maar is het nu op de eerste plaats noo
dig, zelf het zware juk van het militairisme
te voelen, om in te zien, dat dit de oorzaak
is van zoovele rampen en om te kunnen
oordeelen over de middelen, waarmee dit
onheil is te bestrijden Zou men de arbi
trage alleen kunnen bespreken, wanneer men
zelf over een leger beschikt, en is niet veel
eer hier een moreele invloed van hoogere
waarde En het arbitrage-stelsel zal toch wel
de eerste grondslag moeten zijn voor een
duurzamen vrede. Waarop zal men anders
nog kunnen vertrouwen, indien niet een
streng rechtvaardig scheidsgerecht in het le
ven wordt geroepen, waaraan beide partijen
zich zullen moeten onderwerpen En tot
het bereiken van deze vredelievende oplos
sing kan men toch met legers niets uitvoe-
wij behoeven daar dus slechts te gaan zoeken.
Goed, daar belast ik mij mee, zeide de
vrouwenstem.
Afgesproken, en nu ga ik
Robert Duhesme kon niet langer luisteren, want
hij hoorde voetstappen die de deur naderden,
waarachter hij stond. Hij moest zich dus snel
verwijderen, wilde hij niet betrapt worden, maar
hetgeen hij van het gesprek had opgevangen, was
reeds voldoende geweest om een heftige ontroering
bij hem teweeg te brengen.
Mijn God, zeide hij voor zich, ik weet niet
welk complot die ellendelingen smeden, maar ik
vrees het te begrijpen. O 1 had ik slechts zeker
heid 1 Had ik slechts zekerheid I Ik vermoed dat
zij een laffen aanslag beramen jegens hem, zoo
eerlijk, zoo rechtschapen. Indien dat zoo is, wee
hen dan, wee hen 1
Zijn gelaat nam een onheilspellend dreigende
uitdrukking aan en hij verwijderde zich met
wankelende schreden, Voor het oogenblik stond
hij toch geheel machteloos.
Wij zullen zien.... wij zullen zien,
mompelde hij, ik zal trachten hem in het geheim
te waarschuwen, voor het onheil dat hem dreigt,
dan kan hij zijn maatregelen nemen.
Door deze gedachten bezield liep hij recht voor
zich uit de galerij door en vergat alle voorzorgen,
die hij bij het binnentreden had genomen. Hij
liep de galerij ten einde, bevond zich daar
tegenover een breede trap en klom die met drie
treden tegelijk op.
De ligging der vertrekken op de eerste
verdieping was ongeveer gelijk aan die van
beneden en het kostte hem niet veel moeite de
kamer te vinden, aan welks venster hij den vorigen
avond Bernard gezien had.
Hij was juist in het midden van dit gedeelte
van het hotel, dat zijn gevel had in de rue de
Penthièvre, hij kon zich niet vergissen.
Hier moet het zijn, zeide hij, terwijl hij voor
een deur bleef staan en aanklopte.
Een vriendelijke stem antwoordde
Binnen I
Hij trad binnen.
Robert Duhesme bevond zich op der: drempel van
een ruim vertrek, volkomen gelijk aan dat op
Saint-Colomban, waar wij Filip Dormelles zagen
binnentreden met dit eenige onderscheid, dat
deze kamer vierkant was. Overigens stonden er
ren. Hiertoe moet men door redelijke over
tuiging geraken. En als zoodanig was,
dunkt ons een afgevaardigde van het
Vaticaan niet overbodig, zelfs zeer nuttig.
Daarenboven valt het niet te ontkennen,
dat op het gebied van scheidsgerecht, de
Paus van Rome meermalen de aangewezen
persoon was. De geschiedenis levert ons vele
voorbeelden ook uit de laatste eeuw.
Lateu we echter hopen, dat de vredes
conferentie haar doel moge bereiken. Zeker
is, dat, zoo zij tot een resultaat leidt, uit
alle landen een zucht van verlichting zal
opgaan.
P—IB.Hl gjg*
Samoa en de betrokken mogendheden.
Lord Salisbury, Eogelands minister-presi
dent, heefi in principe aangenomen het voor
stel van Duitschland tot onderwerping van
de Samoa-aangelegenheid aan een door de
drie mogendheden Duitschland, Engeland en
Amerika saam te stellen commissie, met dien
veistande evenwel, dat de bijzonderheden
nader zullen worden geregeld ziedaar den
inhoud van een telegrafische mededeeling uit
Londen, waardoor de kans op een conflict
tusschen de drie betrokken staten tot een
minimum is gereduceerd.
't Zou dan toch ook waarlijk al te dwaas
zijn geweest wanneer dit bijna niet waar
neembare stipje op de wereldkaart dat Samoa
heet, aanleiding had gegeven tot een breuk
tusschen drie der grootste mogendheden!
De drie betrokken rijken konden nu eens
bewijzen dat de lofzangen op den vrede,
beurtelings aangeheven door regeerende vor
sten, politici en diplomaten, geen ijdele
klanken of holle frases zijn, doch dat het hun
ernst is met het hun toegedichte streven om
laugs vreedzamen weg dingen te bespreken
en door wederzijdsche tegemoetkoming ern
stige gedachtenwisseliugen met al den aan
hang en het gevolg daarvan, te voorkomen.
dezelfde donkere, stemmige meubelen, hing er
dezelfde sigarenrook en zaten er dezelfde personen:
Bernard De Prabert en Puybarrau,
Laatstgenoemde stond verwonderd op bij het
zien van dezen vreemdeling, die door niemand
was aangediendhij ging hem eenige schreden
tegemoet en vroeg
Wie zijt gij, mijnheer, wat verlangt gij
Robert antwoordde nietmet een enkele
handbeweging schoof hij Puybarrau ter zijde en
naderde Bernard.
Deze was, toen hij Robert zag binnenkomen
van zijri fauteuil opgestaan, hij begon te beven
en zag den binnentredende strak in het gelaat.
Het electrisch licht van eenige booglampen,
dat door gazen kappen was getemperd, liet slechts
ter nauwernood toe, de gelaatstrekken te onder
scheiden.
De bezoeker had zich recht tegenover Bernard
De Prabert geplaatst.
Bernard, zeide hij, ik ben het.
Een rilling voer Bernard van hoofd tot voeten,
zijn bleek gelaat werd eensklaps hoogrood
gekleurd.
Robert I Robert I Mijn broerriep hij uit.
Hij stak beide handen naar Robert uit, greep
de zijne en schudde die hartelijk.
Gij, gij, stamelde de grijsaard, ik zie u dus
weer, en zoo eensklaps, zoo onverwacht, na zooveel
jaren van scheiding. Ik dacht al dien tijd dat gij
dood waart. ORobert, mijn arme broeder.
Welk een vreugde u terug te zien, mijn God,
mijn God 1
Tranen vloeiden over het gelaat van Bernard
en hij hield nog altijd de handen omklemd van
zijn broeder, die hem zooveel had doen lijden, en
dien hij toch nooit had kunnen haten of ver
achten.
Robert gaf zich geheel over aan de vreugde van
het weerzien, dat zoo heel anders was als hij het
gevreesd had en hij beantwoordde de handdrukken
van zijn broeder met dezelfde liefde en hartelijk
heid.
Toen de twee broeders elkander eindelijk los
lieten deed Bernard, die de zwakste van beiden
vj»s, een paar wankelende schreden en viel in zijn
fauteuil neer.
Die ontroering was hem te sterk geweest, hij
leunde half in onmacht achterover.
Puybarrau snelde ongerust toe, maar Bernard
Het zag er de vorige week anders een
oogenblik ernstig genoeg uitbombardement
van Apia, door de vereenigde oorlogsbodems
van Engeland en de Vereenigde Staten
verwijdering van koning Mataafa; conflict
tusschen de consuls enz. enz. en als een
onmiddellijk uitvloeisel daarvan een zekere
verbittering in Duitschland tegen Engeland in
de eerste plaats (Amerika heeft zich in deze
aangelegenheid van den aanvang af één van
zin en één van streven verklaard met En
geland.)
De leidende organen in Duitschland be
schuldigden het Vereenigde Koninkrijk van
baatzuchtige bijbedoelingen, van ontrouw, van
woordbreuk en van nog heel veel ander
leelijks, terwijl de Duitsche regeering zoo n4
als vóór het gebeurde, gezind werd geheeten
de regeling van het jaar 1889 te handhaven,
geheel onafhankelijk van de jongste incidenten.
De aanneming van de door Duitschland
voorgestelde regeling met betrekking tot de
benoeming van een hooge commissie, hoewel
de Engelsche premier met Paaschvacantie is
en zijn plaatsvervanger Balfour in een zoo
moeielijke aangelegenheid geen eigenmachtig
besluit kon nemen, is voor Duitschland een
ware uitkomst het bespaart der regeering
een moreel échec
Natuurlijk zal de dusgenaamde Samoa-
quaestie zoo maar niet opeens van de baan
zijn, daartoe is het eigenlijke terrein van den
strijd te ver van Berlijn en van Londen
verwijderd, doch men heeft dan nu toch den
eersten stap gedaan in de goede richting en
het feit op zichzelt dat Duitschlands voorstel
genade heeft gevonden bij John Bull, is reeds
verblijdend en geduldoefening, in het ver
trouwen dat het ondertusschen op de eilanden
niet tot nieuwe incidenten moge komen en
dat elk der betrokken mogendheden harerzijds
zich zal beijveren in dezen te doen, wat in
haar macht staat, is nu het parool.
Zou het nu, als een direct gevolg van het
in beginsel genomen besluit, komen tot de
rerdeeling van de Samoa-eilanden, waarvan
reeds vóór een paar maanden sprake is
zeide 1
Het is niets, mijn vriend, de vreugde is mij
alleen wat te sterk geweest. Ga, laat ons een
oogenblik alleen.
Puybarrau nam zijn hoed, knikte met zijn
groote, kogelronde hoofd, ten teeken dat hij hem
begrepen had en verwijderde zich met snelle,
onhoorbare schrede*.
Kom bij mij, Robert, daar, gain die fauteuil
zitten, begon Bernard zoodra hij met zijn broeder
alleen was.
Robert nam de fauteuil, die Bernard hem aanwees,
schoof die zoo dicht mogelijk bij zijn broeder en
zeide, terwijl hij beide handen op de schouders
van den oudste legde
Mijn God, arme broer, wat zijt gij veranderd.
Bernard zuchtte.
Ja, ik heb droevige jaren doorleefd: de weinige,
die gelukkig en gezegend waren heb ik duur, ai
te duur moeten betalen.
Maar hoe komt het dan dat gij niet gelukkig
zijt, gij met uw edel hart, met uw helder verstand?
Ik vreet het niet, zeide Bernard. Het noodlot.
Maar gij hebt toch een gezin? hernam Robert.
Ja.
Een vrouw
Ja.
Kinderen
Een zoon.
Een zoon, dien gij alle dagen ziet, een zoon
dien gij naar hartelust kunt liefhebben, die u
eerbiedigt en gehoorzaamt, een zoon waar ge
trotsch op zijt?
Mijn zoon leeft geheel afgezonderd van mij,
hij maakt mij noch gelukkig, noch trots.
O I dan begrijp ik uw droefheid, mijn arme
Bernard, want er bestaat geen hooger geluk ter
wereld dan een zoon te hebben die belooft een
verdienstelijk mensch te worden of die het reeds is.
Maar gij hebt dan voor 't minst nog eenige troost:
uw vrouw.
Mijn vrouw is wuft en ijdel, zij leeft slechts
voor het vermaak, de weelde en schitterende
feesten.
Weder loosde Bernard een diepen zucht.
Robert zag hem met innig medelijden aan.
(Wordt vervolgd)