Nummer 43. Zondag 28 Mei 1899. 22e Jaargang. Eerste Blad. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN, De Landbouw in Amerika, Dit nummer bestaat uit twee bladen. Bekendmaking. FEUILLETON. UITGEVER: Waalwijk. De Echo van het Zuiden, Waalwyhsche en Langstraatsche Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk f 1,25. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f0,60daarboven 8 eent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Nationale Militie. Inspeetie voor de Verlofgangers. Burgemeester en Wethouders der gemeente Waalwijk, gelet op het besluit van den Heer Commissaris der Koningin in deze provincie van den 31 Maart 1899, A. no. 8, (Bijblad no. 42), hou dende bepaling der dagen voor de Inspectie van de Verlofgangers der Nationale Militie; Brengen bij deze ter kennis van de belangheb benden, dat de bedoelde Inspectie over alle de zich binnen deze gemeente bevindende Verlofgan gers, voor zoo vei re zij vóór den ln April dezes jaars in het genot van onbepaald verlof zijn ge steld, zal plaat» hebben op Donderdag den 22 Juri a.s., de9 voormiddags ten 11 Va ure, ten ge~ meentehuize te Waalwijk, en zij bij die gelegen heid moeten zijn gekleed in uniform en voorzien van de verdere kleeding- en uitrustingstukken, welke hun bij hun vertrek met verlof zijn mede gegeven, alsmede van hun zakboekje en verlofpas. Wordende de belanghebbenden almede bekend gemaakt met de volgende bepalingen der Wet op de Nationale Militie van 19 Augustus 1861, (Staatsblad no. 72.) a. De verlofganger van de Militie te land is aan de militaire rechtspleging en tucht onder worpen, onder anderen gedurende den tijd, dien het onderzoek toor den Militie-Commissaris duurt, en, in het algemeen, wauneer hij in uniform ge kleed is (Art. 130). b. Behoudens het bepaalde in art. 130 kan een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in den naastbijgelegen provoost of het naastbij zijn de huis van bewaring of arrest, door den Militie- Commissaris worden opgelegd aan den verlof ganger: lo. die zonder geldige reden niet bij het onder zoek verschijnt 2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder gel dige reden, niet voorzien is van de bij art. 140 vei melde voorwerpen; 3o. wiens kleeding- en uitrustingstukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden be vonden mmmt—«gay» Falsaris. I. 60 Martiiieau wordt verliefd. Dit zullen wij zorgvuldig wegsluiten, mompelde hij, er zijn gewichtige papieien in. Vervolgens wendde hij zich tot Martineau en zeide met een glimlach: Ik ken iemand, die zoo aanstonds blij zal zijn. Ik misschien Ja. Is mijn verlof afgekomen Ja, mijn beste Martineau, gelijk met het mijne. Wij hebben elk drie maanden verlof, te beginnen met aanstaanden Zaterdagen wij hebben heden Maandag 7 November, dus over vijf dagen. Leve de republiek! riep Martineau terwijl hij met beide armen in de lucht zwaaide. Daarna ging hij op dankbaren toon voort Ik dank u van harte, kapitein, voor hetgeen ge voor mij gedaan hebt. Wanneer ik gedurende uw verlof naar de compagnie had moeten terug- keeren, dan weet ik niet wat er van mij zou geworden zijn. Ik ben u dus wel erkentelijk. Kom, kom, laat dat maar, mijn vriend, ik zal u nooit genoeg kunnen vergelden, tenminste als er geen onvoorziene dingen gebeuren, waar ik volstrekt niet naar verlang. Om een andere wending aan het gesprek te geven, hernam hij Maar gij hebt u vandaag zoo mooi gekleed of het Zondag was. Och ja, kapitein, het is eigenlijk een dwaas heid. Stel u voor, dat ik op straat een uiooie, jonge dame voor ous huis zag stilstaan en met veel aandacht naar het verhuurbillet op de tweede verdieping zien, toen kreeg ik lust om haar eens van nabij te bekijken, ik heb gedaan alsof ik uitging en Mooi zoo, en zijt ge niet teleurgesteld 9 Volstrekt niet, kapitein integendeel. Een schoonheid dus? Zoo schoon als men zich maar kan voorstellen. 4o. die kleeding- of uitrustingstukken, aan een ander behoorende, als de zijne vertoont. (Art. 141.) c. Is de verlofganger, wien krachtens het voor gaande artikel arrest is opgelegd, bij het onder zoek tegenwoordig, dan kan hij dadelijk onder verzekerd geleide in arrest worden gebracht. Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij zich niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij, op schriftelijke aanvrage van den Militie-Commis saris, te richten aan den Burgemeester der woon plaats van dien verlofganger, aangehouden en on der verzekerd geleide naar den naastbij gelegen provoost of het nabij zijnde huis van bewaring of arrest overgebracht. (Art. 142). d. Onverminderd de straf, in het voorgaande artikel vermeld, is de verlofganger verplicht, op den daartoe door den Militie-Commissaris te be palen tijd en plaats, en op de in art. 140 voorge schreven wijze, voor hem te verschijnen om te worden onderzocht. (Art. 143). e. De verlofganger, die zich bij herhaling schuldig maakt aan het feit, sub no. 4 van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den Militie-Commissaris verschijnt, of aldaar ver schenen zijnde, in het geval verkeert sub 2 en 3 van art. 141 vermeld, wordt onder de wapenen geroepen en van drie tot zes maanden gehou den. (Art. 144). En opdat niemand hiervan eenige onwetendheid zoude kunnen voorwenden, zal deze op de ge bruikelijke wijze worden afgekondigd en aange plakt. Waalwijk, den 24 Mei 1899. De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. Mijnheer de Redacteur Ik verzoek U beleefd plaats voor het vol gende W. Hoewel wij de laalsten zullen zijn om onze landbouwers tot landverhuizing aan te sporen (omdat op dit gebied een exploita tiegeest maar al te vaak schadelijk werk zaam is) meeuen wij toch aan de artikelen, die dr. Kuyper over zijn Amerikaansche reis in de Standaard, geschreven heeft eeti en En ze heeft u al in haar net. Martineau Helaas, kapitein. Wees voorzichtig, jongenlief, de vos, hoe dol hij ook is op kippen, wacht er zich wel vooreen kippenhok te plunderen, dat dicht bij zijn hol staat, hij zoekt zijn slachtoffers verder op. Kijk, daar heb ik in het geheel niet aan gedacht I riep Martineau uit. O! maar dan zie ik van al mijn plannen af en geef de hoop geheel op. Hij zuchtte. 't Is toch jammer. Och, zeide Filip lachend, over vijf dagen gaan wij met verlof en in dien tijd zullen er geen rampen gebeuren. Beproef dus uw geluk, Don Juan, en verzuim niets om te slagen. De jonge officier wierp zich achterover in zijn lederen fauteuil, die voor de schrijftafel stond. Over vijf dagen, hernam hij vol geesdrift, over vijf dagen, vijf maal vier en-twintig uren. Mirtineau, beste jongen, wat zal ik dan gelukkig zijn. Dan geen ongerustheid meer, geen zorgen, een onbegrensd geluk. O! ik zou wel tien jaar van mijn leven willen geven, al9 die vijf dagen al om waren. Zacht aan, kapitein, zacht aan. Tien jaren voor vijf dagen, sapristi, dat is niet als een koopman gerekend, gij zijt al te vrijgevig. Wees maar zuinig met uw tijd, wees maar zuinig, men is nog nooit te lang gelukkig geweest. En dan, gij of mejuffrouw De Briais worden nn toch door niet9 meer bedreigd? De grappen van daarginds ge weet wel hebben zich niet herhaald, of denkt ge wellicht, dat die schelmen nog iets in hun sctiildvoeren Volstrekt niet, ik heb tegen oom Daniël een paar woorden gesproken, die hij ter harte schijnt genomen te hebben. De lucht is zuiver, tenminste ik kan aan de houding van Daniël Hilson en zijn waarden neef Aurélien De Prabert niet merken, dat zij voornemens zijn de vijandelijkheden te hervatten. Mejuffrouw Dc Briais houdt zich, hoewel zij nog altijd in het hótel De Prabert woont, zooveel mogelijk afgezonderd van die onaangename familie, zij heelt zelf een kamenier gehuurd, een Lotharingsche, Jeannine genaamd, die vroeger in dienbt van haar moeder was en op wier trouw en gehechtheid zij ten volle kan rekenen, dus behoef ik mij over niets bezorgd te maken. Toch zou ik wel willen dat het al Zaterdag was, want ik zal niet volkomen gerust zijn, voordat mejuf- ander te moeten ontleenen, waaruit blijkt hoe geheel anders de levenstoestand is van de gelukkige farmerin liet land van overzee, tegenover dat van onze van ellende en ar moede veelal kwijnende boeren. Het is niet om onzen zwaar beproefden boerenstand naar dat land van melk en honig te doen watertanden, dat wij dit ar tikel overschrijven, maar veel meer, als het mogelijk is, om de versteende harten onzer vrijhandelaren tot medeljden te bewegen. Dr. Kuyper verhaalt aldus Ook de landbouwer heeft in Amerika veelal een benijdenswaardig lot. Het land, waarop bij leven en arbeiden moet, is er goed en goedkoop. Bijna 21/g acres gaan op een bunder, en nog is 70 doll, almeê de hoogste prijs die voor een acre besteed wordt. Dat komt dus op f 437.50 de bunder. Doch voor dien prijs koopt men dan ook het vetste en beste land land waarvan een der eigenaars zelt getuigde, dat hij het nu ruim 30 jaren onder den ploeg had, en dat hij nog nooit had behoeven te mesten. Dat was in Iowa, in den omtrek vanPella; eu nu vergete men niet, dat deze oude ko lonisten, toen ze daar aankwamen, datzelfde land voor drie a vier dollars gekocht hebben, en nog een home-stead van meerdere bunders van de Regeering om niet kregen. Zoo kwamen ze destijds in het bezit van ruim honderd bunders uitnemend land voor een koopsom van nog geen f 1500; hebb n sinds dien tijd, zonder mesten, jaar in jaar uit, hun oogst binnengehaald en zien thans hun bezitting, die ze voor f 1500 machtig werden, geklommen tot een waarde van ver over de f 40,000. Nu spreekt het wel vanzelf, dat die bui tengewoon gunstige tijden thans voorbij zijn, eu wie nu koopt, niet dan langzaam in be- zitswaarde vooruitgaat. Maar hier staat te genover, dat 70 doll, per acre, gelijk dit om Pella staat, een veel duurder prijs is, dan gemeenlijk betaald wordt. In andere, bijna frouw De Briais mijn vrouw is. Het is nog maar eeu paar dagen te doen. Geduld hebben, kapitein, geduld hebben. Ja, ja, alles goed en wel, geduld hebben, dat is gemakkelijk gezegd, maar moeielijker gedaan. In elk geval, de dag van heden telt niet mee voor mijn ongeduld. Weet ge, Martinean, wat ik vanmorgen aan het ministerie heb ontvangen Neen, kapitein, hoe zou ik dat weten. Goed dan zal ik het u vertellen. Ik heb vanmorgen een klein briefje ontvangen, waarin Neen wacht, ik zal het u voorlezen. Hij tastte in den binnenzak van zijn uniformjas, nam daar zijn portefeuille uit en haalde een briefje te voorschijn, waarvan hij het volgende voorlas „Ik ben voornemens, vanmorgen elf uur uitte gaan. Heeft kapitein Filip Dormelles tijden lust om met zijn aanstaande en de trouwe Jeannine een wandeling door de verschillende magazijnen te doen met het prijzenswaardige doel om nog het een en ander tot de inrichting van hun huishouden aan te koopen Zoo ja, dan wordt hij om elf uur, militairen tijd, verwacht door Marguérite." Ge kunt u mijn vreugde voorstellen, beste Martineau, ging hij voort, terwijl hij den brief weer in zijn portefeuille borg, maar die vreugde was niet onverdeeld. Ik moest verlof vragen aan kolonel Allevard, mijn onmiddelijken chef, die mij om zekere redenen, geheel buiten mijn schuld, op verre na niet genegen is. Enfin, ik heb maar door den zuren appel heen gebeten, wat doet men al niet voor een pleizierigen dag! Kolonel Allevard ontving mij zoo onvrien delijk mogelijk wanneer ik na afloop van mijn verlof weer onder zijn bevelen moet komen,dan zou ik nog liever den generalen staf verlaten en naar Grenoble terugkeeren maar verduiveld, een kapitein van de genie is geen schooljongen die zonder permissie van den meester niet uit mag en dat heeft kolonel Allevard ook ingezien. Alleen om mij tegen te werken heeft hij voor gewend dat een werk, waaraan ik bezig was en waarbij volstrekt geen haast is, morgen klaar moet zijn. Nu, dan zal ik het afmaken, zeide ik. Wanneer? Vannacht. even goede streken, is even deugdelijk land nog grif voor 50 doll, verkrijgbaar. En kooit men in verder afgelegen streken, of in stre ken, waar de concurrentie verliep, dan staat de acre land Dog niet veel hooger dan 20 doll, genoteerd, en is nu en dan zelfs nog voor 15 doll, verkrijgbaar. Die goedkoope prijs van het land maakt, dat op zijn eigen erf te zitten regel is. De pachtboeren zijn er zeer in de minderheid 1.) Wat men ten onzent een boerenknecht zou noemen, koopt, als hij trouwen wil een hoeve, neemt op die hoeve hypotheek 2), en is althans in zoo goede streken als Michigan en Iowa, in Illinois en Ohio, zeer wel in staat, die hypotheek binnen ettelijke jaren af telossen, en zoo vrij heer op zijn land te worden. Het is zoo, de bankiers uit het Oosten, die op zulk land hypotheek gaven, zijn niet zelden bedrogen uitgekomen maar dit was niet het geval in Staten als bovengenoemd, waar het land van goede kwaliteit was. Die goedkoopte van het land heeft tevens èn moreel èn sociaal niet gering te schatten gevolge». Immers een landbouwer, die op eigen erf zit, legt bijna geregeld over, koopt voor dat overgelegd geld elders nieuw land aan, en als zijn kinderen tot den huwbaren leeftijd komeD, hebben ze niet op vaders dood te wachten, om zelf een hoeve meester te worden. Zoo is b.v. de bloeiende kolonie van Orange-city, die bijna geheel uit Hollan ders bestaat, onder de uitstekende leiding ran den Senator Hospers, in hoofdzaak door jonge mannen gesticht, die in Pella te veel werden, en in plaats van daar weg te kniezen en te verkwijnen, op avontuur van nieuwe kolonie-stichting uittogen. Niet dat ook het leven dezer landbouwers geen schaduwzijden heeft. Hulp van arbeiders te krijgen, is iu menige s'.reek zoo goed als 1.) De verhouding is 3l/t millioen eigengeërf den tegen l'/a millioen pachtboeren of juister, 66 pCt. zitten op eigen erf, en slechts 34 pCt. op huurland. 2.) Slechts op 887.000 van de 5.000.000 hoeven rust hypotheek. Daardoor zoudt ge stukken van het ministerie mee n*ar huis moeten nemen. Die welke ik noodig heb zijn slechts van ondergeschikt belang. Op uw verantwoording dan. Natuurlijk, kolonel. ""Ziedaar den woordelijken inhoud van het vriendschappelijk onderhoud, dat ik met mijn chef heb gehad ik zocht alles bij elkaar wat ik gebruiken moest en hier ben ik nu, vroolijk en verrukt zelfs over het heerlijke uitstapje dat ik vandaag met mijn lieve Marguérite zal maken. O Martineau, ik kan u niet zeggen hoe gelukkig ik ben! Maar ik babbel maar voort en als ik mij niet vergis slaat het daar halfelf op Saint-Sulpice. Haal mij spoedig een rijtuig, in dien tijd trek ik mijn burgerk leeding aan. Militairen tijd, heeft Marguérite gezegd. Zorg er voor, dat ik een goed rijtuig krijg met een paard van zessen klaar, ge weet het, militaire tijd. Martineau. Geen nood, kapitein! riep Martineau uit met een glimlach van zelfvertrouwen, paarden en rijtuigen, daar heb ik verstand van, en van koetsiers ook. Ik zal eens een nauwkeurige inspectie honden aan het station hier in de buurt en ik verzeker u, dat ge het beste rijtuig, het vlugste paard en den knapsten koetsier zult hebben die er bij zijn. Jawel, Martineau, ik stel het volste vertrouwen in uw talenten. En dat is niet meer dan billijk, knpitein. Een kwartier na dit gesprek reed Filip Dormelles in een uitmuntend rijtuig met een goed paard en een even goeden koetsier naar de Champs Elysées. Hij straalde van vreugde, de jonge officier, en geen wonder, want het geluk lachte hem van alle kanten toe en zijn toekomst was schitterend boezemde hem een onbeperkt vertrouwen in. bezwaren eu hindernissen, die hij op naar het geluk ontmoet had, zonken de andere weg; over eenige dagen uren reeds tellen, zou Marguérite zonderlinge familie De Prabert ver zou zij de zijne, geheel de zijne we men eiliyheid onder zijn onmiddel ming. [Wordt

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1899 | | pagina 1