Nummer 50. Donderdag 22 Juni 1899.
22e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN,
ITGEVER:
Waalwijk.
Met het oog op den a. s. Zaterdag
24 Juni invallenden R. K, Paro-
chialen Feestdag, zal het volgend nummer
VRIJDAGAVOND verschijnen.
Advertenties en Correspondenties worden
dien dag uiterlijk ingewacht tot 12 uur.
UITTREKSEL uit het verslag der kamer van
koophandel en fabrieken te Waalwijk.
(Vervolg).
Gemeente gaslabriek.
De gebouwen en toestellen der fabriek bevonden zich
in goeden staat. Enkele reparatien aan de toestellen
en eenig verfwerk aan den gashouder bleken noodza
kelijk. In de fabriek kwam geen stoornis of teervep-
stopping, dank zij de goede werking van den vijf-retorts
oven. De eene groote oven onderging eene geheele,
de andere eene gedeeltelijke vernieuwing der retorten.
Het getal gasverbruikers nam ook in 1898 weer toe,
ofschoon een tijdelijk verlies werd geleden door den
brand bij een der voornaamste afnemers, waardoor de
verkoop met circa 2000 Ms verminderde.
Het gasgloeilicht, dat thans bijna algemeen is, heeft
het getal verbruikers in 4 jaren met ruim 50 vermeer
derd.
Ter verlichting der straat brandden 72 lantarens,
waaronder 30 met gloeilicht, zoodat de publieke ver
lichting aanzienlijk verbeterd is.
De prijs van het gas bedroeg 8 ct. per M3.
Voor de publieke straatverlichting alhier werden ver
bruikt 19,110 M8, voor die te Besoijen 1955 M3.
Aan particulieren in Waalwijk en Besoijen werden
afgeleverd 72830 M3.
Verder werden verkocht aan particulieren 3106,5 HL.
grove, geklopte of fijne cokes20736,5 L. koolteer,
27380 L. amoniak-water. Dit laatste werd hoofdzakelijk
betrokken door landbouwers uit de Heistreekter be
mesting hunner gronden.
Voor gemeenterekening werd in het afgeloopen jaar
een proef genomen voor bemesting van het weiland
langs de haven. Daar het resultaat zeer gunstig was,
is de proefneming ook dit jaar herhaald.
De uitkomsten der sinds 1896 geplaatste muntmeters,
waren, met uitzondering van een paar, bevredigend. De
exploitatie had, gelijk wij reeds meldden geregeld plaats
en meestal tot genoegen der verbruikers.
Handel.
Inlandsche huiden en vellen.
Was, gelijk wij in ons vorig jaarverslag vermeldden,
de handel gedurende 1897 in inlandsche koehuiden
flauw gestemd, in 1898 verbeterde hij dermate, dat hij,
over het geheel zeer bevredigend kon genoemd worden.
Belangrijke schommelingen in de prijzen vielen niet te
constateeren. Eene uitzondering hierop maakten de
vette vellen, die circa 20 pCt. omhoog liepen.
Evenals vorige jarenwas het weer hoofdzakelijk
Amerika, dat als kooper optrad, ofschoon daar, zoo
min als in Europa, de looierijen met voldoend succes
gedreven werden.
De prijzen der versche huiden varieerden van 16 tot
19 cent, der gezouten van 20 a 23 ct. De hoogste
prijzen betaalde Amerika in de maand Juli, de laagste
in Februari, Maart en October, terwijl de markt einde
December vast sloot met 211/3 ct. per half kilo.
De vette vellen stegen in prijs toen in Amerika de
questie der inkomende rechten beëindigd was, en de
huiden tot een zeker quantum, daar vrij mochten ge
ïmporteerd worden.
De paardenhuiden waren het geheele jaar door veel
te duurzoodat noch voor den handel, noch voor de
looierijen ook maar eenigzins bevredigende winsten te
behalen waren.
De prijzen van inlandsche paardenhuiden liepen van
f 10.50 tot f 11.25, de Belgische en Engelsche huiden
konden het zelfs tot circa f12 brengen.
Tegen het einde van het jaar echter begonnen de
prijzen te dalen, zoodat de mogelijkheid volstrekt niet
uitgesloten is, dat de looierijen van paardenhuiden in
1899 eene betere toekomst tegemoet gaan.
De prijzen van het paardenlederwaarin bijna altijd
een flauw gestemde handel gedreven werd, waren on
geveer dezelfden als verleden jaar. Zij varieerden van
f 1.55 tot f 1.80 de K.G.
Nog moeten wij hier vermelden, dat in eene verga
dering van huidenzouters gehouden den 22 Nov. jl. te
Rotterdam, de wenschelijkheid uitgesproken werd, tot
het stichten van een bond van huidenzouters, ten einde
eene betere ontvangst der huiden te regelen en vooral
op afdoening te letten, zonder echter een monopolie
van prijzen te verlangen. In eene tweede vergadering,,
gehouden op 19 Decemberkonden zij nog niet tot
overeenstemming komen. Het voorloopig comité geeft
den moed nog niet op, en blijft diligent, ten einde tot
het gewenschte resultaat te komen. Het vertrouwt in
den loop van 1899 wel het beoogde doel te bereiken.
En dat zou een groote stap tot den vrede zijn, om
het inl. huidenartikel in het buitenland een beteren
naam te doen verwerven en dus meer afnemers te ver
krijgen en betere prijzen te bedingen. Hoezeer onze
huiden en vellen van natura de superioriteit boven die
van vele andere landen verdienen, laat toch de wijze
van afdoen (villen), zouten en conditionneeren zooveel
te wenschen over, dat daarop waarlijk wel vrij wat meer
mag gelet worden.
Handel in Oost-Indische runder- en buffelhuiden enz.
Een verblijdend verschijnsel mag het genoemd wor
den, dat de aanvoer van Oostindische runder- en buf
felhuiden in ons land, met het jaar toeneemt en de
handel daarin beduidend grooter en levendiger wordt.
In 1898 werden van Java hier geïmporteerd 81085 Run-
der- en 18856 buffelhuiden. Het overgroote gedeelte hier
van werd te Amsterdam geveild, doch ook in Rotter
dam ging een flink quantum van de hand.
Vonden, in vroegere jaren, groote partijen huiden uit
onze O.I. Bezittingen direct haar weg naar plaatsen in
het zuiden van Europa, alsook naar Liverpool en Londen,
thans begint daarin verandering te komen.
Dank zij den grooten finantieelen steun, dien del
importhuizen hier aan Indië kunnen geven, dank zij de!
ambitieuse commissiehuizen, die door heel Europa en
ook in Amerika veel verbinding hebben, en dank zij
vooral onze minitieuse en correcte makelaars-omschrij
vingen, die zooveel waard zijn voor het Buitenland, dat
alleen op beschrijvingen moet afgaan, wordt deze han
del steeds meer naar Amsterdam overgebracht.
Hierover verheugen wij ons te meer, daar, in vroegere
tijden, Amsterdam altijd een der voornaamste huiden
markten van Europa geweest is, zelfs ook voor La Plata's,
Rio Grande's en andere exotique huiden, waarvan de
handel zich tot onze spijt, hoofdzakelijk naar het na
burige Antwerpen heeft verplaatst. Om deze laatste
reden vooral, moeten wij, in het belang der Neder-
landsche looiers, hulde brengen aan de importeurs van
van Rotterdam, die met zoo'n loffelijken ijver er naar
streven, ook van tijd tot tijd in ons land, belangrijke
partijen van Amerikaansche huiden aan te voeren.
De prijzen der Oost-Indische huiden waren het geheele
jaar door betrekkelijk hoog; en zullen door de groote
verbetering in de behandeling der huiden in de toekomst
nog wel rijzen.
Op 1 Jan. 11. waren de noteeringen als volgt
Lichte huiden 2Vs-3 KG. 60-70 cent.
Zware 5-6 50-60
Padang 2-3 40-45
Dito 5-6 40-50
Batavia Buffels 4-10 KG. 35-40 cent
Samarang Soerabaya 4-10 KG. 36-40 cent.
Padang 4-12 24-28 per halve KG.
Ten slotte nog eenige woorden over de Java-Geiten
vellen. In deze branche vooral heeft de handel eene
groote vlucht genomen. Kwamen vroeger, hier geen
geitenvellen aan, thans nu onze makelaars zulke juiste
beschrijvingen en taxaties geven, worden reeds 2/s van
den voorraad in Indië naar Amsterdam uitgevoerd.
Bedroeg verleden jaar het aantal hier verkochte geiten-
vellen reeds ruim 500.000 stuks, wij hebben allen grond
te mogen aannemen, dat het volgend jaar dit getal
nog beduidend aanzienlijker zijn zal.
Handel in West-Indische, hoofdzakelijk in La Plata
huiden.
Wanneer wij de verschillende statistieken over den
buitenlandschen huidenhandel aandachtig nagaan, dan
merken wij direct op, dat alle hierin overeenstemmen
dat het jaar 1898, zoo voor inkoopers als verkoopers
ongunstig is geweest. Waren in het begin de prijzen
tamelijk bevredigend te noemen, spoedig gingen zij
tengevolge der belangrijk mindere slachtingen in Ame
rika, vrij aanzienlijk in de hoogte, om echter kort daarop
weer langzaam tot den aanvankelijken prijs af te dalen,
zoodat ten slotte, na schommelingen van 2 a 3 francs,
de noteeringen op einde December 1898 gelijk stonden
met die op het einde van 1897.
Evenals in vorige jaren, was ook Antwerpen weer
voor ons de voornaamste markt. Hier toch werden in
1898 uit Amerika aangevoerdvoornamelijk gezouten
en gedroogde La Plata en Rio Grandehuiden 1.269.922
stuks tegen 1.095.872 in 1897, dus 174.050 stuks meer.
Verkocht werden in 1898 812,386 stuks tegen 977,753
stuks in 1897, alzoo minder 165,366 stuks.
Bedroeg einde December 1897 de stock slechts 48,608
stuks, einde December 1898 groeide hij aan tot 138,923
stuks, alzoo een beduidend meerdere voorraad van
60,315 stuks.
Voor Nederland werden aangekocht ongeveer 120000
huiden, dat is zoowat 10000 minder dan in 1897.
Veilig mag men aannemen, dat de grootste helft
hiervan zijn weg vond naar de Noordbrabantsche leer
looierijen. De reden van bovenstaanden verminderden
invoer naar Nederland is, dat er bijna in alle plaatsen
combinaties tot stand gekomen zijn, vereenigingen van
een aantal looiers, die gezamentlijk op de groote mark
ten koopen en zoo doende in staat zijn den tusschen-
handel te mankeeren. Havre vooral heeft zich dit jaar
veel moeite getroost en meer huiden in ons land ge
plaatst dan vroeger.
Op te merken valt, dat de weleer zoo schoone la
dingen Saladeroshuiden steeds zeldzamer worden; en
het zouten zeer te wenschen begint over te laten. Veel
huiden kunnen dan ook niet meer, zooals voorheen
een eenigszins langdurig verblijf in de pakhuizen ver
dragen. Voornamelijk geldt deze klacht de Buenos-
Ayres huiden. Meer en meer klagen de leerlooiers over
de veelvuldige brandmerken, die zich allengs in grooter
getal in genoemde huiden vertoonen. Te Montevideo
besteedt men in dat opzicht, vrij wat meer en beter
zorgen aan de bewerking tot conservatie der huiden.
Hoewel de slachtingen, waarvan wij reeds boven ge
waagden, in La Plata en Rio Grande omtrent 200000
stuks minder bedroegen dan in de beide voorgaande
jaren, bleef toch dit deficit, met betrekking tot de
waarde der Zuid-Amerikaansche huiden, bijna zonder
merkbaren invloed.
De oorzaak van dezen slappen gang moet vooral
gezocht worden in den niet bevredigenden toestand
der leerindustrie en ook gedeeltelijk in de omstandig
heid, dat de aanvoer van andere herkomst grooter is
geworden, zooals dit o.a. in Engeland nog meest het
geval schijnt te zijn.
De laatste berichten over de slachtingen zijn ook
wederom in deficit (ofschoon niet groot) op voorgaande
jaren, zijnde 993.700 stuks in 1898 tegen 1,190,000 in
1897. Te Montevideo alleen bedroeg de slachting ge
durende 1898 als volgt
le trimester, 18840 os 16673 koe totaal 35503 stuks.
2e 18107 18401 36508
3e 16214 13550 29764
4e 18067 12311 30378
Totaal 132153
In Buenos-Ayres bedroeg de slachting 536905 ossen,
koe en kalveren. En toch, indien binnen korten tijd
de handel niet wat levendiger wordt, zou het zeer goed
kunnen gebeuren, dat de prijzen der huiden nog meer
terugloopen, wat vooral het geval zou zijn, zoo de
tamelijk groote stock of voorraad nog beduidend bleef
aangroeien. Dit schijnt tenminste de opinie te zijn van
het meerendeel der importeurs die er ijverig naar stre-
Waalwijksche «n Lmgstraalsche Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk fl,]5.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 eent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaalsir g
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land woraen alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adole Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel