Nummer 58. Zondag 23 Juli 1899 22e Jaargang. Eerste Blad. 1 Gemeenteraad van Waalwiik. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, ANTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uitj twee bladen. j FEUILLETON. UITGEVER: Waalwijk. Waalwijksche en Langstraalsche Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. A l> o n n e ra e n t s p r ij s per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk fl,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f0,60daarboven 8 cent per re^sl, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentioburean van Adole Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel OPENBARE VERGADERING op Donderdag 20 Juli, des namiddags 63/* uur. Onderwerpen ter behandeling 1. Ingekomen s'ukken. 2. Gunning verbouwing O. L. School. 3. Vaststelling jaarwedde ontbrekend on derwijzer. 4. Onderzoek geloofsbrieven van de op 6 dezer gekozen leden van den raad. Voorzitterde burgemeester K. A. M. ridder de van der Schueren. Afwezigde heer van Tilburg. De voorzitter opent de vergadering en de secretaris leest de notulen der vorige voor. De heer vau Schijndel „ik geloof dat de Secretaris gelezen heeft vooraan bij de rooi- ingslijn, de te ontwerpeD aan de Oostzijde in eene volgende vergadering te behandelen; dat moet zijn „e e r s t" volgende vergadering. Het is misschien eene vergissing». De heer Bayens„ik meen van niet, ik geloof dat er is besloten in een volgeude." De heer van Schijndel„'t besluit is ge weest in de eerst volgende volgens mij is in 't belaug der gemeente dat het zoo spoedig mogelijk in orde komt. Ik herinner het mij nog goed, daar er nog zoo'n lange discussie over is geweest." Daarna worden de notulen goedgekeurd. Aan de orde I. Ingekomen stukken. a. Een schrijven van Ged. Staten, hou dende goedkeuring van het kohier van den hoofdelijken omslag, waarbij deze geraamd wordt op f Falsaris. IV. 70 Lias B13». Martineau sliep gewoonlijk zeer vast, maar dien nacht kon hij den slaap niet vatten. Als hij maar even de oogen sloot, dan zag hij een dui veltje, dat om hem heen danste, dat hem plaagde en sarde, en hem geen oogen blik met rust liet. Dat duiveltje had mooie, zwarte oogen, juist als zijn buurvrouw, mevronw Bernadette Regnauten geleek ook in het gezicht sprekend op de nieuwe bewoonster. Ten slotte ging hij in zijn bed overeind zitten en verdiepte zich in een droefgeestig gepeins. Martineau, beste jongen, zeide hij bijna hardop, zoudt ge u in het een of andere gevaar bevinden f Wat drommel, ge slaapt anders altijd als een marmot en als ge nu maar even de oogen sluit, dan ziet ge allerlei dwaze dingen iu uw verbeelding. Is dat nu niet kinderachtig? Na een korte pauze ging hij voort Zou het een kwaad voorteeken zijn Het is vreemd, maar ik meen overal het gelaat en de oogen van die dame hierboven te zien. Zou zij Och kom, dat is al te gek, van haar kan mij toch zeker geen gevaar dreigen, want gisteren wist zij nog niet dat er een Jules Leonidas Martineau op de wereld bestond. Maar wat dan? Het is toen maar een feit, dat ik niet kan slapenStil, als ik een9 wat beweging nam, dan gaat het misschien wel. Hij sprong uit zijn bed en liep eenige raaien het kamertje op en neer, maar ook ait beviel hem niet, want het was November en vinnig koud ioodat hij in zijn nachthemd weldra liep te rillen en zijn bloote voeten verstijfd van de koude werden. Martineau kroop dus weer onder de dekens en zuchtte Och goede hemel, zal het dan nooit dag worden Werkelijk, er bestaat niets vervelenders dan b. idem houdende goedkeuring van het besluit der wijziging der jaarmarkten, nadat zij de omliggende plaatsen hebben gehoord. Voorzitter „de noodige mededeelingen zijn reeds aan de almanakken geschied, op dat ze bijtijds kunnen worden opgenomen." II. Gunning O. L. School. Voorzitter Er is van hoogerhand wederom een paar malen aangedrongen op de regeling van het onderwijs ia onze gemeente. Wij achten dit dan ook zeer in 't belang der gemeente, vooral met het oog op uitgebreid onderwijs en daarom stelt het Dag. Bestuur voor, de school te laten verbouwen zooals is aangenomen en te gunnen aan den laagsten inschrijver. Treffers heeft mij gezegd, dat hij het werk wil verrichten voor f 12.747 hij zal dan direct beginnen en dau is het l No vember a. s. klaar." De heer Bayens „ik meen dat in eene vroegere vergadering besloten is, de uitspraak der Kamer af te wachten, aangaande deu leerplicht." De Voorzitter „nu kunnen we dit besluit nemen en het andere intrekken." De heer Bayens„ik vond beter, dat het schrijven, waarin van hoogerhand wordt aangedrongen, ter visie had gelegen voor de leden, dat zij hadden kunnen zien op welke gronden dat geschieddeik vind beter te wachten." De voorzitter„dat schrijven was gericht aan het Dag. Bestuur en wel door 2 school opzieners, die aandrongen op de regeling van het onderwijs en de benoeming van een ontbrekende» onderwijzer en dat kan niet; er is geen plaats meer, dus er moet ruimte gemaakt worden.» De heer Baijens»moet nu zoo gebouwd worden als vroeger is besloten, mij dunkt, met 't eene besluit vervalt ook het andere.» De voorzitter„met groote meerderheid van stemmen is destijds besloten aldus te bouwen.» De heer Baijens „ik ben daar tegen, ik zou een nieuwe aanbesteding uitschrijven in 't voorjaar of nu, dat kan in den prijs heel I. 11 I I l _JI een slapelooze nacht en Martineau doorleefde al de kwellingen daarvan. Hij hoorde de klok geregeld alle halve en heele urenslannen telkens zuchtte hij Nog zoo vroeg, er komt geen einde aan. Inderdaad, de nacht duurde lang, maar dat is in November een gewoon verschijnsel en op den bepaalden tijd werd het dag. Martineau uitte een kreet van blijdschap toen hij liet eerste schijnsel van het licht door zijn gordijn zag dringen. Hij stond dadelijk op, wnschte en kleedde zich, maar het kwelduiveltje liet hem geen rust. Overal meende bij die mooie, zwarte oogen te zien en alle moeite die hij deed om ze te ver drijven, was vruchteloos. Zijn eerste werk was altijd koffiezetten voor zich en zijn kapitein, maar dezen morgen ging dit zeer gebrekkig: eerst vergat hij de koffie in den pot te doen, zoodat deze slechts heet water schonk, den tweeden keer liet hij ze zoo sterkkoken.dat ze niet drinkbaar was en eerst den derden keer kon 't er tamelijk mee door, maar toen alles gereed was, stootte hij de koffiekan om, zoodat de inhoud over tafel en grond 9troomde. De arme Martineau stampvoette van woede. Dat i9 niet uit te houden, dat is om gek van te worden 1 riep hij uit. De duivel hale mijn buurvrouw en alle vrouwen met haar, ik wil niet meer aan tiaar denkeu of over haar hooren spreken, net maakt mij geheel van streek. Maar intussclien moet ik toch koffiezetten. Duizend duivels, als het mij nu den vierden keer niet gelukt, dan smijt ik den geheelen boel het raam uit. Gelukkig werd Martineau niet tot dit uiterste gebracht, want de vierde maal slaagde hij naar wensch en op zijn koffie viel niets aan te merken. Na zich hiervan overtuigd te hebben, schonk hij een kop in voor zijn kapitein en begaf zich naar diens kamer. Filip zat in zijn chambre cloak op de canapé. Hè, 't is laat, zeide hij, na den morgengroet van Martineau beantwoord te hebben, en ik ben stram in al mijn leden. Ik ook, antwoordde Martineau ernstig. Gij Och kom, gij hebt toch goed geslapen, terwijl ik hier zat te werken voor mijn uitmun tenden kolonel Allevard. Geslapen? Ik? Ik heb geen oog dichtgedaan Welzeker ik heb u hooren snorken. wat schelen, dat zou misschien veel minder kosten, en ten tweede, hadden de inschrijvers, die vroeger de moeite deden en zoo lang moesten wachten ook nog kans, die konden dan ook opnieuw inschrijven," De Voorzitter „het heeft toch lang geöoeg gehangen, alsdat het Dag. Best. nu met een voorstel voor den dag kan komen De heer Baijens„dan ben ik altijd nog voor met mijn voorstel't krijgt mijns inziens aldus den schijn van een onderhandsche aanbesteding." De heer Mombers „wat nu aangenomen wordt, is niet in 't voorjaar, dat kan best f 1000 verschillen daarin blijf ik den heer Bayens bij." De Voorzitter: eerst is er een aanbeste ding geweest, toen uitgesteld, daarna een 2de aanbesteding, welke direct zou worden ge gund, toen weer wachtenen daar wij het in het belang van onderwijs en gemeente achten, breng ik het voorstel van Dag. Best. nl: „De verbouwing der school (bovenop) te gunnen aau A. Treffers voor f 12.747", io omvraag. V/ Ze kan dan dit jaar nog klaar zijn. Dit voorstel wordt met 9 tegen J stem, die van den heer Baijens aangenomen. De Voorzitter„ik zal Treffers kennis geven, opdat direct kan begonuen worden." III. Vaststelling jaarwedde ontbrekend onderwijzer. De Voorzitter: »op aandringen van den schoolopziener en ook omdat de wet het gebiedt, zal een nieuw onderwijzer moeten worden benoemd. Wij zijn hieromtrent in overleg getreden met het hoofd der school. De heer Spijkerman vindt, daar niemand dan hij acte Duitsch heeft, het best een onder wijzer met die acte, die zou dan eens tijdelijk zijne klas kunnen overnemen, en dan kan hij eens toezicht houden over het onderwijs in de andere klassen, en daar men natuurlijk geeu oproeping kan doen voordat het tractament is vastgesteld, hebben we het hoofd der school ook hierover geraadpleegd, en die vindt van f 700. Snorken Ja, ge hebt een uur lang gesnorkt als een kerkorgel. Dat ontbrak er nog maar aan. Ik ben hee- lemaal in de war, er is geen redden meer aan, ik ben een verloren maiujp- Nu, nu, zoo erg is4fat toch niet. Ik heb u andera nog nooit hooren snorken en dat ge het nu gedaan hebt, bewijst alleen dat ge wat op gewonden en zennw'achtig zijt. Neem een kal meerend middel, Martineau, "mijn vriend 1 Ja kapitein. En pas vooral op, dat ge niet ziek wordt, want denk er aan, over vier dagen dan hebben wij beiden verlof. Dat is waar, nog vier lange dagen. De laatste loodjes wegen altijd het zwaarst. Wat gaat die tijd langzaam voorbij. Dat moet ge vooral tegen mij zeggen. Jawel, kapitein, ik begrijp heel goed, dat ge ongeduldig zijt en dat de uren voor u tergend langzaam voorbijkruipen alleen uit vrees voor dat ongeduld, zou ik nooit willen trouwen maar gij hebt toch immers niets meer te vreezen Wie weet? Denkt ge nog altijd aan dien leelijken gluiperd, oom Daniël, en aan zijn neet? Zij zijn mijn verbitterde vijanden. Maar hun eerste aanslagen zijn zoo totaal mislukt, dat zij den moed wel opgegeven zullen hebben. Wie weet? Alweer dat leelijke woord. Hoor eens, ka pitein, gij zijt gisteren al te gelukkig geweest en nu volgt de reactie. Misschien ook komt het van den slapeloozen Dacht, waarin ge mij hebt hooren snorken want ik heb gesnorkt, helaas! Misschien ook komt het van het gure. regenachtige weer vanmorgen, dat u somber en onrustig maakt. Misschien Houd nu maar op met al die raisschien's, mijn brave Martineau, schenk ons liever een ccgnac in, dat zal de booze luimen wel verdrijven. Martineau haalde een flesch ouden cognac en twee kleine glaasjes uit de kast en vulde die. Filip, die zich intusschen gekleed had, dronk zijn glas in één teug ledig. Ziezoo, dat zal me opknappen, zeide hij, nu ga ik heen. Hij pakte het werk bijeen, dat hij dien nacht B. en W. gaan hiermede meê, en stellen dus voor het tractament van den te benoemen onderwijzer te stellen op f 700.» De heer Timmermans van Turenhout„Be staat er vooruitzicht, dat we voor f700 een onderwijzer met acte Duitsch zullen kunnen krijgen.» De Voorzitter„we zullen 't probeeren gaat 't niet, dan zal er wat bijgedaan moeten worden." De heer T. v. T.„hij zal niet in werking kunnen treden voor de verbouwing klaar is." De Voorzitter „dat zouden we zoolang dan maar in de klassen wat moeten schip peren." De heer T. v. T.»'t Is maar dat, als er aan deze oproeping geen gevolg wordt gegeven, voor 1 November nog eene andere kan geschieden." De heer Baijens„de oproeping zal toch zeker tegen I Nov. geschieden." De Voorzitter„de raad kan hem tegen 1 Nov. benoemen." Aangenomen. IV. Onderzoek geloofsbrieven, nieuwge— kozen leden. De Voorzitter: »vinden de heeren't goed dat ik de leden der commissie van onderzoek aanwijs zoo ja, dan verzoek ik de heeren Timmermans van Turenhout, Baijens en Mulders de geloofsbrieven te onderzoeken, en schors de vergadeting. De Voorzitter „ik heropen de vergadering en volgens de verklaring der commissie, zijn de geloofsbrieven in orde bevonden, en is er dus geen bezwaar, de heeren als raadslid toe te laten." Aangenomen. De Voorzitter: „de heer Verbunt heeft mij medegedeeld, dat hij geen lid wenscht te blijven van de commissie voor de electrische verlichting daarvoor dient dus een plaats vervanger benoemd te worden. Gekozen met 7 van de 9 stemmen, de heer A. van Tilburg. De Voorzitter zegt de heer van Tilburg te zullen vragen, of hij de benoeming aanneemt en sluit, daar niemand meer 't woord ver langt, de vergadering. had afgemaakt, en begaf zich naar het minister!». Zoodra Filip weg was, zette Martineau zich voor den haard en begon met den pook in het vuur te woelen. Wel verduiveld, bromde hij, dat ik die ongerustheid maar niet van mij af kan zetten. fr.dk dacht dat het wel óver zou gaan, als de dag aanbrak, maar ik ben nu nog even zenuwachtig als vannacht, en er is volstrekt geen aanleiding toe. Komaan, ik zal wat bezigheid zoeken. Hij kwam op het denkbeeld om eens aan ziin vader te schrijven en dit denkbeeld bracht hij terstond ten uitvoer. In een langen, roerenden brief schreef hij aan papa Martineau hoe vroolijk het leven te Parijs was, maar tevens hoe duur. Hij voegde er bij, dat hij een verkoudheid had opgedaan, dat men daartegen te Parijs wel tal van medicamenten had, maar dat de apothekers ook verbazend hooge prijzen vroegen het slot van zijn briet was dus, of de oude heer nog niet eens een brief met de bekende vijf roode lakzegels wilde zenden, om in alle onkosten van zijn zoon te voorzien en hij voegde er een postcriptum bij, waarin hij een blijk gaf van diep gevoelde kin derliefde, dat zeker zijn uitwerking niet zou missen. Nu werd de brief onder couvert gesloten en geadresseerd. Martineau stak een sigaar op en ging hem naar de naastbijgelegen brievenbus brengen. Vervolgens begaf hij zich naar zijn koffiehuis om te ontbijten en door de wandeling weer een weinig opgeknapt, keerde hij huiswaarts. Juist wilde hij aan zijn dagelijksch werk be ginnen, toen hij een bekenden tred van de trap der tweede verdieping hoorde komen, de gang overgaan en de deur van zijn woning naderen. Die deur werd zonder omwegen geopend en da portierster trad binnen. Moeder Bergougnous hijgde en haar gelaat was nog veel rooder dan gewoonlijk. Zoo, beste jongen I riep ze uit, ge moogt mij wel eens heel vriendelijk bedanken. Wat is er dan, moeder Bergougnous? vroeg hij. Ik heb uw zaakjes terdege behartigd. Welke zaakjes? Wel, met je buurvrouw van hierboven. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1899 | | pagina 1