Nummer 70. Zondag 3 September 1899.
22e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
Eerste Blad.
ANTOON TIELEN,
Levensverzekering-,
filllll»,
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
FEUILLETON.
ÜITGEYER:
Waalwijk.
Om zicli een goed begrip te vormen van
de werking, eener Levensverzekering-Maat
schappij en tegelijk der wijze van premie-
berekening, vergelijke men haar met eene
loterij, en wel eene, die over vele jaren loopt
en waarbij alle loten met eenzelfden prijs
uitkomeneene loterij zeer geschikt als
geldleeuing, waarbij dan geene jaarlijksche
rente vergoed wordt maar deze begrepen is
in de kans van uitloting.
Gesteld, iemand organiseert eene derge
lijke loterij van 1000 loten; jaarlijks loten
20; lóten uit met een prijs van f1000, elk
totdat alle loten uitgekomen zijn, wat dus
na 50 jaar het geval zal zijn.
Hoe moet daarbij de prijs der loten be
rekend worden
De loterij onderneming moet naar dit plan
bij het einde van elk jaar f 20000 betalen.
Zij heeft dus slechts te berekenen de dade
lijke waarde van f20000 betaalbaar na 1 j.,
na 2 j., enz. laatst na 50 jaar.
De som van al die contante waarden zal
het kapitaal zijn, benoodigd om de prijzen
op tijd te kunnen betalen en dus ook de
prijs der 1000 loten.
Als -Hu het geld rendeert zooals ter be
paling der dadelijke waarden aangenomen is
en de loterij wordt gratis beheerd, dan zul
len na 50 jaar met de inlossing van het
1000ste lot juist kapitaal en interest uitge
geven zijn.
Falsaris.
Ter meerdere duidelijkheid liet ik elk
jaar een gelijk getal aar.deelen uitlo
ten eu stelde ik alle prijzen even groot,
maar ik had natuurlijk evengoed elke ande-
dere wijze van uitloting kunntn nemen. Het
komt er maar op aan te weten, hoeveel be
drag aan prijzen elk jaar betaald moet wor
den, om de contante waarden te kunnen
berekenen.
Vergelijken we nu eens met deze loterij
de verzekering van 1000 gezonde en in
dezelfde levensomstandigheden verkeerende
mannen, allen oud 30 jaar, van 1000 man
nen dus, die dezelfde sterftekans (lees: uit-
lotingskans) hebben en beschouwen we eik-
verzekerd voor f 1000, (lees: elk te moeten
uitkomen met een prijs van f 1000.)
Het eenige, verschil is dan, dat wij bij de
organisatie der loterij zelf bepaalden hoe
veel aandeelen jaarlijks zouden uitloten en
dat dit getal hier door de sterftetafel be
paald is. Deze zegt ons hoeveel menschen er
per 1000 jaarlijks op eiken leeftijd sterven.
De verzekerden van denzelfden leeftijd kun
nen geacht worden samen een afzonderlijke
loterijgroep te vormen, zoodat men evenveel
loterijen heeft als er leeftijden zijn.
Hoe oud gij zult worden behoeft de le
vensverzekering voor hare premieberekening
evenmin te weten als de loterij na hoeveel
tijd dit of dat lot zal uitkomen.
Tegenover een lot, dat spoedig uitkomt,
staat een ander, dat lang inblijft en zoo is
het ook bij de Levensverzekering.
De berekening is dus volkomen dezelfde
en verkrijgt men op deze wijze den prijs
van het lot en den prijs der polis, dat wil
zeggen de som, die men in eens zou moeten
betalen.
Nu wordt bij Levensverzekering zel
den eene eenmalige premie betaald, uiaar
betaalt men levenslang eene gelijkblijvende
jaar pre mie.
Die premie wordt uit de koopsom afge
leid, gelijk ook uit den prijs van een lot
zou af te leiden zijn de jaarlijksche bijdrage
gedurende den duur der loterij.
Laat ik daarover in dit opstel niet verder
uitweidengenoeg aangetoond te hebben,
dat de premieberekening bij Levensverzeke-
ring op goede grondslagen berust. In het
eerslvolgend artikel kom ik op de premie-
berekening terug en zal dan ook de jaar
premie behandelen.
Is er eene groote overeenkomst tusschen
eene loterij zonder nieten en de Levensver
zekering, het verschil in effect is zeer groot.
De Levensverzekering toch begunstigt al
leen hen, die begunstiging noodig hebben
en zulks juist op het gescliikste oogenblik,
terwijl zij, die niet begunstigd worden, daar
over allerminst zullen treuren.
De bijzondere waarde, die een artikel heeft,
omdat men het juist noodig heeft, noemt
men gelegenheidswaarde (opport uniteitswaar-
de). Bij voorwerpen, die geen marktprijs
hebben, kun die waarde alles beheerschend
zijn, maar zelfs bij courante waarden is hare
beteekenis dikwerf groot
Om dit duidelijk te doen uitkomen, be
dien ik mij van dezelfde illustratie, welke ik
gebruikte in mijn artikel „Poliswaarden*
voorkomende in De Yerzekeringsbode van
den loopenden jaargang.
Vergelijken we twee polissen, de eene met,
de andere zonder gelegenheidswaarde (dus de
laatste geen eigenlijke levensverzekerings
polis.)
Twee hoofden van gezinnen V. (vader) en
S. (speculant) beiden de steun van hun ge
zin, nemen elk eene polis van gelijk premie
bedrag en van dezelfde verzekerde som, laat
ons zeggen f 10.000.
V. verzekert daarbij zich zei ven ten be
hoeve van zijn gezin; S. sluit eene polis op
het hoofd eens vreemden.
Al dadelijk springt in het oog het onder
scheidend karakter der twee polissen,
V. betaalt bij de wetenschap, dat hij zelf
nooit zal profiteeren van het verzekerd ka
pitaal zijn contract getuigt van eene edele
aspiratie, van opofferende liefdehet con
tract van S. vertoont allerminst iets respec
tabels.
Maar ook in effect is het onderscheid
groot.
Beschouwen wij daartoe de volgende mo
gelijke gevallen
le geval. V. sterft; de weduwe ontvangt
f 10.000. De vreemdeling sterft eveneens
en S. ontvangt ook f 10.000.
Welke f 10.000 hebben de meeste waarde?
2e geval. Beide verzekerden worden zeer
oud. Gelukkig voor V. en diens familie,
jammer voor den speculant S.
3e geval. V. wordt zeer oud, de vreem
deling sterft.
Zullen V. en familie zich beklagen
4e geval. V. en S. overlijden en de vreem
deling wordt zeer oud.
De weduwe van V. ontvangt de f 10.000
als vrucht der wijze voorzorgen haars echt-
genoots, do weduwe S. verliest haar man en
steun en heeft bij al haar zorgen nog die
der premiebetaling.
Het contract van V. was dan ook eene
werkelijke verzekering, dat van S. niets dan
een spelcontract, eene loterij.
C. O.
JAARMARKT te Waalwijk,
Woensdag 6 September a. s.
op
De Echo van het Zuiden,
Waalttijlisclit' en Lugstnatseke Courant
Dit Ulud verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
A b o n.n emen'tepr ij s per 3 maanden f 1,
Franco per post door liet geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
AdvektkhtiïN 1 7 regels f0,60daarboven 8 eent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangenomen door het advertentioburea van
Adolï Steiner, Hamborg. Reclames 15 cent per regel
V.
82 Het doel heiligt de middelen.
Terwijl de kellner dat haalde, dacht oom Da
niël na en toen het er was, begon hij dadelijk
met het bewonderenswaardig nagebootste hand
schrift van den ongelukkige Filip, den volgenden
brief te schrijven
«Mijn lieve Marguerite I
Aurélien De Prabert en Daniël Hilson hebben
hun doel bereikt. Die twee ellendelingen zijn er,
door heleche middelen, waartegen ik ie vergeefs
strijd, in geslaagd, een verschrikkelijke beschul
diging op mij te werpen. Alles wat in mij is
komt daartegen in opstand en ik gevoel dal ik
krankzinnig zal worden van smart en schaamte,
wanneer die vreeselijke toestand nog eenige dagen
zou moeten aanhouden. Ia de gevangenis, ik I
01 ik lijd onbeschrijfelijk I Gij, mijn beminde
Marguerite, kunt aan mijn marteling een einde
maken en mijn onschuld doen erkennen, door zoo
spoedig mogelijk naar generaal Rolland te gaan
die mij zeer genegen is en hem alles te
vertellen wat gij weet omtrent die gevloekte fa
milie De Prabert. Om spoediger bij den generaal
te worden toegelaten moet gij, na ontvangst van
dit schrijven, zonder een seconde te verzuimen
naar mijn vriend kapitein Massias gaan, die u de
noodige inlichtingen zal geven en u zal vergezel
len. Kapitein Massias bewoont in de
Hier hield oom Daniël even op en vroeg
Waar staat het huis, dat Maurice De Noirtal
voor ons beschikbaar heeft gehouden
Aurélien keek even in den briefen antwoordde:
Rue Saint-Maur-Popincourt 23.
Oom Daniël schreef verder
rue Saint-Maur-Popirfcourt 23 een pavilloen,
te midden van een fraai en tuin. Wanneer gij in ij
door uw ijverige bemoeiingen mij de vrijheid her
geeft mijn lieveling, dan zal ik aan u het leven te
danken hebben. O! ik zal het geheel aan u
wijden, tot mijn laalsten snik, dat zweer ik u.
Eeuwig Uw Filip".
Toen oom Daniël zijn brief af had, nam Aurélien
het epistel van de tafel en las het aandachtig door.
Niet slecht, zeide hij, toen hij ten einde ge
lezen had, alleen komen er voor ons minder
aangename zinsneden in voor, maar dat kan in
de gegeven omstandigheden geen kwaad.
Misschien hadtgedie uitdrukking ^gevloekte
familie De Prabert" wel kunnen vermijden, maar
dit. komt voort uit uw ijver de goede zaak. Wij
zullen dat biiefje dan maar verzenden en, ver
liefd en doodelijk ongerust als onze lieve nicht
is, zal zij zeker komen. Ik zal haar, ontvangen
en dan... Ach kom, we zullen maar afwachten
en niet vooruitloopen, maar wie zal den brief
bezorgen
Eerste soldaat de beste... loopen er genoeg
op straatgeeft des te meer vertrouwen
Op mijn woord, oom Daniël, gij zijt een genie.
Zij betaalden hun diner en gingen heen.
Er was geen tijd te verliezen, de tusschenkomst
van een derde, die Marguerite kon inlichten en
raadgevcn vooral van den slimmen Martineau
zou al de inooie plan Den van de genialën fal
saris kunnen vernietigen, de brief moest dus be
zorgd worden voordal Jeannine terugkwam.
Buiten gekomen wandelden de twee medeplich
tigen den boulevard langs om een geschikter be
zorger voor den brief te vinden.
Eensklaps echter bleef oom Daniël staan en
zeide
Gij wilt Marguerite ontiar.geri
«fa.
Kunt ge zoo niet doen mag u niet
dadelijk herkennen.
Dat is waar.
Vermommen naar Blin rijden too-
neelkapper, rue de Orenelle pruik koopen.
daarop naar Coulanges, costumier, rue Saint Quen-
tin uniform artillerist huren oppasser van
kapitein M tssias begrepen
Volkomen. Gij denkt aan alles, oom Daniël.
Vlug
Aurélien snelde weg oin een rijtuig te zoeken
terwijl oom Daniel alleen zijn wandeling voort
zette.
Het was nog altijd even vol op de boulevards
en daar de militairen tot tien uur uit mogen blij
ven, viel het niet mocielijk, den gewenschten
boodschapper te vinden.
Op deu iioek van den boulevard des Ca poel lies
stond een infanterist voor de uitstalkast van een
magazijn te kijken in het volle licht der electri-
sche booglampen en een vijf-francstuk was ruim
voldoende om hem tot de bezorging van den
brief over te halen.
Hij prentte zich het voorschrift goed in het
geheugen den brief aan den portier afgeven, er
bij zeggen dat er haast bij was, dus dat men hem
terstond moest overhandigen, omkeeren en heen
gaan.
Dat was nogal zoo moeielijk niet en verheugd
over het buitengewone voordeeltje dat hem te
beurt viel, snelde de soldaat weg in de richting
van de Champs-Elysées.
Ziezoo, mompelde oom Daniël, mijn werk
gedaan voor heden nu maar wachten op
Aurélien.
Deze kwam, na zich bij den costumier en den
kapper van het noodige te hebben voorzien, een
half uur later in de rue Saint-Maur-Popincourt,
waar hij voor no. 23 uitstapte en zijn koetsier
betaalde en wegzond.
Hij bleef een oogenblik staan er. keek roud.
Een tevreden glimlach kwam op zijn lippen.
Inderdaad, Maurice De Noirtal had zich uitmun
tend van zijn taak gekweten, het huis was als
geknipt voor het doel. Aan de zijde van de straat
had men slechts een tuinmuur, ongeveer een
manshoogte en daarin een lage deur. De tuin
zelf was met hooge, zware boomen beplanton
mogelijk uit een naburig huis te zien, wat er in
het pavilloen voorviel.
Aurélien opende de tuindeur met een der sleu
tels, die hij bij den brief had ontvangen en trad
binnen.
Toen hij in het pavilloen kwam, was zijn eerste
werk den gasmeter op te zoeken, die hij in de
gang, dicht bij de deur vond.
Vervolgens stak hij overal licht aan en deed de
ronde door het huis. Dit was niet zeer groot en
slechts een verdieping hoog.
Beneden vond hij viGr kamers, vrij goed ge-
mcubileeid en waarvan een tot slaapvertrek was
ingericht. Het had slechts een venster met stevige
luikeu, van een slot voorzien.
Mooi, mompelde hij, dit vertrek kan uit
muntend tot gevangenis voor mijn nicht dienen.
Het heeft twee uitgangen, deze komt op de gang
uit, en deze
Hij ging naar een tweede deur en opende die.
Aha, een eetzaal, met een deur in den tuin,
ging hij voort, na ook hier het licht te hebben
opgestoken. Wij zullen de verbindingsdeur af
sluiten en dan zal mejuffrouw De Briais hier zoo
veilig zijn als in de Bastille, zaliger gedachtenis.
Alle deuren zijn van stevige grendels en sloten
voorzien, het schijnt dat de vorige bewoner nogal
vreesachtig van aard was, hetgeen mij nu goed
van pas komt.
Aurélien sloot de deur, die van de slaapkamer
naar de eetzaal voerde en schoof er in het laatst
genoemde vertrek den grendel voor.
Zie zoo, mompelde hij, nu is de kooi gereed
en zullen we eens aan den vogelaar denken.
Hij haalde een handkoffertje, dat hij in de gang
had neergezet, opende het en pakte een uniform
uit, benevens een doosje met een zwarte pruik.
Snel ontdeed hij zich van zijn bovenkleereu en
trok de uniform aan, om tot besluit zijn blonde
haren onder de pruik te verbergen.
Prachtig! riep hij uit, toen hij zich in den
spiegel bekeek, het kan niet beter, ik zou mezelf
niet herkennen.
Nu was alle9 gereed en Aurélien behoefde
slechts te wachten, tot Marguérite komen zou.
Hij wierp zich languit in een leeren sofa in de
eetzaal.
Daar ging de huisbel over.
Aurélien sprong op, verliet het paviljoen, ging
den tuin door en opende de deur, waarvoor een
rijtuig stond.
Een jonge dame stapte uit.
Wat verlangt mevrouw? vroeg Aurélien,
terwijl hij zijn stem zooveel mogelijk veranderde.
De dame, in wie hij terstond Marguérite her
kende, antwoordde
Ben ik hier terecht bij kapitein Massias
Ja, mevrouw.
Is de kapitein thuis?
Zooeven thuisgekomen.
Dan wenschte ik den kapitein terstond te
spreken.
Aurélien bracht de hand aan zijn politiemuts
en liet het argelooze meisje binnen.
Zij gingen den tuin door en in de gang van het
huis gekomen, opende Aurélien de deur van een
spreekkamertje, liet Marguérite binnen en vroeg;
Wie mag ik aandienen?
Mejuffrouw Marguérite De Briais.
(Wordt vervolgd.)