Nummer 74. Zondag 17 September 1899. 22e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. ÏIMlWISi. ANTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit twee bladen. Bekendmaking. FEUILLETON. WONINGWET. UITGEVER: Waalwijk. Falsaris. VI. Door de regeering is thans de aangekon digde Woningwet, houdende wettelijke be palingen betreffende de volkshuisvesting, in gediend. De volkshuisvesting wordt daarbij ver klaard te zijn een voorwerp van de aan houdende zorg der gemeentebesturen. Aan alle gemeenten wordt behoudens vrijstelling door Gedeputeerde Staten de verplichting opgelegd verordeningen te ma ken, die, om van kracht te zijn, de goed keuring van Gedeputeerde Staten behoeven. Blijft een gemeentebestuur in gebreke aan de verplichting te voldoen, dan is tusschen komst van eeu hooger college noodzakelijk. Er is echter aan de gemeentebesturen een ruimen termijn gegeven om zelf te doen wat de wet hun oplegt. Eerst indien twee jaren na het in werking treden der wet nog geen voorschriften in den zin der wet tot stand zijn gekomen, doen Gedep. Staten wat des Raads is en stellen zelf voorschrif ten vast, welke dan diezelfde kracht hebben als eene door den gemeenteraad vastgestelde gemeentelijke verordening. Aan de gemeentebesturen wordt echter niet voorgeschreven welke rainimum-eischen in de verordening moeten worden opgeno men. Wel wordt bepaald welke punten, behoudens vrijstelling, in de verordeningen tooeten worden geregeld, maar niet waarin die regeling moet bestaan. Omtrent afmeting van woonvertrekken, hechtheid van muren, toevoer van licht en lucht enz zullen rai- nimum-eischen moeten worden gesteld, maar aan de gemeenten wordt overgelaten te beslissen, welke die eisclien zullen zijn. De regeering stelt geen algemeene raini mum-eischen bij de wet, daar die eisclien zoo laag zouden moeten zijn, dat ze voor de overgroote meerderheid der gemeenten alle beteekenis zonden missen, of zoo hoog dat vele, om niet te zeggen honderden gemeenten er zich onmogelijk aan zouden kunnen houden. Nevens streng toezicht op aanbouw moet ook worden gewaakt, dat bestaande wonin gen niet volstrekt onvoldoende zijn. Vooreerst door te gebieden, dat behoudens dispensatie eischen worden gesteld, waaraan de omschrij ving wordt overgelaten aan het beleid der gemeentebesturen in vereeniging met dat van hooger autoriteit. Slechts een deel van de punten, waarvan met betrekking tot nieuw te bouwen woningen de regeling in de verordening niet mag ontbreken, wordt op bestaande woningen van toepassing ver klaard. Bovendien worden voorschriften gegeven omtrent voortdurend toezicht, benevens ingrijpende maatregelen voorgeschreven te genover nalatigheid of onwil van eigenaars en bewoners o. a. aanschrijvingen tot ver betering en tot gedeeltelijke ontruiming in geval van overbevolking, of door onbewoon baarverklaring. Uitzonderingen op het gebod tot ontrui ming op korten termijn moeten worden toegelaten, b.v. als een woning is opgenomen in een plan dat .geleidelijke ontruiming ver zekert van ongeschikte en niet te verbeteren perceelen, of in een plan, waardoor langs van instemming en Bataille ging voort Wij zullen uw eigendom onaangeroerd op de prefectuur terugbrengen, dat geeft nog minder achterdocht, en later kunt gij het door den gezant laten opeischen. Ik heb pen en inkt bij mij, gij teekent de wissels te Vernon, als de trein aan het station stopt, dan kunt gij gemakkelijker schrijven dan onder het rijden, want zulke belangrijke documenten mogen niet gekrabbeld worden, en een paar minuten later, poetst ge de plaat. Aan genomen den weg van onteigening een geheel kwar tier of wel enkele perceelen zullen worden afgebroken. Aan deze voorschriften wordt kracht bijgezet door uitbreiding van publie ke controle, door strafbepalingen en door vereenvoudigde executie. Een aanvulling van de onteigeningswet, voor zoover de onteigening geschiedt in het belang der volkshuisvesting, is in de voor dracht opgenomen, ter verkrijging van een minder tijdroovende procedure en een meer rationeele berekening der schadeloosstelling. Verder wordt, onder hooger toezicht, aan de gemeentebesturen meer vrijheid van be weging gegeven lot het verleenen van fi- nancieelen steun, door het geven van ren tedragende voorschotten, onder voorwaarde van aflossing, uiterlijk in 40 jaren, aan ei genaren of door het geven onder nader bij algemeenen maatregel te regelen voorwaar den van voorschotten en bijdragen aan vereenigingeri en maatschappijen, werkzaam in het belang van verbetering der volkshuis vesting, door het aankoopen van gronden en gebouwen om die aan dergelijke vereenigin- gen of maatschappijen over te dragen of door het verleenen van bijdragen ter uitvoering van een onteigeningsplan. Uit 's Rijks kas kunnen aan gemeenten voor deze doeleinden voorschotten worden verstrekt, onder bij algemeenen maatregel te stellen regelen. Een college van bijstand wordt ingesteld tot onderzoek van de aan vragen om voorschotten en bijdragen, be staande uit ten minste drie leden en een bezoldigden secretaris. FREMIENMARKT te Waalwijk op VRIJDAG 22 September a.s. De Echo to het Zuiden, Wailwpsche en Lagstiialsche Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 eent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentieburea van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel Nationale Militie. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Waalwijk Brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat het inschrijvings-register en de alphabetische lijst der lotelingen voor de lichting der nationale militie over het jaar 1900, ter secretarie dezer ge meente ter lezing zal liggen van den 18den tot den den September aanstaande van des voor middags 9 tot des middags 12 ure zullende een ieder, die daartegen bezwaren mocht hebben in te brengen, deze gedurende het voormelde tijdstip bij een aan den heer commissaris der koningin gericht, op or.gezegeld papier geschreven, verzoek schrift bij den burgemeester dezer gemeente kun nen indienen. En zal deze worden afgekondigd en aangeplakt waar zulks gebruikelijk is. Waalwijk, den 16 September 1899. Burgemeester en Wethouders voornd., De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. De Burgemeester der Gemeente Waalwijk Gezien de aanschrijvingen van den Commissaris der Koningin in deze provincie, van den 24 Mei 1890, prov. bijblad No, 57, 25 November 1891, Erov. bijblad No. 105 en 21 Januari 1895, prov. ijblad No. 12 Overwegende dat het herhaaldelijk voorkomt dat Nederland- sche Werklieden door berichten in de Nieuwsbla den of door daartoe uitgezonden agenten, soms met verstrekking van reisgeld voor de heenreis, naar Duitschland ten behoeve van industrieële ondernemingen worden gelokt, terwijl bij hunne aankomst ter plaatse blijkt, dat zij daar niet gebruikt kuunen worden 86 liet wisselboekje. Welnu, zeide hij eensklaps, terwijl hij den politiebeambten vrijmoedig aanzag, ik geef u elk zestig-duizend francs, als gij mij laat ontsnappen. Oho, zeide Bataille, terwijl hij groote oogen opzette. De vier politiemannen keken elkaar aan, maar geen van allen gaf eenig blijk van verontwaar diging dat men trachtte hen om te koopen en Robert, die dit zeer goed waarnam, bepleitte met vuur zijn belangen. Hij was immers geen mis dadiger, dien de justitie aan hen had toevertrouwd, zij handelden immers maar voor particuliere be langen wat hadden zij dus te verliezen Niets of zoo goed als niets. Trouwens, met een weinig overleg konden zij zich nog wel van alle blaam zuiveren. Laten we eens veronderstellen, sprak hij, dat de sigaar, die ik rook, eeu verdoovenden geur verspreidt zulke sigaren bestaan er dan zoudt gij alle vier in slaap vallen. Van uw slaap maak ik gebruik om de noodrem over te halen, de trein stopt, ik spring op deu weg en verdwijn in de duisternis, de conducteur komt in de coupé, wekt u en gij stelt u wanhopig aan dat uw ge vangene i9 ontvlucht. Natuurlijk heeft inen geen tijd om naar mij te zoeken, de trein moet op het bepaalde uur op zijn bestemming zijn, gij stapt uit zoogenaamd om mij te zoeken, maar gij vindt mij niet. Dan wandelt ge naar het naastbijgele- gen station en vertrekt van daar naar Parijs, waar ge aan de prefectuur vertelt, dat gij in verdooving zijt geraakt door de lucht van mijn sigaar en dat ik ontvlucht ben. Men zal u verwijten doen, heftige verwijten misschien, maar van de prefec tuur gaat ge naar het kantoor van Rothschild en daar betaalt men u elk zestig-duizend francs uit op de wissels die ik u zal geven. Wat bekom mert ge u dan nog om de rest? Opnieuw zeide Bataille langgerekt Vestigt de aandacht der ingezetenen op het wenschelijke om alvorens op zulke berichten en voorspiegelingen der agenten af te gaan, öf zelf öf door tusschenkomst van den Burgemeester zich tot den Nederlandschen Consul in de streek, waar die ondernemingen zich bevinden, te wenden, ten einde inlichtingen in te winnen omtrent de voor uitzichten tot het bekomen van werk, de loonen en de huurprijzen der woningen aldaar. Waalwijk, den 16 September 1899. De Burgemeester voornd., K. DE VAN DER SCHUEREN. O ho. En weder keken de vier politiebeambten elkaar aan, «ij schoven naar den anderen hoek van de coupé, staken de hoofden bijeen en spraken zeer zacht. Robert sloeg hun bewegingen nauwlettend gade. Welk besluit zouden zij nemen Was het voor hem de vrijheid P Dit duurde ongeveer tien minuten. De trein rolde met volle snelheid voort in den donkeren nacht. Men naderde het station Vernon. Recht9 zag men in de verte de gekleurde lichten van de schepen, die op de Seine voeren. Eindelijk schoof Bataille weer naar Robert. Wij hebben er eens over gesproken, begon hij verlegen. En Het zou wel kunnen maar zal men ons zon der bezwaar uitbetalen Robert trilde van vreugde en antwoordde snel: Welzeker, de wissels zijn aan toonder en de bankiers bekommeren er zich niet om, aan wien zij het bedrag uitbetalen, als mijn handteekening maar op den wissel stnat. Jawel, hernam Bataille weifelend, maar wan neer gij nu voor ons te Parijs komt en dat zult ge zeker daar wij nog voor den vorm naar u moeten zoeken dan kunt ge den bankier order geven de wissels niet uit te betalen. Om u tegen mij in het harnas te jagen, zoodat ge mij zoudt vervolgen niet als politiebe ambten in de uitoefening van hun beroep, maar als verbitterde vijanden, die zich willen wreken over een trek die hun gespeeld is. Neen, vriend, dat zou niet in mijn belang zijn. En dan, als ge eens wist hoe weinig waarde ik aan het geld hecht. Ik heb h^rd gewerkt om dat onmetelijk fortuin bij elUaar te krijgen en het eenige wezen, dat ik er rhee zyu wenschen te kunnen verrijken, mag er geen centime van aannemen. Het vervalt alles aan liefdadige instellingen en aan menschen, die ik nooit gezien heb, wat maakt het voor mij dus uit, of gij en uw collega's er een klein ge deelte van krijgen. Robert had op zulk een toon van oprechtheid gesproken, dat Bataille er door overtuigd werd. Toch stelde hij nog deze voorwaarde Jawel, maar om zeker te zijn, dat gij niets tegen ons doen zult, moet ge uw geld achterlaten. De anderen knikten met het hoofd ten teeken Aangenomen, antwoordde Robert verheugd. Te Vernon stopte de trein drie minuten. Bataille haalde een zakinktkoker en een pen te voorschijn, benevens een reisgids, die tot lessenaar moest dienen en Robert zette zich onder de lamp, tot schrijven gereed. Schrijf vooral duidelijk, dat men geen moeielijkheden maakt, beval Bataille hem aan. Geen nood. Zoo mooi als hij kon, schreef Robert op de wissels de namen van de politiebeambten, die Bataille hem opgaf. Toen het ten slotte zijn beurt werd, zeide hij met een knipoogje: Ge moet weten, dat ik hun chef ben. Robert glimlachte en vulde op den wissel van Bataille tachtigduizend francs in. Zoo is het goed 1 riep Bataille zegevierend uit. Gij zijt en man die rede verstaat. Hier, jongens, neemt aan, elk zijn portie. Hij deelde de wissels uit. Tegelijk zette de trein zich weer in beweging. Ziezoo, zeide Bataille, terwijl hij zich in een hoek drukte ik slaap als een os. Wij ook, lachten de anderen, en wij zouden niet ontwaken, al derailleerde de trein. Uit het portierraampje geleund, keek Robert Duhesme naar de lichten van het station, die gaandeweg verdwenen. Weldra was men voorbij den laatsten baanwachter en thans strekte zich weder de donkere, eenzame vlakte uit. Robert Duhesme greep de kruk van de noodrem en draaide die met een ruk om. Bijna oogenblikkelijk waren de wielen tot stilstaan gebracht, zij sleepten alleen nog, door hun vaart gedreven, een eindweg over de rails. De reizigers keken verschrikt op en vroegen el kaar, wat dat plotselinge oponthoud tebeteekenen kon hebben. Robert Duhesme had het portier aan zijn coupé reeds geopend en maakte zich tot dea sprong gereed. Te ongeduldig om te wachten tot de trein ge heel zou stilstaan, wierp hij zich reed9 naar buiten, viel op een der rails van het tweede spoor, schaafde zich de huid van de knieën en had bijna den rechterarm gebroken, maar hij stond dadelijk op, gevoelloos voor de pijn, kroop in het kreupel hout aan den kant van aen spoorwegen verdween in de duisternis, die nog dichter werd door het valsche licht dat de lantaarns van de locomotief verspreidden. Ten slotte kwam hij aan een doornheg, maar ook deze kon hem niet weerhou den, de conducteur had hem kunnen zien, hij greep dus de doornige takken, boog die met ge weld uiteen en drong door de heg, zonder er op te letten, dat hij verscheidene schrammen en prikken bekwam. Nu was hij in het open veld en liep hij voort in afwijkende richting van den spoorweg, zoo 9nel zijn beenen hem dragen konden, 9prong over 9looten, struikelde telkens op het oneffen terrein en bleef niettemin op de been. Voor zich uit ontdekte hij een boschje en daar richtte hij zijn schreden heen. Werd hij vervolgd Neen. Om hem heen was alles stil en eenzaam, er heerschte nog altijd volkomen duisternis. Een kromming van den weg onttrok de spoor baan aan zijn blik hij hoorde echter een gillend gefluit, daarna het geraas van de wielen, die zich weder in de rails in beweging stelden de trein reed voort. Ziezoo, het was gedaan, hij had nu alleen nog maar zijn kracht en moed noodig om Parijs te bereiken, dus nu op wegl Robert Duhesme vond een smal pad, dat langs den zoom van het bosch liep. Het kwam er vooreerst op aan zich zoo ver mogelijk van deze plaats te verwijderen, later zou hij wel berekenen, welke richting hij te nemen had. Het smalle pad voerde den vluchteling op een straatweg, die waarschijnlijk naar Vernon liep. Daar wilde hij niet heer., dus ging hij weer dwars door het veld. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1899 | | pagina 1