Nummer 82.
Zondag 15 October 1899.
22e Jaargang.
Eerste Blad.
fsaasift&stm.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
ANTOON TIELEN,
De Zuid-Afrikaansche oorlog.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Bekendmaking.
FEUILLETON.
UITGEVER:
Waalwijk.
VII.
De gehangene.
De Echo van het Zuiden,
Wiialwijkschc cd Langstraatsche Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
A b o n n e ra e n 't s p r ij 3 per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,25.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
AdvektentiéN 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentioburea van
Adolï Sxeiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel
aK^aawcrin immmfmatmamt/aamuammMMsmitmiaKBKmBCsmMaatmmr
Burgemeester eo Wethouders van Waalwijk;
Gelet op art. 10 van het algemeen reglement
voor de Kamers van Koophandel en Fabrieken.
Maken bekend
dat op Woensdag den 8sten November 1899,
van des'voormiddags 9 tot 12 uur de verkiezing
zal plaats hebben van 2 leden der Kamer van
Koophandel en Fabrieken alhier en zulks ter ver
vulling der plaatsen van hen die op ultimo De
cember a. s. aan de beurt van aftreding zijn.
Waalwijk, 7 October 1899.
Burgemeester en Wethouders voornd.,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
Niemand wel kon hopen of verwachten'dat
na afzending van het ultimatum van de
Transvaalsche regeering aan de bewindvoer
ders te Londen en na de uitladngen dien
aangaande van de leidende organen van alle
partijen iti het Vereenigde Koninkrijk, de
oorlog tusschen de Zuid-Afrikaansche repu
bliek en het koninkrijk Groot-Brittaunië, nog
zou kunnen voorkomen worden en toch, nu
ons bereikt het eerste bericht aangaande de
opening der vijandelijkheden aan de noorde
lijke grens van de Éogelsche kolonie Natal
door overtrekking dier grens van den kant
der reeds sinds eenigen tijd aau gene zijde
der grens gelegerde Boeren en door de ver
meestering van een trein der Natalsche re—
geering door de bondgenooten van Transvaal
Falsaris.
93
Duizend duivels! riep Martineau uit, de schelm
heeft mij twee centimeters van mijn huid afge
rukt. Gelukkig is mijn gebeente nogal sterk en
en kon de kogel niet in mijn hoofd dringen.
Maar waar gaat hij heen
Met die «hij" bedoelde hij oom Daniël, die langs
den muur sloop en zoodoende de deur trachtte te
bereiken.
Met één stap van zijn lange beenen had Mar
tineau hem bereikt, greep hem in zijn dunnen
nek en wierp hem midden in de kamer en wel
zoo onzacht, dat de arme drommel languit op den
grond viel, met het gezicht naar onderen, zich
niet verroerde, maar bewusteloos bleef liggen.
Martineau poogde liem weer op zijn voeten te
zetter, met een al even onzachte beweging als de
eerste.
Sapperloot, zeg eens, stel u zoo niet aan, niet
zulke fratsen, verstaat ge, of ik zal u met de
zolen van mijn modelschoenen laten kennnisma-
ken en die kennismaking is niet pleizierig, mijn
heer skelet, ik waarschuw u 1
De andere bleef liggen en gaf geen teeken van
leven.
Er is met dien kerel niets aan te vangen,
bromde Martineau na eenige vergeefsche pogingen,
Ook goed, ik ben niet koppig, wanneer ge niet
wilt staan, ga dan maar zitten, alleen zullen we
eerst eens zien wat er in uw zakken is.
Martineau nam oom Daniël op en zette hem in
een fauteuil, waarna hij alles op den grond wierp
wat hij in zijn zakken vond, met uitzondering
van een kleine revolver, die hij bij zich hield.
Zie zoo, kleine adder, nu kunt ge niet meer
bijten, blijf zitten en houd uw gemak.
Het lichaam van oom Daniël boog voorover,
maar Martineau zette het weer overeind door een
forschen stomp onder de kin.
Inmiddels had Robert Dnhesme ook de zakken
te Harrismith op ettelijke tientallen mijlen
van de grens der kolonie nu staan we
verrast en verschrokken, omdat dit wel de
aanvang is van een vreeselijken worstelstrijd
voor vrijheid en onafhankelijkheid tegen
heerschzucht en overweldiging van den nu
meriek sterkere
En waarlijk John Buil heeft zijn rol tot
het einde toe bewonderenswaardig gespeeld,
altijd van een diplomatiek standpuntJoseph
Chamberlain heeft zich een meester getoond
in huichelarij, in de kunst zijn ware gedachten
en intentiën te verbergen achter een rijken
stroom schoonschijnende vertoogen
Tot het laatst toe is hij zichzelven in dezen
getrouw gebleven en hij heeft alles ver
kregen wat hij onder de gegeven omstandig
heden bij mogelijkheid wenschen maar kon
niet alleen is de Zuid-Afrikaansche republiek
met arglistigheid en fijn vernuft voet voor
voet voortgedrongen op den weg, die onver
mijdelijk tot den oorlog moest voeren, doch
zóó heeft het kabinet van St. James het in
gericht, dat het tot het allerlaatste oogenblik
den schoonen schiju voor zich heeft behouden...
Transvaal draagt met zijn ultimatum van
Maandagavond de verantwoordelijkheid voor
de breukTransvaal heeft de heillooze
beslissing in dezen gewild
En de pers van den braven, doodonschul-
digen, zich niets kwaad bewust zijnden John
Buil, heeft zich gehouden aan de traditie,
zich overtuigd heetend van de sympathie der
beschaafde volkeren, den oorlog noemend een
strijd voor rechten en Paul Kruger met zijn
oumidd'ellijke raadgevers verantwoordelijk
stellend voor alle directe en iudirecte gevol-
gen
Het was niet alleen de Times die schet
terend en insinueerend vooropging. Neen,
het was als een wedstrijd tusschen de oor-
logsbladcn, wie het ultimatum der Boeren
republiek het best, het hatelijkst zou afmaken.
Bij al die beschouwingen, die in haar venij
nige overdrijvingen, allen critischeu grondslag
missen, kijkt geniepig en valsch de verholen
vreugd om den hoek van eiken ziu dat niet
van Aurélien De Prabert doorzocht, doch zonder
er een woord bij te spreken.
Toen hij de revolver opraapte, die do jonge man
had laten vallen, vond hij tegelijkertijd een ver
frommelden brief op den grond.
Hij streek hem glad en las vluchtig den inhoud.
Het was de valsche brief, door oom Daniël ge
schreven, om Marguérite De Briais naar het een
zame pavillocn in de rue Saint-Maur-Popincourt
te lokken.
Dat is juist wat ik noodig heb, zeide hij,
een overtuigend bewijs van de misdaad, door
deze ellendelingen gepleegd. Behalve de beken
tenis, waartoe ik hen dwingen zal, toont dit de
onschuld van Filip Dormelles volkomen aan. Hij
is gered. Goddank, het is mij gelukt zijn laffe
vijanden te ontmaskeren en hun laagheid zal
terstond gestraft worden.
^vervolgens naderde hij Daniël Hilson eu hield
hem het papier onder den neus.
Dat is uw werk, George Lacassagne, door
trapte falsaris, gij hebt dien brief geschreven?
Oom Daniël verroerde zich even en gaf een
onverstaanbaar geluid.
Antwoord
Hij knikte met het hoofd.
Antwoord met luide stem, beval Robert op
een toon van onweerstaanbaar gezag.
Ik heb ik heb het gedaan, antwoordde
de ellendeling met klapperende tanden, ja
ja maar maar genade genade
mijn mijn goede, beste Robert. ik
ik zal alles bekennen opheldering geven.
Robert Duhesme wendde zich vol verachting
van den schurk af en naderde eerbiedig Margué
rite De Briais, die op den schouder le ;nde van
Martineau, waarop de brave jongen niet weinig
trotsch was.
Het meisje gevoelde, dat nu elk gevaar gewe
ken was, dat machtige beschermers over haar
waakten en zij niets meer te vreezen had.
Mejuffrouw, zeide Robert Duhesine met
zachte, aangedane si era, de Voorzienigheid heelt
aan dien braven soldaat en aan mij de onbeschrij
felijke vreugde vergund, u uit de handen van die
ellendelingen te redden. Gij zijt vrij en gij zult
onmiddellijk dit huis verlaten. Morgen zal uw
aanstaande, de fiere en edele kapitein Dormelles
eveneens vrij zijn.
Marguérite slaakte een kreet van vreugde.
zij, de Engelschen, den eersten steen hebben
geworpen, maar dat alle schuld op de
schoudets der Boeren valt. Of zooals een
het uitdrukt„Bij den ondergang, die de
Boeren spoedig bedreigt, mogc-n wij ons de
voldoening niet onthouden voor onszelveu te
herhalen, dat het recht, evengoed als de
macht, aan de zijde der overwiunaars zal zijn."
Enfiu, dat alles is niet nieuw, niet verrassend,
niet verbijsterend 't is volkomeu iu
overeenstemming met de gewoonten en
gebruiken aan gene zijde van Het Kanaal,
waar perfidie en rechtsverkrachting tegenover
zwakkeren en kleineren niets vreemds zijn en
het recht van den sterkste alleen wordt
veroordeeld a's 't geldt den toeleg van an
deren, doch wordt toegepast door woorden
en daden, bij voorkomende gelegenheden tot
eer eu tot roem van Her most gracious queen
en derzelver grondgebied
Wat kaD 't na de besliste zekerheid dat
een breuk onvermijdelijk was en na de for-
meele schending van grondgebied door de
Transvalers, feitelijk nog baten of Engelands
regeering 'r. beneden haar waardigheid en
haar prestige heeft geoordeeld te antwoorden
op de door den Transvaalschen staatssecre
taris Reitz zoo duidelijk en klaar geformu
leerde eischeD, dan wel, kort en bondig te
Pretoria, Transvaals hoofdstad, haar leedwe
zen heeft doen uitspreken over den door
president Kruger ondernomen ernstigen stap
met de bekende toevoeging, welke reeds een
wereldhistorische beteekenis hebben („de
Britsche regeering heeft president Kruger
verder niets mede te deelen".)
't Is oorlog, dat staat vast en ook, al heeft
de telegraaf ondertusschen Transvaals oor
logsverklaring niet overgebracht aan Enge—
land's regeering, de vijandelijkheden zijn
begonnen
Tot recht begrip van de vermoedelijk te
verwachten vijandelijkheden en ter verduide
lijking van wat reeds is geschied, willen we
in 't kort een en ander mededeeleu aangaande
l et operatie-terrein aan de wederzijdsche
Vrij
Ja, de vreeselijke beschuldiging, die op hem
drukt, zal ingetrokken worden. Gij zijt zijner
waardig, zooals hij uwer waardig is, God heeft u
beiden zware beproevingen opgelegd, maar gij
hebt die glansrijk doorstaan. Ga, mijn dochter
hij legde een bijzonder klemtoon op dat
woord de trouwe, brave Martineau zal u ver
gezellen.
Waar moet ik heengaan, want naar het ho
tel De Prabert wil ik niet terugkeeren
Naar zijn huis, mijn dochter, overmorgen
zult ge immers zijn vrouw zijn
Zij herhaalde
Overmorgen Mijn God, zooveel onvoor
zien geluk als gij mij voorspiegelt na zooveel
afschuwelijks. 01 die grenzenlooze vreugde jaagt
mij schrik aan.
Vrees niets, mijn dochter, ik blijf over u
waken en ik zweer u dat gij geen gevaren meer
te duchten zult hebben.
Zij zagen elkaar aan in de oogen van den
grijsaard, lag een oneindige teederheid, in die van
het meisje een vertrouwelijke dankbaarheid, bijna
kinderlijke liefde.
Hoe zal ik u danken, mompelde zij.
Zoudt ge dat zoo gaarne willen, vroeg Ro
bert.
Zeker.
Welnu, lief kind, sta me dan toe, u een kus
te geven.
Van ganscher harte.
Zij stak.hem haar gelaat toe en Robert drukte
er diep geroerd, zijn lippen op.
Gij zult hem beminnen, nietwaar Altijd?
Hoe teeder hebt gij zelt hem lief 1 riep Mar
guérite verwondert uit. Wie zijt gij dan
Een man, mijn kind, die vroeger veel mis
dreven heeft, ja, zeer veel, maar wien God ver
gund heeft iets van het gebeurde te herstellen.
Vaarwel.
Neen, zeg liever tot weerziens, zeide zij.
Hij maakte een afwerende beweging met de
hand en gaf Martineau door een teeken te ver
staan, dat dit gesprek niet langer moe9t voortge
zet worden.
Begrepen, wij gaan heen, zeide de soldaat,
maar verduiveld, het zou niet aan te bevelen zijn
om heen te gaan zooals wij binnen zijn gekomen,
door over den muur te klimmen, wij moeten den
grenzen in Afrika's zuidelijk deel, daar waar
Natal, Transvaal en Oranje-Vrijstaat samen
komen. Dit terrein ligt aan de Oostgrens en
wordt gevormd door den driehoek Natalsch
gebied tusschen de Z. A. Republiek en Oran
je-Vrijstaat gelegen. Daarin bevinden zich de
hoogten van Langsnek en Amajuba. Ongeveer
10000 Boereu hebbeu zich ten noorden van
de Transvaalsche grens verzameld bij Volks-
rust, Zandspruit en Utrecht, langs den spoor
weg die Newcastle met Johannesburg ver
bindt. Voortdurend wordt het grensgebied
door sterke Boerenpatrouilles verkend. In
verband met deze positie der Transvalers
hebben zich de Oranje-Vrijstaters vereeDigd
bij Harrismith, van waar de eenige toegang
tot het gebied van den Vrijstaat, de Van
Reenen's pas, gelegen aan den spoorweg van
Ladysmith Daar Harrismith wordt bewaakt.
Deze geheele grensstreek is zeer bergachtig
eu levert voor den vijand die uit Natal het
gebied van den Vrijstaat of dat van de
Z. A. Republiek wil binnendringen, groote
moeieiijkheden op. Bovendien is het noorde
lijk gedeelte van Natal zeer slecht van
Engelsche troepen voorzien, zóó zelfs, dat
bij een aanval der Boeren waarschijnlijk
Newcastle en het gebied tot voorbij Glencoe
en Dundee zal moeten worden ontruimd. De
Transvaalsche Boereucommando's die zich
om en voor Utrecht vereeuigdeo, hebben
door het doorgraven van de hooge oevers
van Buffalo-Rivier zich de gelegenheid
geschapen om snel in het Natalsche gebied
te kunnen valleu. De Boeren zijn gewapend
met Mauser-geweren. Echter worden onder
hen, wegens den slechten staat der Mauser-
patronen, 20.000 Martiui-Henry-geweren
verdeeld.
De Engelschen hebben het geheele Noor
delijke deel van den driehoek ontruimd en
zich verzameld in de lijn Ladysmith, Glencoe,
Dundee. Men schat hun strijdmacht daar op
20.000 man. Sinds enkele dagen werden geen
berichten door de Engelsche bladen mede
gedeeld over de bewegingen dezer troepen,
zoodat men over de opstelling ervan eenigszins
sleutel hebben. Er zijn er eenige uit den zak van
dien ouden vogelverschrikker gekomen, hij moet
me den goede aanwijzen. Allons, welke is het?
Martineau bracht oom Danëil bij de sleutels,
die op den grond lagen en met bevenden vinger
wees deze er een aan.
Goed, we zullen zien, zeide Martineau, maar
wee uw gebeente als het de verkeerde is.
Hij wendde zich daarna tot Robert en vroeg
zacht
Moet ik terugkomen als ik mejuffrouw De
Briais naar de rue Bonaparte heb gebracht
Neen, was het antwoord. Hetgeen er hier
nog te doen is, gaat mij alleen aan en ik wil er
alleen de verantwoordelijkheid van dragen.
Omaar het zou mij toch zooveel genoegen
doen, als ik eens met die schelmen mocht afreke
nen.
Het is ernstig, zelf gerechtigheid uit te oe
fenen, laat mij dat doen
Zie ik u nog terug?
Zeker, morgen bij het aanbreken van den
dag kom ik bij u.
En zult ge dan al het noodige hebben gedaan
om den kapitein terstond in vrijheid te doan
stelleD
Ja.
Omet hoeveel ongeduld zal ik op u wach
ten. Ik keu u niet, maar duizend drommels, gij
zijt een braaf man.
Martineau drukte krachtig de hand van Robert.
Daarna bood hij Marguérite De Briais galant
den arm en beiden verwijderden zich.
Aurélien De Prabert en oom Daniël hadden
zich niet verroerd.
Robert Duhesme ging tegenover hen zitten en
zag hen stilzwijgend aan.
Zijn ernstig gelaat had zulk een uitdrukking
van verachting aangenomen, het stond zoo drei
gend, dat oom Daniel sidderde van angst en ook
Aurélien voelde zich niet op zijn gemak.
Eensklaps echter nam hij een kloek besluit en
hij was de eerste die het stilzwijgen verbrak.
Komaan, zeide hij, zooveel is zeker dat wij
de partij verloren hebben en dat wij volkomen
in uw macht zijn, maar ik ben een eerlijk speler
en ik verlang niets liever dan mijn 9chuld te be
ltalen, zoo ruim als gij dat eischen zult.
Robert sprak geer woord.
(Wordt vervolgd.)