Nummer 88. Donderdag 19 October 1899. 22e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELÏÏN, feujllStox. Bekendmaking. Nederland en België. UITGEVER Waalwijk INRICHTINGEN, welke Gevaar, Schade of Hinder kunnea veroorzaken. Falsaris. VII. De gehangene. Ia een door ons in een vorig nummer overgenomen artikel Nederland en Duitsch- land* over de reis der Koninginnen en de daarmede misschien in verband staande, te genwoordig algemeen besproken quaestie van een tolverbond met Duitschland, kwam men tot de slotsom, dat aan een tolverbond met België veel meer de voorkeur moest worden gegeven en dat dit meer de ernstige over weging der bevoegde autoriteiten verdiende dan een dergelijke unie met Duitschland. Verschillende bladen reeds hebben de mo gelijkheid en het groote nut dezer dichtere aansluiting der twee kleine buurstaten be sproken. In het „Vaderland* schrijft de heer P. A. C lluysch, 't volgende hieromtrent Het kan niet onbekend zijn, dat gedu rende de laatste jaren door verschillende hoogst bekwame mannen het denkbeeld ont wikkeld is nauwere aansluiting der kleine Staten. Het uur zal slaan in de geschiede nis, waarop de verschillende kleine Staten zich verbinden zullen, om zich te verzetten tegen de overheersehing der grootere. De inoreele vorderingen, die plaats zullen grij pen in de internationale verhoudingen, zul len worden bewerkstelligd door de onver moeide pogingen en het rechtvaardigheids gevoel der kleine landen. Kleine volkeren worden een prooizij zul len dit blijven tot op den dag, wanneer de rechtvaardigheid in het bestuur der groote Staten de thans helaas te zeer alles be- heerschende politiek zal hebben vervangen. De Europeesche Mogendheden blijven tame lijk onverschillig, zelfs indien de grootste belangen op het spel staan. Bewijzen hier voor zijn zeker wel de geschiedenis van Polen, Armenië, Griekenland, Spanje (Cuba), Finland en transvaal. De tijd is aangebroken, waarop België en Nederland het voorbeeld van nauwere aan eensluiting der kleinere Staten, op verschil lend gebied, behooren te geven. De woorden van den Waalschen volks vertegenwoordiger uit Luik, d'Omnlius Thier ry zijn nog steeds van kracht. Hij liet zich ongeveer als volgt uit Wanneer een onbevooroordeeld persoon aan den eenen kant Holland beschouwt met de talrijke havens, de uitgebreide scheep vaart, de groote kapitalen, maar bijna ont bloot van grondproducten in verhouding met de behoeften en gedwongen tot een weinig uitgebreide fabrieksnijverheid ten ge volge van den hoogen prijs van het loon aan den anderen kant België met een on eindige verscheidenheid van grondvoortbreng selen, zoowel voor nijverheid als voor land bouw, veel gelegenheid gevende tot voor- deelig gebruik van kapitalen, dan moet elk denkend mensch toegeven, dat ten opzichte van nijverheid en handel d. w. z. met het oog op al datgene wat den grondslag uit maakt van den voorspoed eener natie en ten slotte het meeste bijdraagt tot het geluk der volkeren die verschillende deeleu voorbestemd zijn in menig opzicht met elkaar vereenigd, voorwaarts te gaan. Wanneer wij de geschiedenis nagaan, blijkt,, dat reeds Joh. de Witt, stadhouder Willem III, raadpensionaris Heinsius en meer beroemde mannen uit het gouden tijdperk onzer historie een nadere vereeniging met de Zuidelijke Nederlanden voorstonden. De Ned. Taal- en Letterkundige Congressen hadden aanvankelijk een vierde afdeeling, gewijd aau //Stoffelijke belangen*. Deze congressen komt de eer toe den eersten stap te hebben gedaan tot meerdere toenadering na 1830, maar spoedig daarna besloot men zich hoofdzakelijk met taal eu letteren in te laten. De Vlaamsche vereeniging de //Veld bloem* en het //Nationaal Vlaamsch Ver bond* hebben reeds talrijke pogingen ge daan, ten einde het groote doel nader te komen, maar tot nog toe zonder groot suc ces. Verschillende schrijvers ijverden onver droten voor meerdere toenadering tusschen Noord - en Zuid. Bilderdijk, Theodore Juste, J W. Hochstein, .Louis Bertrand (uotre séparatiou d'avec la Hollande fut une faute). Umbgrove, de Laveleye (la plus grande faute du siècle) en tal van anderen verklaarden zich voor toenadering tusschen de natuur lijke bondgenooten. Niettegenstaande bovengenoemde mannen met talent hun denkbeelden aan het papier toevertrouwden en de wereld inzonden, bleef het bij geschrijf, in de praktijk kwam de goede zaak geen schrede voorwaarts. In België zijn Walen en Vlamingen het eens, over de wenschelijkheid, terwijl zoowel Flaminganten, socialisten, Progressieve libe ralen, katholiekenals doctrinaire liberalen zich herhaaldelijk gunstig hebben uitgelaten. Over het algemeen meen ik te mogen aan nemen, dat ook in ons land het aantal voor standers talrijk is. De spreuk /,1'union fait la force* om het Belgische wapen is reeds sinds eeuwen ook in ons land bekend. //Eendracht maakt macht.* Ongetwijfeld zijn er moeilijkheden uit den weg te ruimen. In de eerste plaats noemen kort te voren aan Aurélien ontrukt had en tege lijk haalde hij zijn horloge uit zijn zak. I 1 I 1 jy - I. lil J I .1 - L IIIUB II I -.1 III I IJl!I I I, I I Mill ■UI-J1IMM.I_U.UIU - Wiiahvijksehf en Langstraalsclie Courant, .~v..i5£xa®rs Uit Bind verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk fl,35. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 eent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend, Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentieburea van A DOLE Steiner, Hamborg. Reclames 15 cent per regel Burgemeester en Wethouders der Gemeente Waalwijk brengen ter openbare kennis, dat ter Gemeen te-Secretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen van J. L. Timmermans Bz. schoen- labrikant alhier, om vergunning tot het daarstellen van eene stoommachine van 25 paardenkrachten in zijne schoenenfabriek staande alhier kadastraal bekend in Sectie C, No. 1979. Op Zaterdag, den 28n dezer, des voorroiddag9 te elf uren, zal ten raadhuize gelegenheid bestaan om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben, kunnen gedurende drie dagen, vóór het bovengemelde tijdstip, op de Secretarie der Ge meente kennis nemen van de ter zake ingekomen schrifturen. Waalwijk, den 14 October 1899. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHUEREN, De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. De Burgemeester der gemeente Waalwijk maakt bekend, dat, blijkens mededeeling van Z.E. den Heer Minister van Binnenlandsche zaken, de invoer per spoorweg van Hollandsche runderen en schapen, met bestemming naar de slachthuizen te Anderlecht, Antwerpen, Brussel, Gent en Luik met ingang van 9 dezer wordt toegelaten op alle Maandagen van 11 tot 12 uur, langs Olinge (station) onder de voorwaarden van het Konink lijk besluit van 14 December 1896, gepubliceerd in de staatscourant var. 19 December 1896 en in uittreksel ter inzage ter Secretarie alhier. Waalwijk, 16 October 1899. De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Burgemeester der gemeente Waalwijk; Gelet op de aanschrijving van den HoogEdel Gestrengen Heer Commissaris der Koningin in Noord-Braband van 5 dezer, A no 4; vestigt de aandacht der ingezeten op het eerste lid van art. 3 der wet van 27 April 1884 Staats blad No. 96, luidende als volgt: hij, die een 94 Ik weet niet wuarom gij zoo beslist tegen ons zijt, ging Aurélien voort. Ik ken u een wei nig. Ik heb u ontmoet te Issoire en te Miramont- la-Montagr.e en ik heb over u hooren spreken door mama en door oom Daniël. Gij zijt mijn oom Robert Duhesme. Voortdurend stilzwijgen. Ik heb het altijd zeer dwaas gevonden, dat men u wilde beletten, in Frankrijk terug te keeren, het scheen mij lang niet «lledaagsch toe, een oom uit Amerika te hebben die... enfin, een oom zooals gij. Ik had u juist zeer gaarne in de beste gezelschappen van Parijs ingeleid, niemand van mijn vrienden zou zulk een familielid kun nen vertoonen, dat beviel mij en men zou u zeker overal gehuldigd hebben, maar mama wilde er niets van hooren en ooin Daniël evenmin. Zii hebben de geheele politiemacht in werking gesteld om u te verhinderen bij ons te komen, uiaar het komt me voor, dat het hen weinig gebaut heeft, want gij zijt hier. Aurélien wachtte tevergeefd op een antwoord, daarna vervolgde hij Wel beschouwd heb ik u uooit iets misdaan, integendeel, ik was altijd zeer gunstig voor u gestemd. Zooeven heb ik een revolverschot op u gelost, maar dat komt door de verrassing, door de zonderlinge wijze, waarop gij hier zijt binnen gedrongen, en dan, ik heb u niet geraakt en gij hebt mij bijna de ribben gebroken, zoodat ik mij ternauwernood bewegen kan, dat toegeven aan een opwelling van drift heb ik dus duur genoeg betaald. Ik zeide dan, dat ik een eerlijk speler ben en dat ik de verloren partij zonder legen - streven wil betalen. Ja, wij hebben of liever oom Daniël heeft aan het ministerie van oorlog de lias B—135 gestolen, terwijl ik de aandacht van kolonel Allevard afleidde, door hem een grap van de club te vertellen. Ja, oom Daniël heelt den «.krankzinnige verpleegt over wien het staatstoe- «zicht zich uitstrekt, is gehouden hiervan aangifte #le doen aan den Burgemeester der gemeente van «zijn werkelijk verblijf binnen tweemaal vier en «twintig uren na den aanvang dier verpleging." Waalwijk, 16 October 1899. De Burgemeester voornoemd, K. DE VAN DER SCHUEREN. valschen brief geschreven, dien gij daarin de hand hebt en ook die, welke op de kamer van kapitein Filip Dorinelles in beslag genomen is; het is nog maals oom Daniël, die deze papieren in het huis van den kapitein gebracht heeft. Ja, ik wilde mijn medeminnaar onteeren, opdat hij niet zou trouwen met Marguérite De Briais, en ik ben be reid een dergelijke verklaring te teekenen. Robert Duhesme nam, steeds ouder het diepste stilzwijgen, zijn portefeuille uit zij» zak, scheurde «enige blaadjes papier uit het notitieboekje dat daarin was, trok het potlood er uit en legde alles voor Aurélien op de tafel. Zeer goed, zeide deze, ik zal het in alle bij zonderheden opschrijven, als ge dat wenscht. Robert knikte met het hoofd. Daar gij toch wilt, dat kapitein Dormelles zal overwinnen, bereikt ge hiermede uw doel volkomen, maar daarna zult ge ons zeker laten vertrekken, nietwaar? Wij vrager, alleen het noodige uitstel om naar het naastbijgelcgen sta tion te gaan en den eerstvolgenden trein te nemen naar het buitenland. De grap kost ons een paar jaar ballingschap in den vreemde; in dien tijd zal de verontwaardiging aan het ministerie wel wat bekoeld zijn, want eigenlijk hebben wij tegen het ministerie niets misdreven en men heeft er volstrekt geen schade bij, dat die papieren een wandeling naar de rue Bonaparte en terug naai den boulevard Saint-Germain gemaakt hebben. Dat is duidelijk. Dus, alles is goed afgesproken. Gij laat ons ongehinderd gaan, nietwaar beste oom P Die arme familie Duhesme-De.Prabert heeft indertijd al ongelukken genoeg doorstaan, dat het niet noodig is, haar naam nogmaals op aller lip pen te brengen. Dus, ik kan schrijven? Opnieuw volgde een toestemmend teeken. Daarop, begor. Aurélien met groote snelheid de blaadjes papier vol te schrijven, die uit het noti tieboekje gescheurd waren en telkens als hij er een vol had, nam Robert Duhesme het op en las het door. Hij had geen enkele aanmerking, de bekentenis was volkomen, juist en duidelijk in alle bijzonderheden. Zonder een woord van be rouw ol' schaamte werden de feiten beschreven in een toon, die ten volle de gewetenloosheid van den schrijver bewees. De schelm pochte zells op den handigen streek, dien hij kolonel Allevard had gespeeld: een mooie grap om naderhand aan zijn vrienden te vertellen, later, al6 alles verge ten zou zijn. Tegelijk was het ook de vrees, die hem zoo geheel naar waarheid deed zijn, hij hoop te door die gulle bekentenis den toorn van den raadselachtigen Robert Duhesme te ontwapenen en in het hart van den zoon van Félicienne leefde toch nog een weinig hoop, dat hij aan de gevol gen van zijn mislukte misdaad zou ontkomen. Toen hij gereed was teekende hij zijn verkla ring en gaf het laatste blad aan Robert. Is het zoo voldoende? Robert Duhesme las het geheel ten einde en knikte toen nogmaals met het hoofd. Vervolgens scheurde hij een nieuw blaadje uit zijn boekje en legde dat met het potlood er naast voor oom Daniël neer. Schrijf I beval hij. Dit woord deed den toege6prokene verschrikt opspringen. Hij zat nog altijd, aoor vrees verlamd, in ae fauteuil, waar Martineau hem had neerge worpen en had zich r.og niet verroerd. Schrijf, en vlug! herhaalde Robert dreigend. Komaan, oom Dar.iël, zeide Aurélien, schik u in het onvermijdelijke en doe wat u bevolen wordt. Wij zijn nu eenmaal niet voor ons plezier uit, mijn waarde, maar hoe sneller er een eind aan komt, hoe beter het is. Hij drukte hem zelf het potlood in de hand. De andere mompelde Kan niet. Robert zeide hem voor: Ik, George Lacassagne, die mij valschelijk heb uitgegeven voor Daniël Hilson Aurélien De Prabert viel hem in de rede Wat nu? Wat nu? Wat beteekent dat, oom Daniël is oom Daniël niet? Robert Duhesme wierp hem zulk een verschrik- kelijken blik toe, dat de jonge man het hoofd boog en zweeg. Daniël schreef langzaam, met moeite, elk woord kostte hem zichtbaar inspanning. Genadezuchtte hij. Robe»-t ging voort reeds in Frankrijk vervolgd wegens dielstal en valschheid in geschrifte, beken gesto len te hebben aan het ministerie van oorlog een document, dat ik gebracht heb naar de woning van kapitein Filip Dormelles,' terwijl deze afwe zig was. Kan niet meer kan niet meer 1 riep oom Duniël uit, terwijl het potlood uit zijn be vende hand viel. Robert Duhesme hief de revolver op, die hij Wanneer binnen dertig seconden die zin niet geschreven is, dan schiet ik u dood. Daniël zette zich weder aan het schrijven. Ik beken een valschen brief geschreven te hebbeD, en daarbij het handschrift van kapitein Dormelles te hebben nagebootst, die bij dat docu- ment gevoegd is. Een evenseens valsche brief met hetzelfde handschrift is door mij gezonden aan mejuffrouw Marguérite De Briais. Mijn doel met den diefstal waarvan ik mijzelf beschuldig en het schrijven van de valsche brieven was, kapitein Dormelles te benadeelen en zijn huwelijk met mejuffrouw De Briais te beletten. En nu, teeken, beval Robert Dahesme, toen oom Daniël met moeite zijn bekentenis ten einde had geschreven. Hij nam vervolgens het papier op, las het aan dachtig na, voegde het bij de papieren die Au rélien had volgeschreven en sloot alles zorgvuldig in zijn portefeuille. Aurélien hief liet hoofd op. Het is gedaan, en gij zijt ongetwijfeld te vreden over ons, mijnheer, zeide hij met bijna sraeekende slem. Wij hebben alles gedaan, wat gij van ons verlangdet en thans zult ge ons zeker laten vertrekken, niet waar? Onze rekeniDg met kapitein Dormelles is vereffend ol bijna vereffend want wij beschuldigen onszelf zonder voorbe houd en wij laten hem het >eld geheel ruim, zon- der nijd trouwens, wee9 daarvan verzekerd. Ik ben speler en een der eigenschappen van den waren speler is, dat hij nooit spijt heeft over zijn verlies. Robert Duhesme bekeek sedert eenige oogen- blikken met zeer veel aandacht een Japansche lantaarn, die aan een koperen ketting aan h«t plafond hing. Zonder op de woorden van Aurélien te antwoor den begaf hij zich naar dat voorwerp en meteen enkelen ruk brak hij den ketting door, juist bo ven den ring, waaraan de lantaarn bevestigd was en overtuigde zich verder, of de ketting sterk genoeg was, door er eenige malen aan te i rekken. Voldaan over deze proef, knoopte Robert het uiteinde van den ketting tot een strop. Aurélien en ootu Daniël sloegen hem zwijgend en met bleek gelaat gade. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1899 | | pagina 1