De Zuid-Afrikaansche oorlog.
BUITENLAND.™
Duitschland.
BINNENLAND.
CORRESPONDENTIE.
Laag Concurrentie-middel.
weer. Maar zij worden gemitrailleerd. In
den modernen ocrlog beslist het kanon. Uit
zijn gapeuden muil spatten de kogels, die de
menschenlevens verwoesten, als hagelsteenen
de bloesems der lente. Voor hun vrijheid
opgetrokken, vinden talrijke Transvalers en
Vrijstraters den dood Wat baat het, of zij
ook de Engelschen bij hoopen neerschieten,
of zij met ongeëvenaarde nauwkeurigheid de
officieren weten uit te kiezen voor hun schot.
Wat baat het, of zij strijden met een moed,
die aan Sparta herinnert en telkens weer den
vijand een tegenstand bieden, die bewonde
ring afdwingt Wat baten hun zelfs tijdelijke
overwinningen
Het Kanon beslist, het Kanon bediend
door een lang afgerichten en overmachtigen
vijand, die zijn verliezen telkens kan aan
vullen.
En hier vertoont zich de oorlog in al zijn
afschuwelijkheid. Vraag niet meer naar recht,
naar beschaving, naar geweten. Het Kanon
beslist. Het Kanon, dat met zijn feilen pro
jectielen de lichamen verscheurt, de borsteu
verplettert, de hoofden verbrijzelt. Het Ka-
uon, dat slechts doodelijke wonden kent,
wonden, die de dood zelf zijn. Het Kanon,
de groote meuschenmoorder
Eu in Engeland juicht men over zijn ze-
genpraal. O, natuurlijkDe artillerie werd
prachtig bediend. l)e uitwerking van het ge
schut was zeer bevredigend. De stukkeu waren
uitmuntend gericht. Alles was even voortrcffe-
lijk, getuige het groote aantal dooden en ge
wonden van den vijand.
Men juicht in Engeland, men viert den
triomf van het Kanon. In het Parlement
worden hoera's aangeheven. De beurs is op
het punt zich in feestdooi te steken. De
mijnaandeelen rijzen. En vol trots galmt de
tartende zegekreet Rule Brittannia.
Maar in Transvaal, in Oranje Vrijstraat
Wie uit de tranen, de zuchten, de snikken
Wie meet de zorg, den angst, den smartvol-
len twijfel der achtergeblevenen. In wijden
kring liggeu zij verspreid, de steden, de dor
pen, de eenzame landhoeven. Men wacht in
koortsachtige spanning de berichten van het
oorlogsveld. De berichten komen. Het Ka
non heeft gemoord, het Kanon houdt niet
op te moorden. De dooden stapelen zich
op, jongelingen, mannen, vertrokken met den
kreet: De vrijheid of de dood!"
Wat zal er thans worden van hen, die deze
dooden betreuren Wie verzorgt de wezen en
weduwen Wie vergoedt het gemis van den
vader, den echtgenootWie herstelt het ge
luk dier tallooze gezinneu, dat in enkele da
gen vernietigd is, vernietigd voor altijd I
O, het heeft ons weer getroffen in de oor
logsberichten, dat monsterachtge enthousias
me voor het moordwerk van het slagveld
die afschuwelijke verheerlijking der razernij;
waarmede de menschen elkander vernielen
die lofprijzing van „prachtige charges" cu
„schittereude manoeuvres."
Straks zullen de tijdschriften allerlei afbeel
dingen vertoonen van de gruwelen, die thans
in Natal den grond drenkeu met bloed. En
men zal zich verlustigen in het beschouwen
dier illustraties, men zal met welgevallen de
beschrijvingen lezen der zoo »glansrijkc ge
voerde operaties. Welk een heerlijkheid, welk
een kostelijke afwisseling in de eentoonigheid
des levens En veilig in hun eigen land, aan
hun eigen haard, in hun eigen gezin, zullen
de Engelschen alleen de „aangename zijde"
zien van den oorlog, die nog behaaglijker"
emotie wekt, dan bokspartijen of hanenge
vechten. En Chamberlaiu zal, wanneer
te hebben voortgezet, had het rijtuig het berg-
vlak verlaten, daalde af in de vallei en ging de
brug van den stroom over.
Geen woord was er gesproken. Félicienne, door
angst verlamd, de beide handen om de leuning
van het rijtuig geklemd, schreeuwde niet meer,
zij was half bewusteloos, haar gelaat doodsbleek,
haar lichaam stram, zij ademde bijna niet meer.
Op den teger.o-ergestelden oever gekomen, ging
het rijtuig weer langs een vrij steil pad omhoog.
De paarden, trillend op hun beenen, overdekt met
■chuim, hadden hun gewonen gaDg weer aange
nomen.
Voortdurend heerschte er hetzelfde doffe, on
heilspellende stilzwijgen, totdat men, na een rit
van twee uren, stilhield voor de poort van het
klooster van Onze Lieve Vrouw van Barmhar
tigheid.
Mevrouw De Prabert stapte het eerst uit, met
zenuwachtige haast.
Bernard haalde de kloosterbei over.
Men deed open en weldra stonden de twee
broeders en Félicienne tegenover de priores, eene
groote, indrukwekkende vrouw met een kalm en
zachtzinnig gelaat en heldere, vriendelijke oogen.
Zoodra zij verscheen snelde Félicienne op haar
toe en wierp zich in baar armen alsof zij daar
bescherming zocht.
O! moeder, moederI riep zij snikkend uit.
De priores antwoordde
Stel u gerust, mijn dochter. Alle vrees is
op den drempel van dit huis gebannen, behalve
de vrees voor God, die zoo goed en liefderijk is.
Neem mij mee, moeder, neem mij mee!
Bernard De Prabert gaf door een teeken der
priores te kennen, dat zij aan het verzoek van de
boetelinge voldoen kon.
Beide vrouwen verwijderden zich en toen de
priores terugkwam, gaf Bernard haar de weinige
eenvoudige inlichtingen die zij vroeg en zeide dat
hij het zich tot een plicht zou rekenen, het ge
wijde huis door een vrome en ruime gave te
steunen.
Daarna gingen de twee broeders heen, somber
en ernstig en toen zij in het rijtuig zaten vroeg
Robert
Waarom wildet gij niet, dat wij te zamen
den dood zouden ingaan, Bernard
Mijn geweten waarschuwde mij eensklaps,
dat wii een vreeselijke misdaad zouden plegen.
Wat zullen wij nu doen
Ik heb nog plichten te vervullendeze on-
het succès hem begunstigt, worden geprezen
om zijn genialen blik. En Rhodes zal met
volle recht den titel voeren van den Kaap-
scheu Napoleon. Eu Jameson zal weder in
eere worden hersteld
O ja, van de Transvalers zullen er honder
den en nog eens honderden zijn gedood,
vele weduwen achterlatend vele kinderen, ve
le ouden van dagen, wier steun zij waren.
Waarom zich ook verzet tegen Engeland
Waarom niet goedwillig zijn land met zijne
goudmijnen afgstaan Zij hadden toch moe
ten weten, die dwazen dat de vrijheid en het
recht van twee republieken niets beteekeneu
bij de belangen der Londeusche staatslieden
en financiers
Rule Brittannia Wat maakt het, of ge-
heele volken te groude gaan, wanneer En
geland slechts heerschen kan, eti rijkdom,
bezitting op bezitting stapelen Het KanoD
heeft de Britten in 't gelijk gesteld. Wie, die
dan nog zou durven twijfelen aan de eer
lijkheid hunner zaak? Het Kanon, de groote
rechter in deze beschaafde tijden, triomfeert
en buldert over Zuid-Afrika den bloedigen
victoriekreetRule Brittannia
Wat er door de telegraaf gedurende de
laatste vier etmalen werd doorgelaten had
voor het grootste deel betrekking op de
krijgsverrichtingen van drie, vier en meer
dagen oud of wel behelsde mededeelingen
zonder eeuige importantie.
Is het dan wonder, dat het wantrouwen,
dat zich eerst heeft voorgedaan buiten de
grenzen van het Engelsche rijk in de offici-
eele berichtgeving, zich ook heeft voortge
plant op de zonen van het Vereenigde Ko
ninkrijk zelf, die bij den loop der dingen zoo
onmiddellijk geïnteresseerd zijn en mag het
verwondering wekken, dat er min gunstige
gevolgtrekkingen worden gemaakt ten aanzien
van den staat van zaken, wanneer een breed
opgezet verhaal aangaande een uitval der
Engelsche troepen in noordelijke richting op
Lombardskop (waarbij betrokken waren vijf
bataljons infanterie, drie regimenten cavale
rie, één bergbatterij, vier veldbatterijen en
vrijwilligers van Natal) wordt aangevuld,
een etmaal later ongeveer, met de officieele
kennisgeving dat de uitgetrokken legermacht
na een lichte schermutseling is teruggekomen
in de stad
Aan Engelsche zijde geeft men nu toe in
Natal de volgen verliezen te hebben geleden
bij Glencoe gedood 36, gewond 191 bij
Elandslaagte gedood 51, gewond 210; bij
Rietfontein gedood 12, gewond 103; totaal
gedood 199, gewond 504, terwijl er bij Riet
fontein nog twee soldaten als vermist werden
opgegeven en van de opgegeven verwonden
ondertusschen een twaalftal zijn overleden.
Daartegenover staan de officieele opgaven
van de zijde der Boereo van verliezen hun
nerzijds bij Elaodslaagte 36, dooden en 64
gewonden; bij Rietfontein 80 dooden en 150
gewonden, terwijl men te Londen maar weer
eens vertelt, dat de Boeren bij Glencoe 20
dezer hebben verloren vijfhonderd dooden en
gewonden eD dat drie hunner kanonnen on
klaar zijn geworden op den Talano—heuvel
die een hoogte heeft van driehonderd
meter.
Officieel wordt gemeld uit Durban dat ma
joor Donegan, chef van den geneeskundigen
dienst te Glencoe, aan den staatssecretaris te
Pretoria heeft geseind om hem de dankbe-
gelukkige, haar nog ongelukkiger zoon.
Vergeeft ge hen
Haar, dat weet ik niethem ik ben zijn
vader.
Robert Duhesrne antwoordde niet terstondbij
bleef eenigen tijd in gedachten verdiept,
Toorn kan tot bedaren komen, hernam hij
ten slotte, haat en afschuw kunnen in medelijden
veranderen, maar men moet het aan den tijd over
laten om dit werk te volbrengen. Luister, wij
zijn ons leven lang wreed gescheiden geweest.
Beiden zijn wij in het hart getroffen en wij zul
len niet lang meer te leven nebben. Willen wij
den korten tijd, die ons nog overblijft, Bernard,
met elkaar, doorbrengen?
Dat is mijn vurigste wensch.
Ik moet onmiddellijk Frankrijk verlaten,
voor het oogenblik althans, zeide Robert.
Mij bindt niets meer aan dat land, antwoord
de Beroard.
Ga dan met mij mee naar Amerika en ik
zal u daar mijn werk toonen. Gij zult mij leeren
het bestaan te verzekeren van de talrijke arbei
ders, die in mijn fabrieken en in mijn bosschen
werken, evenals gij dat voor de uwen hebt ge
daan, vervolgens keeren wij naar Frankrijk terug
om daar te sterren, dan zal misschien het uur
van vergiffenis ook geslagen hebben.
Het is goed.
Den volgenden morgen namen zij te Luxla
CroixHaute den trein naar Marseille, waar zij
zich inscheepten naar de Antillon, om van daar
over te steken naar de Nieuwe Wereld.
Juist toen zij te Marseille uitstapten, reed de
sneltrein uit Parijs het station binnen.
De reizigers uit beide treinen liepen door el
kaar op het perron.
Eensklaps greep Robert Duhesrne zijn broeder
bij den arm en deed hem eenige schreden achter
uitgaan naar een pilaar waarachter zij zich kon
den verbergen terwijl hij hem naar een jongen
man en eene jonge vrouw wees, die arm in arm,
stralend van liefde en geluk, over het perron
gingen.
Bernard herkende kapitein Filip Dormelles en
zijn jonge vrouw Marguérite.
De jonggehuwden gingen hun geluk genieten
aan het zonnige strand van Nizza.
Op plechtigen toon zeide Robert
Broeder, ontbloot het hoofd en buig u neer,
het is het geluk dat daar voorbijgaat.
EINDE.
•uiging over te brengen van den Britsche
officieren en manschappen in het hospitaal
te Glencoe voor de bijzondere vriendlijkheid
van officieren en manschappen der Boeren.
De heer Reitz heeft dit telegram medege
deeld aan de Natalsche Regeering en daar
aan toegevoegd dat alle gewonden vooruit
gaan. Geen der officieren verkeert in levens
gevaar.
Generaal Joubert zegt in zijn telegram van
deelneming aan generaal White naar aanlei
ding van den dood van generaal Symons
»Ik vertrouw dat de goede God spoedig een
eind zal maken aan den ongelukkigen toe
stand, welke in het leven is geroepen door
hartvochtige speculanten en kapitalisteu. die
naar de Zuid-Afrikaansche Republiek zijn
gegaan om rijk te worden en hun eigen be
lang te bevorderen. Zij zijn het die de
anderen hebben misleid en den schandelijken
oorlog over Zuid-Afrika hebben gebracht.
IN EN OM LaDYSMITH.
De strijd tusschen de vereenigde comman
do's der Boeren en de vereenigde Engelsche
troepenmacht van White en Yule is begonuen
en sommigen verwachten een beslisseoden
slag. Het zou nutteloos zijn, nog verder iets
te zeggen over de kansen van de partijen
nadat de kanonnen gesproken hebben, zullen,
hopen we, de telegrammen spreken, maar het
zal weer zaak zijn deze slechts onder voor
behoud te aaDvaardeo. Op uitvoerige be
richten zullen we wel weer eenigen tijd mogen
wachten (tenzij de Engelschen een beslissende
overwinning behalen) want de censor te
Ladysmith heeft een nieuwe verordening uit
gevaardigd om ook de telegrammen van de
correspondenten te besooeien.
De Times meldt uit Ladysmith. dat de
positie der Boeren per luchtballon is verkend.
De voorposten zijn vermoedelijk reeds slaags
geweest. Generaal Joubert heeft zich met de
Oranje-Vrijstaters vereenigd. Het aantal
Boeren wordt op 16,000 geschal. Zij liggen
in een halven cirkel ten noorden van Lady
smith. Een gedeelte trok om de stad heen
om de spoorwegverbinding met Colenso te
verbreken.
Omtrent het eerste treffen seint generaal
White heden Maandag om half vijf in den
namiddag uit Ladysmith hei volgende
Alle troepen zijn hier vandaag gebruikt
behalve het verplichte garnizoen. De berg
batterij nummer 10 is met de Iersche fuseliers
en het regiment van Gloucestershire uitge
zonden om stelling te nemen op de heuvels,
om den linkervleugel te ontlasten van de
strijdmacht, gisteravond om elf uur uitgetrok
ken. Gedurende den nacht heeft het vuren
van eenjbatierij, muilezels met'enkele stukken
geschut doen schrikken, die we hopen terug
te krijgen. Twee bataljons ziju nog niet
teruggekeerd, maar worden van avond ver
wacht. Twee brigade-divisies veld-artillerie
en vijf bataljons infanterie, geholpen door
cavalerie onder generaal Erench, zijn uitge
zonden om de stelling aan te tasten, waarop
de vijand gisteren geschut had geplaatst. Deze
stelling werd ontruimd bevonden, maar onze
strijdmacht werd met aanzienlijke kracht
aangevallen door wat ik geloof Joubert's troep
te zijn. Zij hadden vele stukken geschut en
toonden zich zeer talrijk. Onze troepen waren
alle in actie en dreven den vijand verschei
dene mijlen terug, maar slaagden er niet in
de legers van den vijand te bereiken. Onze
verliezen worden geschat tusschen de tachtig
en honderd man. De verliezen van den
viiand moeten veel grooter zijn geweest, daar
het vuur van ons geschut zeer doeltreffend
voorkwam. Na verscheidene uren in het
vuur geweest te zijn, trok ik de troepen terug,
die ongehinderd tot de cantouuementen
terugkeerden.
De vijand is in grooten getale en' zijn
geschut draagt verder dan ons veldgeschut.
Ik heb nu enkele stukken zeegeschut, die
tijdelijk den vijand tot zwijgen brachten en
naar ik hoop bij voortduring de beste stukken
vau den vijand zullen beheerschen, met welke
de stad gebombardeerd is op een afstand vau
meer dan zesduizend yards.
PARIJS, 30 October. De Temps verneemt
telegrafisch uit Londen, dat de Times in een
tweede oplaag een telegram heeft gepubliceerd
uit Ladysmith van den volgenden inhoud
Het gerucht loopt opuieuw en houdt aan,
dat alle convooien en versterkingen, uit Port
Natal en Pietermaritzburg uaar Ladysmith
gezonden, iu handen van de Boeren zijn
gevallen. Zelfs zegt men, dat Pietermaritzburg
op het oogenblik, of dat althans het verkeer
met Port Natal atgesneden is. De achter
houdendheid van het ministerie van oorlog
doet te Londen de meest zwaarmoedige ge
ruchten ontstaan. Men is nog altoos zonder
tijding van de stoombooten Zibengula en
Zayaihla, die roet materiaal voor de artillerie
op weg zijn naar de Kaap. Naarmate de
toestand om Ladysmith hachelijker wordt,
verneemt men de bezwareudste berichten.
Zoo wordt er zelts te Londen beweerd, dat
de kruisers Niobe en Diadem naar Las Palraas
zijn gezonden om jacht te maken op schepen,
onderweg door Franschen gewapend en
voorzien van indeutiteitsbrieven, geteekend
door Kruger en Leyds. Het is belachelijk.
De laatste redevoering, welke keizer Wilhelm
van Duitschland te Hamburg gehouden heeft
bij het te water laten van het nieuwe oor
logsschip „Kaiser Karl der Grosse" en waarin
wensch uute, dat alle partijtwisten zouden
worden vergeten, waar het gold de uitbreiding
en versterking van Duitschlands vloot, heeft
bewezen, dat de keizer niets heeft opgegeven
van zijn plannen, betrcffiude de marine-be
grooting. Om eenigszius te kunnen nagaan,
hoeveel tegenstand 's keizers plannen ont
moeten, is het voldoende, een blik te werpen
op den huidigen staat der militaire uitgaven.
Gedureude de laatste acht jaren van de
regeering van Wilhelm I beliepen de mili
taire ui'gaven 4 114 millioeu mark. Gedu
rende de eerste 8 jaren van de regeering
van Wilhelm II stegen die uitgaven tot 5.926
millioen maik, d.i. een vermeerdering van
1800 millioen.
De schuld van Duitschland is van den
dood vau Wilhelm I tot 1897 verdubbeld:
van 721 millioen is zij gestegen tot 2.142
millioen.
De belastingen van het rijk, die in 1888-
89 het bedrag van 507 millioen hadden be
reikt, waren gestegen tot 790 millioen in
1896.
Van 1889 tot 1897 heeft de Duitsche ad
miraliteit niet minder doen bouwen dan 7
gepantserde linieschepen, 8 gepantserde
kustkruisers, 6 groote kruisers, 10 kleine
kruisers, 38 torpedo's en het keizerlijk jacht
„Hohenzollern". De uitgaven voor de zee
macht stegen van 14 tot 40 millioen en het
effectief werd gebracht van 5.573 op 21.835
man.
Doch deze toestand bevredigt den keizer
niet. Het doel van hem en de voorstanders
van vloot-uitbreiding is het vormen van een
oorlogsvloot, bestaande uit 57 slagschepen, 15
groote eu 36 kleine kruisers. Deze vermeer
dering zou de militaire uitgaven opvoeren tot
1700 millioen mark en de begrooting bezwa
ren met een jaarlijkschen last van 212Vg
millioeu.
Het is dus begrijpelijk, dat de democra
tische partijen voornemens zijn, met kracht
de koloniale politiek des keizers te bestrijden.
Men heeft er ons op gewezen, dat de
Colporteur van 't Dagblad van Noord-
Braband", alhier op alles behalve edele ma
nier abonné's voor zijn blad tracht aan te
werven.
Hij brengt nl. bij verschillende lui hier
ter plaatse een proefnummer en gaat dan
een volgenden dag uit naam onzer
FIRMA (waarbij genoemde colporteur
een tijdje in dienst is geweest) vragen, of
men zich niet op dit blad wil abonneeren.
Dit misbruik maken vau onzen naam
is voorzeker een ongehoord staaltje van bru
taliteit en een uiterst onedel concurrentie
middel. Wij hopen dan ook dat de geachte
administratie van genoemd blad, die tot dus
ver onkundig zal zijn gebleven van deze
zaken, haren Waalwijkschen colporteur een
gerechtigde vingerwijzing zal geven, daar ze
niet zal dulden dat op zoo'n lage wijze door
genoemde persoon wordt gehandeld ten behoeve
van hare uitgave, en dat dergelijke
middelen worden te baat genomen om ge
noemd blad ingang in onze gemeente te
doen vinden; wij zullen anders onze maat
regelen nemen, om herhaling van dergelijke
oneerlijke praktijken te voorkomen.
WAALWIJK, 31 Oct. 1899."
Concert „Oefening en Vermaak".
Zondagavond 1. 1. is door de Liedertafel
„Oefening en Vermaak" van Waalwijk en
Besoijen, de rij der wiuterconcerteu geopend
met een druk bezochte en zeer goed ge
slaagde uitvoering.
Het zou ons te ver voeren ieder nummer
afzonderlijk te bespreken, we zulleu ons
daarom bepalen tot het aanhalen van de
solo-nummers, en koren met soli.
Op zee, van R. Hol, koor met baryton—
solo, gezongen door den heer Jos. Wilmont,
die zich heeft doen kennen ais iemand met
uiterst zuiver baryton geluid, accuraat en
heerlijk werd door hem gezongen
geen wonder dan ook dat het tweede door
hem gegeven stuk „Moedertroost* op aan
houdend aandringen van 't publiek, moest
worden herhaald. L'Adieu van Beitjes voor
tenor, door den heer Jac. Sars. Het zal
genoeg zijn te zeggen, dat dit stuk door deu
bekenden zanger werd gezongen, zooals wij
dit van hem gewoon zijn. Landkennung van
Grieg koor met Baryton-solo werd flink, zeer
verdienstelijk ten gehoore gebracht door den
heer P. van Ree. Thans een woord van
hulde aan den heer J. Trimbach, die op
zoo'n flinke manier het aardige „Matrozenlied"
uitvoerde. Met zijn zuivere, krachtige basstem,
gevoegd bij zijn losse voordracht, werd het
een der schoouste en opwekkendste nummers
vau 't program. Aan 't applaus dat dit stuk
begroette, kwam dan ook geen einde voor
dat het werd gebisseerd, wat nogmaals een
daverende toejuiching uitlokte. Ten slotte
nog No 2 Gltlckliche Fahrt, duo aus ein
Nacht auf dem Meere, door de heeren P.
Snijders en Jac. Sars; hierin kregen we onzen
van ouds bekenden bekwamen baszanger