De Zuid-Afrikaansche oorlog.
De Deserteur
"bTnnknland.
Rijkspostspaarbank.
FEUILLETON.
se
mermans van Turenhout en Jan van Schijn-
del.
De vice-president dankte in schoone woor
den de vergadering voor het vertrouwen in
hem gesteld, dankte den Eerw. Lieer Direc
teur-President voor de rede en voor de zorg
en moeite, die hij zich getroostte. Hij be
loofde de vereeniging uit alle krachten te
steunen.
Ook de andere Bestuursleden beloofden
hun ganschen steun aan de Vereeniging, die
zulk edel doel nastreeft.
Nadat de Eeiw. II. Dir.-Pres. het Bestuur
had geluk gewenscht, zette hij nog even de
redenen van zijn handelen uiteen, verkla
rende, dat hij bij zijn woord bleef: „voor
hen te zullen werken, dat geen zweetdrop
hem te lastig zou zijn, voor hen alles over
te hebben* en dat hij dit woord met hart
en zitl meende. Hij rekende op hun steun,
dien hij noodig had en nam afscheid met
een tot weerziens.
Het feit van de partijkiezing der Hollan
ders in Kaapkolonie vóór hun stamverwanten
der beide republieken, valt nu niet meer te
loochenen of te bemantelen terwijl alleen
in het district Venterstad een tweeduizend
a vier - en - twintighonderd man zich hebben
aangesloten bij de Boeren, beloopt dit getal
voor het geheele noordelijke gedeelte acht
duizend man.
Dat men te Londen niet zoo algemeen
tevreden is als sommige bladen wel zouden
willen doen gelooven, vindt men geconsta
teerd in een correspondentie in New-York
Herald (Parijscke editie.)
z/De heerschende meening, die hier met
dén dag sterker wordt is, dat wij den oor
log zeer duur moeten betalen. Ik heb
zooeven een brief gezien, aan eene dame
geschreven door een lid van het Vorstelijk
Huis wiens zoon bij de Coldstreams staat
en dus bij lord Methuen's colonne is. Zijne
Hoogheid schrijft:
„Al deze groote overwinningen beteeke-
nen heel wat, uit een practisch militair
oogpunt zijn zij niet veel waard. Geen
overwinning is werkelijk groot, wanneer
daarbij geen kanonnen zijn buit gemaakt en
wij hebben geen enkel kanon van den vij
and genomen.
„Dinsdag vertrokken weer garde
troepen. Hun ve.trek zal in de Londen-
sche gezelschapskringen weer een leegte
achterlaten. De dames laten den moed
zinken, nu elke dag meer rouw brengt in
bekende gezinnen. Jachtpartijen en Kerst
mis-bijeenkomsten worden in grooten getale
afgezegd. Dit wat de rijken betreft, maar
de armen drukt de oorlog niet minder zwaar,
daar het bijkans onmogelijk is geld voor
liefdadige doeleinden bijeen te krijgen. De
ra en sche n geven wat ze kunnen aan oorlogs
inschrijvingen.
„Het onder de wapens roepen van we
derom tienduizend man, heeft Engeland
doen ontstellen. Militaire kringen leiden
daaruit af, dat generaal Bulier heeft be
vonden dat de zaak ernstiger zou worden
dan verwacht werd. De menschen kunnen
er niet ruslig blijven zitten, terwijl buiten
de krantenjongens hun sensatie-nieuwtjes
uitschreeuwen.*
Nog valt ten aanzien van het gevecht
aan de Modderrivier het volgende te melden
als aanvulling van het reeds gebrachte.
De Boeren zoo zegt de correspondent
van de Daily Mail hadden zich verschanst
op den Noordelijken en op den Zuidelijken
oever en ook op een eilandje. Dit was in
de rivier 180 meter beneden de spoorweg
brug over de Modderrivier gelegen. De
stellingen van de Boeren waren zeer sterk,
vooral die aan den Noordelijken oever. Na
een verwoeden strijd van tien uur waren de
Engelschen er in geslaagd de Boeren, die
minstens acht duizend man telden, te ver
drijven van hun stellingen op den Zuidelijken
oever. Zij dreven ze over Modderrivier
eveneens werden
Noorden van de Modderrivier verjaagd, zoo
dat Methuen's leger thans staat op de oevers
van de Modderrivier en die flink bezet
houdt.
Aan het postkantoor te Waalwijk en de
daaronder ressorteerende hulpkantoren werd
gedurende de maand November
ingelegd f 5781.01.
terugbetaald - 7650 90.
Het laatste, door dat kantoor uitgegeven
boekje draagt het nummer 2975.
WAALWIJK, 6 Dec. 1899.
40—jarig Jubileum.
Hoewel de ZeerEerw. heer Ds. Dommisse
predikant alhier verzocht had zoo min mogelijk
publiciteit te geven aan het feest van zijne
veertigjarige Evangeliebediening, durven wij
toch een enkel woord over dezen voor de a
algemeen geachten heer Dommisse gedenk-
waardigen dag te schrijven.
Zondag ill. was de (lag, waarop Ds. Dom
misse zijn veertigjarige bediening herdacht.
Des morgens hield hij zijne feestrede en des
avonds ten zes ure werd hem in het kerk
gebouw een prachtig schrijfbureau als blijk
van hoogachtingdankbaarheid en eerbied
aangeboden, waaraan alle ledematen hadden
bijgedragen.
Bij zijn binnentreden werd door de zang
vereniging een „Welkom* gezongen en
daarna werd hem bij monde van een der
kerkbestuursleden het cadeau aangeboden.
Een passage daaruit volgt hier
„Wij verklaren gaarne dat gij hier ge
durende ruim acht en een halfjaar in alle
opzichten aan uwe roeping en plicht voldaan
en daardoor de achting en toegenegenheid
van schier de gansche gemeente hebt mogen
verwerven.*
Zeer aangedaan dankte hij de aanwezigen.
Daarna hield zijn broeder, predikant te
Hooge-Zvvaluwe eene prachtige toespraak
waarop de zangvereeniging „Vooruitgang zij
ons Doel* een krachtig gezongen gelegen
heidslied liet volgen, en tot slot met orgel
begeleiding: „Dat 's Heeren zegen op hem
daal.*
Maandag van 2L uur was 't receptie,
waarvan door zeer velen werd gebruik ge
maakt, om den geachten jubilaris van harte
geluk te, wenschen en des avonds werd liet
feit feestelijk herdacht; op de pastorie.
Ds. Domruissie was predikant te Stavo
ren 4 December 1859 tot 1874, te Rotte-
vilie 1874 tot 1882, te Aduard 1882 tot
1887, te Midwolde aan de Leek 1887 tot
1891, te Waalwijk vanaf 17 Mei 1891.
Wij ook folic, teeren den jubilaris van harte
met dit zeldzame feest, en spreken de
hoop uit (lat hij nog lang zijn hooge be
diening in Waalwijk zal kunnen blijven
volvoeren
Looiers-vergadering.
Zaterdag middag had alhier in de zaal
Musis Sacum eene vergadering plaats van
Voorzitters en afgevaardigden van leerlooiers
ve eenigingen otn van gedachten te wisselen
omtrent de mogelijkheid eener procents gewij-
ze rationeele prijsverhooging op gelooid leder.
Tegenwoordig waren een twintigtal afge
vaardigden van verschillende Veréeuigingen
terwijl bovendien een aantal brieven van
adhaesie waren ingekomen. Be Voorzitter de
Heer P. van Loon G z, mocht het genoegen
smaken, dat het doel, in korte trekken door
hem uiteengezet, door alle aanwezigen werd
geapprecieerd en goedgekeurd en het gevolg
daarvan was, dat door de Vergadering eene^
Commissie van voorbereiding werd benoemd
uit enkele tegenwoordige en eenige afwezige
leerlooiers. Deze Commissie zal, nadat zij
geheel zal zijn geconstitueerd, eene oproeping
doen aan ahe lederfabrikanten in Nederland
ten einde te trachten door algemeene samen
werking van belangstellenden een gewenscht
niveau te verkrijgen in de verhouding der
huidenprijzen niet die van het gelooide en
bereide leder. De secretaris de Heer G. A.
Rubbens, nam bereidwillig de taak op zich
de gekozenen en niet aanwezig zijnde Com
missie-leden van hunne benoeming kennis-
te geven, met den uitdrukkelijken wensch
der Vergadering, dat zij zich in het algemeen
belang der zoo zwaar beproefde lederindustrie
deze benoeming zullen laten welgevallen
Zoo is dan het initiatief tot deze belangrijke
aangelegenheid voor de Nederlandsche Le
derindustrie genomen. Wij juichen het ten
zecste toe en syrapathiseeren met dit streven.
Het beste succes zij den lederfabrikanten
toegewenscht. Nu vooral blijve niemand terug,
een ieder werke mede om het gewenschr
doel te bereiken.
Men begrijpe, dat alleen door onverdeelde
samenwerking in goede richting iets tot stand
zal kunnen komen.
Dc Teckeiiscliool.
De tentoonstelling van de prijsteekeningen
Zondagmorgen vanaf half twaalf tot half
twee op de teekeuschool gehouden, lokte
zeer veel belangstellenden en met genoegen
werden de pracht- en kunstvolle teekeningen
door eenieder beschouwd. De kenners spra
ken er met grooten lof over, nl. dat de tee
keningen allen zesr goed waren, en den on
derwijzers en leerlingen tot eer strekten.
Maandagavond ten 6 ure had op de tee
keuschool de prijsuitdeeling plaats aan de
bekroonden in den wedstrijd van de cursus
98 99.
Tegenwoordig waren Het Dag. Best. der
gemeente, nl de heer Burgemeester eu de
wethouder de heer Gragtmans, alsmede de
heer secretaris verder de leden der teekeu—
school-commissie de heeren Jud. Tim
mermans Wz., Jac. van Riel, J. Bayens en
A. Verbunt.
Dc heer Timmermans brengt namens de com
missie dank aan onzen geachten Burgemeester,
wethouder den heer Gragtmans, en den heer
Secretaris, die Dag. Best. der gemeente en den
gemeenteraad vertegenwoordigen, voor hunne
tegenwoordigheid en verder aan allen, die van
hunne belangstelling deden blijken. Inderdaad
belangstelling kan verwacht worden ten aanzien
van eene instelling als deze, zoo gaat spreker
verder. De Commissie heeft zich dan ook nooit te
leur gesteld gezien en het is aan de vrijgevigheid
van den raad te danken, dat de kunst van teekenen
hier steeds meer en meer bloeit. Is t' waar dat
Waalwijk veel belangstelling toont in 't onderwijs
in 't. algemeen in het teekenonderwijs is dit wel
in 't bijzonder. Ilocvele» reeds, die hier gratis
onderwijs, ter eere der onderwijzers met zooveel
succes gegeven, genoten, hebben reeds de vruchten
er van geplukt. Die belangstelling stijgt meer
en meer en waartoe belangrijk heeft bijgedragen
het teekenonderwijs toegepast op't schoenmakers
vak waar onze industrie opheffing noodig heeft,
zal dit belangrijke onderwijs zeker daartoe bij
dragen. Was tot dusver 't teekenonderwijs speci
aal "eene gemeeute-zorg en is onder die zorg der
gemeente en hare onderdanige commissie de
school zoo hoog gerezen, dat ze wedijveren kan
met die in veel grootere plaatsen, thans onder de
nieuwe phase, waaronder zij nu 2 jaren staat,
nl. onder 's lands bestuur, onder opper-toezicht
_yan den minister van Binnenl. Zaken en van hen
die zijne excellentie daartoe uitzendt, en die ook
-duor 'hun bezoek van hunne belangstelling blijk
aven, zal zij zeker 9teeds blijven bloeien. Door
dat het toezicht wordt verscherpt en het geld
ruimer vloeit, zal zij in belangrijkheid toenemen.
Heeren onderwijzers hebben zich ten taak gesteld,
al hunne krachten aan het onderwijs te wijden,
en zij zullen in de belangstelling, die zij onder
vinden een prikkel zien, om op dien weg te
blijven voortgaan.
De commissie en het Gem. Best. mogen dus met
recht verwachten, dat ouders en voogden en vooral
de leerlingen dankbaarheid zullen toonen voor
alles wat zij hier in ruime mate hebben genoten.
Op welke wijze zult ge die tooneu, in uw eigen
belang, niet in dat der onderwijzers, opdat uw
verstand in de teekenkunde zal worden verscherpt,
en de hand vaardiger en vaardiger. Ge zult die
toonen, door de oefeningen met vlijt en ijver bij
te wonen, door de goede raadgevingen uwer
onderwijzers stipt op te volgen, dan zult ge er
de rijke vruchten van plukken in een volgend
leven.
De burgemeester spreekt zijn genoegen en dank
erover uit, door de commissie op deze prijsuit
deeling tez'.jn nitgenoodigd. Hij brengt een woord
van dank aan de commissie voor de vele moeite
en zorgen, die zij zich geeft in 't belang van het
teekenonderwijs; een woord van dank eveneens
aan heeren onderwijzers, die geen moeite te groot
achten, om den bloei der teekenschool te bevor
deren. Een woord van aanmoediging ten slotte
aan de jongelui, dat zij nl. de lessen ter harte
zullen nemen, waarvan zij ruimschoots later zul
len profiteeren.
Hij voegt daarbij nog, dat de tentoonstelling
door hem als door vele anderen men belangstel
ling is bezichtigd. Teo slotte nog een woord van
lof aan de prijswinners, die hij van harte geluk -
wenscht. Moge de prijs een spoorslag voor hen
zijn, op den ingeslagen weg voort te gaan, en
voor de anderen om met hen te wedijveren.
Daarna werden door de verschillende heeren,
die daarbij een hartelijk woord tot de jongelui
spraken, de prijzen uitgereikt, die behaald werden
als volgt
Prijs 1ste kl. Handteekeueu
2de
3de
Prijs rechtlijnig
kobmb» a w.7.nrï«aKCi
4.
Ik weet, dat ge een sluwe vos zijt, merkte
Koppenhagen op, terwijl zijn gelaat iets vriende
lijker werd, eu daarom juist ben ik voor u op
mijne hoede en vertrouw ik u slechts voor zoo
ver ik u ziel Maar nu tot de hoofdzaak; ik heb
geld noodig, ik moet aan de Chawrusse (gezel
schap) uitbetalingen doen!
Gij zult het hebben Hoeveel hebt gij noo
dig
Tweeduizend thaler
Goed! Ik zal het geld gereed leggen, kijk
intusschen die rekeningen eens na. In het bijzou-
der die van een onzer agenten uit Berlijn zal
u plezier doen. Kijk die posten eens na; zakdoeken
80U thaler, wollen stoffen 3000 thaler. Met die
wol is een zaakje te maken. Hahaha!
Peiser brak in een onderdrukt halfluid gelach
uit.
Koppenhagen onderzocht intusschen eenige
rekeningen, terwijl Peiser uit eene oude portefeuil
le de banknoten namen voor zijnen gast ophoopte.
Tel na 1 zeide hij dan.
Koppenhagen onderzocht zorgvuldig elke bank
noot, door ze tegen het licht te houden en de
watermerken nauwkeurig te bezichtigen.
Peiser keek daarbij lachend toe en bemerkte
eindelijk: Ja, ze zijn echt de banknoten daar
kunt ge op vertrouwen 1
Tegenover u vertrouw ik niets, antwoordde
Koppenhagen en pakte eindelijk de banknoten
bijeen. Binnen eenige dagen kouit Balmach met
zijne schuit aan. Gij moet met hem spreken, want
hij brengt gewichtige berichten. Ik kom ook,
want liet is jaarmarkt, en het kan daarom nie
mand opvallen, dat wij elkaar ontmoeten Laat
mij nu uit, want ik moet nog vóór morgen te
huis zijn.
Koppenhagen had zijn overjas aangetrokken
en zijn hoed weder diep in de oogen gedrukt.
Hij verliet met Pei9er de kamer de naar den
tuin geleidende huisdeur knarste zacht op hare
hengsels, dan schreed eene gestalte over de
plaats en verdween in de duisternis van den
tuin. Spoedig daarop hoorde men het geraas van
een wegrijdenden wagen.
Elize had, achter de half geopende vensterluiken
verborgen, den nachtelijken gast zien komen, en
was op haren post gebleven tot deze weder op
zijne geheimzinnige wijze het huis verliet. Toen
zij den wagen hoorde wegrijden, wierp zij zich
op haar bed neder om haar snikken in het kussen
te smoren.
II.
In het ongeveer eene mijl van Neustadt ver
wijderde dorp Rudow zat in de herberg, die niet
als gewoonlijk in deze streken uit een vervallen
boerenhut, maar uit een massief, nog nieuw
steenen gebouw bestond, een rondreizend koop
man, die eerst korten tijd te voren moede en
met stof bedekt was aangekomen, zijne pakken
had nedergeworpen en een glas bier besteld. Hij
scheen zeer uitgeput, want hij sliep eerst een
tijd lang, zoover het hem namelijk de vliegen
toelieten en gaf daardoor aan de jonge waardin,
die alleen te huis was en met een breikoua ach
ter de toonbank zat, gelegenheid hem meer
nauwkeurig op te nemen.
Het binnenkomen van een derden persoon
wekte den slapende.
De nieuw binnengetredenc was een opvallend
bleeke man van hoogstens vijf en dertig jaren,
wiens geheele liouduig eene zekere gedruktheid
toonde; zelfs zijne stem had een onmiskenbaar
matten klank.
Is de beer Koppenhagen tehuis vroeg hij
aan de herbergierster.
Neen, m'nheer Wolf, antwoordde deze,
m'nheer Koppenhagen is reeds sinds twee dagen
op reis; ik meen naar Rusland om vee te koopcu,
en hij zou eerst hedenavond terugkomen, misschien
ook eerst morgen, met zekerheid kan ik het u
niet zeggen
Dan zal ik morgen nog wel eens komen
vragen.
Doe dat. Iloe gaat het inet uw vrouw
Wolf haalde de schouders op, en zijn gelaat
werd nog droeviger dan te voren.
Het blijft al zoo hetzelfde, antwoordde hij,
feen beterschap, maar ook geen vermindering.
ij staat op en legt zich weer te bed. Gisteren
is zij een uurtje buiten de kamer geweest, maar
dit 'is haar niet goed bekomen. Gegroet! Ik
moet naar haar toe, want zij is alleen.
Ik wensch u beterschap.
Dank u.
Wolf verliet de gelagkamer, en de herbergier
ster keek naar den gast, die mede het gesprek
had aangehoord en nil de jonge vrouw vragend
aanzag. Deze gevoelde zich daardoor gedrongen
hem eene verklaring van het gesprek te geven
en zeide
Een arme drommel, die man. Hij heeft eene
jonge vrouw, die reeds sinds vele maanden ziek
is en maar niet kan opknappen. Ook schijnen
zijne zaken niet zeer goed te gaan, hij ziet er
zoo door zorgen gedrukt uit.
Is hij koopman?
Zooals men het noemen wil. Hij schijnt
voor den heer Koppenhagen te werken, naar
wien hij zooeven vroeg; deze is commissionair,
die een grooten handel in granen en vee op
Rusland en Oosten rijk drijft.
En woont deze commissionair hier ter plaat-
Ja, hier bij ons boven, hij houdt hier zijn
verblijf en is dikwijls wekenlang bij on9, als hij
hier in den omtrek zijn moet. Hij heeft een onzer
kamer9 gehuurd.
Verhuurt gij dus kamers
Zeker, en mooie, lieve kamers ook.
De koopman bleef eenige oogenblikken in ge
dachten verdiept, daarna zeide hij
Als ik wist, dat ik hier zaken doen kon,
zon ik mij ook wel voor eenigen tijd hier vesti
gen willen, maar ik ken den omtrek nog te wei-
nig I
Waarin handelt gij? vroeg de herbergier
ster.
In vrouwenhaarIk koop dit voor eene
groote zaak in Berlijn, maar verkoop ook tevens
haar, als ik althans passende kleuren bij mij heb.
Maar voegde hij er lachend bij als alle
vrouwen hier zulk fraai haar hebben, als gij, zal
ik daaraan niet veel te doen hebben. Met zulk
eeo schat heeft men geen valsch haar noodig.
De herbergierster bloosde over deze vleierij,
toch scheen haar deze niet onaangenaam te zijn,
want zij werd nog vriendelijker en zeide
Het zou niet onmogelijk zijn, dat gij hier
goede zaken zoudt kunnen maken, want voor
J. v. d. Meijs
(Bezooien.
A. van Roesel
(Waalwijk.
(Chr. Hoffraans
(Waalwijk.
A. v. Hulten
(Baardwijk.
Teekenen toegepast op't schoenmakersvak,
Fran s Hessels Waalwijk.
Klasse handteekenen voor meergevorderden:
Prijs J. van Delft Waalwijk.
Schocnuiakcrsvcrccniging.
Vrijdag 8 Dec. a. s. ten 6 ure Bestuurs
vergadering der Schoen makers vereeniging
alhier, in het hotel „de Twee Kolommen.*
zoover mij bekend is, zijn hier in de streek nog
geen handelaars in haar geweest, onze arbeidsters
en boeren vrouwen weten niet eens, dat hare
haren geld waard zijn.
Dat zou zeker zeer gelukkig voor mij zijn,
antwoordde de koopman, en wat gij mij daar
zegt, doet mij groot genoegen, want ik durf dan
hopen, hier tot billijke prijzen te kannen inkoopen.
Dan zou het toch nog kunnen zijn, dat ik eene
kamer bij u huurde.
In ieder geval kunt gij de kamer wel eens
zien, daarmede verplicht gij u tot niet9.
De herbergierster riep haar dienstmeisje, om
hare plaats in het buffet ir. te nemen en ging
met den koopman naar de bovenverdieping, waar
zich aan iedere zijde twee kamer9 bevonden.
De koopman koos de kamer welke juist naast
die van den commissionair lag, trof met de her
bergierster eene overeenkomst, betaalde haar
eene week huur vooruit, zeide dat hij Rothmaan
heette en haalde daarna zijn pakken en stok
naar boven, om zich eenigszins huiselijk in te
richten.
Zoodra hij alleen wa9, onderzocht hij eerst nauw-
keurig het venster, wat en hoe ver men daaruit
zien kon, en vooral of men er ook door bespied
kon worden, vervolgens beproefde hij het slot
van de deur en schoof er den binnengrendel voor.
Eindelijk maakte hij zijne pakken los en haalde
uit het ééne een landkaart, op welke sommige
plaatsen blauw, andere rood onderstieept waren
en uit een ander een elegant étui met blank ge
polijste sierlijke stalen werktuigen, waarmede
hij aan de deur begon te werken, die zich tusschen
zijne kamer en die van den commissionair bevond
en \óór welke aan zijne zijde eene waschtafel
stond. Met groote vaardigheid maakte hij met
zijn boor een gat in de deur; doch schudde te
leurgesteld het hoofd, toen hij ontdekte, dat door
het gat niets te zien waszeker moest in de
andere kamer eene kast voor de deur staan.
Rothmann bleef in zijne kamer ijverig met
schrijven bezig en ging alleen des avonds nog
een poosje naar beneden in de gelagkamer, waar
hij ook,'hoewel zeer laat, Koppenhagen nog aan
trof, dier. hij echter niet eens scheen te bemerken.
(Wordt vervolgd.)