Nummer 4.
Zondag 14 Januari 1900.
23e Jaargang,
9
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
De Deserteur
De Zuid-Afrikaansche oorlog,
ANTGON TXELEM,
Uitgever:
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Maatregelen ter verbete
ring der Lederprijzen
FEUILLETON.
Dit Blad versehijnt W e n s cl a g- en Zaterdag a von d.
A b o ii n c in e ii t s p r ij s por 3 maanden f 0.75.
Franco per post door liet gelieele. rijk f 0.90.
Brieven, ingebonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJK.'
Advertentiën 1'7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven
worden 2maal berekend Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Gisteien, Donderdag 11 Jan., had in de
groote zaal der Liedertafel te 's Bosch, de
algemeene vergadering van Nedetlandsche
leerlooiers en lcderfabrikanten plaats, waar
toe 't initiatief was genomen door de Waal-
wijksche Leerlooicrsvereeniging, inet 't doel
om verandering ten goede te brengen in den
beslaanden treurigen toestand en verbetering
te verkrijgen der lederprijzen.
Zelden of nooit wellicht zijn op eene plaats
zooveel vertegenwoordigers van 't ledervak
vereenigd geweest; van heinde en ver uit
alle pro vinei n des lands waren ze samen
gekomen, zoodat ongeveer ten 2 uur de
Voorzitter, de beer J. B Timmermans Wzn
Voorzitter der Kamer vau Koophandel en
fabrieken te Waalwijk eene vergadering
opende van ruim 390 Nedetlandsche leer
looiers, welke allen te voren de presentie
lijsten hadden geteekend.
In zijne openingsrede heette de Voorzit
ter de aanwezigen van harte welkom, dank
te voor de trouwe, overweldigende opkomst,
welke de stoutste verwachtingen nog had
overtroffen en een sprekend blijk was van
sympathie voor de beweging, die op touw
werd gezet.
Vervolgens weidde hij eenigszins breed
voerig uit over 3i doel dezer vergadering,
hetwelk was middelen te beramen en maat
regelen te nemen, om verbetering van den
toestand en verhooging der lederprijzen te
verkrijgen, hetgeen geschieden moet door de
zware concurrentie van '1 buitenland het,
hoofd te bieden en zoo moge-lijk door zich
te vereenigen tot een Bond van Nederl.
Leerlooiers.
Daarna ging hij in 't kort den loop der
feiten na: dit 't iniatief is genomen dooi
de Waalwijksche looiersvereeniging, dat op
2 Dec. 1.1. door haar eene vergadering is
gehouden van enkele groote leerlooiers en
eenige afgevaardigde leden van leerlooiers-
vereenigingen. Dat daarin eene commissie
is benoemd, en dat die commissie liet recht
van assumptie had, waarvan zij een ruim
Wij noemden den dag van heden een
grooten dag omdat men met recht kan hoo
pen en vertrouwen, dat uit de beraadsla
gingen een gunstig keerpunt zal gevorinc
worden voor de Nederl. Ledernijverheid
Immers wij namen, zoo besloot hij, mis
schien wel tengevolge der op touwgezettc
b weging eenige prijsverbetering waar in
de laatste weken van 't atgelo >pen jaar en
nu wij een nieuw tijdperk zijn ingetreden
zien wij de symptomen eener verblijdende
toekomst. Doelt laten wij ons geen al te
groote illusion maken en als ernstige man
nen van z iken den toestan 1 doorzien en met
bezadigdheid en kalm overleg onze algemeene
beschouwingen en beraadslagingen beginnen
Alvorens de debatten te openen was hij
evenwel verplicht te wijzen op eenige maat
regelen, die in 't belang der goede orde ge
nomen waren
1) Officieel zijn alleen toegelaten leerlooi
ers en leerfabrikanten.
2) Wegens den korten tijd is slechts ge
oorloofd éénmaal over een onderwerp te
spreken en niet langer dan 5 minuten.
3) Protectie of vrijhandel worden buiten
bespreking gelaten.
Volgt de motie.
MOTIE.
De Vergadering in dato 11 Januari 1900
gehouden te 's Bosch, bijgewoond door ruim
3U0 Leerlooiers en Lederfabrikanten uit alle
oorden des lands,
Gehoord de debatten
//Overwegende, dat tengevolge der
//enorme prijsverhooging, die het arti—
,/kel huiden sedert geruimen tijd heeft
//ondergaan, waardoor de Nederland-
„landsche Lederfabricage, welke sedert
z/vole jaren niet winstgevend meer is,
„thans in een zoodanige ongunstige
/positie verkeert, dat onmiddelijke prijs
verbetering van gelooid en bereid le-
z/der gebiedend noodig is, wanneer de
v looier en leder fabrikant zich voor vcr-
z/dere schade in hun bedrijf willen vrij-
waren
//Overigens zich geheel aansluitende
z/aan de bekende motie der vergadering
„van 28 December 1899 heeft he
lsloten
„Zij machtigt verder het Uitvoerend Co-
„rnité om op alie wijze als het zal oirbaar
„en nuttig achten bekendheid te ge-
„ven aan bovengenoemd besluit.
Na breedvoerige debatten en levendige
diseussiën werd de motie met algemeene
stemmen onveranderd goedgekeurd.
De lieer Sprangers te Kaaisheuvel verlangt
eene meer gedetailleerde prijsverhooging dei-
zes verschillende ledersoorten, waarop de
Voorzitter antwoordt, dat zulks ondoenbaar
is en expliceert nader de bedoeling en de
wijze van de procentsgewijze verhooging,
waarna de heer Sprangers zich er mede ver-
eenigt.
De heer Kooperberg uit Breda zegt dat
de verhooging van 15 °/0 voor overleder te
gering is, hetgeen hij met voorbeelden tracht
te bewijzen en wenscht ze te stellen op 25
De heer Reerink uit Lochera antwoordt,
dat het gevaarlijk is, zoo hard van stapel te
loopeu en raadt de vergadering aan bij eene
verhooging van 15 °/o blijven, althans
voorloopigover een week of 4 kon dan
nog eene verhooging van 10 °/0 volgen.
Hierbij legt de heer Kooperberg zich neer.
De heer van Welie uit Roosendaal vreest,
dat wanneer er geene middelen beraamd
worden tegen den vrijen invoer van het bui
tenland, het onmiddellijk gevolg zal zijn, dat
't buitenland bij deze prijsverhooging nog
meer leer zal sturen, waarvoor bij de tegen
woordige overproductie groot gevaar beslaat
allereerst dus protectie.
De heer Bernard Verhagen uit Eindhoven
steunt den heer van Welie en zegt, dat
wanneer er sprake is van het oprichten van
een Bond van Leerlooiers er zeker eerst mag
gespioken worden over invoerrechten.
De Voorzitter antwoordt, dat de bond nog
niet aan de orde is, maar verwijst naar den
inhoud der motie van de vergadering van 28
Dcc. 1.1. waarin wel degelijk op 't onhoud
bare van den toestand gewezen wordt, teu-
gevolge van den ongelijkcn strijd der bui-
tenlandsche concurrentie en dat deze motie
zich daar volkomen bij aansluit, waarna de
heer Verhagen verklaart zich er mee te ver
eenigen.
De Heet- Witloi zegt dat hij het volkomen
eens is met den heer Verhagen, maar dat 't
volgens zijne meening niet raadzaam is op
deze plaats en onder deze omstandigheden
te veel over protectie te spreken.
De Voorzitter dankt den heer Witlox,
waarna hij nogmaals de motie aan de ver
gadering voorleest, welke nu met algemeenen
bijval en ouder applaus wordt aangenomen
Aan de orde het oprichten van een Bond.
De heer Lans, vice-president van 't Uit
voerend Cunité uit Delft, wijst op 't nut
van vakvereenigingen waar het er op aan
komt iets tot stand te brengen en haalt, als
voorbeelden aan liet steenkolensyndicaat in
Duilschland, het pelroleumsyndicaut in Ame
rika en den bond der papierfabrikanten in
Nederland, waarna hij lezing doet van een
in eenige artikelen vervat ontwerp van Sta
tuten voor de Vereeniging van Nederlandsche
leerlooiers.
Dc Voorzitter dankt den heer Litis voor
zijne bemoeiingen in deze en brengt daarna
in rondvraag of er staande de vergadering
beslaten zal worden tot 't oprichten van
een bond.
De heer Verhagen wenscht opnieuw van
den Voorzitter te vernemen, hoe hij denkt
over het door hem en den heer van Welie
besprokene omtrent den invoer van buiten.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat hij
ook namens het uitvoerend Comité verklaart,
dat- er voorzeker rekeuing zal gehouden wor
den met hunne bezwaren zoowel als met die
van de talrijk opgekomen vrienden uit Don-
.gen, die over deze aangelegenheid ook reeds
met hem hebben geaboucheerd. (toejuiching.)
De heer Verhagen dankte den Voorzitter
voor zijne mededeelingen en verklaart dat
zijne bezwaren voor 't oogenblik zijn op
geheven.
Op voorstel van den heer Reet ink uit
Lochem werd bepaald, dat diegenen, die
tegen de oprichting waren zouden opstaan
en zij die er voor waren bleven zitten.
Daarop werd met algemeene stemmen be
sloten tot oprichting van een bond. De
Voorzitter feliciteert den heer Lans met dit
succes.
Op voorstel van den heer Muller uit Haas
trecht zal het uitvoerend Comité zich er uiee
belasten om concept van Statuten vast te
stellen voor den Bond. Dit voorstel werd
door het Comité aangenomen, (toejuiching.)
De Voorzitter deelt mede, dat door den
lieer Misset, uitgever der Lederindustrie, als
officieel reporter ter vergadering tegenwoor
dig, een extra nummer uitgegeven en koste
loos zal toegezonden worden aan allen die
Je lijst geteekend hebben.
De heer van Sou uit Waspik, Secretaris
van 't uitvoerend Comité, zegt dat door hem
zooveel mogelijk circulaires, ten getale vai
760 zijn verspreid; mochten er lieeren zijn,
die deze niet ontvangen hebben, dan ver
zoekt hij hun dit niet euvel te duiden.
Hierop maakt hij bekend, dat de presen
tielijsten zijn geteekend door 324 lieeren er
besluit met de aanwezigen aan te sporenj
ieder in zijn kring zijn best te doen, om de
belangen van den bond te behartigen.
De heer Daniels uit Nijmegen wenscht
den Voorzitter en het Comité geluk met den
goeden afloop der vergadering en hoopt, dat
binnen niet al te langen tijd de looierij we
derom in de rij der goede vakken moge
komen.
Vervolgens verzoekt hij het Comité, zoo
veel mogelijk bekeudheid aan de besluiten!
van deze vergadering te geven, opdat ook!
de schoenfabrikanten in staat zouden zijn,|
de prijzen van hun fabrikaat te verhoogen.!
De Voorzitter dankt den heer Daniels!
nameus het Comité en zegt, dat er voor pu-|
bliceeriiig zooveel mogelijk zorg gedragen enI
verder op zijne wenken zal gelet worden.I
Daarna dankt de Voorzitter de vergadering!
voor de trouwe opkomst, wijst op het be
haalde succes en uit den wenscb, dat door
eendrachtige samenwerking de besluiten van
dezen dag blijvend mochten zijn
Deze woorden werden met daverend ap— I
plaus begroet.
Hierna werd de vergadering onmiddellijk
door den Voorzitter gesloten, daar het al laat I
werd en bijna al de aanwezigen nog moesten
vertrekken.
e Echo van het Zuiden
n iiüipimlstlie Courant,
£B3f rr7yecrv-CM 3aetfBlsaiM?«UjKMBr rre jnz&AWjr* e
.Hwmirwni li
12.
Rothmann trad dadelijk binnen en vond de
jonge vrouw aan de eenvoudige tafel zittend.
Hare gelieele houding was die eener zieke, het
gelaat scheen nog bleeker geworden, de oogen
zagen rood, doch schitterden met een koorts-
achtigen glans.
Ik heb u verzocht, hier te komen, begon
zij, teneinde u een dienst te verzoeken.
Ik ben gaarne bereid u iederen dienst te
bewijzen dien gij zoudt wenschen.
Gij hebt mij onlangs haarvlechten tc koop
aangeboden, ik zou u integendeel heden gaarne
mijn haar te koop aanbieden.
Zij trok het mutsje van het hoofd en Rothmann
aanschouwde een paar donkerblonde haarvlech
ten, welke weliswaar tengevolge der ziekte
eenigszins gedund waren, maar toch nog bij
uitzondering vol en glanzend schenen.
Vrouw Wolf had het hoofd veriegen en
twijfelend gebogen en fluisterde nu:
Wilt gij mij deze vlechten afkoopen
En wilt gij mij, vraagde llothmann, zeggen
waarom gij u van dit sieraad wenscht te ont
doen
Ik heb geld noodig, antwoordde de zieke,
dringend noodig. Ik bid u doe een bod cn maak
het kort. Hier ligt eene schaar klaar, maar doe
het spoedig, anders begeven mij de krachten.
Daar Rothmann aarzelde, ging zij voort:
Of kunt gij ze niet gebruiken Wilt ge ze
niet koopen
Rothmann was door de opwinding der vrouw
en haar aanbod ten hoogste verrast. Hij ant
woordde: zonde
Ik ben gaa.. bereid u de vlechten af te
koopen en u ook een zeer aannemelijken prijs
te betalen. Maar daar het afsnijden van het
haar, eene onvermijdelijke zij het dan ook tijde
lijke ontsiering van uw gelaat ten gevolge heeft,
zou het toch noodig zijn eerst de toestemming
vau uw man te vragen.
gebruik maakte; dat er op 28 Dec. 1899
eene commissiale vergadering is gehoadett te
's Bosch, waarin de bekende motie vastge
steld en verder besloten werd de meeting
waarop alle leerlooiers en lederfabrikanleti in
Nederland zouden worden uitgenoodigd, op
heden te houden.
Neen, neen I riep de zieke verschrikt, hij
mag van niets weten, tot geen prijs 1 Daarom
liet ik u halen, lei wijl hij weg is. Misschien is
hetgeen ik doe verkeerd, maar ik kan niet anders.
Ik smeek u, doe het spoedig. Gij weet niet, hoe
vreeselijk deze toestand voor mij is.
Gij kunt het toch voor uw echtgenoot
niet op den duur verbergen, wat er met uw
haar gebeurd is, indien ik het koop, merkte
Rothmann op.
Dat weet ik, maar als het eenmaal gebeurd
is, kan er niets meer aan veraoderd worden. Hij
zal er zich in echikken moeten. Maar nu heb ik
oogenblikkelijk geld noodig.
Rothmann was de zieke dicht genaderd en
zeide op hartelijken toon En wilt gij mij
niet zeggen, hoeveel geld gij i oodig hebt
Misschien kan ik het u voorschiet*n, terwijl gij
mij uw haar slechts in pand geeft. Ik zou het u
dan niet behoeven af te snijden, want ik vind
het werkelijk jammer u van dit schoone sieraad
te berooven. Wellicht kunt gij mij later eens het
geld terugbetalen.
Dc zieke schudde krachtig het hoofd.
Daaraan is niet te denken, verklaarde zij in
antwoord op dit voorstel. O, dat is juist dc
vloek, dat ik geen geld bezit en niets bezitten
zal, dat ik niets doen kan, wijl mij de handen
gebonden zijn, wijl ik even als mijn arme man
over geen cent beschikken kan. Dat is de vloek,
die op ons rust, en al deze ellende, deze onge
hoorde bittere ellende over ons heeft gebracht.
Haie kracht scheen uitgeput te zijn, zij brak
in een lang, aanhoudend, krampachtig weenen
uit.
Rothmann wachtte geduldig, vol innig me
delijden, tot de zieke eenigerinate tot rust kwam,
daarna zeide hij:Wilt gij het geld, zonder
eenig beding van mij aannemen, zelfs voor het
eval, dat gij het mij niet zoudt kunnen terug
etalen Ik wil u daarmede geen aalmoes aan
bieden maar indien gij zoo dringend geld noodig
hebt kan ik het gemakkelijker mis9en, dan gij
wellicht zoudt willen gelooren.
Hoe zou ik er toe komen kunnen, klaagde
dc zieke, toen zij eenigermute tot rust was ge
komen, vau u, een vreemdeling, zulk een dienst
aan te nemen, terwijl ik niet eens weet op welke
wijze ik u ooit een wederdienst zou kuuneu be
wijzen.
„Om tils uitgangspunt aannemende
„de gemiddelde najaarsprijzen van 1899,
z/die tc verhoogen met 15°/0 voor de
„soorten zool- en overleder die destijds
z/65 cents per half kilo of minder gol-
„den, en inet 10% v°or de duurdere
„soorten en voor het paardeleder de
„prijzen te verhoogen met 5°/o-"
Wel ben ik een vreemdeling voor u, ant
woordde Itoihmann, maar toch hebt gij mij
reed9 ééns gezien en al ben ik u dan ook vreemd,
toch ben ik een mensch en een Christen en is
het dus mijn menschen-en Christenplicht u, die
in nood en verlegenheid zijt, te helpen. Waar
om zouat gij een helpende hand, die u
vriendschappelijk wordt aangeboden, willen te
rugwijzen
D; zieke vestigde hare koortsachtig glanzende
oogen op het gelaat van Roihmann alsof zij in
zijne trekken wilde lezen, welke bedoelingen
deze vreemde man wel met zijr.e zoo beminnens
waardig aangeboden hulp kon hebben. Zeker
moest zij wel den trek van medelijden, van
oprecht medegevoel in zijn gelaat ontdekken,
want zij zag eenige oogenblikken zwijgend voor
zich en zei eindelijk: Gij zijt de eerste mensch,
de cersie vreemde mensch, verbeterde zij zich
zelve met wicn ik sinds langen tijd in aan
raking kwam en die mij reeds bij onze eerste
ontmoeling woorden van troost en medegevoel
hebt toegevoegd.
Ik heb er zoo dringend behoefte aan iemand
te kennen, die mijn vriend is, maar ik weet
niet, of mijn man het wel zou goedvinden,
indien ik diensten van u aannam, en daarom
werschte ik u te vragen, welken wederdienst
verwacht gij mij of van mijn man?
Gcene, antwoordde Rothmann, wees over
tuigd, dat ik geene voordeelen verwacht, en dat
ik mij tegenover u alleen door mijn gevoel
laat leiden, als ik u mijne hulp aanbied.
Ik heb het geld noodig, verklaarde de
zieke nu, om het mijne zuster toe te zenden.
Deze moet dit als reisgeld bezigen, om van
Berlijn nanr hier te komen. Mijne zuster is even
arm, al9 ik. Zij is gehuwd en moeder van ver
scheidene kinderen. Zend ik haar het geld niet,
dan kan zij niet komen, en loch heb ik haar
zoo diingend noodig. Ik verga van jammer en
lijn, als ik niet eens eindelijk een mensch heb,
lij wie ik mijn heele hart vol vertrouwen kan
uitstorten.
Wilt gij mij het ndres uwer zuster geven P
antwoordde Rothmann, dan zul ik haar het
benoodigde geld zenden. Het is in ieder geval
ook gemakkelijker voor u als ik dit zaakje
bezorg, daar gij toch de kamer r.iet verlaten
kunt.
J'■'■-! 'j"
De zieke gaf hem het adres en Rothmann maakte
zich gereed te vertrekken.
Ik dank u, zei vrouw Wolf merkbaar
verlicht, en reikte Rothmann de haud, welke deze
vatte en met zachten druk vasthield.
Gij arme, antwoordde hij nog, hoeveel
moet gij geleden hebben I Ook schijnt uw lijden
mij minder een lichamelijk dan een geestelijk te
zijn, dnt intusschen het lichaam ver'eert. De
eenzaamheid hier moet u vooral wel drukken
O, die is vreeselijk, zeide de zieke. Gij hebt
geen begrip van de smart, die het veroorzaakt
hier aan deze legerstede geboeid te zijn, en tot
eenig gezelschap het kleine Poolsche meisje te
hebben, met welk ik niet eens spreken kan, om
dat ik de landstaal niet versta. Mijn man is
meestentijds uit, en als hij te hui9 is, zóó somber,
zóó achterhoudend, zóó vreeselijk rustig, dat ik
het zou willen uitschreeuwen en hem op mijne
knieën smeeken mij te zeggen, wat hem drukt,
wanneer ik niet vreesde, dat het toch te vergeefs
zou zijn. Een antwoord zou ik toch niet van hem
krijgen en ik heb beleefd, dat deze vraag hem
in hevige aan waanzin grenzende opgewonden
heid bracht. O, mijn man, mijn levensmoedige,
geliefde man, wat is or van u geworden 1
Ge verkeerdet vroeger zeker in betere om
standigheden vraagde Rothmann.
Ja, antwoordde de vrouw, glanzend hebben
wij het nooit gehad, maar mijn mm was vroe
ger Hier hield de vrouw plotseling op, als
vreesde zij iets te verraden, en vervolgde dan
Kunstenaar, industrieel kunstenaar en wij hadden
goed ons brood. Maar ongeluk in zaken, een
redrog door een vriend aan mijn man gepleegd,
brachten ons er onder, de zaak ging meer en
meer achteruit, ten laatste konden wij niet meer
leven, tot mijn man iemand vond, die zich zijner
aantrok.
De vrouw had de laat9te woorden zoo toonloos
;e9prokcn en de zwaarmoedige trek in haar ge
nat wa9 6chier tot een vertwijfelenden geworden.
Zij zweeg nu, als pijnigden huar oneindig droeve
herinneringen.
Rothmann overlegde lang, hoe hij eene vraag,
die hem op de lippen zweefde, het best kon in
richten, en zeide eindelijk En heeft uw man
niet een vriend, een heer, met wien ik hem on
langs in de dorpsherberg zag zitten Naar ik
meen is die man een commissionair?
Uit alle beschouwingen ten aanzien van
de demonstratie van generaal Redvers Bulier
tegen de versterkingen der Boeren in den
namiddag van Zaterdag, terwijl de landge—
nooten der „betoogers" ondertusschen bij
Ladysmith een geduchten aanval van de
Boeren hadden doorstaan, blijkt dat de
positie der Boeren tusschen de Tugela en
Ladysmith prachtig is, en dat hun oorlogstak-
tiek recht heeft op hooge erkenning en
waardeeriug
Gisteravond hebben de nieuwe opperbe
velhebber van de Britsche legermacht in
Zuid-Afrika, generaal Roberts, en de nieuwe
chef van den generalen staf, lord Kitchener,
te Kaapstad voet aan wal gezet na een
voorspoedige reis aan boord van de „Dunottar
Castle c en men mag wel veronderstellen,
dat den beiden hooggeplaatsten militairen
Rothmann had deze vraag zoo onbevangen mo
gelijk gedaan, en vrouw Wolf antwoordde:
Ja, dat i9 een vriend van mijn man. Dat ia
dezelfde, die hem naar hier heeft geholpen en
hem ook hier heeft ondergebracht. Maar hij heeft
mijn armen man zeker niet behandeld, zooala hij
beloofd had, want naar ik geloof, is mijn man
zeer verbitterd op hem, en durft toch niets zeg
gen. daar hij volkomen van hem afhankelijk is.
De arme vrouw weende zacht. Rothmann her
nam Wees bedaard 1 Vertrouw op God. Al
les zal wel beter worden. Ik geloof zeker, dat er
voor u en uw eclitgenoot nog gelukkige tijden
in aantocht zijn.
Met deze woorden verliet hij de zieke, die zacht
weenend in hare kussens terugzonk en begaf zich
direct naar de herberg terug. Hier deelde hij me
de, dat hij zich wel gevoelde, sloot zich iu zijne
kumer op en liep lang heen en weêr.
De orme vrouw, mompelde hij daarbij in
zich zeiven; met haar heb ik waarachtig mede
lijden, maar ook met dien man. Deze is bepaald
door allerlei verleidingskunsten een offer vau den
hoofdschuldige geworden en de vrouw vermoedt
alles en lijdt er onder. Nu ik ben ook een mensch
en zul zoowel haar als hem trachten te redden.
Maar ik moet van hea, alles vernemen en dat zal
slechts met geweid kunnen gaan. Misschien ver
gis ik mij ook Maar als ik mij niet geheel be
drieg heb ik hier door toeval een zeer gunstige
uilkomst verkregen. Doch nu aan mijn bericht I
Rolhmar.u trok uit zijn borstzak een klein vier
kant papier, dat in kleine hokjes verdeeld was,
waarvan ieder een letter inhield. Dit was de zoo
genaamde sleutel* tot een geheimschrift. Hij
legde dezen sleutel vóór zich en begon letter voor
letter vergelijkend in voor iederen oningewijde
onbegrijpelijke samenstelling te schrijven
«Toen Uwe Excellentie mij vóór nu meer dan
drie maanden tot zich riep, om mij mede tedec-
len, dat in de hoofdsteden des lunds bedrieglijk
nagemaakte geldstukken waren uitgegeven en hei
tot nog toe onmogelijk wa9 geweest de valsche
munters te ontdekken, koesterde ik dadelijk de
gedachte dat de misdadigers hunne werkplaats
ver verwijderd zouden hebben van de pluatsen
wnar het geld werd uitgegeven. Daur nu dit ge
deelte van het Opper-Silceisehe industrie-gebied,
dat mij thans tot verblijf dient, meermalen tot
verblijfplaats van valsche munters bad gestrekt^