Nummer 4. Zondag 14 Januari 1900. 23e Jaargang, 9 Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. De Deserteur De Zuid-Afrikaansche oorlog, ANTGON TXELEM, Uitgever: Dit nummer bestaat uit twee bladen. Maatregelen ter verbete ring der Lederprijzen FEUILLETON. Dit Blad versehijnt W e n s cl a g- en Zaterdag a von d. A b o ii n c in e ii t s p r ij s por 3 maanden f 0.75. Franco per post door liet gelieele. rijk f 0.90. Brieven, ingebonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAALWIJK.' Advertentiën 1'7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Gisteien, Donderdag 11 Jan., had in de groote zaal der Liedertafel te 's Bosch, de algemeene vergadering van Nedetlandsche leerlooiers en lcderfabrikanten plaats, waar toe 't initiatief was genomen door de Waal- wijksche Leerlooicrsvereeniging, inet 't doel om verandering ten goede te brengen in den beslaanden treurigen toestand en verbetering te verkrijgen der lederprijzen. Zelden of nooit wellicht zijn op eene plaats zooveel vertegenwoordigers van 't ledervak vereenigd geweest; van heinde en ver uit alle pro vinei n des lands waren ze samen gekomen, zoodat ongeveer ten 2 uur de Voorzitter, de beer J. B Timmermans Wzn Voorzitter der Kamer vau Koophandel en fabrieken te Waalwijk eene vergadering opende van ruim 390 Nedetlandsche leer looiers, welke allen te voren de presentie lijsten hadden geteekend. In zijne openingsrede heette de Voorzit ter de aanwezigen van harte welkom, dank te voor de trouwe, overweldigende opkomst, welke de stoutste verwachtingen nog had overtroffen en een sprekend blijk was van sympathie voor de beweging, die op touw werd gezet. Vervolgens weidde hij eenigszins breed voerig uit over 3i doel dezer vergadering, hetwelk was middelen te beramen en maat regelen te nemen, om verbetering van den toestand en verhooging der lederprijzen te verkrijgen, hetgeen geschieden moet door de zware concurrentie van '1 buitenland het, hoofd te bieden en zoo moge-lijk door zich te vereenigen tot een Bond van Nederl. Leerlooiers. Daarna ging hij in 't kort den loop der feiten na: dit 't iniatief is genomen dooi de Waalwijksche looiersvereeniging, dat op 2 Dec. 1.1. door haar eene vergadering is gehouden van enkele groote leerlooiers en eenige afgevaardigde leden van leerlooiers- vereenigingen. Dat daarin eene commissie is benoemd, en dat die commissie liet recht van assumptie had, waarvan zij een ruim Wij noemden den dag van heden een grooten dag omdat men met recht kan hoo pen en vertrouwen, dat uit de beraadsla gingen een gunstig keerpunt zal gevorinc worden voor de Nederl. Ledernijverheid Immers wij namen, zoo besloot hij, mis schien wel tengevolge der op touwgezettc b weging eenige prijsverbetering waar in de laatste weken van 't atgelo >pen jaar en nu wij een nieuw tijdperk zijn ingetreden zien wij de symptomen eener verblijdende toekomst. Doelt laten wij ons geen al te groote illusion maken en als ernstige man nen van z iken den toestan 1 doorzien en met bezadigdheid en kalm overleg onze algemeene beschouwingen en beraadslagingen beginnen Alvorens de debatten te openen was hij evenwel verplicht te wijzen op eenige maat regelen, die in 't belang der goede orde ge nomen waren 1) Officieel zijn alleen toegelaten leerlooi ers en leerfabrikanten. 2) Wegens den korten tijd is slechts ge oorloofd éénmaal over een onderwerp te spreken en niet langer dan 5 minuten. 3) Protectie of vrijhandel worden buiten bespreking gelaten. Volgt de motie. MOTIE. De Vergadering in dato 11 Januari 1900 gehouden te 's Bosch, bijgewoond door ruim 3U0 Leerlooiers en Lederfabrikanten uit alle oorden des lands, Gehoord de debatten //Overwegende, dat tengevolge der //enorme prijsverhooging, die het arti— ,/kel huiden sedert geruimen tijd heeft //ondergaan, waardoor de Nederland- „landsche Lederfabricage, welke sedert z/vole jaren niet winstgevend meer is, „thans in een zoodanige ongunstige /positie verkeert, dat onmiddelijke prijs verbetering van gelooid en bereid le- z/der gebiedend noodig is, wanneer de v looier en leder fabrikant zich voor vcr- z/dere schade in hun bedrijf willen vrij- waren //Overigens zich geheel aansluitende z/aan de bekende motie der vergadering „van 28 December 1899 heeft he lsloten „Zij machtigt verder het Uitvoerend Co- „rnité om op alie wijze als het zal oirbaar „en nuttig achten bekendheid te ge- „ven aan bovengenoemd besluit. Na breedvoerige debatten en levendige diseussiën werd de motie met algemeene stemmen onveranderd goedgekeurd. De lieer Sprangers te Kaaisheuvel verlangt eene meer gedetailleerde prijsverhooging dei- zes verschillende ledersoorten, waarop de Voorzitter antwoordt, dat zulks ondoenbaar is en expliceert nader de bedoeling en de wijze van de procentsgewijze verhooging, waarna de heer Sprangers zich er mede ver- eenigt. De heer Kooperberg uit Breda zegt dat de verhooging van 15 °/0 voor overleder te gering is, hetgeen hij met voorbeelden tracht te bewijzen en wenscht ze te stellen op 25 De heer Reerink uit Lochera antwoordt, dat het gevaarlijk is, zoo hard van stapel te loopeu en raadt de vergadering aan bij eene verhooging van 15 °/o blijven, althans voorloopigover een week of 4 kon dan nog eene verhooging van 10 °/0 volgen. Hierbij legt de heer Kooperberg zich neer. De heer van Welie uit Roosendaal vreest, dat wanneer er geene middelen beraamd worden tegen den vrijen invoer van het bui tenland, het onmiddellijk gevolg zal zijn, dat 't buitenland bij deze prijsverhooging nog meer leer zal sturen, waarvoor bij de tegen woordige overproductie groot gevaar beslaat allereerst dus protectie. De heer Bernard Verhagen uit Eindhoven steunt den heer van Welie en zegt, dat wanneer er sprake is van het oprichten van een Bond van Leerlooiers er zeker eerst mag gespioken worden over invoerrechten. De Voorzitter antwoordt, dat de bond nog niet aan de orde is, maar verwijst naar den inhoud der motie van de vergadering van 28 Dcc. 1.1. waarin wel degelijk op 't onhoud bare van den toestand gewezen wordt, teu- gevolge van den ongelijkcn strijd der bui- tenlandsche concurrentie en dat deze motie zich daar volkomen bij aansluit, waarna de heer Verhagen verklaart zich er mee te ver eenigen. De Heet- Witloi zegt dat hij het volkomen eens is met den heer Verhagen, maar dat 't volgens zijne meening niet raadzaam is op deze plaats en onder deze omstandigheden te veel over protectie te spreken. De Voorzitter dankt den heer Witlox, waarna hij nogmaals de motie aan de ver gadering voorleest, welke nu met algemeenen bijval en ouder applaus wordt aangenomen Aan de orde het oprichten van een Bond. De heer Lans, vice-president van 't Uit voerend Cunité uit Delft, wijst op 't nut van vakvereenigingen waar het er op aan komt iets tot stand te brengen en haalt, als voorbeelden aan liet steenkolensyndicaat in Duilschland, het pelroleumsyndicaut in Ame rika en den bond der papierfabrikanten in Nederland, waarna hij lezing doet van een in eenige artikelen vervat ontwerp van Sta tuten voor de Vereeniging van Nederlandsche leerlooiers. Dc Voorzitter dankt den heer Litis voor zijne bemoeiingen in deze en brengt daarna in rondvraag of er staande de vergadering beslaten zal worden tot 't oprichten van een bond. De heer Verhagen wenscht opnieuw van den Voorzitter te vernemen, hoe hij denkt over het door hem en den heer van Welie besprokene omtrent den invoer van buiten. De Voorzitter antwoordt hierop, dat hij ook namens het uitvoerend Comité verklaart, dat- er voorzeker rekeuing zal gehouden wor den met hunne bezwaren zoowel als met die van de talrijk opgekomen vrienden uit Don- .gen, die over deze aangelegenheid ook reeds met hem hebben geaboucheerd. (toejuiching.) De heer Verhagen dankte den Voorzitter voor zijne mededeelingen en verklaart dat zijne bezwaren voor 't oogenblik zijn op geheven. Op voorstel van den heer Reet ink uit Lochem werd bepaald, dat diegenen, die tegen de oprichting waren zouden opstaan en zij die er voor waren bleven zitten. Daarop werd met algemeene stemmen be sloten tot oprichting van een bond. De Voorzitter feliciteert den heer Lans met dit succes. Op voorstel van den heer Muller uit Haas trecht zal het uitvoerend Comité zich er uiee belasten om concept van Statuten vast te stellen voor den Bond. Dit voorstel werd door het Comité aangenomen, (toejuiching.) De Voorzitter deelt mede, dat door den lieer Misset, uitgever der Lederindustrie, als officieel reporter ter vergadering tegenwoor dig, een extra nummer uitgegeven en koste loos zal toegezonden worden aan allen die Je lijst geteekend hebben. De heer van Sou uit Waspik, Secretaris van 't uitvoerend Comité, zegt dat door hem zooveel mogelijk circulaires, ten getale vai 760 zijn verspreid; mochten er lieeren zijn, die deze niet ontvangen hebben, dan ver zoekt hij hun dit niet euvel te duiden. Hierop maakt hij bekend, dat de presen tielijsten zijn geteekend door 324 lieeren er besluit met de aanwezigen aan te sporenj ieder in zijn kring zijn best te doen, om de belangen van den bond te behartigen. De heer Daniels uit Nijmegen wenscht den Voorzitter en het Comité geluk met den goeden afloop der vergadering en hoopt, dat binnen niet al te langen tijd de looierij we derom in de rij der goede vakken moge komen. Vervolgens verzoekt hij het Comité, zoo veel mogelijk bekeudheid aan de besluiten! van deze vergadering te geven, opdat ook! de schoenfabrikanten in staat zouden zijn,| de prijzen van hun fabrikaat te verhoogen.! De Voorzitter dankt den heer Daniels! nameus het Comité en zegt, dat er voor pu-| bliceeriiig zooveel mogelijk zorg gedragen enI verder op zijne wenken zal gelet worden.I Daarna dankt de Voorzitter de vergadering! voor de trouwe opkomst, wijst op het be haalde succes en uit den wenscb, dat door eendrachtige samenwerking de besluiten van dezen dag blijvend mochten zijn Deze woorden werden met daverend ap— I plaus begroet. Hierna werd de vergadering onmiddellijk door den Voorzitter gesloten, daar het al laat I werd en bijna al de aanwezigen nog moesten vertrekken. e Echo van het Zuiden n iiüipimlstlie Courant, £B3f rr7yecrv-CM 3aetfBlsaiM?«UjKMBr rre jnz&AWjr* e .Hwmirwni li 12. Rothmann trad dadelijk binnen en vond de jonge vrouw aan de eenvoudige tafel zittend. Hare gelieele houding was die eener zieke, het gelaat scheen nog bleeker geworden, de oogen zagen rood, doch schitterden met een koorts- achtigen glans. Ik heb u verzocht, hier te komen, begon zij, teneinde u een dienst te verzoeken. Ik ben gaarne bereid u iederen dienst te bewijzen dien gij zoudt wenschen. Gij hebt mij onlangs haarvlechten tc koop aangeboden, ik zou u integendeel heden gaarne mijn haar te koop aanbieden. Zij trok het mutsje van het hoofd en Rothmann aanschouwde een paar donkerblonde haarvlech ten, welke weliswaar tengevolge der ziekte eenigszins gedund waren, maar toch nog bij uitzondering vol en glanzend schenen. Vrouw Wolf had het hoofd veriegen en twijfelend gebogen en fluisterde nu: Wilt gij mij deze vlechten afkoopen En wilt gij mij, vraagde llothmann, zeggen waarom gij u van dit sieraad wenscht te ont doen Ik heb geld noodig, antwoordde de zieke, dringend noodig. Ik bid u doe een bod cn maak het kort. Hier ligt eene schaar klaar, maar doe het spoedig, anders begeven mij de krachten. Daar Rothmann aarzelde, ging zij voort: Of kunt gij ze niet gebruiken Wilt ge ze niet koopen Rothmann was door de opwinding der vrouw en haar aanbod ten hoogste verrast. Hij ant woordde: zonde Ik ben gaa.. bereid u de vlechten af te koopen en u ook een zeer aannemelijken prijs te betalen. Maar daar het afsnijden van het haar, eene onvermijdelijke zij het dan ook tijde lijke ontsiering van uw gelaat ten gevolge heeft, zou het toch noodig zijn eerst de toestemming vau uw man te vragen. gebruik maakte; dat er op 28 Dec. 1899 eene commissiale vergadering is gehoadett te 's Bosch, waarin de bekende motie vastge steld en verder besloten werd de meeting waarop alle leerlooiers en lederfabrikanleti in Nederland zouden worden uitgenoodigd, op heden te houden. Neen, neen I riep de zieke verschrikt, hij mag van niets weten, tot geen prijs 1 Daarom liet ik u halen, lei wijl hij weg is. Misschien is hetgeen ik doe verkeerd, maar ik kan niet anders. Ik smeek u, doe het spoedig. Gij weet niet, hoe vreeselijk deze toestand voor mij is. Gij kunt het toch voor uw echtgenoot niet op den duur verbergen, wat er met uw haar gebeurd is, indien ik het koop, merkte Rothmann op. Dat weet ik, maar als het eenmaal gebeurd is, kan er niets meer aan veraoderd worden. Hij zal er zich in echikken moeten. Maar nu heb ik oogenblikkelijk geld noodig. Rothmann was de zieke dicht genaderd en zeide op hartelijken toon En wilt gij mij niet zeggen, hoeveel geld gij i oodig hebt Misschien kan ik het u voorschiet*n, terwijl gij mij uw haar slechts in pand geeft. Ik zou het u dan niet behoeven af te snijden, want ik vind het werkelijk jammer u van dit schoone sieraad te berooven. Wellicht kunt gij mij later eens het geld terugbetalen. Dc zieke schudde krachtig het hoofd. Daaraan is niet te denken, verklaarde zij in antwoord op dit voorstel. O, dat is juist dc vloek, dat ik geen geld bezit en niets bezitten zal, dat ik niets doen kan, wijl mij de handen gebonden zijn, wijl ik even als mijn arme man over geen cent beschikken kan. Dat is de vloek, die op ons rust, en al deze ellende, deze onge hoorde bittere ellende over ons heeft gebracht. Haie kracht scheen uitgeput te zijn, zij brak in een lang, aanhoudend, krampachtig weenen uit. Rothmann wachtte geduldig, vol innig me delijden, tot de zieke eenigerinate tot rust kwam, daarna zeide hij:Wilt gij het geld, zonder eenig beding van mij aannemen, zelfs voor het eval, dat gij het mij niet zoudt kunnen terug etalen Ik wil u daarmede geen aalmoes aan bieden maar indien gij zoo dringend geld noodig hebt kan ik het gemakkelijker mis9en, dan gij wellicht zoudt willen gelooren. Hoe zou ik er toe komen kunnen, klaagde dc zieke, toen zij eenigermute tot rust was ge komen, vau u, een vreemdeling, zulk een dienst aan te nemen, terwijl ik niet eens weet op welke wijze ik u ooit een wederdienst zou kuuneu be wijzen. „Om tils uitgangspunt aannemende „de gemiddelde najaarsprijzen van 1899, z/die tc verhoogen met 15°/0 voor de „soorten zool- en overleder die destijds z/65 cents per half kilo of minder gol- „den, en inet 10% v°or de duurdere „soorten en voor het paardeleder de „prijzen te verhoogen met 5°/o-" Wel ben ik een vreemdeling voor u, ant woordde Itoihmann, maar toch hebt gij mij reed9 ééns gezien en al ben ik u dan ook vreemd, toch ben ik een mensch en een Christen en is het dus mijn menschen-en Christenplicht u, die in nood en verlegenheid zijt, te helpen. Waar om zouat gij een helpende hand, die u vriendschappelijk wordt aangeboden, willen te rugwijzen D; zieke vestigde hare koortsachtig glanzende oogen op het gelaat van Roihmann alsof zij in zijne trekken wilde lezen, welke bedoelingen deze vreemde man wel met zijr.e zoo beminnens waardig aangeboden hulp kon hebben. Zeker moest zij wel den trek van medelijden, van oprecht medegevoel in zijn gelaat ontdekken, want zij zag eenige oogenblikken zwijgend voor zich en zei eindelijk: Gij zijt de eerste mensch, de cersie vreemde mensch, verbeterde zij zich zelve met wicn ik sinds langen tijd in aan raking kwam en die mij reeds bij onze eerste ontmoeling woorden van troost en medegevoel hebt toegevoegd. Ik heb er zoo dringend behoefte aan iemand te kennen, die mijn vriend is, maar ik weet niet, of mijn man het wel zou goedvinden, indien ik diensten van u aannam, en daarom werschte ik u te vragen, welken wederdienst verwacht gij mij of van mijn man? Gcene, antwoordde Rothmann, wees over tuigd, dat ik geene voordeelen verwacht, en dat ik mij tegenover u alleen door mijn gevoel laat leiden, als ik u mijne hulp aanbied. Ik heb het geld noodig, verklaarde de zieke nu, om het mijne zuster toe te zenden. Deze moet dit als reisgeld bezigen, om van Berlijn nanr hier te komen. Mijne zuster is even arm, al9 ik. Zij is gehuwd en moeder van ver scheidene kinderen. Zend ik haar het geld niet, dan kan zij niet komen, en loch heb ik haar zoo diingend noodig. Ik verga van jammer en lijn, als ik niet eens eindelijk een mensch heb, lij wie ik mijn heele hart vol vertrouwen kan uitstorten. Wilt gij mij het ndres uwer zuster geven P antwoordde Rothmann, dan zul ik haar het benoodigde geld zenden. Het is in ieder geval ook gemakkelijker voor u als ik dit zaakje bezorg, daar gij toch de kamer r.iet verlaten kunt. J'■'■-! 'j" De zieke gaf hem het adres en Rothmann maakte zich gereed te vertrekken. Ik dank u, zei vrouw Wolf merkbaar verlicht, en reikte Rothmann de haud, welke deze vatte en met zachten druk vasthield. Gij arme, antwoordde hij nog, hoeveel moet gij geleden hebben I Ook schijnt uw lijden mij minder een lichamelijk dan een geestelijk te zijn, dnt intusschen het lichaam ver'eert. De eenzaamheid hier moet u vooral wel drukken O, die is vreeselijk, zeide de zieke. Gij hebt geen begrip van de smart, die het veroorzaakt hier aan deze legerstede geboeid te zijn, en tot eenig gezelschap het kleine Poolsche meisje te hebben, met welk ik niet eens spreken kan, om dat ik de landstaal niet versta. Mijn man is meestentijds uit, en als hij te hui9 is, zóó somber, zóó achterhoudend, zóó vreeselijk rustig, dat ik het zou willen uitschreeuwen en hem op mijne knieën smeeken mij te zeggen, wat hem drukt, wanneer ik niet vreesde, dat het toch te vergeefs zou zijn. Een antwoord zou ik toch niet van hem krijgen en ik heb beleefd, dat deze vraag hem in hevige aan waanzin grenzende opgewonden heid bracht. O, mijn man, mijn levensmoedige, geliefde man, wat is or van u geworden 1 Ge verkeerdet vroeger zeker in betere om standigheden vraagde Rothmann. Ja, antwoordde de vrouw, glanzend hebben wij het nooit gehad, maar mijn mm was vroe ger Hier hield de vrouw plotseling op, als vreesde zij iets te verraden, en vervolgde dan Kunstenaar, industrieel kunstenaar en wij hadden goed ons brood. Maar ongeluk in zaken, een redrog door een vriend aan mijn man gepleegd, brachten ons er onder, de zaak ging meer en meer achteruit, ten laatste konden wij niet meer leven, tot mijn man iemand vond, die zich zijner aantrok. De vrouw had de laat9te woorden zoo toonloos ;e9prokcn en de zwaarmoedige trek in haar ge nat wa9 6chier tot een vertwijfelenden geworden. Zij zweeg nu, als pijnigden huar oneindig droeve herinneringen. Rothmann overlegde lang, hoe hij eene vraag, die hem op de lippen zweefde, het best kon in richten, en zeide eindelijk En heeft uw man niet een vriend, een heer, met wien ik hem on langs in de dorpsherberg zag zitten Naar ik meen is die man een commissionair? Uit alle beschouwingen ten aanzien van de demonstratie van generaal Redvers Bulier tegen de versterkingen der Boeren in den namiddag van Zaterdag, terwijl de landge— nooten der „betoogers" ondertusschen bij Ladysmith een geduchten aanval van de Boeren hadden doorstaan, blijkt dat de positie der Boeren tusschen de Tugela en Ladysmith prachtig is, en dat hun oorlogstak- tiek recht heeft op hooge erkenning en waardeeriug Gisteravond hebben de nieuwe opperbe velhebber van de Britsche legermacht in Zuid-Afrika, generaal Roberts, en de nieuwe chef van den generalen staf, lord Kitchener, te Kaapstad voet aan wal gezet na een voorspoedige reis aan boord van de „Dunottar Castle c en men mag wel veronderstellen, dat den beiden hooggeplaatsten militairen Rothmann had deze vraag zoo onbevangen mo gelijk gedaan, en vrouw Wolf antwoordde: Ja, dat i9 een vriend van mijn man. Dat ia dezelfde, die hem naar hier heeft geholpen en hem ook hier heeft ondergebracht. Maar hij heeft mijn armen man zeker niet behandeld, zooala hij beloofd had, want naar ik geloof, is mijn man zeer verbitterd op hem, en durft toch niets zeg gen. daar hij volkomen van hem afhankelijk is. De arme vrouw weende zacht. Rothmann her nam Wees bedaard 1 Vertrouw op God. Al les zal wel beter worden. Ik geloof zeker, dat er voor u en uw eclitgenoot nog gelukkige tijden in aantocht zijn. Met deze woorden verliet hij de zieke, die zacht weenend in hare kussens terugzonk en begaf zich direct naar de herberg terug. Hier deelde hij me de, dat hij zich wel gevoelde, sloot zich iu zijne kumer op en liep lang heen en weêr. De orme vrouw, mompelde hij daarbij in zich zeiven; met haar heb ik waarachtig mede lijden, maar ook met dien man. Deze is bepaald door allerlei verleidingskunsten een offer vau den hoofdschuldige geworden en de vrouw vermoedt alles en lijdt er onder. Nu ik ben ook een mensch en zul zoowel haar als hem trachten te redden. Maar ik moet van hea, alles vernemen en dat zal slechts met geweid kunnen gaan. Misschien ver gis ik mij ook Maar als ik mij niet geheel be drieg heb ik hier door toeval een zeer gunstige uilkomst verkregen. Doch nu aan mijn bericht I Rolhmar.u trok uit zijn borstzak een klein vier kant papier, dat in kleine hokjes verdeeld was, waarvan ieder een letter inhield. Dit was de zoo genaamde sleutel* tot een geheimschrift. Hij legde dezen sleutel vóór zich en begon letter voor letter vergelijkend in voor iederen oningewijde onbegrijpelijke samenstelling te schrijven «Toen Uwe Excellentie mij vóór nu meer dan drie maanden tot zich riep, om mij mede tedec- len, dat in de hoofdsteden des lunds bedrieglijk nagemaakte geldstukken waren uitgegeven en hei tot nog toe onmogelijk wa9 geweest de valsche munters te ontdekken, koesterde ik dadelijk de gedachte dat de misdadigers hunne werkplaats ver verwijderd zouden hebben van de pluatsen wnar het geld werd uitgegeven. Daur nu dit ge deelte van het Opper-Silceisehe industrie-gebied, dat mij thans tot verblijf dient, meermalen tot verblijfplaats van valsche munters bad gestrekt^

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1900 | | pagina 1