„UTILE DSULCI" „De Echo van het Zuiden", p r ij sver mindering Geïllustreerd Zondagsblad. Een Verschijning. „Be Echo van het Zuiden." Voor Verstand en Hart MENGELWERK. Onderhoudt uwe talen! in veel grooter formaat. z„„„is hij voortaan gei,geu zai Hit- „De Echo van het Zuiden" PBEMIU m W a a 1 w ij k s c li e en Langstraatsche courant, verkrijgbaar gesteld voor de lezers van ons blad. Ver schijnt elke week in 8 a io pagina s met tal van Illustratièn en belangwekkenden tekst. Pry's per 3 maanden «O c e n 1 s, 0, franco per post 87 J een!. ©eïlustreerl Zondagsblad breken, tenzij BullePs beweging maar yn schijti beweging is om de omtrekkende pwegiug tegen de linkerflank van de Boeren i maskeeren. 1 MASERU, 8 Jan. Een sterke •irnieuwde oorlogsgerst heerscht wederom ader de Vrijstaatsche Boeren wier geest- 'ïft blijkbaar afnam en die nu een uiter- e poging aanwenden, en nu lederen rijdbaren man naar liet front zenden om i Engelscken in le slui'.eiï, die enkel van an waren de grenzen van Basutoland te jrdedigen Velen zijn ontsnapt en naar asutolan I gevlucht, dat nu vol is van itgewekenen. Meer dan honderd maaimachines worden ïbruikt voor den oogst in het geannexeerde nd, welke arbeid door het Vrijstaatsche juveruement bevolen is. 's GR A VEN II AGE, 12 Jan. Een licicel bericht is ontvangen, dat do Neiier- ndsche ambulance van liet Roode Kruis mbulance Koster) gisternacht in goeden elsland te Lorenco M.irques is aangekomen. BERLIJN, 12 Januari. Naar de Nor.l- eutsche Allgeineine Zcitung verneemt, eeft de finna Krupp, te Essen, dadelijk a het verschijnen van de krantenberichten ingaande onverwijlde uitvoering van een roote bestelling tot levering van stalen ranaten aan Engeland, van bevoegde zijde et verzoek gekregen om het afzendeu van apeuen, kanonnen, schietvoorraad of ander arlogstuig aan een van beide oorlogvoeren- en te staken, indien zij plan had om die it te voeren. Welke akteur vindt den lof niet gieiig en :hairsch, en de afkeuring overdreven Eugène Veuillot. 't Is een vreemd iets, men heeft meestal vertuiging, daar waar men die wil hebben JLouis Veuillot. Velen verliezen hunnen krachten met het etreuren van het verledenedeze krach :n zouden zij nuttiger aanwenden niet de jekomst voor te bereiden. Conferentie van Etourneau, '9P. In plaats van geloof en godsdienst hebben e vrijdenkers liet volk 2ullen feesten en ver laken geschonken, die op zich zelf ol slecht iju of aanleiding geven tot slechtheid en ie de beslaande armoede en ontevreden— eid nog vergtoolen. Leo XIII. Allen moeten zorgen, dat zucht naar bezit n eigendom bij het volk algemeen worde Leo XIII. Wat lastig is, de goddienst plichten te dra en als een keten, in plaats van zich er over verheugen als over iets, dat men lief- leeft. De heiligen hebben bemind. Ziedaar het ;eheim. Lacordaire. De rechte wijsheid acht geen slechte schijn Vondel. Een uur. dolle lust bekomt den mcusch zoo Vondel Wie leerzaam is trekke uil bestraffing voor leel. Vondel. [Naar fiet Deensch van -Joh. -Jörgensen Iu het middernachtelijk uur werd er aan les dichters woning gescheld. Hij stond op, liet zijn bourgogne, zijn doemen eu zijn inktkoker in den steek en jing opendoen. i)e lamp nam hij mee en lield ze voor zich uit. Buiten, op de trap voor liet huis, stond ten lang mager jongmensch met een breed- jerauden vilthoed op. Ofschoon liet een rinnig koude winternacht was, had de jonge nan geen overjas aan. Niets dan een kort lichtgeknoopt jasje, waarvan hij den kraag ipgezet had, omsloot zijn magere gestalte. Hij noemde den naam van den dichter en /erzocht liera otn een onderhoud. De dichter liet den vreemdeling binnen- eomen. Daar zaten zij bijeen in des dichters kamer op de tafel stonden de bloemen, le bourgogne en de inktkoker. Het jong mensch staarde onafgewend op die voorwerpen De dichter had nog een glas gehaald en jchonk zijn zonderlingen gast van den zwaren wijn in. //Zoo, ziet het er aldus bij U uit/ zei de vreemdeling eindelijk met eeu zucht, die tevredenheid uitdrukte, en met een bewon- dereuden blik op den dichter. „Ik ben ge komen, om u te zien vóór ik sterf.* I)e dichter zette snel zijn glas neer. z/Zijt ge ziek vroeg hij. ,/lk ben goed in orde/ antwoordde de vreemdeling. „Lichamelijk mankeer ik niets. 't Is alleen de ziel, die niet meer kan. Ik ga nu heen, om te sterven, vooraf wilde ik u nog zien. Daarom belde ik op dit onge woon uur bij u aan.* De onbekende zette het glas aan zijn lip pen, zijne stem beefde eenigszins, zijn gelaat was zeer bleek. Hij kon zoo ongeveer twin tig jaar zijn, in zijne houding en zijne trek ken had hij iets van de gestalte van liet gelaat van den dichter. Hij zag eruit, alsof er eenige familiebetrekking tusschen hen bestond. „Gij zijt de man, die op de wereld mij bet dierbaarste geweest is,* ging de onbe kende voort. „Ik heb al uwe boeken gelezen Ik ken heelé bladzijden en lieelc gedichten van buiten. Mijn werkelijk leven heb ik in u en met u geleefd „Wie zijt ge dan?' vroeg de dichter, hij voehle echter dadelijk, hoe onuoozel zijn vraag was. „En waarom hebt gij me nooit te vuren bezocht voegde hij erbij „Dat was niet noodig/ antwoordde de ander. „Ik kende u genoegzaam, misschien wel to goed Thans koesterde ik slechts den wensoh, dat gij de laatste menscli zoudt zijn, dien ik zou zien en d it dit vertrek de laat ste kamer zon zijn, die mij herbergde. Ik wensckfe, uit dit huis grafwaarts te worden gedragen De vreemdeling d.onk en vervolgde: „Wat ik in mijn leven was, vraagt g Is dat niet geheel onverschillig Misschien heb ik mijn jeugd achter de toonbank van een eenvoudig, stoffig winkeltje doorgebracht en om het half uur een beschimmeld boek aan een armen student verkocht en in den lusschentijd naar een smal vuil steegje zitten luren't Is missshieii zoo, misschien ook andersMisschien wilde ik eens dichten, schrijven, een beroemd man worden als gij Ik herinner mij nog de plaats, waar ik u voor het eerst zag. 't Was in den zomer, in een klein provinciestadje. Gij waart op uw doorreis daar. Lw naam was destijds op aller lippen; sommigen waart ge tot ergernis, anderen dweepten met u. „Ik zag u op het marktplein der stad uit het hotel komen een rijtuig hield voor de deur stil en bleef wachten. Ge kwaaml, ge volgd door twee jonge dunes, voor wie ge het portier opendeedt, daarna staptet gij met opgeruimd gelaat, druk pratend, zelf in uw rijtuig, en gingt vlak langs mij heen, gij zaagt mijn bewondering en wierpl mij vluch tig een weiwillenden blik toe,zo «als men een bedelaar een aalmoes geeft Thans weet ik, dat ik geen dichter word, toen echter wist ik het.nog niet. Ik meende te zijn, wat gij waart, om lat ik in staat was te begrijpen, wat gij geschreven badt. „Ik meende, dat die weergalm in mij, de klank mijner eigen harp was. Ach gij weet niet," ging de onbekende voort en zijn stem werd krachtiger en vaster, „gij weet niet, wat gij doet, als gij hier zit en schrijft. Gij weet niet, hoeveel verandering gij door eenige regels in een meusclu-nleven kunt brengen, gij weet niet, hos menig gelukkig menschen- hart gij breekt, hoe menig doodvonnis gij onderteekent hier, in cene stille eenzaam heid, bij Je gezellige lamp, bij uw bloemen en bourgogne „Bedenk, dat wij doen wat gij dichters ons aanprijstwij zijn wat gij van ons maaktWij zijn kuisch als gij het zegt; wellustig als gij het wilt. Wij jongelui, ge- looven, wat gij gelooft, loochenen, wat gij loochent. De jonge meisjes zijn ingetogen of lichtzinnig naar gelang de vrouwen zijn, die gij verheerlijkt De vreemdeling zweeg en dronk uit zijn glas. Dan reikte hij over de tafel heen en vulde opnieuw zijn glas met den wijn des dichters. „Dij nam, wat zijne handen bereiken kon den en hij ging waarheen zijne beenen hem brengen wilden," schreeft ge in uw laatste boek, citeerde de onbekende. Gij zelf liebt mij geleerd te nemen. Gij hebt het ons allen geleerd. Wij hebben van u geboord, dat de jonge levenslustige man zorgeloos het leven moet genieten, zonder zich in iets te be dwingen of zijn wilde, onstuimige hartstoch ten te beteugelen. Den wijnroes, de zinsbe- dwelmiug, liet hazardspel in een woord het wilde leven, wat gij het ware leven noemdet dat hebt ge ons zoo schoon voorgespiegeld „Gij kent de legende wel van den ratten vanger van Hameln. Evenals deze, gingt gij voor ons uit, met gezang en snarenspel loktet gij ons mee, wij volgden de schoone tonen, volgden u tot aan den rand des afgronds waar gij staande bleeft, wij echter naar be neden stortten. „Het baat u niets, dat gij spottend lacht of het hoofd schudtAch, wistet gij, hoe- velen gij rampzalig gemaakt heb. Ook ik stond eens onder uwe macht van-avoud voel ik echter, dat de betoovering verbroken is „Ik noemde u den boekwinkel, waar ik eens achter de toonbank stond Er was eens een tijd, dat ik met een tevreden hart daar stond, somtijds wierp de zon hare stralen in het nauwe steegje, als ik 's avonds aan de deur mijn steenen pijpje rookte, zat ik te turen naar don blauwen hemel boven de oude, rooile daken en naar de zwaluwen, die bij den slanken, hoogen toren rondvlogen. „Daar kwaarat gij met uw rattenfluit ook mijn deur voorbij. Daar ontwaakte in mij ook het verlangen, om bet leven, het wer kelijke leven te genieten. Mijn hart brandde, mijn bloed bruiste, vol hoop en moed ver liet ik den winkel en nimmer keerde ik weer." De vreemdeling stond op. „Het is reeds laat," zeide hij. „Ik zal u niet meer lastig vallen, 't Is voor het eerst, dat ik u bezoek en ik zal mijn bezoek uiet hervatten. In een boek, dat gij gewis niet kent en waarin ik ook niet recht thuis ben, leest men de volgende woorden „Heer wij hebben alles verlaten om u te volgen, wat zal ons in ruil daarroor geworden Deze woorden zijn mij van avond bijna niet uit de gedachten. „Ja meester, wij hebben inderdaad alles verlaten, om u te volgen en wij bezitten niets meer. Wij hebbeu zells geen zolen onder onze schoenen, het water en het slijk der wegen dringen erdoor en maken onze stukgcloopen kousen nat en vuil. En wij hebben geld noch credictzwak en mat als ik ben, van honger en dorst en tengevolge van het veelvuldig nachtbraken, ben ik mij zelf in den weg. Mijn moeder verkoopt lucifers om aan den kost te komen en uit den winkel, dien mij vroeger toebehoorde, heb ik boeken gestolen en ze verkocht om mij de gunst, van eene liederlijke deerne te verwer.en. En het gerecht heeft mij in zijne klauwen gehad en ik heb geweend en om genade gesmeekt, en toch hebb n zij mij in de gevangenis gebracht. En binnen weinige oogenbiikken zal ik van dit kleine wapen gebruik hebben gemaakt en den schoonstee dood gestorven zijp, zooals gij en andere groote dichters ons leert. Dan ben ik een zelfmoordenaar, door de menschen veroor deeld, door God verdoemd „Zie, Heer, wij hebben alles verlaten, om u te volgen; wat zal ons in ruil daarvoor geworden Het jongmensch zweeg en het werd dood stil in de kamer. Geen geluid van buiten drong er doir; de nacht was somber en stil, de beide minnen geheel alleen. Bleek en uitgeput stond de vreemdeling voor de ei-nige deur van het vertrek en zijn hand wees op zijn jaszak, waarin hij het wapen verborgen had. Onbeweeglijk zat de dichter in zijn stoel; zijne handen waren koudhij hoorde zijn eigen hart kloppen. Eindelijk sprak de onbekene en zijne stem klonk heel zacht en welwillend„Ja, meer heb ik u niet te zeggen. Misschien heeft het gehoorde uwe belangstelling gewekt en kunt ge erover nadenken, als gij uw zomervacantie op het landgoed van uwen rijken uitgever doorbrengt." De zonderlinge bezoeker boog en ging been. De dichter geleidde hem. „Dank u, ge behoeft mij niet te lichten, zei de onbekende. Ik bezit nog een doosje lucifers. Goeden nacht, ik dank u voor het onderhoud." Hij ging een paar treden af, bleef dan stilstaan, stak een lucifer aan en ging verder De dichter hoorde, hoe zijn onheilspellende bezoeker andermaal staan bleef en een nieuwe lucifer aanstak. Met knikkende knieën keerde de dichter zich om en ging tGrng naar zijne kamer. Daar klonk, akelig schel een kreet door de nachtelijke stilte, 't Was de onbekende, die beneden stond en dengene, die zijn levenlang gedicht en hemzelven ten doode gedoemd had, toeriep „Vaarwel! Tot weerziens." Door leeuwen verscheurd. Een verschrikkelijke gebeurtenis heeft plaats gehad in de Diergaarde te Weeucn, waar de oppasser der roofdieren Rudowsky door de leeuweu is verscheurd. Reeds meer malen had de man, die de eerzucht scheen te bezitten eens als dierentemmer op te treden, zijn huisgenooten en vrienden ver teld, dat hij het eens wagen zou in de kooi der leeuwen te gaan, zonder dat de dieren in een ander hok gedreven waren. Er waren zes leeuwen, die in twee hokken zaten, ge scheiden door een leeg hok, waarin de roof dieren werden gedreven als hun kooi door Rudowsky werd schoongemaakt. Op zekeren dag stapte de man eenvoudig een der beide hokken binnen om dat schoon te maken, zonder dat hij van te voren de deur van iet andere verblijf had geopend. De drie roofdieren kenden den oppasser en lieten hem stil begaan, toen hij de deur open maakte van de kooi, waarin de andere drie leeuwen zaten. Plotseling sprong een dezer leeuwen door de opening en viel op Rudowsky aan. Ook de andere leeuwen schoten nu toe met iet gevolg, dat de inan weldra ontzield op den vloer van het hok lag, terwijl de roof dieren de lappen vleesch van zijn lichaam scheurden. De andere oppassers, die waren toegesneld, konden hun collega niet meer redden, alleen gelukte het hun na veel moeite door brandend stroo in het hok te werpen, nog iets van zijn lijk, dut vreeselijk verminkt was, uit de kooi te halen. De lijkschouwing bracht aan het licht, dat de dood plotseling was ingetreden tengevolge van een heugen zenuwschok. Het bloedige drama speelde zich slechts in tien minuten af. N ALBERTS, Uitgever Kerkrade. Abonneert U op: (Het nuttige met liet aangename) Lectuur in het Nederlandsch, Fransch, Duitsch eu Engelsch. Wekelijks 8 bladz. 4° iu 2 kolommen. Prijs voor Nederland p. p. f 2. per jaar. Heden bij dc intrede van zijn 23sten jaargang verschijnt: komen; Zaterdags iu 2 bladen. Door de meerdere ruimte, die we hierdoor winnen, zullen we in staat zijn onzen lezers veel meer aan te bieden dan tot dusver, vooral wat onze gemeente en dc Langstraat betrelt. Ons blad zal bevatten: boofdaitikels, overzichten van de voornaamste gebeurtenis sen in binnen- en buitenland, meer speciaal wat in Waalwijk en de geheele Lang straat vermeldenswaardig voorvalt; voor.,1 op 't gebied van industrie, handel en ge meentezaken. Markt- en huidenberichten, boeiende feuilletons, ook scherts en humor en aangename mengelwerken, wetenschappelijke zaken alles zal men er iu vinden. Plaatselijke berichten der vc.scliillende Langstraatsche en Overlandsche gemeenten, er slagen van den Gemeenteraad van Waalwijk, uitvoerige verflagen van lezingen vergaderingen, zoowel in onze gemeente als daarbuiten. Ook hebben wij maatregelen ge troffen voor goede artikelen over onze hoofdindustrieschoenmakerij en leerlooierij. o.< op t gebied van Landbouw hopen we meermalen nuttige wenken te kunnen geveu. km zijn e°" W° Zu^ea a"es doen wat vo°r onze lezers aangenaam en nuttig T A^ic^eA(1ambreedv0erig1Cn duiJeliik allcs vveten' in WAALWIJK en do LAN Go 1 HAAT en omstreken gebeurd, abonneert U dan op l)an nog heeft ons blad bij deze aanmerkelijke vergrooting eene belangrijke ondergaan n.l. in plaats van f f 0.75 per kwartaal Of 6 Cöllt pör IVöökc Iedereen dus van den rijksten tot den armsten kan en zal bet lezen Iedereen wil ,6 cent per week missen, om van alles degelijk en flink op de hoogte te blijven, geheel mede te leven. Franco per post f090. Om liet velen nog gemakkelijker te maken, zullen we lien in de gelegenheid stel len per week 6 cent te betalen, dan behoeft men niet f 0,75 cent ineens te geven. Dit bedrag zal wekelijks door een onzer boden worden opgehaald. De prijs met prachtig Geïllustreerd Zondagsblad is f105 franco per post *7 '2. Dus voor slechts 30 cent een prachtige illustratie die U al de voor naamstegebeurtenissen der wereld voorstelt en verhaalt. van onzen kant stellen alles in 't werk om het publiek voorzoo min moge- J 8 zooveel mogelijk te verschaflen en hopen dan ook van hun kant den noodi- gen steun te ondervinden. Iedereen vuile dus onderstaand inteekenbiljet in en stelle het een onzer bodes ter hand, of bezorge het aan ons bureau opdat „DE ECHO VAN HET ZUIDEN" in geen enkel huisgezin in Waalwijk en de Langstraat ontbreke en met recht zal zijn he t blad van Waalwijk en de Langstraat, ceil ware huisvriend, het meest gelezen blad in de Langstraat. Zij die zich abonneeren, ontvangen nog gratis den zeer doelmatigen Wandkalender voor 190u. De ONDERGETEEKENDE abonneert zich op Waal wij ksclie en Langstraatsche Courant, ^L; Zondagsblad. NAAM WOONPLAATS Deze Illustratie verheugt zich in eene toenemende belangstelling. verw°nderen is dit niet, want een zoo uitgezochte schat van fraaie novellen en gravures, gezonden hu mor en onschuldige «cherts, welke in den familiekring past, weid nog nimmer voor zulk een LAGE* PRIJS (30 cents per 3 maanden) aange boden. $9" Dez^ Ilinstrntie Is dan ook T«or de le® ra Tin ons blad een yremio btf uitnemendheid. De Ondergeteehende verlangt gere geld te ontvangen het tegen den prijs van 30 cents per 3 maanden, franco per post 37Vl ets. WOONPLAATS NAAM Wie deze Illustratie cog niet bij zijne Courant ontvangt, verzuime niet onderstaand intee kenbiljet in te vullen en aan ons in te zenden. De prijs is zoo gering dat het voor niemand onzer lezers fen btl.'tsel kan zijn zich de gere gelde toezending van deze uitmun4 tende premie te verzekeien.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1900 | | pagina 6