Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. De Deserteur De Zuid-Afrikaansche oorlog ANTOON T IE L E I, Levensverzekering Corn. Oom ens. Uitgever: Dit nummer bestaat uit twee bladen. FEUILLETON. WAALWIJK. e Echo van het Zuiden, Wailwjjksehe en Laigstraatsehe Cauraat Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A b o n n e m e n t s p r ij s per 3 maanden f 0.75. Franco per post door het geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukkengelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 1«7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, grootc letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2inaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Aan het slot van ons vorig opstel beloof den wij thans te. zullen verklaren hoe eene Maatschappij, begonnen met 1000 polissen van f 1000 elk, gesloten tegen eenmalige premie, het 2e jaar ingaande met eene ledige kas en dus met een tekort van f414213, zonder bijdrage barer overgebleven verze kerden hare verplichtingen ten aanzien van dezen kan nakomen en zelfs het 2e jaar een even groot overschot kan hebben als het le jaar. De verklaring is voor den vakman wat voor Columbus was de kunstverrichting met liet ei en misschien zelfs heeft de leek reeds vermoed waar wij heen willen. Immers heeft de Maatschappij het 2e jaar slechts een zelfde verzekerd bedrag af te sluiten om met hare nieuwe verzekerden dezelfde uitkomsten te hebben en derhalve, slechts eenige polissen meer om bij ruim het dubbele uitkeeringsbedrag (dubbel, omdat er zoowat tweemaal zooveel verzekeringen loopen) een even groot surplus te verkrijgen. Gesteld dat de Maatschappij na het le jaar de batige saldo's anders behandelt, dat zij ze naar eisch reserveert, dan blijft wel het te kort bestaan, maar ook hier zal gel den „wie eerst komt het eerst maalt" en de verzekerden van het le jaar moeten ge acht worden het eerst te komen om uitkee- ring; zij zullen eenvoudig betaald worden met het geld der later verzekerden. Het einde lijdt den last, maar men be grijpt, dat bij een geregelden aanvoer van nieuwe posten dat einde lang kan uitblijven. Zulke Maatschappij zou dus van af den beginne insolvent zijn, toch hare verplich tingen heeten na te komen en over aanzien lijke fondsen kunnen beschikken. Zoo zou, gelijk wij in ons vorig artikel zeiden, eene Maatschappij over millioenen kunnen beschikken en nog millioenen kun nen te kort komen. Maar geldt hetzelfde niet voor eene spaar bank Als de inlagen maar ruim vloeien, kan zulke instelling het dikwijls lang uit houden al is er ook een groot deficit. En hoe menig koopman verstaat de kunst niet om het eene gat met het andere te stoppen en betreurt het misschien, dit le zende, dat zijn crediet niet zoo lang is als dat eener Levensverzekering-Maatschappij, namelijk levenslang. Onze schoenmakers-winkeliers zouden zich zooveel harde waarheden niet over de ge dwongen winkelnering laten zeggen als de heeren vrijheidspredikers hun daarvoor het levenslange crediet in de plaats bezorg den. Menigeen ging het nieuwe jaar heel wat geruster in en zou met minder zorg de ontsluieringen van de verborgenheden der nieuwe eeuw te gemoet gaan. Uitbreiding van zaken zou het onmiddellijk gevolg zijn, schoenmakerij en levensverzekering zouden elkaar de hand reiken. Elk schoenfabrikant deed dan het best voor elke factuur een polis te nemen op het leven van zijn leverancier niet tegen een malige maar tegen gelijkblijvende jaarpremie om zoodoende steeds betalingsfahig te zijn. Beschouwen we nu eens de reserve bij gelijkblijvende jaarpremiën. Gesteld eene Maatschappij gaat verzeke ringen aan voor den duur van een jaar. Bijv. met 1000 personen wordt door haar gecontracteerd, dat zij f 1000 betaalt aan de erven van hen, die binnen een jaar ster ven terwijl na een jaar de polissen hare waarde verliezen. Bij zulke verzekeringen is de rekening makkelijk te maken. Men heeft aan de eene zijde de premie ontvangst plus de daarop gemaakte rente en aan de andere zijde de uitgaven. Het ver schil is winst of verlies. Deze eenjarige verzekering staat volkomen gelijk met eene in eens uitspelende loterij. Maar nemen we nu eens eene loterij van 1000 loten, welke loterij twee jaar duurt en telkens op het einde des jaars speelt. Er zijn 50 prijzen van f 1000. Bij het einde van het le jaar zullen 10 prijzen uit komen, bij het einde van het 2e jaar 40 prijzen. Het 2e jaar komen dus viermaal zooveel prijzen uit als het le jaar. Deelnemers betalen bij het begin van het le en 2e jaar evenveel, met dien verstande, dat zij, die het le jaar uitloten niets meer te betalen hebben. Ongerekend winst en kosten zou aldus bij 3% rente de jaarlijksche premie f 24.175, juister f24.17576 bedragen. 18. Aan het ruischen, dat hem omgaf, bemerkte Walewski na eene wandeling van ongeveer een half uur, dat zij zich in het hooge woud bevon den. Voorzichtig en langzaam schreed de jonge Pool tu8schen zijne beide geleiders, die den weg nauw keurig schenen te kennen, verder, toen hun Slotseling een zacht .,halt* tegenklonk. De aan e linkerzijde van Walewski gaande geleider deed voor een oogeblik het licht zijner lantaarn als een bliksemstraal naar voren vallen en de graaf bemerkte een man, die op de komenden scheen gewacht te hebben, want één der gelei ders riep hem toeAlles in orde l« waarop deze verdween. Na enkele schredeu werd Walewski aangemaand voorzichtig te zijn, daar men bergaf ging en inderdaad bemerkte hij, dat men ae diepte in- Sing. Eindelijk stond men na het overkomen er laatste zwarigheden voor een donker iets, dat er als eene kleine woning uitzag. Een der geleiders van Walewski opende eene kleine huisdeur, daarna verscheidene andere deuren, en ten laatste stond Walewski alleen in eene ruimte, die bewoonbaar was ingericht, maar in wier witgekalkte muren zien opmerkelijk genoeg geen enkele vensteropening bevond. In den hoek stond een ijzeren ledikant met bed en dekens, voorts bevonden zich in deze ruimte nog een §root.e tafel met twee stoelen, terwijl het geheel oor één op de tafel staande kaars verlicht werd. Verder bevond zich nog op deze tafel een maal tijd bestaande uit koud vleesch, brood en een flesch Hongaarschen wijn. Walewski was door den vermoeienden marsch, door de duisternis en den moeielijken weg totaal uitgeput, en viel op één dfer houten stoelen ne der, in zekere opwinding en vol gespannen ver wachting over de dingen, die thans komen zou den. Er werd aan de deur geklopt en een zijner geleiders kwam binnen. Mag ik mijnheer verzoeken van het eten en van den wijn gebruik te maken, want hij zal zich zeker gaarne wat versterken. Straks komt er iemand, die mijnheer wenscht te spre ken I Met deze woorden verwijderde zich de bode weder, en Walewski, die werkelijk behoefte aan voedsel gevoelde, maakte van de gereed gezette spijzen en drank gebruik. Vooral de wijn wek te hem op en schonk hem nieuwe krachten. Na verloop van eenigen tijd werd er aan de deur geklopt, en trad er iemand binnen, die Walewski volkomen onbekend wa9. Het was Kopper hagen! Ik heb de eer mijnheer te verwelkomen zeide hij in het Poolsch hij i9 mij als een Poolsch patriot aanbevolen! Dat ben ik! antwoordde Walewski, en ik verheug mij met u kennis te maken, daar men mij heeft gezegd, dat ik een gelijk gezinde zou aantreffen Laten wij gaan zitten! zeide Koppenhagen thans, en dadelijk tot de hoofdzaak van onze bespreking komen. Het geldt hier namelijk eene zaak, een geheim, zoo gij wilt, waarvan het verraden niet alleen mij, maar ook een groot aantal onzer deelgenooteu onmiddellijk in het verderf zou storten en op het schavot brengen. Ik vorder dan ook geen eed van u, want deze komt mij voor minder zekerheid te geven, dan de overtuiging der straf, die al onze bondgenoo ten wacht. Men behoeft mij waarlijk niet te wantrou wen, antwoordde Walewski; ik weet wat het zegt de geheimen van anderen te bewaren. Daarvan ben ik overtuigd, antwoordde Koppenhagen beleefd, ik heb deze opmerkin dan ook alleen gemaakt, omdat zij bepaal noodzakelijk is. Slechts ééne vraagWil mijn heer de Poolsche revolutie, wier hoofddoel de bestrijding van Rusland is, dienen Is hij bereid zich te onderwerpen aan de bepalingen en be sluiten zijner deelgenooten Waar het mijn vaderland en de bestrijding onzer onderdrukkers geldt, ben ik tot ulles be reid. Ik wil mijn leven, tot inzet stellen, als liet mijn vaderland tot nut kan zijn. Voor geen Laat ons nu de Loterij eens volgen Ontvangst begin le aar 1000 x f24.17576 f 24175.76 Rente le jaar- 725.27 Totale ontvangst le jaar - 24901.03 Te betalen einde 1 e jaar 10 x f 1000 - 10000.— In kas begin van het 2e jaar eene reserve van - 14901.03 Ontvangst begin 2e jaar 990 xf 24.17576 =....- 23933.93 Rente 2e jaar- 1165.04 In Kas einde 2e jaar vóór de trekkingf 40000. Te betalen 40 prijzen van f 1000 - 40000. Rest f 0. Bij zoodanige loterij mag dus het over schot van het le jaar volstrekt niet als winst behandeld worden want dit is geheel noodig om de loterijonderneining in staat te stellen het volgend jaar de prijzen uit te betalen. De f 14901.03 zijn hier wat de premie reserve bij Levensverzekering is, namelijk het verschil der contante waarde van toe komstige lasten en baten. De lasten waren f 40000, contant=f 38834.96 De contante waarde der premiën f23933.93 Reserve f 14901.03 Ik nam voor de eenvoudigheid eene lo terij van slechts twee jaar duur en voor de meerdere duidelijkheid eene waarbij het 2e jaar overwegend veel meer kans op uitloting was, zoodat het iedereen a priori duidelijk moest zijn dat dezelfde premie tegenover al te veel verschillende kansen stond dat men dus het le jaar maar juist ge noeg betalende voor de kans van dat jaar, de premie van het volgende, jaar noodzake lijk ontoereikend moest zijn of dat, als de premie voor het 2e jaar voldoende was, die van het le jaar te groot moest zijn waaruit weder volgt dat, als er in het geheel premie genoeg betaald werd, de te hooge premie van het le jaar de te geringe premie van het 2e jaar moest te hulp komen. En dit laatste was, blijkens bovenstaande ontleding bet gevalde gelijkblijvende pre mie was eene gemiddelde, te hoog voor het eerste, te laag voor het 2e jaar. Welnu de loterij der levensverzekering is eene van langen duur, langer naarmate men er jonger aan deelneemt, eene loterij met voor elk volgend jaar grooter kans van geweer voor geene moeite zal ik terugdeinzen 1 Nu, zoo groote offers worden niet van u gevergd, antwoordde Koppenhagen lachend, juist het tegenovergestelde de zaak is zelfs eene zeer aangename en dankbare, daarbij voor uzelf van groot voordeel. Gij hebt niets te doen dan geld uitgeven. Door uwe geboorte en uwe op voeding zijt gij gewoon in de groote wereld te verkeeren en op fatsoenlijke wijze geld uit te feven. Gij hebt niets te doen, dan door onze emiddeling, onder ons toezicht op reis te gaan, u naar Parijs, Londen, Brussel, Rome en verschil lenden badplaatsen te begeven, om daar het geld uit te geven, dat gij van on9 ontvangt. Dat is de geheele zaak. Walewski keek den spreker aan, alsof hij meende hem niet recht verstaan te hebben. Koppenhagen lachte en zeideNiet waar, mijnheer ziet zelf wel in, dat de zaak eene zeer eenvoudige is? Inderdaad, antwoordde Walewski zeer een voudig, maar ik begrijp niet goed wat is dan eigenlijk mijn werk een arbeid, dien men zóó schitterend betalen zou, dat ik niets te doen heb dan het leven van een rijken man te leven. Uw werk bestaat alleen in geld uit geven, in geld, dat wij u zelf zullen toezenden 1 Maar dan begrijp ik niet, welk voordeel ik daarmede kau doen voor hen die mij het geld toezenden I O, dezen genieten reeds dadelijk voordeelen. Wij geven u het geld niet voor niets; gij moet het van ons koopen. Koopen, geld koopen Ja, mijnheer krijgt van ons een kapitaal, om zich op een goeden voet in te richten, en dan verstrekken wij hem verder Russisch geld, banknoten van vijf en twintig en vijftig roebels voor de helft van de werkelijke waarde. En deze bankbiljetten - Zijn natuurlijk valsch, maar van de echte in geen enkel opzicht te onderscheiden 1 Eene beangstigende stilte heerschte in het ver trek, waarin de beide mannen zaten. Walewski was als verdoofd. Een bliksemstraal die vóór hem in den grond was ingeslagen, had geen sterkere uitwerking op hem kunnen hebben dan deze bekentenis, dan dat wat men thans van hem verlangde. Hij moest dus valsche uitloting (lees sterven) en bij gelijkblijvende jaarpremie wordt de eerste jaren teveel be taald. Dit te veel betalen kan bij jonge deelneming zeer lang duren omdat de jaar lijksche sterftekans eerst op hoogere leeftijden merkelijk toeneemt. Van het teveel betaalde moet bewaard worden voor latere jaren als wanneer de premie te klein is geworden. Dit bewaarde, vermeerderd met de rente, vormt de reserve, die dus eene bepaalde grootte heeft en volstrekt noodig is om liet noodzakelijk evenwicht tusschen verplichtin gen en te verwachten ontvangsten te be houden. Terwijl een deskundige in de Manchester Guardian de meening is komen neerleggen, dat de oorlog zeker niet geëindigd zal wezen vóór September a. s. en dat hij evengoed nog wel een jaar of daaromtrent kan duren (waar tegenover men niet zoo heel veel aan dacht behoeft te schenken aan de telkens weer van Engelsche zijde gelanceerde voor spellingen aangaande onderwerping der Boeren na de eerste gevoelige nederlaag de beste), hebben de openbaarmakingen van de meest uiteenloopende bijzonderheden aangaande de gevechten om Spionkop, zoo zij tot dusver al niet geleid hebben tot een volledig over zicht, klaar en helder, van al hel gebeurde, toch dit resultaat gehad, dat men voor de zooveelste maal tot de ervaring is gekomen dat vechtreputaties tegen wilde volksstammen verworven niet behoeden voor de meest on begrijpelijke fouten en misslagen Twee hoofdpunten worden aangevoerd in veiband met de ontruiming van Spionkop door de Engelschen wel kan het zijn dat de soldaten zich met doodsveiachting hebben geweerd tegen de Boeren, doch feitelijk heeft het gebrek aan water en de afwezigheid van geschut, kolonel Thorneycroft (die na de ver wonding van generaal Woodgate het com mando op zich nam) feitelijk gedwongen tot terugtrekking De toegangswegen tot Spionkop waren te steil om het opbrengen van kanonnen moge lijk te doen zijn dus beweert men nu, doch het ware immers plicht der leiders ge weest om dit te weten, te bedenker, en te overwegen, voordat tot de operatie in quaeslie werd overgegaan, terwijl klaar en duidelijk aan het licht is gekomen, dat op het oogen- blik niemand in Engeland eigenlijk weet hoe hoog precies Spionkop is (1200 1300 meter) beweert men. Het deel van Natal, dat het terrein is ge- qiw M I ■iirwiiiwaMMJMm amBaonaErarq bankbiljetten uitgeven 1 Agent en medeplichtige van een valschemuntersbende moest hij worden 1 Yoor een oogenblik had hij het gevoel, alsof hij dien mensch, die hem het voorstel had ge daan, moest verpletteren I Toen hij opkeek, ontmoette zijn blik de oogen var. Koppenhagen, die vast en uitvorschend op hem gericht waren. Walewski kon van verrassing geen woord uitbrengen, toch beangstigde hem de vreeselijke stilte, die hem omgaf. Eindelijk verbrak Koppenhagen dit zwijgen, terwijl hij tot Walewski gewoon voortging: De uitgifte dezer bankbiljetten biedt een drieërlei voordeel aan. Ten eerste verzekert zij mijnheer een behoorlijk inkomen, wat van geene geringe beteekenis is, daar hij thans van zichzclven gee ne middelen bezit. In de tweede plaats wordt aan Rusland daar door groot nadeel toegebracht, want zijne finan ciën worden geruïneerd en ten slotte liet vertrou- weu in de Russische banknoten zou geschokt, dat zeif8 een staatsbankroet niet uitblijven kan. Ten derde echter komt deze onderneming ons Poolsch vaderland ten goede, daar het door u betaalde geld voor revolutiedoeleinden wordt besteed. Bij deze laatste woorden plooide zich om de mondhoeken van Koppenhagen een ironisch lachje, dat echter door Walewski niet werd opgemerkt, daar hij zijne blikken nog altijd op den grond gericht hield. Hij was nog niet geheel van zijne verrassing bekomen, en in zijn hoofd kruisten zich zoovele gedachten, dat hij maar geen woorden voor een antwoord vinden kon. Weder heerschte er eene onaangename stilte tot Koppenhagen opstond en zeide: Ik verlang van mijnheer op dit oogenblik geen antwoord en geen besluit. De zaak is van genoegzaam gewicht om wel overdacht en goed overlegd te worden. Morgen zal ik terugkomen om het antwoord van mijnheer te vernemen. Koppenhagen stond op om weg te gaan, doch hield zich aan de deur nog even op, om te zeggen Deze ruimte heeft geen anderen uitgang dan door deze deur, en deze wordt dag en nacht door vertrouwde lieden bewaakt 1 Walewski Morde de deur in het slot vallen, hoorde hoe deze gesloten werd en de schreden van den vertrekkende wegstorven. weest van de nederlagen der Engelschen de vijftienden December eu den vier-en twinti sten Januari, kon te Londen maanden gel den reeds voorbeschikt worden geoordeel voor een deel van den krijg, terwijl, zoo da al geen topografische opnemingen mogelij waren, het de taak der patrouilles zou zij geweest uit te maken, of de wegen geschi' waren voor het vervoer van kanonnen, w zeer wel mogelijk was, in aanmerking gen men dat gansche bataljons onder beschermin der duisternis den top van Spionkop hebbe kunnen bereiken, zonder door den vijand worden opgemeikt. Zoo blijkt dus telkens weer een operat van Britsche zijde, aangevangen onder kl< roengeschetter en tromgeroffel ter begooch ling van de massa in Engeland, niets me of minder te wezen dan een sprong in duister, een opmarsch op goed geluk en o dernomen iu kinderlijk vertrouwen op we slagen En generaal Bulier en generaal Warr kan het verwijt niet bespaard worden, dat zijn opgetreden zonder de meest primitie voorzorgsmaatregelen, dat zij zich hebb schuldig gemaakt aan de grootste verzuim en dat zij daardoor het leven van honderd raenschen in de waagschaal hebben gestel hoewel men nog voor de enorme traeïtme ten, die de heeren generaals dooreengenom binnenloodsen, wel wat beter zou mogen schen (lord Wolseley de opperbevelhebb van Engelands legermacht trekt jaarlijks 66' pond sterling, lord Roberts de opperbev hebber in Zuid-Afrika heeft 2920 pond, g neraal-majoor White heeft 2100 pond en g neraal-majoor Warren heeft 1095 pond). l)e laatste aanvullingslijsten hebben verliezen bij Buller's omtrekking gebracht een totaal van 1724 man aan gesneuveld gekwetsten eu vermisten, waaronder 65 of ciereu. Door de nieuwe opgaaf van het t taal der vermisten worden deze verliez gebracht tot het slotcijfer 1724 plus 245 m 78 (reeds vermelde vermisten) te za.nen 81 al reeds bedenkelijk bij de tweeduizend d En de laatste lijst is nog steeds niet aaug kondigd. Ook volgens den correspondent van h ageutschap Reuter heeft generaal Bulier opperbevelhebber van Engelands legermac in Natal) Maandag 11. een toespraak gcho den tot de troepen, waarin hij de hoop kennen gaf „Ladysmith binnen een week kunnen bereiken"de speciale berichtgev van de Exchange Telegraph Company Spearmauskamp, meldt wel dat de gener voorlezing deed van de boodschap der ningin, doch zwijgt over een toevoeging t aanzien van Ladysmith en de corresponde van hetzelfde agentschap te Pieter Maritzbu maakt weer wel melding van de woorden quaestie. Hij was alleen. Langen tijd hij noodig om zich te overtuig dat hij niet droomde; het viel hem moeilijk gelooven, dat het door hem beleefde, dat de o standigheid, waaronder hij zich thans bevo werkelijkheid was. Hoe was het mogelijk, men hem een dergelijk voorstel had durven do dat men op eerloosheid zijnerzijds durfde 6pec leeren, kon een comité van opstandelingen vv kelijk zulke plannen vormen? Neen, dat geloofde hij nooit. Daarvoor ken hij zijne landgenooten te goed, om niette wet dat dezen steeds met eerlijke wapenen zoud strijden, dat zij wel bereid waren den gewap den tegenstander steeds met open vizier aar. vallen, maar tot bedrog de toevlucht zoijden men, vooral niet zooals hier, door ten sloité c schuldigen op de grofste wijze te benadeelen. Maar indien de zaak dus geene nationale o derneming zijn kon, wat was zij dan? Wat w haar doel? Was Peiser een schurk, een nietswa- dige schurk, die den gast, welken hij voorgaf beschermen, in het vreeselijkste gevaar had bracht? Want dat dit bestond viel niet te o kennen. Walewski was thans bekend met een heira, dat eene geheele bende aan de grootste varen kon blootstellen. Zou men hem dus on moeid laten vertrekken, indien hij weigerde de voorstellen der valsche munters in te gaa Dat kon hij zelf onmogelijk gelooven I Maar w dan Nadat hij urenlang in de donkere ruimte h rondgewandeld, overviel hem de vermoeienis legde hij zich op het bed neder. Spoedig kwa de slaap en tooverde deze hem de aangenaam* beelden voor. Met Elize schreed hij hand n hand door lachende velden, in welke hem vc gekweel en klokgelui omgaven, zoete melodie die zooals hij gevoelde uit zijn eigen hart en E ze's hart \oortkwarnen. Verder en verder wat delde hij met de geliefde in zalige vergetelhe' lot hem een zeker gevoel van angst overviel, da hij den weg verloren had en niet Elizc op e hem onbekend pad ronddwaalde tot hem een e gel verscheen, die hun den rechten wegaanwe En deze engel had de trekken zijner moeder. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1900 | | pagina 1