Nummer 13.
Donderdag- 15 Februari 1900.
'23e Jaargang
I
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Deserteur
De Zuid-Affikaansche oorlog.
ANTOON TIELEN,
Bekendmaking.
FEUILLETON.
Gevangenisarbeid.
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o ii n e tn e ii t s p r ij s per 3 maanden f O 75.
Bianco per post door liet gehcele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
ritgever.
U I T G R V K H
WAALWIJK.
Advkrtentibn 1—7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven
worden 2maal berekend Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclaims 15 cent per regel.
kennisgeving.
Do minister van oorlog deed een flink
werk.
't Is een eerste poging om te beletten
dat de staatsinstellingen nog langer de ver
diensten van particulieren inslokken.
Vakvereenigingen te Nijmegen hadden in
een adres aan den minister van oorlog het
verrichten van arbeid door manschappen
der koloniale reserve ten behoeve van par
ticulieren gewraakt.
De minister van oorlog nu heeft aan
adressanten te kennen gegeven, dut het wer
ken voor particulieren in de werkplaatsen
der koloniale reserve voortaan zal ophouden.
Wanneer zal de minister van justitie het
voorbeeld van den heer Eland volgen
Onze strafgevangenissen iuitners concur-
reeren nog steeds met particulieren.
Groote confectiemagazijnen worden bijv.
gevuld door ar reid uit «le gevangenissen.
En als 't nu nog noodzakelijk ware om
dat er anders geen werk is voor de b ieren
Maar bunder aan bunder heidegrond lig
gen in ons vaderland te wachten op ontgin-
ning.
/Zendt de kaerels de heide in", schreven
we alreeds 't vorig jaar, naar aanleiding
van een berichtje, dat de Duitsche gevan
genen onder toezicht van militairen, bezig
worden gehouden met 't graven van kanalen.
We herhalen dit thans met klem te meer
De minister van oorlog heeft door zijn
besluit erkend, dat concurrentie van den
staat met particulieren onbillijk is.
Die van justitie moge volgen.
D. v. N.
Waalwijk,sclif ri
Courant
ingevolge arlt. 11, 12 en 13 der Kieswet.
De Burgemeester van Waalwijk noodigt de
mannelijke inwoners dezer gemeente, waaronder
ook zii, die den leeftijd van vijf en twintig jaren
vóór 'of op den 15 Mei van dit jaar hebben be-
leikt, uit, ten einde op de eerlang op te maken
lijst van kiezers *oor leden van de Tweede Ka
mer der Stalen-Generat, I, van de Provinciale Sta
ten en van den Gemeenteraad te worden ge
plaatst. om vóór den 15 Februari a. s., ter ge
meente-secretarie te doen blijken
I. Voor het geval zij in eenc andere gemeente
zijn aangeslagen, van hun aansLg over liet volle
laatstverloopen dienstjaar in eenc der Rijks di-
lecte belastingen, genoemd bij art. 1, letter a der
kieswet, wat de grondbelasting betreft, in ééue
andere gemeente of in meer gemeenten tezamen,
tot een bedrag van ten minste één gulder., dooi
overlegging der voor voldaan geteekende aanslag
biljetten.
Hierbij wordt opgemerkt, dat de aanslag der
vrouw geldt voor haren man, die van mirdeija-
rige kinderen, wegens goederen, wa rvan hun
vader het vruchtgebruik heeft, voor hunnen
vader.
II. Voor het geval zij zijn medeëigenaren ecner
onverdeelde nalatenschap, wier namen niet bij
den aanslag in het koliier zijn vermeld, van hun
betaalden aanslag in de grondbelasting, over hel
volle laatstverloopen dienstjaar, mits hun aandeel
in dien aanslag ten minste een gulden bedraagt.
Bij de schriftelijke aanvruge, waaruit hun aan
deel in den aanslag moet blijken, moeten worden
overgelegd het aanslagbiljet of door den ontvan
ger gewaai meikl duplicaat daarvan en de noodige
bescheidcn ten bewijze van het gemeenschappelijk
bezit.
Onder aanslagen in de grondbelasting rub 1 on
2 worden verstaan de hoofdsom en de Kijks op
centen.
III. Indien zij niet in deze gemeen'e overeen
komstig het bepaalde sub a van art. 1 der wet
zijn aangeslagen, namelijk over het volle laatst
verloopen dienstjaar in de grondbelasting voor
een bedrug van ten minste één gulden (hoofdsom
en Rijks-opcenten), in de vermogensbelasting, in
de belasting op bed rij fs- en andere inkomsten of
in de personeele belasting, door eene schriftelijke
langil'te, dat zij voldoen aan eene der volgende
voorwaarden
lo. dat zij alu hoofden van gezinnen of als al
leen wonende persoren op den 31sten Januari se
dert den lsten Augustus van het vorige jaar heb
ben bewoond,
krachtens huur, achtereenvolgens in dezelfde
gemeente niet meer dan twee huizen of gedeelten
van huizen, voor elk waarvan, met of zonder bij
behoorende grond of lokalen en bijgebouwen, niet
ter bewoning bestemd, de werkelijke huurprijs,
per week berekend, ten minste heeft bedragen de
som, voor de gemeente oi het gedeelte der ge
meente, waar het huis gelegen is, vermeld in de
bij de kieswet gevoegde tabel
of, krachtens eigendom, vruchtgebruik of huur
eenzelfde vaartuig van ten minste 24 kubieke
meter
2o. dat zij op den 31sten Januari sedert den lsten
Januari van het laatstverloopen jaar bij dczelftie per
soon, onderneming, openbare of bijzondere instel
ling in dienstbetrekking of als inwonende zoon
in het bedrijf of beroep der ouders werkzaam zijn
en als zoodanig over dat jaar een inkomen heb
ben genoten als voor de gemeente of het gedeelte
21.
Ge vergist u, antwoordde Koppenhagen. Ik
geloof ook niet, dat hij ons bedriegt. Het komt
mij voor, dat hij naar Rusland wil vertrekken,
natuurlijk in alle stibe. Gij vyeet dat hij altijd
groote geldsommen van ons in bewaring heeft
en al onze zaken behartigt. Het wordt hem dus
nog al gemakkelijk gemaakt ons voor duizenden
te bedriegen.
Thans mengde zich nog een vierde stem in net
gesprek en Rothmann bemerkte daardoor del hier
in de kamer van den herbergier eene geheime
vergadering der valsche munters plaats vond.
Deze vierde stem verklaarde:
Ik geloof niet, dat Peiser ooit tot een der-
blijken stap zou overgaan, tenminste niet, zoo-
Jang zijne dochter bij hem is. Hij zou haar zeker
nooit alleen achterlaten en haar met zich nemen,
zou hem moeielijk gelukken. Ik weet dut hij
zijne dochter hartelijk liet' heeft.
Zoo, zool zeide Koppenhagen, daar zullen
we dan mae.r rekening mede houden, maar zijt
ge zeker van uwe z-ak
Volkomen zekerverklaarde dezelfde stem,
ik geloof, dat Peiser geheel buiten zichzelven zou
geraken, indien zijne dochter eenig leed mocht
overkomen. Ik woon in zijne nabijheid en ken
de verhoudingen in zijn gezin zeer nauwkeurig.
Van de dienstboden kan men veel te weten ko
men en door de verschillende berichten, die ik
heb ingewonnen ben ik vast overtuigd, dat Pei
ser zijne dochter boven alle6 bemint.
Zooals gezegd, zullen wij dan daarmede
rekening houden verklaarde Koppenhagen nog
maals. Daarbij scheen hij op te staan, terwijl de
anderen zijn voorbeeld schenen te volgen. Roth
mann hoorde ten minste stoelen verschuiven en
vond het derhalve geraden, zich zoo spoedig mo
gelijk van de deur te verwijderen er. in de gelag
kamer terug te keeren.
Dadelijk achter hem trad Koppenhagen binnen,
die blijkbaar met de bedoeling kwam Rothmann
der gemeente, waar zij wonen, is vernield in de
bij de kieswet gevoegde tabel
of dat zij op den lsten Februari in liet genot
zijn vun een door eene openbare instelling ver
leend pensioen van gelijk bedrag
met dien verstande dat voor hen, die in beide
gevallen verkeeren, zoo noodig ter bereiking van
het vereischte bedrag, het inkomen en het pensi
oen worden samengesteld
3o dut zij op den lsten Februri sedert een jaar
den eigendom met recht van recht vnn vrije be
schikking hebben van ten minste N00.(nomi
naal) ingeschreven in de Grootboeken der natio
nale soliii 1 d of van ten minste f50.ingelegd in
de Rijkspostspaarbank
4o. dat zij hebben voldaan aan de eischen van
bekwaamheid, door of krachtens de wet gesteld
voor do benoembaai lieid tot eenig ambt, voorde
vervulling van eei.ige betrekking of voorde uit
oefening van eenig bedrijf of beroep
Vo r hen, die krachtens vroeger gedane aan
gifte op de loopende kiezerslijst voorkomen, is
hernieuwde aangifte onnoodig, indien de plaat
sing op die lijst berustte op:
lo bewoning van een huis of gedeelte van een
huis of van een vaartuig, mits zij op 31 Januari
alsnog hetzelfde huis of een gedeelte van hetzelfde
huis of hetzelfde vaartuig bewonen
2o. genot vun pensioen
3a. bezit van eene inschrijving in de Grootboe
ken der Nationale Schuld of van een inleg io de
rijksj ostspaarbnnk
4o. allegging van een examen.
Daarentegen is hernieuwde aangifte wol noodig
voor hen wier plaatsing op de lijst berustte op
lo. bewoning van een huis of gedeelte van een
huis of van een vaartuig, indien zij niet meer op
31 Januari hetzelfde huis of een gedeelte vaneen
hetzelfde huis of heizelfde bewonen; of
2o. op genot van inkomen in dienstbetrekking,
of als inwonende zoon, in het bedrijf of beroep
der ouders werkzaam, hetzij met of zonder genot
van pensioen.
Vooits wordt opgemerkt, dat zij die vallen on
der eene der r.ommers 14 van No. III, om be
voegd te zijn tot het kiezen vun leden van den
gemeenteraad, over het volle laatstverloopen
dienstjaar in deze gemeente moeten zijn aange
slagen in de plaatselijke directe belasting op het
inkomen en dien aanslag op den 1 Maart ten vol
le hebben betaald.
Ten slotte wordt aan belanghebbenden mede
gedeeld, dat voor het doen der aangiften vat. lie
den af ter secretarie verkrijgbaar zijn blanco for
mulieren.
Waalwijk, den 4en Februari 1990,
De Burgemeestei voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
op te zoeken. Ik hoop, dat u de tijd niet al le
lang valt, zeide hij. Ik heb daarbinnen nog iets
te doen, maar wilde intusschen eens zien hoe gij
het maakt.
Rothmann vertelde hem, dat hij zich verveelde
en deelde hem ook mede, dat hij buiten bij den
blauwrok geweest was. Lachend voegde hij er
bij, dat hij zich gedurende de afwezigheid van
den herbergier zelf had bediend en zijn eigen
bier van het vat had getapt.
Koppenhagen lachte, beloofde spoedig te
zullen terugkomen en verdween weder achter de
deur om waarschijnlijk met zijne deelgenooten
de beraadslaging te vervolger. Roth man n schreef
in zijn notitieboekje den naam Peiser, daar dize
hem gewichtig gec.oeg voorkwam. Ook krabbel
de hij, angstig om zich heen ziende, eei e kl.ine
teekening van de herberg en hare ligging Kr hij
plotseling builen een rijtuig hoorde. Eerst
meende hij, dat de blauwrok wegreed, maar spoe
dig bemerkte hij, dat er een tweede tijtuig «as
aangekomen, hetwelk eveneens voor de herberg
stilhield.
Eenige oogenblikken later werd de deur gei pend
en trad een tamelijk net gekleed man de herberg
binnen, die dadelijk met luide slem om den
herbergier riep. Deze verscheen dan ook, «nar
sellijnlijk omdat hijzelf wilde zien, wie de nieuw
aangekomene was.
Rothoiann was bepaald van meening, dat llians
weder tusschen den nieuwen gast en den kaste
lein eene vertrouwelijke begroeting zou plaats
vinden, toch was dit ditmaal niet het geval. De
vreemdeling bestelde een ela9 bier, dat hij op
éénmaal uitdronk en liet het daarna opnieuw
vullen. Rothmann merkte intusschen op, dat de
kastelein den gast met wantrouwige blikken
achtervolgde.
Gij schijnt mij niet te kennen? vroeg de
vreemdeling, die deze blikken eveneens scheen
opgemerkt te hebben.
Gij komt mij wel bekend voor, antwoordde
de kastelein, maar ik weet niet, wuar ik u thuis
brengen moet.
Dan hebt ge een slecht geheugen 1 antwooi d-
de de vreemdeling. Hij voegde er nog iets op
fluisterenden toon tegen den kastelein bij, wat
Rothmann niet verstaan kon, doch de herbergier
zette een bevredigend gezicht en zeide: juist, nu
herken ik u weder I Ik hoop dat de tijd u niet
0,j het oogenblik, dat we dil schrijven,
ziet het er voor het Vcreenigde Koninkrijk
wel ongunstiger uit dan immer vóór dezen
in dezen heilloozen krijg, tegen andeier vrij
heid en onafhankelijkheid ondernomen door
het machtige rijk van John Buil aan alle
zijden is er misrekening en tegenslag waar
men ziet, niets dan teleurstelling en des
ondanks of juister als een direct gevolg er
van, neemt het bescheiden groepje van voor
standers van een spoedigen eervollen vrede
met de beide Zuidairikaausche republieken
eer af dan toe men gelooft niet aan een
bepaalden tegenslag voor het oppermachtige
Angelsaksische tijk, men wil niets weten van
erkenning van ongelijk en wie er maar een
toespeling op waagt, moet een vijand van
land en volk zijn
Hoelang dat nog zoo duren zal, hoelang
men zich nog zal in slaap wiegen met de
hoop op een besliste kentering ten goede,
op revanche in Afiika's zuidelijk deel, hoe
lang men nog zal droomen aan gene zijde
van het Kanaal van knechting der Boeren
met handhaving van hel prestige tegenover
de gansche beschaafde weield, tegenover
Europa in de allereerste plaats hoeveel bloed
er nog zal gestort, hoeveel millioeneu er nog
zullen vergooid moeten, eer er bij de Engel-
sche natie zal zijn waar te nemen een eerste
teeken, een bewijsje van terugkeer van het
gezond verstand, eer dc patriottische nevel
zal zijn weggetrokken voor John Buli's oogen
lang zal vallen, want ik heb in mijne woonka
mer nog iets te doen ik moet daar eene drin
gende z»ak afhandelen met den heer, wiens rij
tuig voor de deur staat.
Hij begaf zich daarna weder naar zijn eigen
vertrek en Rothmann bleef met den vreemdeling
alleen. Deze had aan een tegenoverstaand tafeltje
plaats genomen en toen Rothmann opkeek, krui
sten zich zijne blikken met die van den vreem
deling, welke zich in eene zeer opgewekte stem
ming scheen te verheugen, want hij neuriede
eene melodie en ledigde zijn glas met opmerke
lijke vaardigheid. Toen Rothmann eenige oogen
blikken later weder naar hem keek, bemerkte
hij, dut de vjcemdeling hem onafgebroken zat op
te nemen.
Uit den aard der zaak trachtte hij den onver
schillige te spelen, toch gevoelde hij zich eenigs-
zins ongerust, toen hij bespeurde, dat de vreem
deling hem onafgebroken bleel aanstaren, alsof
hij een bekende moest zijn, dien deze echter nog
niet durfde aanspreken.
Dat deze houding iets zeer pijnlijks had vuor
den gerechts-ambtenaar is gemakkelijk te begrij
pen. Hij bevond zich in een lokaal, welks eige
naar tot de valecliemuntersbende behoorde, in
een huis, waurin een groot aantal dezer bende
verecnigd was. Welk gevaar bedreigde hem,
indien zijne verkleeding, indien zijn werkelijke
stand hier bekend werden. Hij besloot den lusti-
gen vreemdeling bevreesd te maken, door hem
een dreigenden blik toe te werpen, maar deze
die blijkbaar in eenigszins opgewonden stemming
verkeerde, liet zich daardoor niet afschrikken,
doch keelt Rothmann lachend aan, en sloeg ein
delijk met de vlakke hand op de tafel, als iemand
die eene gewichtige ontdekking gedaan heeft.
Daarna stond hij plotseling op, trad op Roth
mann toe, stak hem lachend en begroetend de
handen toe en zeide: Goeden avond, mijnheer
de gerechts commissaris!
Rothmann was in het eerste oogenblik zoo ver
schrikt, dat hij nauwelijks waagde te antwoor
den. Dat men hem hier, in deze voor hem zoo
uiterst levensgevaarlijke stelling, in deze afgele
gen herberg kon herkennen, scheen hem bijna
ongeloofelijk. Nadat hij zich eenigermate hersteld
had, antwoordde hij Gij vergist a zekerIk ben
een eeuvoudig handelsman eu geen gerechtsbe-
ambte.
om plaats te maken voor een helder inzicht
der dingen of juister wellicht voor den eer
lijken wensch om te zien wat elkeen ziel,
die zien wil en ziet zonder voorooideel
wie kan 't gissen
Tot op hel oogenblik heeft de oorlog van
Engeland reeds een uitgave gcCischt ten be
drage van drie-en-twintig tnillioen pond
sterling of tweehonderd zes-en-zeventig mil
lioen gulden en wel kan men zeggen dat
John Buil zich zoo iets gemakkelijks kan
veroorloven; wel kan men ten overvloede
relereeren het feit, dat Engeland sinds de
laatste twintig jaar lelkenjare zijn schuldenlast
heeft kunnen verminderen door amortisatie
(/.oodat sinds 1879 de Britsche schuld is ver-
mindeid met meer dan vijf en negentig mil-
lioen pond sterling) doch aan tlie spaarduit
jes komt ten slotte toch ook een eii.de
en wie zegt wanneer het einde van den oor
log zijn zal?
En niet alletn draagt elke nieuwe legen-
slag voor Groot-Biittanie er toe bij den
geest in het koninkrijk nog te doen toenemen,
niet alleen is men te Londen en allerwegen
elders in Engeland op het oogenblik s'.eiker
geporteerd voor volharding tot het einde voo<
doorzetiing met verdubbelde, met vervier
voudige kracht, dan vroeger, doch men blijlt
even rooskleurig gestemd tevens, men vol
hardt bij een optimisme, dat lijnrecht slaat
tegenover den efLciievcn loop van zaken.
Loopt het in Natal dan weer eens mis,
geen nood generaal Roberts is naar hei
legerkamp aan de Mo lderrivier vertrokken,
om daar eens poolshoogte te nemen moclu
het eventueel eens niet komen tot ontzet van
Kimberk-y, de diamantstad tengevolge van
een nieuwe actie aan dezen kant na een ge
dwongen rusttijd van twee maanden, daarom
niet getreurd de opmarsch van het noo den
van Kaapkolonie uit in de richting van de
hoofdstad van Oranje-Viijstaat, Bloemfontein,
moet leiden tot een ommekeer en bij slot
van rekening maakt het dan ook zoo'n enor m
verschil niet of men Ke>stmis van 1899 ot
Paschen van 1900 viert te Pretoria het
Vereenigde Koninkrijk kan zich zoo'n uitstel
wel veroorloven zonder er eenige schade van
te ondervinden, materieel noch moreel
Redeneer daar nu maar eens tegen, bepleit
tegenover een dergelijke verblinding nu maar
eens inkeer en ommekeer er val' niet te
praten met de massa der Engelsche natie en
de lui, met wie wel een veislandig wooid
valt te wisselen, verdwijnen in het niet door
hun gering aantal
Siaan we nu weer aan den vooravond van
een langdurige peiiode van rust en voo. be
reiding of kan werkelijk verwacht worden een
hervatting der krijgsverrichtingen in Natal,
aan de Tugularivier, ten westen van Oranje
Vrijstaat aau de Moddërrivier en in het noor
Dj vreemdeling lachte, en antwoordde daarna
vroolijk Ik heb een te goed geheugen voor ge
laulstrekken, dan dat ik die éénmaal gezien niet
zou herkennen. Wij zijn wel eens rui er met el
kander in aanraking geweest, herkent gij mij nu
niet
Rothmann was opgestaan en keek den nog al
tijd lachenden man als een spook aan. Hij was
reeds met hem in aanraking geweest? Dan toch
zeker in zijne ambtelijke betrekking en moest
ook dus deze man ongetwijfeld een misdadiger
zijn Immers had deze ook met den herbergier
gefluisterd, en zou dus eveneens wel tot de val
sche muntersbende behooren
Voor een oogenblik beefde Rothmann van
schrik en ontzetting. Als in dit oogenblik Kop
je.hagen eens met den herbergier uit de andeie
kamer terugkwamen en zich deze onbekende een
onbedacht woord liet ontvallen, dan kon Roth
mann er wel verzekerd van zijn, dat zijn laut9te
uurlje geslagen had.
Met de snelheid der gedachte overlegde hij, of
het niet het beste zou zijn, den man, die voor
hein stond, een stoot toe te brengen en dan te
vluchten. Buiten zou hem de blauwrok wel niet
ophouden, daar deze niet kon weten wat er ge
beurd was. Misschien zou het hem dus gelukken
in de dui-teinis te ontkomen, maar dun wus al
het nioeielijke weik, dut hij lot nu toe tot ont
dekking der val che luuiiteisbende verricht had,
verloren, en niet alleen dit maar ook zou hem
de mogelijkheid ontgaan hen ooit weer op het
spoor te komen, of hunne werkplaats te ontdek
ken. Zoodra Koppenhagen gewaarschuwd was, zou
hij de gansche bende opbellen en alle verdachte
werktuigen verduisteren. Rothmann wus een te
goede en te ijverige politie beambte, dan dat hem
niet de mislukking zijner zending meer zorg gaf
dan de vrees voor persoonlijk gevaar.
Daar hij, met zijne eigene gedachten vervuld,
nog altijd aarzelde te antwoorden, zeide nu de
vreemdeling: Ja, ik begrijp wel, dut gij er re
den voor hebt, om niet bekend te wo.ilen, gij
hebt zeker met uw ronddwalen in deze streek en
in deze verkleeding iets bijzonders op het oog;
is het niet zoo vroeg hij lachend.
Rothmann herademde en vroeg daarop fluiste
rend Mensch, wie zijt ge, en waarom wilt ge
mij in het verderf storten
Dacht ge, dat ik u in het verderf zou wil
den der Kaapkolonie dit laatste in voor
bereiding tot den grooten opmarsch naa
Bloemfontein
Generaal Red vers Bnller was, zoo mcend
men (en zoo meenden wij tot Zateidagmid
dag in onze naïviteit ook voor de derd
maal teruggeslagen bij zijn hernieuwde pogin
tot ontzet van Ladysmith
't Mocht wat, we hebben heel nederig on
gelijk te erkennen generaal Redvers Bul
Ier heeft een achterwaartschc concentrati
uitgevoerd en is daarin volkomen geslaagd
de opperbevelhebber der Engelsche legermach
heeft Ladysmith den rug toegekeerd om ge
neraal White en diens mannen des te spcr
diger te kunuen bereiken zijn nieuw verblij
ten zuiden van de Tugelarivicr zal maar va
heel korten duur zijn, als een direct gevol
van verandering van tactiek zijnerzijds
spoedig zal de geheelc troepenmacht wede
in actie zijn en deze strategische zet, die lie
slechts enkelen begenadigden is gegeven t
begrijpen heeft slechts tot heel geiinge ve
liezen geleid aan Britsche zijde.
Aldus valt te lezen, niet in een of ande
orgaan van Anti-Engelschgezinden of in he
kran je van een Briisch krank/innigengestich
doch deze en meer dergelijke wijsheid val
te putten uit de voorstellingen in hoogst ern
stige Londensche bladen, welker redacteure
om den dood niet voor mal of ontoereken
baar gehouden zouden willen worden
Het gaat volgens deze rrenschen den En
gelschen alles voor den windde Boere
verliezen manschappen bij honderdtallen, wa
Bulier evenwel niet belet nadrukkelijk aan t
houden om versterkingen
't Grappigst misschien is het relaas vai
den oorlogscorrespondent der Central New
te Spearmanskamp. Die oolijkert spreekt te
aanzien van de opstelling der kannonnen aa
de zijde der Boeren op .Doori kloof, als var
een buitengewone list der Boeren ter bestrij
king van de rechterflank der Biitten en d
man dankt den hemel dat men er niet in i
geloopen
Enfin, het is dan ook al te dol di
Boeren halen allerlei gekheid uit daar wi
generaal Bulier nu met bekwamen spoed naa
zijn vriend en collega generaal White, di
met de zijnen honger en andere narighei
heeft door te maken en also! hel spel spreekt
worden er precies op den weg naar de bc
narde veste (op eeu hoogte nogvvel) van di
leelijke kannonnen geplaatst 't is zoowaa
een geluk, dat men terrechter tijd kenni
heeft gekregen van den boozen toeleg ei
aldus veilig en wel zich buiten schot heef
kunnen stellen
Terwijl men in Engeland zich laat paaie
en bedriegen met dergelijke malligheden e
zotternijen zijn de Boeren over hun nieu"
succes dauig in hun schik en men dicht hu
het voornemen toe nu de rollen te verwisse
selen zij zouden met zesduizend man ee
len storten zeide de vreemdeling. Spreek er nic
van; ik denk er niet aan ik ben zelfs een uwe
beste vrienden. Aan u liet) ik liet te danken ge
had, dat ik vroeger mijn geld terugkreeg. Her
innert ge u dat dan niet meer, mijnheer de ge
rechts commissaris
Rothmann greep met kracht den arm van den
nog altijd op luiden toon sprekenden vrvemdelin
en beet hem toe
Als gij wilt, dat ik dadelijk of over eenig
oogenblikken vermoord wordt, dan moei ge zo
hard blijven uitschreeuwen, als ge nu doet, wi
ik ben.
De man verschrikte merkbaar bij deze woorden
en zeide dan zachter dan vroegerlk den
er niet aan I Maur van waar dreigt u dan zulk
een groot gevaar
Spreek daar niet verder over, antwoordde
Rothmann ik verklaar u, dot gij de medeplich
tigheid aan een moord op uw ziel zult laden, als
ge nog eens spreekt als daar straks, door te zeg-
en, wie ik ben. Maar nu verzoek ik u ook mij
te zeggen, wie gij eigenlijk zijt.
De vreemdeling noemde zijn naam. Eduanl
Göpfert, en voegde er bij: Twee jaar geleden
whs ik voor plezier op reis naar Berlijn en viel
daar in de handen van kwartjesvinders. Ik kwam
toen op het politiebureau, om mij te beklagen.
Men stelde belang in mijn lot en vroeg mij een
nauwkeurige beschrijving der oplichters te geven.
Daarna bra ht men mij een hal ven dng lang in
alleilei lokalen, waardoor het mij gelukte, de ke
rels, die mij opgelicht hadden, aan te wijzen. Ik
kreeg al mijn geld terug, en dut heb ik alleen
aan u te danken. Ik had u dadelijk herkend, ai
hebt ge ook uw baard doen alVcheren en uwe
kleerer. veranderd.
Woont ge dun hier in de buui t vroeg Roth
mann merkbaar verlicht.
Zeker, ik woon in Neusladt, waar ik eene
groote bakkerij heb. Ik lever het brood voor de
werklieden in verschillende bergstreken. Ik ben
er werkelijk blij om, dut ik u nog eens ontmoet
heb, want ik ben u nog veel dunk verplicht.
(Wordt vervolgd.)