Nummer 24.
Zondag 25 Maart 1900.
23e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
De Deserteur
Het Maatschappelijk vraagstuk,
De Zuid-Aftikaansche oorlog,
AH TOON TIELEN,
Uitgever:
Dit nummer bestaat uit
twee bladen,
Uitsluitend voor de Abon-
né's van dit blad.
Bekendmaking.
FEUILLETON.
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Z a t e r d a g a v o n d.
Ad onnementspr ij s per 3 maanden f Ü.75.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJK.
Advertentiën 1 7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Zij, die zich voor
ÉyP®0F het volgend kwartaal
op dit blad abonneeren, ontvangen
de nog deze maand verschijnende
nummers GRATIS.
Tegen inwisseling van de Bon voorko
mende op de vierde pagina van dit num
mer, kan men aan ons Bureau, tegen be
taling van 35 cent, de prachtig uitge
voerde ATLAS VAN NEDERLAND EN
ZIJNE BEZITTINGEN, bevattende 30
Kaarten, bekomen.
Deze Atlas, bewerkt onder toezicht van
verschillende Hoofden van Scholen, is voor
zien van eeu register van plaatsuamen, die
op de kaartjes voorkomen terwijl afstanden
der hoofdplaatsen in kilometer zijn aange
geven.
Bij toezending van vijf en veertig
cent, wordt de Atlas franco per post toe
gezonden.
Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder
knuncn veroorzaken.
Vaststelling der KIEZERSLIJST
DE OPLOSSING.
IV.
Godsdienst ligt op di-n bodem van het
vraagstuk. Ik zoude allen willen toeroepen
uiet eene geweldige, forsche stem als met
die van den bazuin-engel op den Ratsten
oo deelsdag: ,/bouwt op den grondslag, den
godsdienst
Sommigen zouden helaas toch Oostindisch
doof daarvoor blijven; ik weet niet, wat hun
scheelt, of zij als baardelooze knapen zijn,
zonder ondervinding toch, één heldere
onbevangene blik in de wereld ontdekt dien
aangaande heel wat of zij ziende blind
willen blijven als eertijds de ongeloovige
Pharizeën en déaroin ook niet luisteren naar
de krachtige stem van den zwakken, ne—
gentigjarigen Herder der wereld, met wien
ieder mensch, hoe hoog verheven ook, reke
ning heeft te houden, ik weet het niet.
De getuigenis van den heer Heldt, die
verklaarde, dat het Neutraal Nederl. Werkl.
Verbond 't tegenovergestelde van succes had
gehad, want dat een //Patrimonium, een
Roornsch Katholieke Volksbond ra. a. w.
geloovige vereenigingen 'moesten worden opge
richt om het volk bijeen te houden, die
getuigenis zal ons niet noodig zijn.
Wij, zoo goed als de groote mannen, die
men zich op sociaal gebied met vasten tred
ziet voortbewegen, zullen wel tevreden zijn
tnet het woord des Pausen.
Het eerste en noodzakelijkste geneesmid
del van den ongezonden maatsehappelijken
toestand, een middel, dat andere middelen
niet uitsluit, dat echter tevens door andere
middelen nooit mag uitgesloten worden is
welde Godsdienst. Om den lezer tot vas
tere overtuiging dezer waarheid te brengen
laat ik mij in dö volgende regelen geheel
leiden door de zekere hand van Leo XIII.
Godsdienst in alles en boven alles.
Op den godsdienst moet gebouwd zijn het
krachtige, kerngezonde vereenigingsleveti.
Op den godsdienst moet rusten èn gezag
èn wetteu.
Betraden de patroons of liever de werk
gevers (patroon komt van het Latijnsche
woord pater, d. i. vader, dat allen dien
schoonen naam verdienden den weg van
den godsdienst, dan zoude een Leo XIII
niet spreken van oninenschelijke meesters, die
in zich een onverzadigbaren zucht voeden
naar geld, dan zou een alles verslindenden
woeker den leelijken kop, als van ijzer en
koper zoo hardvochtig, niet triomfantelijk
durven opheffen.
Waar geen godsdienst heerscht, elke blad
zijde van de geschiedenis bewijst het u, el
ke dag van uw leven kan het bevestigen,
daar heerscht harde slavernij, twist, onte
vredenheid, afgunst, wanorde.
Leert de godsdienst volgens de natuur
wet ons het verschil van stand niet eerbie
digen Leert hij ons niet, dat sinds de
engel des wraaks inet zijn vlammend zwaard
aan den ingang van 't schoone paradijs heeft
post gevat, arbeid noodzakelijk is geworden
tot uitboeting, beproeving en lijden gewild
zijn door God
Neen, zegt de godsdienst, de twee klassen
zijn niet verdeeld en vijandig, maar zij heb
ben jegens elkander rechten te eerbiedigen
en plichten te vervullen.
Gij arbeider zult den verplichten arbeid
ook leveren, geen schade aan nw patroon
berokkenen, slechte mensehen vluchten, die
u met fluweele woorden bedriegen. Gij
rijken moet weten, dat de werkman een eer
zaam werkman is en geen slaaf, dat hij geen
werktuig is tot winst, dat hij geestelijke
belangen heeft, die gij moet eerbiedigen en
behartigen, dat zijn stand geringer maar
daarom des te heiliger is, des te meer ge-
eerd en geëerbiedigd en beschermd moet
worden.
De godsdienst gaat nog verder en zegt
tot rijk en arm gij zijt zelfs vrienden, gij
streelt naar hetzelfde doel, naar een ander,
beter leven, daarvoor doorstaat gij beiden
beproevingen, en gij rijken voorzichtig
rijkdommen zijn u dikwijls eene hindernis...
gebruik ze ten algemeenen nutte, geef
van uw overvloed aan uwe broeders
zij zijn van geringeren stand, was ook dat
Jezus Christus niet?.... bestaat de echte
waarde van den mensch niet alleen in de
deugd?.... neigt God zich niet meer tot hen,
ilie met meer recht de handen opheffen en
zeggen „Onze Vader, die in de hemelen
zijt, geef ons heden het dagelijksch brood?...
Gij ziet het de godsdienst noemt rijken en
armen broederséén in hun Vader, één in
hun Broeder en Verlosser, allen zullen zij
erfgenamen zijn van het ééne rijk.
Godsdienst daarenboven roept, dwingt Gods
zegen af, vermindert den dorst naar rijk
dom en genoegens, stelt den mensch tevre
den met weinig en leert spaarzaam zijn,
roept instellingen in 't leven, rijk aan on
dersteuningen, zonder godsdienst zullen
alle middelen van menschelijke wijsheid
ij del blijken.
Ziet, een gebouw was opgetrokken op
hechte grondslagen de pijlers, die het droe
gen, als reuzen zoo sterk, stonden vast en
onbewegelijk, de kunstige lijnen rezen een
stemmig naar boven, verkondigdeu allen het
hemelsche, wezen den mensch naar boven
wolken en sterren, naar Goddie het reus
achtig kunstgebouw binnentrad voelde daar
iets van die verzadiging, die rust van Petrus,
sprekend laat ons 'lïiër drie tenten bouwen;
boven op dat gebouw schitterde een groot
gouden kruis.
Dat- gebouw was eens de maatschappij.
Sinds er beeldstormers kwamen, waggelden
de grondslagen en pijlers, werd alles, wat
van God getuigde omvergehaald, werd het
kruis vooral in duizend stukken vergruizeld,
men voelde er dan ook die vredige rust niet
meer en hier en daar liep men over niets
dan puinen. Dat is llians de maatschappij.
Voltaire en Rousseau togen aan 't vernie
len en sleepten ijzeren hakbijlen mede, de
revolutie-mannen voltooiden en zongen op de
puinen, terwijl de roode vlag wapperde, het
revolutie-lied.
Een onbetwistbaar feit is hetdoor den
godsdienst is de burgerlijke samenleving van
haar grondslagen af vernieuwd door den
godsdienst is de mensch gebracht op den
weg van waren vooruitgang door den
godsdienst zijn de volkeren van den dood
tot het leven geroepen en gevoerd tot eene
volmaaktheid, die men nooit te voren zoo
zag, die men in den loop der eeuwen nooit
zoo zien zal.
Men verjoeg langzaam den godsdienst uit
maatschappij, wetten, vereeniging, leger,
huisgezin, school, zelfs uit de tempels
écrasez l'infaraehoorde men de kinderen
des Satans knarsetanden
Wil nu de maatschappij genezen worden,
dan terug naar den godsdienst.
Zonder godsdienst baat al het werken en
tobben en zwoegen niets, bepaald niets.
A. S.
De Echo van het Zniden,
Waalwljksche en Laisslraalsrkr Courant,
i i
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Waalwijk brengen ter openbare kennis, dat ter
Gemeente-Secretarie ter inzage ligt een verzoek
met bijlagen van J. J. van Dooren, alhier, om
vergunning tot het daar stellen van een gasmotor
van 10 paardenkrachten in een looierij gebouwd
staande alhier kudastraal bekend in Sectie G,
No. 1966. 5
Op Zaterdag, den 31 dezer, des voormiddags te
elf uren, zal op het gemeentehuis gelegenheid
bestaan om bezwaren tegen dit verzoek in te
bi en gen en deze mondeling en schriftelijk toe te
lichter.
Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren
hebben, kunnen gedurende drie dagen, voor het
32.
Hij spande zijn gehoor in en vernam liet vol
gende gesprek, wawvau hij den inhoud grooten-
deels verstond.
Willen wij het nog cen3 met het slot be
proeven vroeg de één.
liat heeft toch geen nut, antwoordde de an
der, wij krijgen het niet open. Zou het niet
mogelijk zijn oiu op een andere manier binnen
te komen
Ik zei het n reeds het dak bestaat maar
nit opgespijkerde planken. Als het ons gelukt
met een breekijzer er eenige van los te krijgen,
dan kunnen wij er in komen, en als we klaar
zijn de planken weer vastspijkeien. Niemand
zal vermoeden, dat we er op die wijze binnen
gedrongen zijn.
Walewski had toen hij dit gesprek hoorde,
zijne ijzeren stang vastgegrepen en snel bij zich
zeiven overlegd, dat hij slechts met twee tegen
standers te doen had. Misschien gelukte het hem
beiden te overweldigen, want de verrassing der
bezoekers, die op zijn aanwezigheid niet verdacht
waren had hij in zijn voordeel. Als liet echter
eens één van her. gelukte te ontvluchten en
alarm te maken, wat dan
Ik ben niet voor dien weg door het dak
sprak nu de andere der beide mannen, we moe
ten dan de spijkers er weer inslaan, en ge weet
hoe het hier klinkt, zoodat allicht de andere
wacht boven ons het zou kunnen hooren. Wil
len wij het nog maar eens met het slot pro-
beeren
Ik dacht, dat ge van het slot wel genoeg
hadt, luidde het antwoord. De een der beide
mannen trad echter nog eenmaal op de deur toe
en drukte bij wijze van proef op de klink. Tot
zijne verbazing ging de denr open. Walewski
bemerkte, dat de beide arbeiders over deze om
standigheid geheel verbluft waren.
Hoe is dat mogelijk? vroeg de een. Giste
ren was iedere poging te vergeefs, de deur ging
bovengemelde tijdstip, op de Secretarie der Ge
meente kennis nemen van de ter zake ingekomen
schrifturen.
Waalwijk, den 17 Maart 1900.
Burgemeester en Wethouders voornd.,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIE MPT.
Den 29en Maart a. s. zal door de te Amsterdam
gevestigde Verccniging tot bevordering van klee-
ding van minvermogende kinderen van alle reli
giën, in deze gemeente eene collecte worden ge
houden, welke door den Burgemeester niet
wordt aanbevolen.
Waalwijk, 23 Maart 1900.
De Burgemeester van Waalwijk,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Waalwijk maken bekend dat de op heden door
hen vastgestelde kiezerslijst voor het dienstjaar
19001901, benevens de alpliabetische lijsten der
namen en voornamen van hen, die van de kie
zerslijst zijn afgevoerd en van hen, die daarop
zijn gebracht, van den 23sten .Maart tot en met
dén 21 sten April a. s. op de Secretarie der
Gemeente voor een ieder tei inzage worden ne-
dergf-legd en, tegen betaling der kosten, in af
schrift of afdruk verkrijgbaar worden gesteld.
Tot en met den 15den April a.s. i9 een ieder
bevoegd bij het Gemeentebestuur verbetering van
de bovengenoemde kiezerslijst te vragen, op grond
dut hij zelt of een aiider, in strijd met de wet,
daarop voorkomt, niet voorkomt of niet behoor
lijk voorkomt.
Het verzoekschrift kan op ongezegeld papier
worden gesteld.
Waulwijk, den 22sten Maart 1900.
Burgemeester en Wethouders voornd.,
De Burgemeester,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Seeretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
niet open. En nu orient zij zich zelf.
Gek antwoordde de ander, zij was niet ge
sloten, we zullen verzuimd hebben op de klink
te drukken, anders moest de deur ook gisteren
open gegaan zijn.
Zoo moet hetwelz'.jn antwoordde zijn met
gezel.
Hierop verdwenen beiden binnen de hut en
Walewski hoorde het klinken van geld, waaruil
hij terecht opmaakte, dat de mannen zich van
een gedeelte van het valsche geld voorzagen.
Een oogenblik vatte nij het plan op, naar be
neden te springen, de deur te sluiten en de bei
de mannen in de hut gevangen te houden, ln-
tusschen overlegde hij, dat dit hem weinig zou
baten, daar hij geen sleutel had om het slot van
buiten af te si uiten, en zoo wachtte hij ademloos
daar ieder geluid hem verraden kon tot
het den dieren behaagde, de hut weder te ver
laten.
Tot juist begrip van het bovenstaande diene,
dat de beide mannen niets anders dan wachters
waren welke de wacht voor den ingang hielden.
Angstig toch zorgden de aanvoerders der b,n-
de er voor, dat in de geheele streek geen enke!
valsch geldstuk werd uitgegeven. Deze werden
alleen door agenten in de groote steden van hel
land in koers gezet. Daarom kregen o()k de
deelnemers nooit valsch geld, maar hun aandeel
in de winst in echt geld en bankbiljetten. Deze
I eide wachters evenwel, schelmen van een bijzon
dere soort, maakten er geen gewetenszuak van ook
hun eigen makkers te bedriegen, de gelegenheid
om nu en dan hunne zakken met het mooie pas
aangemunte geld te vullen was al te verleidelijk.
Zij namen hun weg door de groote houten
deur die zij weder achter hun dicht sloten. Uit
hun gesprek had Walewski vernomen, dat er
vier en twintig uren sinds hun vorig bezoek
waren verloopen, want zij spraken van »gisteren".
Het was niet te denken, dat zij nu nog terug
komen zouden, nu zij hun doel hadden bereikt,
want Walewski begreep wel dat hunne hande
ling geene eerlijke was.
Flij meende dus niet te veel te wagen, indien
hij eens in de hut keek, om te zien, wat de be
zoekers uitgevoerd hadden. Hij liet zich naar
beneden zakken en waagde het zelfs een stukje
kaars met een lucifer aan te steken. Aan de
opeengehoopte stapels geldstukken was niet9 te
bemerken, de bezoekers schenen zoo verstandig
te zijn geweest, niet al te veel weg te nemen.
Hij lichtte in alle hoeken rond, om zoo moge
lijk nog eenig brood 'e vinden, want zijn voor
raad was op, doch hij ondekte niets eetbaars.
Wel vond hij aan eenige spijkers, rokken, hoeden
en mutsen zooals die door de werklieden in alle
streken gedragen worden en die waarschijnlijk
door de valsche munters hij den arbeid gedragen
werden. Hij overlegde, of hij niet zijn bij iede
re beweging hinderlijken huisjas tegen een kiel
zou verruilen en besloot daarbij ook een hoed te
nemen, daar hem een hoofddeksel ontbrak. Van
zijn huisjas maakte hij in zijn schuilplaats een
hoofdkussen. Hij handelde hierbij niet zonder
overleg. Indien het mogelijk was, dat Baruch
terugkwam, dan kon dit slechts plaats vinden,
als de valsche munters weder aan den arbeid wa
ren. Wilde Walewski zich dan met Baruch te
zamen onder de valsche munters bewegen, als
daartoe de mogelijkheid bestond dan mocht
hij vooral niet door zijne kleeding in het oog
loopen.
De honger pijnigde hem, maar zijn moed
scheen toe te nemen. Het scheen wel of, nu ook
hij voor de tweede maal niet ontdekt was, hij
er langzaamcrhand aan durfde gelooven, dat men
hem ten minste niet vervolgde, hoewel hij de
reden ervan niet kon begrijpen. Bovendien hield
de gedachte aan het beminde meisje zijn moed
staande. Juist zijne bemoeiingen met den huUjn9
hadden weder zijn gedaehten op Elize gevestigd
O, als hij haar nog slechts ééns kon terugzien
Nu, aan deze plaat9 der verschrikking gevoel
de hij eerst, hoe hij dit meisje beminde. Voor
zich in de duisternis zag hij de oogen, die zoo
vol angst en liefde op hem gerust hadden, hij
zag ze lichten als de leidssterren eener gelukkige
toekomst. Zou er nog een toekomst voor hem
bestaan
Hij sliep nu nog slechts korte poosjes, onder
broken door sluimeren en zenuwachtige opwin
ding, in welken toestand hem nu eeu9 zijn oogen
dan weder zijn ooren allerlei phantasieën voor
too verden. Hij moest zich dan ook eerst bezin
nen of hij werkelijk het knarsen van sloten ge
hoord had, ontstaan door het openen van de
houten deur. Inderdaad echter betraden twee
mannen, die mijnlampen droegen, het gewelf.
Zij hingen deze aan haken aan den wand en
begonren daarna vuur op den haard aan te leg
gen en dit met blaasbalgen aan te wakkeren
Het waren niet de beide bezoekers, die VValew
ski tweemalen gestoord hadden, ofschoon zij
eveneens de kleederen van arbeiders droegen.
Hij twijfel-Ie er geen oogenblik aan, dat deze
lieden de voorbereidende werkzaamheden voor
den arbeid verrichtten en in zijn hart begon
zich de hoop op bevrijding sllengs te verlevendi-
gen,
Zou Baruch terugkomen Hij luisterde inge
spannen naar het gesprek der beide mannen, dat
oveneens in het Poolsche grensdialect werd
grvoerd.
Zijt gc in Neustadt geweest? vroeg de
ééne.
Jawel, antwoordde de andere ik was bij
Peiser, omdat Koppenlingen niet te zien wa9 en
wij niet wisten of heden alsdan niet moest ge
werkt worden. Ik heb echter Peiser niet kunnen
spreken, en dus niets vernomen. Niemand weet.
waar hij heen is. Ook zijn dochter is op reis.
De meiden in huis wisten niets en de ongeluk
kige half gekke bloedverwant van Peiser is
spoorloos verdwenen.
Wanneer zijt ge er geweest?
Gisternainiddag.
Dat komt mij verdacht voor. Zou achter
dat algemeen verdwijnen soms een of ander ge
vaar schuilen
Dat geloof ik niet, want dan zou Koppen
hagen on9 wel op ééne f andere manier gewaar
schuwd hebben. Wij hebben hem weliswaar in
de laatste dagen ook' niet gezien, maar Rukow&-
ki heeft hem opgezocht, en als er gevaar bestond
hadden wij wel reeds bericht.
Toch vertrouw ik de zaak niet. Waarom
ia Peiser weg en heeft hij zijn dochter mede
genomen
Nu, over de dochter kon ik u in ieder ge
val inlichtingen geven, maar ge moet zwijgen
Natuurlijk, wat is er dan gebeurd
Rukowski heeft het mij verteld. Koppen
hagen heeft het meisje doen oplichten en weg
voeren.
Waarom heeft hij dat gedaan?
Dat weet ik niet. Misschien bevalt ze hem.
Het was altijd een knappe meid.
Neen dat geloof ik niet, dat zon Koppenha
gen uiet durven, en Peiser niet toelaten.
Het vervolg der campagne tegen Transvaal.
Sir Alfred Milner, de veelgenoemde hooge
commissaris van Kaapkolonie (die in deu
oorlog of juister ter uitlokking van den oor
log een bedenkelijke rol heeft gespeeld,
waarvoor hem een plaatsje toekomt naast de
heeren Chamberlain en Cecil Rhodes, als min
of meer bij eeu gewapend conflict geïnteres
seerden) heeft plotseling Kaapstad verlaten
zonder dat er iets stelligs verluid is van zijn
bestemming of van het doel van zijn plotse
linge reis. (de een meent dat hij naar Bloem-
fontein naar generaal Roberts is getogen,
doch andereu oordeelen dat een beraadslaging
tusschen de hoogste militaire en burgerlijke
autoriteiten onder de gegeven omstandigheden
volstrekt niet zoo noodig is). Het gaat met
de kolonne van generaal Plumer, die nu reeds
sinds weken doende is om Mafeking van het
noorden uit te bereiken, lang niet voorspoedig
naar het schijnt en ten noorden van Kim-
berley aan de Vaalrivier zijn de Boeren
klaarblijkelijk niet onfortuinlijk in hun ope
ratien tegen de voor Mafeking bestemde
outzettingsmacht der EngelschenVrijdag
avond deed een commando der Boeren onder
Oosthuizen van Krugersdorp een verkenning
van het kamp van Glencoe uit naar Ladysmith,
om zich op de hoogte te stellen van de po-
I
PM»——wmmmm
Wat geeft Koppenhagen daarom
Ge kent hem en ik geloof dat zelfs Peiser
bang voor hem is. Maar roer uw blaasbalg wat
harder, het vuur wil maar niet doorbranden.
Men kan zich de gevoelens van Walewski be
grijpen, terwijl hij dit gesprek aanhoorde. Elize
in gevaar, in de macht van een schurk en hij
weerloos, voor het oogenblik zelf in gevaar ver-
keerend, door zijne bekendheid met een ver
schrikkelijk geheim een smartelijken dood te
moeten sterven I Maar hij docht niet aan zich
zeiven 1 Hij dacht slechts aan de geliefde en zijn I
besluit stond vast, van het eer9te het beste!
oogenblik gebruik te maken, om den begaanba-
reu grond te bereiken en desnoods ten kos-e van
zijn eigen leven Elize op te zoeken en te be
vrijden.
In dit oogenblik voelde hij zijn moed stijgen,
voelde hij uit zijn hart alle vree6, alle bedenken
verdwijnen.
Er kwamen in den loop van het volgende
uur nog een tiental verschillende personen en
uit hunne gesprekken vernam Walewski, dut er
een groot aantal deelgenooten ontbrak, verder
dat aan den tweeden volgenden avond, als er
van Peiser en Koppenhagen geene berichten ge
komen waren, eene vergadering zou worden ge
houden. Daarna beguf men zich uan den arbeid.
De 8tempelmachines deden haar dol dreunen
hooren en helder klonken de gestempelde geld
stukken, die uit de machine sprongen. Blijkbaar
waren eenigen der arbeiders bezig evne nieuwe
machine te monteeren. Zij zetten althans gedeel
ten ineen, die in de werkplaats aanwezig waren
of door heu werden medegebracht.
Er werd intusschen niet Inng gewerkt.
Na ongeveer drie uren sprak een der arbeiders
die het commando scheen te hebben Maakt u tot
vertrekken gereed.
Overmorgeravond werken wij verder!
•Dadelijk hierop werden de lampen op twee na
uitgebluscht, zoodat. nu in de ruimte weinig
meer dan schemering heerschte. Een der werk
lieden begal zich toen met een lump naar de
deur, door zijn gezellen gevolgd, terwijl nog
enkelen achterbleven die iels aan den smeltketel
schenen te verrichten te hebben.
(Wordt vervolgd.)