Nummer 26.
Zondag 1 April 1900.
23e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
Eerste Blad.
Ons Geïllustieefd Zondagsblad,
De Deserteur
Oe Zuid-Afrikaansche oorlog.
ANÏOON T I E L E N,
De Toestand,
U i t geyek:
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Bekendmaking.
FEUILLETON.
WAALWIJK.
BEEgaBBBR
ho van het Zuiden,
en Langstraatsche Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o n n ejn e n t s r ij s per 3 maanden t O 75.
Franco per post door liet geheele rijk f0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
Ad verten tien 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Den abounds van het Geïllustreerd
Zondagsblad deelen wij mede, dat we
gens de enorme verhooging der papier prij
zeneen gevolg van de algemeen erkende
stijging van de waarde der grondstoffen
den prijs van dat blad voortaan, dus met
ingang van het 2e kwartaal 1900, eenigs-
zins moet worden verhoogd
Ofschoon de Illustratie uitermate goed
koop is en de prijs niet in verhouding tot
het vele dat zij biedt, zullen wij voor een
geheel kwartaal slechts 71Ji cent meer re
kenen.
Wij houden ons overtuigd dat niemand
onzer lezers die het Geïllustreerd Zondags
blad ontvangen en hetzelve hebben leeren
waardeeren oin zijn schat van keurige gra
vuren en belangwekkende verhalen in
den laatsteu tijd ook om de vele en kostba
re plat en betrekkelijk den oorlog zulk
een klein verschil te zwaar zal vallen en
daarom zich den eigendom van eene zoo
fraaie Illustratie zullen willen ontzeggen.
De prijs is dus te beginnen met het 2e
kwartaal 1900 f 0.37V2 of franco per post
f 0.45.
DE UITGEVERS.
COLLECTE.
Den 3en April a. s. zal door de te Amsterdam
gevestigde vereeniging tot ondersteuning van we
duwen van alle gezindten in deze gemeente eene
Collecte worden gehouden, welke door den Bur
gemeester NIET wordt aanbevolen.
Waalwijk, '29 Maart 1900.
De Burgemeester van Waalwijk,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
I.
Dreigende onweerswolken pakken zich
boven vele deelen van den aardbodem samen
en een gevoel van augst maakt zich van
ons meester, als wij ons de vraag stellen
„hoe is de toestand op het oogenblik
Terwijl dc vreeselijke, onrechtvaardige
slrijd nog voortwoedt in Zuid-Afrika tus-
schen de edele Boeren en het pei fide Albion,
en de voor vrijheid en recht strijdende repu
blieken opnieuw zwaar getroffen zijn door
het verlies van hun besten generaal en
warmen pa'riot Piet Joubert en de beëin
diging van den slrijd vooreerst nog niet i«
te verwachten, vertoonen zich wederom don
kere, o ïruslwckkende punten aan den po-
litieken gezichtseinder.
Juist heeft het vaste land van Europa,
met de machtige keizerrijken Rusland en
Duiischlaud aan 't hoofd, weer een bewijs
gegeven van hare machteloosheid tegenover
Engeland, of van haar onwil uit puur eigen
bi lang, om gezamenlijk den zwakkeren tegen
den gewetenioozen overweldiger te bescher
men, door de tusschenkomst in dezen wraak-
roepeuden krijg te weigeren.
Mogen we dit misschien ook beschouwen
als een der schitterende resultaten der Vre
desconferentie, die we over de geheele wereld
zien uitblinkeu.
Aile rijken ziet men land- en zeemacht
boven hunne krachten opvoeren, met koorts-
achtigen ijver wapenen zich allen, de nieuw
ste verdelgingswerktuigen worden aang -kocht
en beoefend, of de strijd over de geheele
wereld morgen zal ontbranden.
En waar is het, dat er dreigpunteu ge
noeg zijn.
Rusland dat vloot en leger geheel heeft
gemobiliseerd, dat van Turkije steeds door
concessies en stukken land vergt, zal die
eisohen tot 't laatst volhouden en heeft, om
hieraan kracht bij te zetten, 1/4 millioen
soldaten aan de grenzen geposteerd.
Geeft Turkije niet spoedig toe, dan zal
deze geweldige krijgsmacht het land binnen
stormen, alles verwoestend en dan zal de
Zieke Man, waar alle Mogendheden als
vraatzuchtige leeuwen ook op een stukje
loeren, zich zijn geheele gebied zien ontnemen.
Nü Engeland zijne macht grooteiuleels
in Zuid-Afrika heeft vastgezet, weet Rusland
hiervan te profiteeren. In Perzië ziet het
zijn invloed steeds grooter worden, iets,
waarnaar Engeland reeds zoo lang streefde.
In Afghanistan weet het Czarenrijk zijne
voordeelen te vinden, wat door de Engelsche
staatslieden met leede oogen wordt aange
zien, maar waartegen zij op 't oogenblik
zeer weinig kunnen uitrichten. Maar zal
het Britsche luipaard zich eenmaal uit het
Zuid-Afrikaansche net hebben ontward, dan
zal zijne woede zich tegen Rusland keeren
en zal het zich geene enkele beleediging of
tekortdoening laten welgevallen, die het
thans ook in China heeft moeten dulden.
In Marokko schijnt Engeland ook iets
tegen Frankrijk iu 't zin te hebbeu,
of omgekeerd, zal Frankrijk op Ruslands
voorbeeld ook zijne profijten uit den liuidi-
gen oorlog trachten te trekken. In Gibral
tar staan de Engelschen gereed, terwijl
Frankrijk zich ook wapent om op alle ge-
beurtelijkheden te zijn voorbereid.
Maar naar de laatste berichten voert Rus
land, dat den laatsten tijd zooveel van zich
doet spreken, ook nog wat meer in 't schild.
Het trekt eene zeer aanzienlijke vlootmacht
in de Chineesche wateren bijeen, terwijl
talrijke troepenzendingen te Port-Arthur e. a.
aankomen, alles in verband met zijn plan
om een der Koreaansche eilanden te bezet
ten, wat voor het Czarenrijk, dat zich tegen
woordig overal weet te nestelen, van zeer
groot strategisch belang zou zijn.
Japan, d.t rechten op Korea bezit, Japan
het machtige rijk van 't Oosten, dat zich
in toenemenden bloei, beschaving en invloed
mag verheugen, kan natuurlijk niet lijdelijk
toezien en zal dc uitvoering van deze plan
nen als oorlogsdaad beschouwen en beant
woordt Ruslands pogingen met oproepen en
uitzenden van een geweldige vloot- en leger
macht.
Ziedaar in 't kort de wrijfpunten, die
tot eene vreeselijke uitbarsting aanleiding
kannen geven. Niemand zal ontkennen, dat
de toestand alles behalve rooskleurig is.
De eene oorlog is nog aan den gang,
men ziet er de verschrikkelijkheden van in
al zijnen omvang en nog is zulks niet in
staat de machtigen dezer aarde tot inkeer
te bewegen, want een andere oorlog staat
misschien op 't punt uit te breken.
O schoone beschaving der 19e eeuw.
O eeuw der vredesconferentie, met recht
genoemd het grootste fiasco der 19e eeuw.
Wat heerlijke resultaten hebt gij opgeleverd
Maar laat ons de hoop niet opgeren, ver
trouwen we dat alle thans hangende geschil
punten en dreigementen vreedzaam mogen
worden opgelost, al is dit nu niet zoo te
verwachten.
De toekomst is en blijft donker.
34.
Rothmann luisterde niet meer naar deze hoo-
nende woorden van Koppenhagen, doch verliet
de kamer, om zich naar de bovenkamer te bege
ven, waar hij Werkner aantrof.
Heeft hij iets bekend vroeg deze.
Neen, zei Rothmann, hij is een zoo dicht
gesloten schurk, als er zelden een ge onden
wordt, noch verzoeken, noch bedreigingeu kunnen
hem bewegen iets los te lateD. Hij moet ver
moeden in welke positie wij ons bevinden, en
dat wij met zijn gevangenneming zoo goed als
niets bereikt hebben. Wal kan tegen hem wor-
den aangevoerd? 'Niets dan de beschuldigingen
van Wolf en deze is ten slotte zijn medeplichtige.
Wij hebben hem nóch valsch geld zien uilge
ven, nóch anderen duartoe zien aanzetten, en als
wij de lieden die verdachten omgang met hem
hadden, gevangen nemen, bereiken wij niets, want
deze zullen mede alles loochenen. Voor het op
lichten der bende is het vinden der werkplaats
hoofdzaak, zoo ook der machines, die bij liet
stempelen worden gebruikt en van liet aangemun-
te geld, anders heeft de geheele zaak geen doel
en is alles een mislukte geschiedenis.
Gij moet niet zoo wanhopen, collega, gij
hebt immers altijd uw doel wel bereikt!
Ik ben u dankbaar voor uw troost, maar niet
gerustgesteld. Nu heb ik letterlijk niets bereikt.
Ja, toen ik u hierheen liet komen, toen Wolf
bewilligde, dat gij onder het masker der ver
wachte zuster zoudt komen, meende ik veel ge
wonnen te hebbeu, ik geloofde, dat niets onze
plannen meer kon dwarsboomen, en nu is de
zaak zoo geheel anders geloopen, gij kunt u
voorstellen, hoe mij dit teleurstelt I
Terwijl Rothmann nog sprak, was Wolf binnen
getreden cn meldde Er is een man beneden, die
Koppenhagen zoekt, daar hij hem sinds eenige
dagen niet ontmoet heeft, liet is een bergwerker
R-okowski gcheeten, dien ik ken en van wien ik
weet, dat hij zeer vertrouwelijk met Koppenha
gen omgaat. Hij beweert, dat hij hem iets zeer
gewichtigs te vragen heeft. Wat moet met dien
man gebeuren
Een fatale zaak! antwoordde Rothmann. Kent
gij dezen Rukowski nader?
Ja, antwoordde Wolf. ik ken hem, zooals
reeds gezegd, was hij met Koppenhagen zeer be
kend en stond bij in diens bijzondtren dienst!
Rothmann dacht een oogenblik na, toen scheen
hij plotseling een besluit genomen te hebben
Hij ging met Werkner ter zijde en ze.de daar
na tot Wolf: Breng den mm boven; misschien
zendt hem de hemel I
Als hij een vertrouwde van Koppenhagen is,
gelukt het ons misschien iets van hem te weten
te komen. In het ergste geval honden wij hem
als verdacht gevangen.
Wolf ging naar beneden en keerde na eenigen
tijd met Rukowski terug, die zeer verbaasd
scheen, toen hij twee vreemdelingen voor zich
zag. Intusschen groette hij hen zeer onderdanig
toeu Wolf hem zei Dit zijn de beide vrienden
van den heer Koppenhagen, van wie ik u sprak.
De heer Koppenhagen is op reis en wel op
bevel van deze hceren, die gij ook gehoorzaam
heid verschuldigd zijt De man vruagt namelijk
of er morgen moet gewerkt worden zeide Wolf
verder, terwijl hij zich tot Rothmann wendde en
dezen een beteekenis vollen blik toewierp.
Zeker moet er morgenavond gewerkt wor
den antwoordde Rothmann. zeker, meer nog dan
anders, en wij zullen zelf bij den arbeid tegen
woordig zijn, want wij moesten ons nu eenmaal
nauwkeurig op de hoogte stellen. Gij zult ons,
naar wij vertrouwen, wel mede willen nemen?
Neen, antwoordde Rukowski, gij weet zeer
wel, dat ik dit niet doen mag, zonder bevel of
teeken van Koppenhagen.
Flink gesproken antwoordde Rothmann. Is
dit voldoende
Hii voelde in zijn zak en toonde Rukowski den
zegelring van Koppenhagen met den hondekop.
Rukowski bekeek den ring en antwoordde:
Dat is voldoende. Ik zie nu, dat de heeren
werkelijk vrienden van den heer Koppenhagen
zijn.
Wij wilden u dan ook alleen op de proef
stellen, zeide Rothmann met een vriendelijk laeli-
je, en het verheugt mij, dat gij die proef zoo
goed doorstaan hebt.
Be dood van Joubert en de voortzetting
van den oorlog
Zóó dikwerf reeds is het gerucht van de
dood van generaal Piet Joubert, den opper
bevelhebber van der Boeren legermacht (nu
eens tengevolge van bekomen verwondingen,
dan weder tengevolge van ziekte) tot ons
doorgedrongen over Louren^o Marquez en
zoozeer waren ze er van overtuigd, dat het
overlijden van dezen geweldigen legenstander,
den Britten bijzonder naar den zin zou moe
ten wezen, juist nu er geen mannetjes gemist
kunnen worden aan de zijde van de strijders
voor vrijheid en or afhankelijkheid, dat de
eerste mededeeling Woensdag in den voor
avond, geen geloof en geen vertrouwen vond;
waarschijnlijk zou weder een of andere corres
pondent, die in deze dagen van malaise op
het gebied van oorlogsnieuws zich eens bij
zonderlijk onderscheiden wilde tegenover zijn
uitgever, den weuseh maar weer eens voor
de werkelijkheid hebben genomen
Doch het droeve, het terneerslaande nieuws
is ditmaal maar al te juist gebleken generaal
Joubert omtrent wien we nog zoo pas
hadden vernomen, dat hij van Kroonstad (de
nieuwe hoofdstad van Oranje Vrijstaat) "aar
Pretoria was teruggekeerd in voorbereiding
van zijn nieuw vertrek naar Natal, waar 'net
elk oogenblik tot een treffen kan komen
tusschen de Britten onder generaal Redvers
Buller en de Boeren, die zich verschanst
hebben in de Drakens- en Biggarsbergen
Jo ibert, die nog Zondag 1.1. in de hoofdstad
van Transvaal een openbare godsdienstoe
fening bijwoonde, is na een kortstondige
ongesteldheid Dinsdagavond, kort voor mid
dernacht overleden, tengevolge van een acute
nieraandoeningheel het land verkeert in
rouw, over den dood van een, wiens gemis
niet is aan te vullen door toewijding en ijver
van anderen en wiens dood dus in werke
lijkheid kan geheeten worden een onherstel
baar verlies voor de boudgenooteu die staan
aan den vooravond van een geweldigen
worstelstrijd, waarbij alle krachten zullen
moeten worden ingespannen en waarbij een
man van het gezag van de ervariDg en vau
het doorzicht van een Piet Joubert, van
groote, van onschatbare waarde moest worden
geoordeeld
En hedeu zou het stoffelijk overschot van
den als mensch en als krijgsman gelijkelijk
geeerbiedigden en gewaardeerde» man, reeds
overgebracht worden naar het familiegraf op
de hoeve in het Wakkerstroom-district
Pretoria rouwt over den dood vau den
trouwen vaderlander, den dapperen generaal
en den oprechten man van eer
Vóór eenige maanden heette het, dat
generaal Joubert nabij Ladysmith zou geirof
Daarna tastte hij weder in zijn zak en over
handigde Rukowski uit eene portefeuille een
bankbiljet van vijf en twintig thaler. Dat is,
zeide hij, voor u, omdat gij de proef zoo glans
rijk hebt doorstaou.
Rukowski nam het geld dankbaar lachend aan
en kuste nanr Poolsch gebruik uls blijk van
dank den rukzoom van Rothmann. Indien er
iets noodig ware geweest om bij Rukowski alle
spoor van verdenking te doen verdwijnen, dan
zou het dit bankbiljet geweest zijn.
Bovendien zijn wij niet geheel onbekend
ook met de verdere omstandigheden antwoord
de Rothmann met een kloppend hart, want
de proef was een groot waagstuk. Wij vertoo
nen u dit, om u te doen zien, welk een groot
vertrouwen de heer Koppenhagen ons schenkt.
llij spreidde den in Koppenhageu's woning
gevonden plattegrond voor Rukowski uit en
wachtte gespannen, wat het gevolg zou zijn,
want er zou veel verloren zijn, indien hij zich
eens had vergist.
Ge hebt toch wel kennis van dergelijke
teekeniagen, vroeg Rothmann nog als terloops.
O, ja, antwoordde Rukowski, ik ben vroeger
timmerman in de bergwerken geweest, en heb
toen ook naar teekeningen moeten werken. Dit
is inderdaad een zeer nauwkeurig plan. Hier is
het huis in Steinbrüch, daar het woud, daar de
weg naar Rudow. daar de weg naar Myslowitz;
hier staan de stempclmachines, hier de smeltketel
alles in orde. Het plan is zeer goed. Rothmann
en Werkner hadden wel van blijdschap willen op
springen, daar zich hun vermoeden had beves
tigd.
Er wordt dus morgenavond gewerkt?
Ja, antwoordde Rukowski, als ik tenminste
geen tegenbericht krijg.
Dat is niet noodig, antwoordde Rothmann er
moet integendeel langer gewerkt worden dan
vroeger. Koppenhagen zal u dat ook zeggen, als
hij morgen terugkomt.
Hoe laat begint morgen het werk?
Tegen acht uur sprak Rukowski, dan zijn
allen bijeen.
Hebt ge nu nog ifts belangrijks te doen
vroeg Rothmann zoo onverschillig mogelijk aan
Rukowski.
Neen antwoordde deze.
Nu, dan zou het ons aangenaam zijn, dat
ge hier bleeft, daar we misschien nog één en
ander met u te bespreken hebben. Ge zult u
hier niet vervelen en ik zal u bij Koppenhagen
aanbevelen, want ge zijt een flink en vertrouw
baar man en ge zult wel gelooven, dat mijn raad
bij Koppenhagen iets beteekent.
Mijnheer heeft slechts te bevelen, sprak Ru
kowski onderdanig terwijl hij weder den rok-
zoora van Rothmann kuste.
Deze had Wolf van «e voren iets in het oor
gefluisterd en deze verscheen thans met een maal
en eenige flesschen wijn, die hij spoedig uit de
dorpsherberg gehaald had. Het is nu tien uur,
zeide Rothmann. Gij kunt bij dezen heer hier
boven den nacht doorbrengen, terwijl ik beneden
nog enkele brieven moet schrijven. Opdat de
tijd u niet te lang zal vallen, heb ik voor een
klein souper laten zorgen.
Werkner knipte met de oogen, om aan te
duiden, dat hij begreep, wat Rothmann bedoelde
en weldra zat hij met Rukowski in het kleine
bovenkamertje. Rukowski naar het scheen in de
beste stemming wegens het geschenk in geld en
het uitzicht bij Koppenhagen geprezen te worden,
en Werkner hem voortdurend inschenkend.
Wolf en Rothman stonden in de keuken bijeen
en de laatste kon z'.ju blijdschap bijna niet in
binden.
God zij geloofd en geprezen, nu hebben
wij de gansche bende! riep hij uit. loen Ru
kowski mij bij het bezichtigen van den platte
grond op Steinbrüch wees cn de wegen naar
Rudow en Myslowitz noemde, vielen mij als het
ware de schellen van de oogen. Toen herkende
ik de plaats nauwkeurig, die ik trouwens dik
wijls genoeg voorbijgegaan ben. Morgenavond
hebben we de geheele bende in de val, en krijgen
wij se, zelfs al zon Rukowski weigeren ons den
weg te wijzen. Nu, Wolf, bezorg mij dadelijk
een wagen, die mij aan den uitgang van het
dorp wachten moet. Ik moet dadelijk weg, om
de noodige beschikkingen voor morgenavond te
treffen. Als gij terugkomt, zal ik u mijne in
structies geven, waarnaar gij en Werkner morgen
te handelen hebt, want wij zullen elkaar voor dien
tijd wel niet weêrzien I
XVI
Elize kwam na haar vlucht uit het huis van
Wolf reeds na korten tijd in het woud. Zij
fen zijn door een granaatscherf en dat hij op
den Umbulwanaberg aan de gevolgen zou zijn
overleden, terwijl verder 4door heel rijkelijk
met fantasie begaafde Britsche oorlogscorres
pondenten, verteld werd, dat het stoffelijk
overschot van den generaal in alle stilte en
onder het diepste geheim zou zijn ter aarde
besteld, ten einde voor de burgers zijn dood
geheim te kunnen houden en dus te kunnen
voorkomeu ontmoediging en wauhoop onder
de strijders der beide republieken, die in den
hoofdaanvoerder het meest volkomen vertrou
wen stelden, zich lieten biologeeren door zijn
roemrijk verleden en door zijn onbeperkt
vertrouwen in de toekomst.
Moet men dan nu tot de gevolgtrekking
komen, dat met den dood van Piel Joubert
de groote zaak der Boeren een schok heeft
gekregen, welken zij niet meer zal te boven
komen, waarvan de directe gevolgen voor
hen veel ernstiger en voor de Britten dus
verblijdender zullen zijn dan de capitulatie
van Cronjé met alles wat daaraan is voor
afgegaan tn er onmiddellijk op is gevolgd
Volstrekt niet rouw, smart, droefenis en
spijt kan er zijn, doch ontmoediging niet
Jouberis naam zal in de geschiedenis ver
bonden blijven aan dezen reuzenworstelstrijd
van een klein volk, dat zijn vrijheid wilde
behouden. Generaal Joubert is heengegaan
op het oogenblik, waarop door hem en zijn
strijdmakkers nog met vertrouwende oogen
in de toekomst werd geblikt. Joubert moet
op zijn sterfbed nog geloofd hebben aan de
overwinning in het eind van den strijd,
omdat hij een dapper en geloovig man was.
Ook zijn optreden als legeraanvoerder in
den tegenwoordige» oorlog heeft vriend en
vijand, krijgsdeskundige» als leeken, bewon
derend zijn talenten als veldheer doen
prijzen. Zijn aanvallend optreden buiten het
grondgebied der Republieken, vooral de strijd
in Natal, waar hij persoonlijk het bevel
voerde, zijn krijgsraansdaden geweest, waar
over naderhand de geschiedenis de lofbazuin
zal steken.
Bij het onverwacht overlijden van den
opperbevelhebber der vereenigde Transvaal-
sche en Vrijstaatsche legers, is het niet het
oogenblik om bespiegelingen te houden over
de commandanten, die in de termen valle.i,
den gestorven commandant-generaal op dit
moeielijke tijdstip op te volgen. Toch kan
verklaard worden, dat tot dusver in dezen
heldenstrijd reeds genoegzaam gebleken is
dat de Republieken over een aantal wakkere
mannen, kloek van hoofd, helder van inzicht
en toegerust met een als het ware aangeboren
krijgsmansinstinct, kunnen beschikken. In een
interview met. dr. Leyds, toen het gerucht
van Joubert's dood liep, noemde de gezant
van Transvaal in Europa als vermoedelijk
opvolger öf Piet Cronjé, óf Lucas Meyer, den
vroegere» president van de Nieuwe Repu
bliek. Maar ook Smuts, die juist tot comman-
snelde echter ook hier nog voort, zoo snel hare
voeten haar dragen wilden, om mogelijke vervol
gers te ontgaan. Hier en daar met haar mantel
in de onderste takken verward gerakend, door
struiken en afhangende twijgen, dikwijls pijnlijk
getroffen, dacht zij er evenwel niet aan een ge-
baanden weg op te zoeken, daar zij zich op
dezen veiliger waande. Zij vreesde nu tegelijk-
tijdig zoowel de vervolging der politie als een
ontmoeting met de valsche munters, want in
beide gevallen had men haar wellicht opgehou
den, en haar eenig streven was juist vooruit te
komen om zoo mogelijk nog te redden wat ge
red kon worden.
In de eerste [plaats wilde zij haar vader waar
schuwen, als het niet te laat was, tot de vlucht
bewegen, voorts echter dacht zij ook aan de
redding van Walewski. Zij hoopte hem thans
eerder te kunnen bevrijden dan vroeger, als het
althans Baruch nog niet gelukt was. In dit ge
val wilde zij zich haar vader tot bondgenoot
maken, wien zij toch reeds tot zijne eigen waar
schuwing moest mededeeleo, dat zij met het
grootste gedeelle zijner geheimen bekend was.
Weliswaar had Koppenhagen haar gezegd, dat
haar vader ontvlucht was, en was dit waarheid,
dan was dit voor haren vader te beter en bevond
hij zich in veiligheid, maar kon er op de bevrij
ding van Walewski met minder zekerheid gere
kend worden.
Maar Elize wilde naar Neustadt zoo spoedig
mogelijk en zij wist niet eens in welke richting
de °stad lag. Zij zag, na ongeveer een uur te
hebben rondgedoold, in, dat hel doelloos zou zijn
in het bosch te blijven loopen, dat zij moest
trachten een wagen te krijgen, wilde zij Neustadt
ten spoedigste bereikeD. Kerst overtuigde zij er
zich van, dat zij het geld behouden had, dat zij
bij zich stak, toen Rukowski haar zoo plotseling
kwam afhalen, en deze overtuiging wakkerde
haren moed weder eenigzins aan.
Aan hare linkerzijde vernam zij het gedruisch
vaD wagens en paarden en sloeg dus den weg daar
heen in, waardoor zij weldra op den straatweg
kwam. Nog aarzelde zij dezen te betreden, daar zij
eehter dicht in de nabijheid een klein alleen
staand huisje bemerkte, dat aan het begin van
een dorp scheen te staan, besloot zij eindelijk den
weg te vragen, en te trachten een wagen te krij-
gVi. Zij vond in het huisje niets dan een tame-