Nummer 26. Zondag 1 April 1900. 23e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, Eerste Blad. Ons Geïllustieefd Zondagsblad, De Deserteur Oe Zuid-Afrikaansche oorlog. ANÏOON T I E L E N, De Toestand, U i t geyek: Dit nummer bestaat uit twee bladen. Bekendmaking. FEUILLETON. WAALWIJK. BEEgaBBBR ho van het Zuiden, en Langstraatsche Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A b o n n ejn e n t s r ij s per 3 maanden t O 75. Franco per post door liet geheele rijk f0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Ad verten tien 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Den abounds van het Geïllustreerd Zondagsblad deelen wij mede, dat we gens de enorme verhooging der papier prij zeneen gevolg van de algemeen erkende stijging van de waarde der grondstoffen den prijs van dat blad voortaan, dus met ingang van het 2e kwartaal 1900, eenigs- zins moet worden verhoogd Ofschoon de Illustratie uitermate goed koop is en de prijs niet in verhouding tot het vele dat zij biedt, zullen wij voor een geheel kwartaal slechts 71Ji cent meer re kenen. Wij houden ons overtuigd dat niemand onzer lezers die het Geïllustreerd Zondags blad ontvangen en hetzelve hebben leeren waardeeren oin zijn schat van keurige gra vuren en belangwekkende verhalen in den laatsteu tijd ook om de vele en kostba re plat en betrekkelijk den oorlog zulk een klein verschil te zwaar zal vallen en daarom zich den eigendom van eene zoo fraaie Illustratie zullen willen ontzeggen. De prijs is dus te beginnen met het 2e kwartaal 1900 f 0.37V2 of franco per post f 0.45. DE UITGEVERS. COLLECTE. Den 3en April a. s. zal door de te Amsterdam gevestigde vereeniging tot ondersteuning van we duwen van alle gezindten in deze gemeente eene Collecte worden gehouden, welke door den Bur gemeester NIET wordt aanbevolen. Waalwijk, '29 Maart 1900. De Burgemeester van Waalwijk, K. DE VAN DER SCHUEREN. I. Dreigende onweerswolken pakken zich boven vele deelen van den aardbodem samen en een gevoel van augst maakt zich van ons meester, als wij ons de vraag stellen „hoe is de toestand op het oogenblik Terwijl dc vreeselijke, onrechtvaardige slrijd nog voortwoedt in Zuid-Afrika tus- schen de edele Boeren en het pei fide Albion, en de voor vrijheid en recht strijdende repu blieken opnieuw zwaar getroffen zijn door het verlies van hun besten generaal en warmen pa'riot Piet Joubert en de beëin diging van den slrijd vooreerst nog niet i« te verwachten, vertoonen zich wederom don kere, o ïruslwckkende punten aan den po- litieken gezichtseinder. Juist heeft het vaste land van Europa, met de machtige keizerrijken Rusland en Duiischlaud aan 't hoofd, weer een bewijs gegeven van hare machteloosheid tegenover Engeland, of van haar onwil uit puur eigen bi lang, om gezamenlijk den zwakkeren tegen den gewetenioozen overweldiger te bescher men, door de tusschenkomst in dezen wraak- roepeuden krijg te weigeren. Mogen we dit misschien ook beschouwen als een der schitterende resultaten der Vre desconferentie, die we over de geheele wereld zien uitblinkeu. Aile rijken ziet men land- en zeemacht boven hunne krachten opvoeren, met koorts- achtigen ijver wapenen zich allen, de nieuw ste verdelgingswerktuigen worden aang -kocht en beoefend, of de strijd over de geheele wereld morgen zal ontbranden. En waar is het, dat er dreigpunteu ge noeg zijn. Rusland dat vloot en leger geheel heeft gemobiliseerd, dat van Turkije steeds door concessies en stukken land vergt, zal die eisohen tot 't laatst volhouden en heeft, om hieraan kracht bij te zetten, 1/4 millioen soldaten aan de grenzen geposteerd. Geeft Turkije niet spoedig toe, dan zal deze geweldige krijgsmacht het land binnen stormen, alles verwoestend en dan zal de Zieke Man, waar alle Mogendheden als vraatzuchtige leeuwen ook op een stukje loeren, zich zijn geheele gebied zien ontnemen. Nü Engeland zijne macht grooteiuleels in Zuid-Afrika heeft vastgezet, weet Rusland hiervan te profiteeren. In Perzië ziet het zijn invloed steeds grooter worden, iets, waarnaar Engeland reeds zoo lang streefde. In Afghanistan weet het Czarenrijk zijne voordeelen te vinden, wat door de Engelsche staatslieden met leede oogen wordt aange zien, maar waartegen zij op 't oogenblik zeer weinig kunnen uitrichten. Maar zal het Britsche luipaard zich eenmaal uit het Zuid-Afrikaansche net hebben ontward, dan zal zijne woede zich tegen Rusland keeren en zal het zich geene enkele beleediging of tekortdoening laten welgevallen, die het thans ook in China heeft moeten dulden. In Marokko schijnt Engeland ook iets tegen Frankrijk iu 't zin te hebbeu, of omgekeerd, zal Frankrijk op Ruslands voorbeeld ook zijne profijten uit den liuidi- gen oorlog trachten te trekken. In Gibral tar staan de Engelschen gereed, terwijl Frankrijk zich ook wapent om op alle ge- beurtelijkheden te zijn voorbereid. Maar naar de laatste berichten voert Rus land, dat den laatsten tijd zooveel van zich doet spreken, ook nog wat meer in 't schild. Het trekt eene zeer aanzienlijke vlootmacht in de Chineesche wateren bijeen, terwijl talrijke troepenzendingen te Port-Arthur e. a. aankomen, alles in verband met zijn plan om een der Koreaansche eilanden te bezet ten, wat voor het Czarenrijk, dat zich tegen woordig overal weet te nestelen, van zeer groot strategisch belang zou zijn. Japan, d.t rechten op Korea bezit, Japan het machtige rijk van 't Oosten, dat zich in toenemenden bloei, beschaving en invloed mag verheugen, kan natuurlijk niet lijdelijk toezien en zal dc uitvoering van deze plan nen als oorlogsdaad beschouwen en beant woordt Ruslands pogingen met oproepen en uitzenden van een geweldige vloot- en leger macht. Ziedaar in 't kort de wrijfpunten, die tot eene vreeselijke uitbarsting aanleiding kannen geven. Niemand zal ontkennen, dat de toestand alles behalve rooskleurig is. De eene oorlog is nog aan den gang, men ziet er de verschrikkelijkheden van in al zijnen omvang en nog is zulks niet in staat de machtigen dezer aarde tot inkeer te bewegen, want een andere oorlog staat misschien op 't punt uit te breken. O schoone beschaving der 19e eeuw. O eeuw der vredesconferentie, met recht genoemd het grootste fiasco der 19e eeuw. Wat heerlijke resultaten hebt gij opgeleverd Maar laat ons de hoop niet opgeren, ver trouwen we dat alle thans hangende geschil punten en dreigementen vreedzaam mogen worden opgelost, al is dit nu niet zoo te verwachten. De toekomst is en blijft donker. 34. Rothmann luisterde niet meer naar deze hoo- nende woorden van Koppenhagen, doch verliet de kamer, om zich naar de bovenkamer te bege ven, waar hij Werkner aantrof. Heeft hij iets bekend vroeg deze. Neen, zei Rothmann, hij is een zoo dicht gesloten schurk, als er zelden een ge onden wordt, noch verzoeken, noch bedreigingeu kunnen hem bewegen iets los te lateD. Hij moet ver moeden in welke positie wij ons bevinden, en dat wij met zijn gevangenneming zoo goed als niets bereikt hebben. Wal kan tegen hem wor- den aangevoerd? 'Niets dan de beschuldigingen van Wolf en deze is ten slotte zijn medeplichtige. Wij hebben hem nóch valsch geld zien uilge ven, nóch anderen duartoe zien aanzetten, en als wij de lieden die verdachten omgang met hem hadden, gevangen nemen, bereiken wij niets, want deze zullen mede alles loochenen. Voor het op lichten der bende is het vinden der werkplaats hoofdzaak, zoo ook der machines, die bij liet stempelen worden gebruikt en van liet aangemun- te geld, anders heeft de geheele zaak geen doel en is alles een mislukte geschiedenis. Gij moet niet zoo wanhopen, collega, gij hebt immers altijd uw doel wel bereikt! Ik ben u dankbaar voor uw troost, maar niet gerustgesteld. Nu heb ik letterlijk niets bereikt. Ja, toen ik u hierheen liet komen, toen Wolf bewilligde, dat gij onder het masker der ver wachte zuster zoudt komen, meende ik veel ge wonnen te hebbeu, ik geloofde, dat niets onze plannen meer kon dwarsboomen, en nu is de zaak zoo geheel anders geloopen, gij kunt u voorstellen, hoe mij dit teleurstelt I Terwijl Rothmann nog sprak, was Wolf binnen getreden cn meldde Er is een man beneden, die Koppenhagen zoekt, daar hij hem sinds eenige dagen niet ontmoet heeft, liet is een bergwerker R-okowski gcheeten, dien ik ken en van wien ik weet, dat hij zeer vertrouwelijk met Koppenha gen omgaat. Hij beweert, dat hij hem iets zeer gewichtigs te vragen heeft. Wat moet met dien man gebeuren Een fatale zaak! antwoordde Rothmann. Kent gij dezen Rukowski nader? Ja, antwoordde Wolf. ik ken hem, zooals reeds gezegd, was hij met Koppenhagen zeer be kend en stond bij in diens bijzondtren dienst! Rothmann dacht een oogenblik na, toen scheen hij plotseling een besluit genomen te hebben Hij ging met Werkner ter zijde en ze.de daar na tot Wolf: Breng den mm boven; misschien zendt hem de hemel I Als hij een vertrouwde van Koppenhagen is, gelukt het ons misschien iets van hem te weten te komen. In het ergste geval honden wij hem als verdacht gevangen. Wolf ging naar beneden en keerde na eenigen tijd met Rukowski terug, die zeer verbaasd scheen, toen hij twee vreemdelingen voor zich zag. Intusschen groette hij hen zeer onderdanig toeu Wolf hem zei Dit zijn de beide vrienden van den heer Koppenhagen, van wie ik u sprak. De heer Koppenhagen is op reis en wel op bevel van deze hceren, die gij ook gehoorzaam heid verschuldigd zijt De man vruagt namelijk of er morgen moet gewerkt worden zeide Wolf verder, terwijl hij zich tot Rothmann wendde en dezen een beteekenis vollen blik toewierp. Zeker moet er morgenavond gewerkt wor den antwoordde Rothmann. zeker, meer nog dan anders, en wij zullen zelf bij den arbeid tegen woordig zijn, want wij moesten ons nu eenmaal nauwkeurig op de hoogte stellen. Gij zult ons, naar wij vertrouwen, wel mede willen nemen? Neen, antwoordde Rukowski, gij weet zeer wel, dat ik dit niet doen mag, zonder bevel of teeken van Koppenhagen. Flink gesproken antwoordde Rothmann. Is dit voldoende Hii voelde in zijn zak en toonde Rukowski den zegelring van Koppenhagen met den hondekop. Rukowski bekeek den ring en antwoordde: Dat is voldoende. Ik zie nu, dat de heeren werkelijk vrienden van den heer Koppenhagen zijn. Wij wilden u dan ook alleen op de proef stellen, zeide Rothmann met een vriendelijk laeli- je, en het verheugt mij, dat gij die proef zoo goed doorstaan hebt. Be dood van Joubert en de voortzetting van den oorlog Zóó dikwerf reeds is het gerucht van de dood van generaal Piet Joubert, den opper bevelhebber van der Boeren legermacht (nu eens tengevolge van bekomen verwondingen, dan weder tengevolge van ziekte) tot ons doorgedrongen over Louren^o Marquez en zoozeer waren ze er van overtuigd, dat het overlijden van dezen geweldigen legenstander, den Britten bijzonder naar den zin zou moe ten wezen, juist nu er geen mannetjes gemist kunnen worden aan de zijde van de strijders voor vrijheid en or afhankelijkheid, dat de eerste mededeeling Woensdag in den voor avond, geen geloof en geen vertrouwen vond; waarschijnlijk zou weder een of andere corres pondent, die in deze dagen van malaise op het gebied van oorlogsnieuws zich eens bij zonderlijk onderscheiden wilde tegenover zijn uitgever, den weuseh maar weer eens voor de werkelijkheid hebben genomen Doch het droeve, het terneerslaande nieuws is ditmaal maar al te juist gebleken generaal Joubert omtrent wien we nog zoo pas hadden vernomen, dat hij van Kroonstad (de nieuwe hoofdstad van Oranje Vrijstaat) "aar Pretoria was teruggekeerd in voorbereiding van zijn nieuw vertrek naar Natal, waar 'net elk oogenblik tot een treffen kan komen tusschen de Britten onder generaal Redvers Buller en de Boeren, die zich verschanst hebben in de Drakens- en Biggarsbergen Jo ibert, die nog Zondag 1.1. in de hoofdstad van Transvaal een openbare godsdienstoe fening bijwoonde, is na een kortstondige ongesteldheid Dinsdagavond, kort voor mid dernacht overleden, tengevolge van een acute nieraandoeningheel het land verkeert in rouw, over den dood van een, wiens gemis niet is aan te vullen door toewijding en ijver van anderen en wiens dood dus in werke lijkheid kan geheeten worden een onherstel baar verlies voor de boudgenooteu die staan aan den vooravond van een geweldigen worstelstrijd, waarbij alle krachten zullen moeten worden ingespannen en waarbij een man van het gezag van de ervariDg en vau het doorzicht van een Piet Joubert, van groote, van onschatbare waarde moest worden geoordeeld En hedeu zou het stoffelijk overschot van den als mensch en als krijgsman gelijkelijk geeerbiedigden en gewaardeerde» man, reeds overgebracht worden naar het familiegraf op de hoeve in het Wakkerstroom-district Pretoria rouwt over den dood vau den trouwen vaderlander, den dapperen generaal en den oprechten man van eer Vóór eenige maanden heette het, dat generaal Joubert nabij Ladysmith zou geirof Daarna tastte hij weder in zijn zak en over handigde Rukowski uit eene portefeuille een bankbiljet van vijf en twintig thaler. Dat is, zeide hij, voor u, omdat gij de proef zoo glans rijk hebt doorstaou. Rukowski nam het geld dankbaar lachend aan en kuste nanr Poolsch gebruik uls blijk van dank den rukzoom van Rothmann. Indien er iets noodig ware geweest om bij Rukowski alle spoor van verdenking te doen verdwijnen, dan zou het dit bankbiljet geweest zijn. Bovendien zijn wij niet geheel onbekend ook met de verdere omstandigheden antwoord de Rothmann met een kloppend hart, want de proef was een groot waagstuk. Wij vertoo nen u dit, om u te doen zien, welk een groot vertrouwen de heer Koppenhagen ons schenkt. llij spreidde den in Koppenhageu's woning gevonden plattegrond voor Rukowski uit en wachtte gespannen, wat het gevolg zou zijn, want er zou veel verloren zijn, indien hij zich eens had vergist. Ge hebt toch wel kennis van dergelijke teekeniagen, vroeg Rothmann nog als terloops. O, ja, antwoordde Rukowski, ik ben vroeger timmerman in de bergwerken geweest, en heb toen ook naar teekeningen moeten werken. Dit is inderdaad een zeer nauwkeurig plan. Hier is het huis in Steinbrüch, daar het woud, daar de weg naar Rudow. daar de weg naar Myslowitz; hier staan de stempclmachines, hier de smeltketel alles in orde. Het plan is zeer goed. Rothmann en Werkner hadden wel van blijdschap willen op springen, daar zich hun vermoeden had beves tigd. Er wordt dus morgenavond gewerkt? Ja, antwoordde Rukowski, als ik tenminste geen tegenbericht krijg. Dat is niet noodig, antwoordde Rothmann er moet integendeel langer gewerkt worden dan vroeger. Koppenhagen zal u dat ook zeggen, als hij morgen terugkomt. Hoe laat begint morgen het werk? Tegen acht uur sprak Rukowski, dan zijn allen bijeen. Hebt ge nu nog ifts belangrijks te doen vroeg Rothmann zoo onverschillig mogelijk aan Rukowski. Neen antwoordde deze. Nu, dan zou het ons aangenaam zijn, dat ge hier bleeft, daar we misschien nog één en ander met u te bespreken hebben. Ge zult u hier niet vervelen en ik zal u bij Koppenhagen aanbevelen, want ge zijt een flink en vertrouw baar man en ge zult wel gelooven, dat mijn raad bij Koppenhagen iets beteekent. Mijnheer heeft slechts te bevelen, sprak Ru kowski onderdanig terwijl hij weder den rok- zoora van Rothmann kuste. Deze had Wolf van «e voren iets in het oor gefluisterd en deze verscheen thans met een maal en eenige flesschen wijn, die hij spoedig uit de dorpsherberg gehaald had. Het is nu tien uur, zeide Rothmann. Gij kunt bij dezen heer hier boven den nacht doorbrengen, terwijl ik beneden nog enkele brieven moet schrijven. Opdat de tijd u niet te lang zal vallen, heb ik voor een klein souper laten zorgen. Werkner knipte met de oogen, om aan te duiden, dat hij begreep, wat Rothmann bedoelde en weldra zat hij met Rukowski in het kleine bovenkamertje. Rukowski naar het scheen in de beste stemming wegens het geschenk in geld en het uitzicht bij Koppenhagen geprezen te worden, en Werkner hem voortdurend inschenkend. Wolf en Rothman stonden in de keuken bijeen en de laatste kon z'.ju blijdschap bijna niet in binden. God zij geloofd en geprezen, nu hebben wij de gansche bende! riep hij uit. loen Ru kowski mij bij het bezichtigen van den platte grond op Steinbrüch wees cn de wegen naar Rudow en Myslowitz noemde, vielen mij als het ware de schellen van de oogen. Toen herkende ik de plaats nauwkeurig, die ik trouwens dik wijls genoeg voorbijgegaan ben. Morgenavond hebben we de geheele bende in de val, en krijgen wij se, zelfs al zon Rukowski weigeren ons den weg te wijzen. Nu, Wolf, bezorg mij dadelijk een wagen, die mij aan den uitgang van het dorp wachten moet. Ik moet dadelijk weg, om de noodige beschikkingen voor morgenavond te treffen. Als gij terugkomt, zal ik u mijne in structies geven, waarnaar gij en Werkner morgen te handelen hebt, want wij zullen elkaar voor dien tijd wel niet weêrzien I XVI Elize kwam na haar vlucht uit het huis van Wolf reeds na korten tijd in het woud. Zij fen zijn door een granaatscherf en dat hij op den Umbulwanaberg aan de gevolgen zou zijn overleden, terwijl verder 4door heel rijkelijk met fantasie begaafde Britsche oorlogscorres pondenten, verteld werd, dat het stoffelijk overschot van den generaal in alle stilte en onder het diepste geheim zou zijn ter aarde besteld, ten einde voor de burgers zijn dood geheim te kunnen houden en dus te kunnen voorkomeu ontmoediging en wauhoop onder de strijders der beide republieken, die in den hoofdaanvoerder het meest volkomen vertrou wen stelden, zich lieten biologeeren door zijn roemrijk verleden en door zijn onbeperkt vertrouwen in de toekomst. Moet men dan nu tot de gevolgtrekking komen, dat met den dood van Piel Joubert de groote zaak der Boeren een schok heeft gekregen, welken zij niet meer zal te boven komen, waarvan de directe gevolgen voor hen veel ernstiger en voor de Britten dus verblijdender zullen zijn dan de capitulatie van Cronjé met alles wat daaraan is voor afgegaan tn er onmiddellijk op is gevolgd Volstrekt niet rouw, smart, droefenis en spijt kan er zijn, doch ontmoediging niet Jouberis naam zal in de geschiedenis ver bonden blijven aan dezen reuzenworstelstrijd van een klein volk, dat zijn vrijheid wilde behouden. Generaal Joubert is heengegaan op het oogenblik, waarop door hem en zijn strijdmakkers nog met vertrouwende oogen in de toekomst werd geblikt. Joubert moet op zijn sterfbed nog geloofd hebben aan de overwinning in het eind van den strijd, omdat hij een dapper en geloovig man was. Ook zijn optreden als legeraanvoerder in den tegenwoordige» oorlog heeft vriend en vijand, krijgsdeskundige» als leeken, bewon derend zijn talenten als veldheer doen prijzen. Zijn aanvallend optreden buiten het grondgebied der Republieken, vooral de strijd in Natal, waar hij persoonlijk het bevel voerde, zijn krijgsraansdaden geweest, waar over naderhand de geschiedenis de lofbazuin zal steken. Bij het onverwacht overlijden van den opperbevelhebber der vereenigde Transvaal- sche en Vrijstaatsche legers, is het niet het oogenblik om bespiegelingen te houden over de commandanten, die in de termen valle.i, den gestorven commandant-generaal op dit moeielijke tijdstip op te volgen. Toch kan verklaard worden, dat tot dusver in dezen heldenstrijd reeds genoegzaam gebleken is dat de Republieken over een aantal wakkere mannen, kloek van hoofd, helder van inzicht en toegerust met een als het ware aangeboren krijgsmansinstinct, kunnen beschikken. In een interview met. dr. Leyds, toen het gerucht van Joubert's dood liep, noemde de gezant van Transvaal in Europa als vermoedelijk opvolger öf Piet Cronjé, óf Lucas Meyer, den vroegere» president van de Nieuwe Repu bliek. Maar ook Smuts, die juist tot comman- snelde echter ook hier nog voort, zoo snel hare voeten haar dragen wilden, om mogelijke vervol gers te ontgaan. Hier en daar met haar mantel in de onderste takken verward gerakend, door struiken en afhangende twijgen, dikwijls pijnlijk getroffen, dacht zij er evenwel niet aan een ge- baanden weg op te zoeken, daar zij zich op dezen veiliger waande. Zij vreesde nu tegelijk- tijdig zoowel de vervolging der politie als een ontmoeting met de valsche munters, want in beide gevallen had men haar wellicht opgehou den, en haar eenig streven was juist vooruit te komen om zoo mogelijk nog te redden wat ge red kon worden. In de eerste [plaats wilde zij haar vader waar schuwen, als het niet te laat was, tot de vlucht bewegen, voorts echter dacht zij ook aan de redding van Walewski. Zij hoopte hem thans eerder te kunnen bevrijden dan vroeger, als het althans Baruch nog niet gelukt was. In dit ge val wilde zij zich haar vader tot bondgenoot maken, wien zij toch reeds tot zijne eigen waar schuwing moest mededeeleo, dat zij met het grootste gedeelle zijner geheimen bekend was. Weliswaar had Koppenhagen haar gezegd, dat haar vader ontvlucht was, en was dit waarheid, dan was dit voor haren vader te beter en bevond hij zich in veiligheid, maar kon er op de bevrij ding van Walewski met minder zekerheid gere kend worden. Maar Elize wilde naar Neustadt zoo spoedig mogelijk en zij wist niet eens in welke richting de °stad lag. Zij zag, na ongeveer een uur te hebben rondgedoold, in, dat hel doelloos zou zijn in het bosch te blijven loopen, dat zij moest trachten een wagen te krijgen, wilde zij Neustadt ten spoedigste bereikeD. Kerst overtuigde zij er zich van, dat zij het geld behouden had, dat zij bij zich stak, toen Rukowski haar zoo plotseling kwam afhalen, en deze overtuiging wakkerde haren moed weder eenigzins aan. Aan hare linkerzijde vernam zij het gedruisch vaD wagens en paarden en sloeg dus den weg daar heen in, waardoor zij weldra op den straatweg kwam. Nog aarzelde zij dezen te betreden, daar zij eehter dicht in de nabijheid een klein alleen staand huisje bemerkte, dat aan het begin van een dorp scheen te staan, besloot zij eindelijk den weg te vragen, en te trachten een wagen te krij- gVi. Zij vond in het huisje niets dan een tame-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1900 | | pagina 1