Nummer 45. Donderdag 7 Juni 1900. 23e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. DRANKWET. ANTOON T IEL EN, De valsche Baron. Uitgever Bekendmaking. FEUILLETON. Dit Blad verschijnt W oensdag- en Z a t e r d a g a v o n d. Abonnementsprijs per 3 maanden t 0.75. Franco per post door het geheel e rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., Uitgever. franco te zenden aan den WAALWIJK. Advkrtentiën 7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven, worden 2inaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclame s 15 cent per regel. Voorbereidcud Militair Onderricht. De Regeering heel» een wetsontwerp in gediend tot herziening der Drankwet. Reels meermalen, zegt de Regeering in de Memorie van Toelichting, is gewezen op de noodzakelijkheid van voorziening in den toestand, die met 1 Mei 1901 zal aanb.e ken. Bij het tot stand komen van de Drankwet in 1881 stond het bij iedereen vast, dat alle vergunningen, die voor 1 Mei 1901 van hen, die in de daarin ver melde lokaliteiten op 1 Mei 1881 zonder strijd met de wet of verordeningen sterken drank verkochten, in andere handen zouden overgaan met 1 Mei 1901 kwamen te ver vallen. Minister Modderman zeide bij de behandeling dat de bedoeling was dat het recht gedurende de twintig eerste jaren een zakelijk karakter zal bezitten en dat na afloop van die 20 jaren niemand cenig recht heeft dan die den leu Mei 1881 het bedrijf uitoefende. Deze bedoeling is echter eenigszins onduidelijk iu de wet neergelegd. In elk geval is het wenschelijk, zegt de re geering, een strijdvraag over dat punt te voor komen, en dan ligt het voor de hond zulks te doen door duidelijk in de wet zelve uit te drukken hitgeen van den aanvang af on miskenbaar de bedoeling is geweest, d. w. z dat de sedert 1881 overeenkomstig art. 2G, verleende vergunningen niet langer dan tot 1 Mei 1901 zullen geacht worden verlengd te ziju. Indien met 1 Mei 1901 alle. vergunningen sedert 1881 aan anderen verleend dan aan hen die op 1 Mei 1881 het bedrijf recht matig uitoefenden zullen ophouden te gel den, zal op dat tijdstip in bijna elke ge meente het aantal vergunningen beneden het maximum zijn gedaald, omdat in den loop van 20 jaren een zeer groot aantal lokaliteiten van eigenaar,althans van gebruiker, is veranderd. Uit den aard der zaak is alsdan een stroom van verzoekschriften om vergun ning te wachten, veel grooter dan art. 2 eerste lid der Drankwet toelaat in le willigen. Daarmede zal dus de moeielijkheid rijzen aan wie de beschikbare vergunningen te verleenen en aan wie die op grond van het inmiddels weder bereiken van het maximum te weigeren. Het schijnt daarom de plicht van den wetgever vaste regelen te dezen aanzien te stellen. De in dit wetsontwerp daaromtrent gestelde regelen worden ter plaatse nader toegelicht. Volgens hel ontwerp wordt getracht het doel het verhinderen van clandistienen drank verkoop beter te bereiken doorle. het aantal liters in art. 1 van 2 op 5 te brengen 2e. de verbodsbepalingen van art 1G te verscherpen; 3e. de straf na recidive, gevoeliger en dus meer afschrikkend te maken dan zij thans feitelijk is. Onafhankelijk van de inzichten en het initiatief van gemeenteraden, kunnen naar het ontwerp voor het geheele Rijk Lij alge- meenen bestuursmaatregelen geldende alge- meene voorschriften worden gegeven omtrent de sluiting van voor het publiek toegankelijke lokaliteiten met vergunning en omtrent de tijdelijke staking alleen van den kleinhandel in sterken drank in die lokaliteiten, bij gelegenheid van lotingen voor de nationale militie. Kon, zegt de Regeering, de gelegenheid tot drankverbruik op Zondag aanzienlijk worden beperkt, zoo zou aan vele zwakkeren een weldaad zij» bewezen en zen teven, f voor zoover anderen de verboden voldoening geschonken worden aan duizenden handelingen kunnen p egen- die door d» gevolgen van dat gebruik den Ten behoeve van slijterijen wordt voor- Zondag ontheiligd achten. gesteld, te veroorloven den verkoop in deze Bii dit wetsontwerp wordt daartoe een loralitoiten op den bestaande,, voer, dus b,j ging beproefd door den Zondag te stellen hoeveelheden van ten minste 2 liter voor- buiten den gewonen tijd, waarop sterke drank oop,g voort te zetten, zonder vergunning. wordt verkocht l cr verm,Jding van een plotselinge toeneming Wie op Zondag wil tappen moet zich de van dergelijke slijterijen, wordt echter voor betaling van een met 25 pCt. ver- deze vrijgevigheid de voorwaarde gesteld van hoogd vergunningsrecht getroosten. Ditzelfde '«koop reeds op 1 October 1900 welken geldt ook tot op zekere hoogte voor het de belanghebbende desgevorderd zal hebben tappen en verkoopen op late avonduren en bewijzen. vroege ochtenduren. Als regel wordt aan- Ten aanzien van de bepalingen hoe de genomen dut niet wordt getapt na tien oude vergunninghouders (die tol 1 Mei 1901 uur 's avonds en v«r zeven uur des morgeus. vergunning hebben) zien boven andere aan- Verkoop in het klein en 'op Zondag en I vragers voor eene nieuwe vergunning in de late avond- of de vroege morgenuren aanmerking kunnen doen komen en ook op welke wnze hun voorrang onderling zal brengt dus eene verhooging van het ver wijze liun voorrang gunningsrecht van 50 pCt. mede. I worden vastgesteld, indien hun aantal te De kwade praktijken tusschen huurders groot is om aan alle aanvragen e kunnen en verhuurders waarover vaak werd geklaagd, voldoen, wordt o a. opgemerkt, dat dover- zullen na 1 Mei 1901 ook hare beteekenis zoekschnften van dezen moetenizijn ingediend verliezen. Indien de huurder niet toegeeft vddr 1 Maart 1901. De hier toegekende den eisch om hoogere huur te betalen voorrang geldt adeen voor de localiteitcn, aan zal de eigenaar der lokaliteit als hij daarom I waarin de aanvrager reeds het bedrijt uitoe- 1 i aa i De Regeering de buur "opzegt, zeil daarvan de. nadeelige feut op 1 Januari 1901. gevolgen ondervinden, omdat alsdan vuor Uoht 't billijk, dat z,j zich voor een nieuwe zijne lokaliteiten geenerlei recht meer op vergunning een,ge opoffering getroosten, le vergunning (en name van een nieuwen ge- ze bestaat in de betaling van een zeker bedrag bruiker bestaat en de vrijkomende vergun- U eens, bovenhel gewonevergunningsrecht „ing zal worden gegeven voor een andere De grootte van dat bedrag bepaalt .ede, lokaliteit, voor welke reeds aanvraag daarom belanghebbende zelf naargelang bet voort- was gedaan ze,le" van E,J"e 'lra"1;CCTI"S llem ,neor 0 Eindelijk'werd voorziening beproefd tegen minder waard is. Het stellen van een o,,- het groote kwaad, gelegen in de uitbetaling nnnutnis echter raadzaam h.j die daarbe- van loonei, aan werklieden. ™dcn «f. d»8 "'f ,Ind16" voorvang Opgemerkt wordt hierbij dat niet de abso.ute W. wordt vastgesteld op een voor J« hp belanghebbenden met bezwarende wijz.ezelf: „gebeden bedrag zal beslissen, zonder hen in hun beurs te tri tien, om den j? drankverkoop iu logementen aan logeergasten onder controle te brengen. Gewezen wordt ten slotte op de billijkhei om hetg'.en zij, aan wie inet 1 Mei 190 met uitsluiting van zoovele anderen zal woi Verder wordt in het algemeen aangenomen b tB bestede! dat blj verbouwing of herbouw van bestaande |tei uitges,„tenell| die a,3()a lokaliteiten de vergunning kan blijven voort - staken. Aan lier uts ZIJ des noodig wordt gewijzigd ucu J - - of aangevuld, wat de vermelding betreft der grond ,an bet ,c, bestaan, mits zij des noodig wordt gewijzigd of aangevuld, wat de vermeldii lokaliteiten waarvoor njj geldt. - .- k Omtrent de str.fvchuldighe.d hua recht op vergnnninl gewaarhorg ontwerp van 893 ten bepaling da hij (lie I d trborg wie ee voor boe korten tijd ook het beanjfwaar- kome„fa te4un„ingen neemt verplicht is arch rekenschap te geven hoewd haJJen ver7oc,, van de regelen waaraan de wetgever (1e a^biedi ïaJ„ het bepaalde mini,nun uitoefening van het bednjf heeft verbond n ff of meer> Bwordt' toegeLtaon ecn scba eel ltfpn"ve0rde'r® en Itelt ook a'nderei, dan Hcloosstelling te vragen uit de door nieJ een siap vciuci, vereunmnghouders opgebrachte gelden. U den houder dt r loculiteit en diens vervanger I vcrguuii.n0.«uu lo b Waalwijksclie en liUii^MiuaiMur i uuh De Burgemeester van Waal wijk brengt belang hebbenden in herinnering, dat schen te nemen aan het VOORBkREIDEND MI LITAIR ONDERRICH f zich bij den Burgemees ter moeten aanmelden vóór 1 JULI a. 8. Ook zij, die reeds ten rorigen jare aan de oa- fenineen deel namen en daarvan een van mili taire zijde afgegeven bewijs moeten overleggen, behooren zich tijdig aan te melden. Aan hen, die voor de militie hebben geloot en den cursus in zijn geheel en roet vrucht hebben donrloopen. wordt liet getuig clirittW. uitgereikt, waaiaau de navolgende voorwaarden verbonden To. Aanspraak, voor zooveel eenigszins moge lijk tevens verband houdende met de desbetre fende bepalingen, op de keuze van korps en garnizoen. 2o liet vooruitzicht oruin de eerste plaats voor het verwerven van eenen giand in aanmerking te komen. Waalwijk, 28 Mei 1900. De Burgemeester voornoemd, K. DE VAN DER SCHLEREN. INSPECTIE VERLOFGANGERS. Burgemeester en Weihouders der gemeente Waalwijk, ontvangen hebbende aanschrijving van Zijne Excellentie den Heer Commissaris der Ko- nirgin, in deze provincie, van den 17 Apul 1JUU Ge Afdeeling (Bijblad No. 42). Gelet op de 2e zinsnede van art, 139 der wel van 19 Augustus 1861 (Staatsblad No. 72). MAKEN BEKEND; Dat het te houden onderzoek (inspectie) van de verlofgangers der Nationale Militie in deze provincie, voor deze gemeente zal plaats hebben OD Dinsdag den 19en Juni aanstaande des voor- middags om 11*/, ure, ten Raadhuise der gemeen te Waalwijk. Dat tot bijwoning van die inspectie zijn gehou den ALLE verlofgangers der militie te land, die vóór 1 April 1900 in het genot zijn gesteld van onbepaald verlof. Dat de voorschrif-en der aangehaalde Y\ et on der anderen luiden als volgt: Art 140. De verlofganger verschijnt bij het on derzoek in uniform gekleed en voorzien van de kleeding- en uitrustingstukken, hem bij zijn ver trek met verlof medegegeven, van zijn zukboek]e en van zijn verlofpas. Art 141. Behoudens het bepaalde in art. 1JU, kan een arrest van twee tot zes dagen te onder gaan in de naastbij gelegen provoost of hetnaast- bij z Milit Tm^die^zónder geldige reden niet bij het on derzoek verschijnt 2o die duaibij verschenen zijnde, zonder gel dige reden niet voorzien is van de in het voor gaande artikel vermelde voorwerpen 30 wiens kleeding- oi uitrustingstukken bij het onderzoek niet in voldoende staat worden ^lo^die' kleeding- of uitrustingstukken aan een ander behooreude, als de zijne vertoond. Art. 142. Is de verlofganger, wien krachtens het voorgaande artikel arrest is opgelegd, bij het onderzoek tegenwoordig, dan kan hij dadelijk on der verzekerd geleide, in arrest worden gebracht. Is hij niet tegenwoordig en onderwerpt hij ziek niet aan de hem opgelegde straf, dan wordt hij op schriftelijke aanvrage van den .Militie-Com missaris, te richten aan den Burgemeester der woonplaats van dien verlofganger, aangehouden en onder verzekerde geleide naai de naastbij ge legen provoost of het naastbij zijnde huis van bewaring of arrest overgebracht. Art. 143. Onverminderd de straf, in art. 141 vermeld, is de verlofganger verplicht, op den daartoe door den Militie-Commissaris te bepalen tijd en plaats, en op de in art. 140 voorgeselne- ven wijze, voor hem te verschijnen om te worden onderzocht. Art. 144. De verlofganger, die zich bij herha ling schuldig maakt aan het feit, sub 4o van art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den Militie Commissaris verschijnt, of, aldaar ver schenen zijnde, in hét geval vei keert sub 2o en 3o van art. 141 vermeld, wordt onder de wape nen geroepen en van drie tot zes nnanden -ge houden. Maken de verlofgangers tevens opmerkzaam dat gedurende den tijd dat het onderzoek duur en in het algemeen wanneer zij in uniform ge kleed zijn, volgens het aangehaalde art. 130, 2e en 3e lid der wet, worden geacht onder de wa penen te zijn, en het crimineel wetboek en het reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande op hen van toi p issing is. En opdat niemand onwetendheid zoude kunnen voorwenden, zal deze na afkondiging, op de ge- wore wijze worden aangeplakt, ter plaatse waar zulks te doen gebruikelijk is. Waalwijk, den 31en Mei 1900. Burgemeester en Wethouders voornd., De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHUEREN, De Secretaris, F. YV. VAN LIE MPT. gaan in ae nuusiuij ---— bii zijnde huis van bewaring of arrest door den Militie Commissaris worden opgelegd aan den poging beproefd uuo, «v,.. - 111 «E» 7). DERDE HOOFDSTUK. GEEOOFD. De ongelukkige', mompelde de politiebeambte ,ik wenschte, dat ik mij bedroog, maar mij dur.kt, het verdwijnen van dit kind is liet werk van een geheim complot, en dan is er weinig hoop liet terue te vinden. Maar ik heb haar eenmaal mijne hulp toegezegd en wil mijn woord houden. Toen Blanca het politie-bureau verliet, was hel twee uur in den morgen. Parijs, voor korten tijd noe zoo druk en vol leven, was als uitgestorven. Van tiid tot tijd ontmoette men eenzame nacht zwendelaars, die bet refrein van een lied neu- riënd, hunne woning opzochten. Blanca sloop kort langs de huizen ook nu had men de van tiid lot tijd herhaalde woorden kunnen verne men: Men heeft mij mijnen Henri ontstolen! Haar gang was als een automaat, welks rader werk enkel voor een bepaald aantal minuten op- ecwonden wordt, en dan uiterlijk zoo lang schijnt te leven, tot het mechanisme, dat het in bewe ging brengt, stilstaat of in wanoide raakt. Ter wijl zij 11161 ^en commissaris van politie sprak, was de verwarring, die in hare hersenen woelde, een weinig geweken. De blik en de bedaarde taal van aen ambtenaar hadden haar geelectri- seerd zij voelde eene macht naast zich, die hare zwakheid te hulp kwam maar thans ontzonk haar opnieuw den moed, nieuwe vertwijfeling preen haar aan; haar hart sprak luider in haar als haar verstand, duisternis daalde opnieuw in hare hersenen en hare bleeke lippen mompelde onophoudelijk ,Mijn kind I mijn kind Men heeft mijn kind geroofd...! Fensklaps scheen het haar, als weigerde hare voeten hun dienst. Roode vlammen doken voor hare oogen op en huppelden weer weg, als zij den blik daarop vestigde; doffe geluiden drongen in haar oor en haar geest begon zich te benevelen Tevergeefs beproelde zij zich aan de muren vast te houden de muren weken als 't ware voor haar teru" de vloer bewoog zich ouder hare voeten en met een onderdrukten gil viel zij eindelijk uitgestrekt op de harde straatsteener. neder. Op hetzelfde oogenblik, dat Blanca viel, kwa men twee mannen, arm in arm, de straat in. On willekeurig viel hun blik op het als levenloos, dwars op de straat liggende lichaam en angstig bezorgd bogen zij zich over de jonge vrouw. ,Is zij dood, Barbesius?" vroeg de jongste aan zijnen metge WPIkelijk niet, Jean het hart klopt niet meer; als het leven niet uit dit arm schepsel geweken is, dun is het tenminste ge stremd, door overmaat vi n uitputting, ot door smart én vertwijfeling." YVat vangen wij daarmede aan, Barbesius r 'liet beste was, haar dadelijk naar hel di htst- biizijnde hospitaal te brengen, maar haar fatsoen lijke kleeding duidt niet op armoede en ellende; zij schijnt veeleer tot den gegoeden stand le be lmoren Een logement neemt haar nu niet op. Daar wij maar een twintig passen van mijne wo ning verwijderd zijn, zoo zullen wij haar bij YVilhelmina binnendragen." Zoo gezegd, zoo gedaan. Met waai lijk broeder- liike bezorgdheid, hieven de beide mannen Blan ca van de straat op en brachten huur in weinige minuten in het door Barbesiu*. rue de Provence, bewoonde huis. YVilhelmina was eene wakkere vrouw. Daar zij dikwijls bij zieken ontboden werd, zoo verschrok zij niet in het muist van t gedruisch, dat haar uit haren slaap wekte. Zij kleedde zich haastig aan, raaur sliet echter toch een zachten gil uit, toen zij hetschijnbaaront- zielde lichaam gewaar werd, welke de jonge lie den in hunne armen hielden. .Spoedig, spoedig, help ons! zeide Barbesius, geene vragen, doe de deur zoo ver mogelijk open, Wilhelminamaar nog verder de beide vleugeldeuren van uw hart De ziekenverpleegster plaatste zich tegen den muur, om de dragers voorbij te laten, toen wees zij hare kamer en zeide: .Brengt haar op mijn ^C,/Ontkleedt de jonge vrouw," hijgde Barbesius. .Ik zal in dien tijd mijne instrumenten halen.' Jean bleef in den gang staan, terwijl YVilhel mina zich gereedmaakte, de bevelen van den iongen man op t6 volgen. Arm schepsel," mon pilde zij, .zij is nog jong, en ongetwijfeld zijn haar smart en verdriet niet gespaard gebleven 1" Een oogenblik daarna traden Barbesius en Jean weder de kamer binnen. Met eene zekerheid, wel ke buitengewone bekwaamheid verriedt, diende de eerste de jonge vrouw een aderloting toe; het bloed spoot geweldig omhoog. ,God zij donk," zeide hij, .zij is gered!' „Inderdaad opende Blanca een oogenblik later de oogen en keek langzaam om zich heen. In het volgende oogeublik echter ontwrong haar het gezicht van bloedvlekken op het witte beddelaken, nog meer echter de onbehouwen Gguur, welke voor haar bed stond, een schreeuw van schrik. .Doodt mij, wanneer gij wiltgilde zij, .maar laat mijn kind leven 1" Een bitteren lach vertoonde zich om de lippen van Barbesius. .Komt naderbij, Jean, en stel haar gerust ik zie er zoo hatelijk uit, dat zij mij voor een l'ol- terknecht aanziet." YY'eikelijk bestond er nauwelijks een afscnuvv- lijker lype als dut vun den jongen man, die den naani van Barbesius droeg. De bleeke tint van zijn gelaat liet de gele kleur von het hoofdhaar, dat als borstels van een egel recht op zijn hoofd stond nog valer voorkomen. Een baard van de zelfde kleur hing van zijn gelaat tot op zijne bor.-t; den korten bals bevond zich tusschen schouders, welke omhoog stonden uls kapstokken; de neus was kort, muur die haar goed bekeek met hare kolossale neusgaten, ongeveer als die van een jachthond, kon zich niet weerhouden le lachen. Zijn mond verdween geheel uchier een Stopt •ligen snorbaard, welks uiteinden lot aan de roodbehaarde ooren reikten. Bovm de kleine oogen bevonden zich in horizontale richting de beide'wenkbrauwen. Het gezicht vun dit gelaut, dat iets aapachtigs en leeuwachtigs tegelijk aan zich had, verschrikte iemand op liet eerste oogen blik zoozeer, dat men in het geheel niet bemerk te dat den blik der oogen van goedheid straalde en hot vale voorhoofd den zetel van een buiten gewoon helder verstand was. Blanca geloofde een monster le zien en wendde het hoofd met afschuw om. .Mijn kind,' her haalde zij onophoudelijk, .men heeft mij mijn kind ontroofd 1" j Barbesius fluisterde Wilhelmina de woorden in het oor: .Verpleegt haar goed, ik zal dadelijk een dokter halen," en vergezeld door zijnen vriend Jean, daalden zij de trappen af. Daar hij het benedenhuis bewoonde, noodigde hij Jean Ma- rigné uit, bet overige van den nacht bij hem te I ren maar spoedig werden deze slechts ledif blijven. Daar deze daarvoor bedankte, yoeg Bar- k,ajikcn voor iiaar hare wangen gloeiden en o besius hem, naar dokter Rolland te gaan on hun eujianKen(je woorden kwamen over hare li[ de gebeurtenissen van dezen nacht te vei halen. De koortg wa8 aangevangen, hevige koori .Binnen eenige uren, voegde hij er bij, ,zal hij voorbotle van den waanzin 1 Spoed i dan wel hier zijn." scheen zii met mijnheer Monnier te spreken, d .Kent gij den dokter f vroeg Jean. van hartvochtigheid, van kinderroof beschu „Ik ben zijn assistent geweest, somtijds komt JI weer rjep zij niet eene stem, die li hij in mijne wTu-r I hart 'der verpleegster verscheurde, naar har, verloren Henri. Daar opende zich de deur der kamer en eO meisje van ongeveer vijftien jaren trad binnen.'i JÏoeder, wal gebeurd hier?" vroeg de kleii Schrik niet, Al wine," fluisterde de aangespt' kene. .Mijnheer Barbesius heeft zoceven ac jonge vrouw hierheen gebracht, welke bijnast», vei de is. Het schijnt, dat de smart, over liet v«; lies vun haar kind, haar waanzinnig gemau heeft." „Barbesius heeft daar wel aan gedaan," z*i;; het meisje: .hij heeft een hart als goud. Ar. schepsel! YVat moet ze lijden 1" De handen voor zich uitstrekkend, tri.d Alwi.i -voyageurs van raiijs voor; Utt"'I najeibiiin een hoek van de kamer zette eene andere groep aan een wel^«Ofziene v een harmonium, hare kleine vingers vlog dikke, opgeblazen buiken en de roode gezicnicn i kikvorsche# opstop. Ik was hem dezen winter bij het corrigeeren van een boek over de leer der vergiften behulpzaam, waarvoor hij mij zeer dankbaar i9." Jean drukte zijnen vriend de hand en verwij derde zich. Barbesius stak een licht aan. De helder verlichte kamer bood den binnentredende een wonderlijke aanblik. YY'aarbeen men ook zijn oog wendde, viel het op opgestopte kikvorschen. In de potsierlijkste houdingen en de wonderlijk ste groepeeringen stelden kik vorschen de verschil lende klassen der menschelijke samenleving voor. Hier stelde een gro*p smachtende kikker-jonge lingen met lorgnet en glacé handschoenen, het puikje vun de opgeblazen winkelbedienden en commiet-vovageurs van Puiijs voor; daar zat u.»-.-, -— - „on I over de toetsen en spoedig liet zich een gezai der feestvierenden lieten de volgelingen van pa weike zii haar spel begeleidde, gelijk aan e cl'»» e". V1CU'.!I_' 'K «»t gemurmel, vernemen. Het stuk, dat en komieke, maar ook den bitteren ernst aes ie- w08 we| ;3 waar niet voor een virtue I vens had de kikker-opstopper door natuurgelrou 'p9ci,re'ven het kind, dat in den hoek van ei we voorstellingen weergegeven. Opvullend was g ziekenkamer hcrschopene ruimte impro de saicastitche trek, die zich bij de meeste groe- gecr(jCi 5czat maar eene spaarzame kennis van pen liet opmerken en welke bestemd was,om de gebreken en hartstochten der roenschen, in het bijzonder de eigenwaan en de schraapzucht der Fransche staatsmannen te geeseten. Barbesius naderde een spiegel, die boven den scboors ecn hing en beschouwde zichzelve een tijd lang mtt eene scrupuleuze opmerkzaamheid, l'lot- selii g 6choot hij iu een helderen lach. <1 I II*.. .1 k 1 1. ran/.» I. «-»»,<! Kolt 1 kunst der muziek zij schepte uit zichzelf de z. rijke liederen, welke zacht daarheen vloden, dé adem van den wir.d in de gebladerde boo takken, zij klonken zoo teeder en zacht als 1 gezang'der rogels in den vroolijken lentetijd. 1 wezen dat naar zijn ouderdom nog een kind w en dut den Schepper het aanschouwen van vergund had Alwine lii g schoot n ij IU een neiuereu 7nnnelicht niet vergund had Alwine v .Gelukkig, dat ik geen hond heb, zeide hij bij vQnd in haie ziel een waren schat zichzelve: „want hij zou waarlik bang voor mij liederen en onschuldigedroomcrijen. Z. ziju... Edele Jean 1 Gij ten minste hebt vriend- vrome n jnstrmncilt zut mct schap voor mij. Gij kijkt niet naar de treurige gestalte. Gij kijkt naar het hart Toen YVilhelmina zich bij het bed van de zieke alleen bevond, greep zij de klamme hand der \onge vrouw en fluisterde haar woorden van troost en van hoop in. In het eerst scheen Blanca naar de woorden van hare verpleegster te luiste- nls zij daar voor lange op den rug afhangende lichtblonde har j geleek zij eene Cecilia, die de engelen des hen heilige raelodiën voorspeelde. (Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1900 | | pagina 1