Nummer 52.
Zondag 1 Juli 1900.
23e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
AIT00N T IE L E N,
U i t gever:
Dit nummer bestaat uit t wee bladen.
Dit Blad verschijnt Woensdag— en Zaterdagavo n d.
A b o n n e in e n t s p r ij s- per 3 maanden f 0.75.
Franco per post door liet géheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJK.
Advkrtentiën 1'7 regels f0.60; daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
UITTREKSEL uit liet verslag der kamer van
koophandel en labrieken te Waalwijk.
Vervolg).
Handel in Oost-Indische Runder- en Buffelhuiden enz.
Een verblijdend verschijnsel mag het genoemd wor
den, dat de aanvoer van Oostindische runder- en buf
felhuiden in ons land jaarlijks toeneemt. Bedroeg in
1898 de invoer 81085 runder- en 18856 buffelhuiden in
1899 steeg die invoer tot 80283 runder- en 31341
buffelhuiden, alzoo eene belangrijke vermeerdering van
11643 stuks.
Voor het grootste gedeelte werden deze te Amster
dam geveild, doch ook in Rotterdam gaat steeds een
telken jare grooter wordend quantum van de hand.
Bijna Vs gedeelte van al de huiden, welke Oost-Indie
uitvoerde werd in genoemde steden geveild, waaruit
blijkt, dat Amsterdam en Rotterdam al meer in aan
merking gaan komen als stapelplaatsen dezer handels
artikelen en de gegronde hoop bestaat, dat Amster
dam, gelijk eenmaal voorheen, weer een der voornaam
ste huidenmarkten van Europa zal worden.
Gelijk wij reeds in ons vorig verslag meldden, dan
ken wij dien grooten vooruitgang hoofdzakelijk aan
onze ambitueuse commissiehuizen, aan de nauwkeurige
makelaarsomschrijvingen en aan onze energieke, voor
uitstrevende importeurs.
Waren in het begin van 1899 de prijzen der huiden
ongeveer gelijk aan die van het einde van 1898, in de
inaand April kwam, tengevolge van groote faillissemen
ten in Zuid-Duitschland, eene kleine vermindering in
den prijs. Die toestand duurde evenwel slechts kort.
De lederprijzen verbeterden, de buitenlandsche markten
verkochten grif, Amsterdam wist opnieuw de aandacht
tot zich te trekken en weldra ging alles, wat aan goede,
gevleesde runderhuiden ter markt was, vlug van de
hand. Ook mindere soorten werden meer gezocht en
zelfs de anders niet zeer gewilde zware Runders wer
den aan bevredigende prijzen verkocht.
In het najaar nam de vraag nog beduidend toe en
weldra waren de prijzen van bijna alle soorten met 15
tot 20°/o gestegen. In de twee laatste maanden des
jaars werd meer verkocht dan in eenig voorgaand jaar
op dat tijdstip. De markt sloot dan ook ultimo De
cember zeer vast. De prijzen varieerden toen naar ge
lang de gewichten, als volgt:
Runder: Batavia-huiden van pl. m. 3 K.G. 60-70 ct.
id. 7 K.G. 50-56 ct.
Samarang-huiden van 2Va K G. 70-74 ct.
id.
id.
id.
3V«
5
67s
67-71 ct.
65-68 ct.
55-60 ct.
Gevleesde Buffelhuiden
Batavia, wegende 8-12 K.G 32-42 ct.
Samarang 8 40-44 ct.
id. 11 i 37-40 ct.
Soerabaya 8-12 37-44 ct.
Alles per halve kilo.
Ook in de Java-geitenvellen heeft Amsterdam in 1899
weer een groote rol gespeeld, die opnieuw het bewijs
levert, welk vertrouwen het buitenland stelt in de be
schrijvingen en assortimenten der Amsterdamsche han
delaars en commissiehuizen. Verkocht werden bijna
600.000 stuks tegen 500.000 in 1898.
Daar zoo goed als alles opgeruimd werd, wat aan de
markt kwam* en er dus geen voorraad van eenige be-
teekenis overbleef, mag gerust gezegd worden, dat de
nieuwe eeuw, wat deze branche betreft, wordt ingegaan
met tevreden verkoopers en koopers, die de toekomst
gunstig inzien.
Handel in West-Indische, hoofdzakelijk in La Plata-
huiden.
Gedurende de eerste helft van 1899 heerschte in den
buitenlandschen huidenhandel een bijna lustelooze stem
ming. De prijzen bleven, om zoo te zeggen, stationair,
daar al dien tijd slechts voor onmiddellijke behoeften
gekocht werd. Ook was in deze geheele periode een
gelimiteerde keuze voorhanden. Er werd daarentegen
in het begin van het seizoen in de Rio de la Plata,
hoofdzakelijk voor het Noorden van Duitschland, nog
al veel gekocht en wel aan prijzen, die aanmerkelijk
boven de toenmalige pariteit van Europa stonden, zoo
dat op deze artikelen, in weerwil der later aanmerkelijk
verhoogde noteeringen, noodwendig veel verlies moest
geleden worden. Het is dan ook geenszins te verwon
deren, dat sommige Noord-Duitsche leerlooierijen slechte
zaken' maken en geen of zeer weinig dividend aan hare
aandeelhouders hunnen uitkeeren.
In Juli verbeterde zich de algemeene malaise. Er
kwam van alle kanten meer vraag, steeds grootere par
tijen gingen tegen allengs stijgende prijzen van de
hand, zoodat de noteeringen van prima La Plata-zomer-
ossen van 25-32 K.G. van 72 frs. tot 80 frs werden
opgedreven.
Daarna, vooral ten gevolge van den droevigen oor
log in Transvaal, kocht Engeland groote hoeveelheden
en weldra waren de prijzen, vooral van Saladeros-ossen,
met 20% gestegen.
Daar intusschen de verwachte verbetering der leder-
prijzen nog steeds uitbleef, kon de hooge prijs op ruwe
huiden niet ten volle gehandhaafd blijven, en ging deze
langzamerhand terug, zoodat op den huidigen dag, de
noteering van prima Liebig-ossen van 25-32 K.G. (met
zomerhaar) van 80 tot 75 frs. gedaald is. Ook is het
nog niet zeker, dat ook deze noteering stand zal hou
den, daar de voorraad allengs vermeerdert en sommige
groothandelaars niet heel veel vertrouwen in de toe
komst schijnen te stellen. Indien de looierijen geen
beter loonende prijzen voor het leder maken, zal er
vooreerst weinig gekocht worden, tenzij de prijzen flink
diminueeren. Hiertoe zou ook kunnen bijdragen de
omstandigheid, dat sommige groote looierijen in Enge
land zich op andere soorten als La Plata-huiden gaan
toeleggen en ten gevolge daarvan minder koopen dan
vroeger. Ook vinden zij een gedeelte dezer laatste in
de huiden, afkomstig van het vee, dat uit Argentinië
in Engeland wordt ingevoerd.
Antwerpen was voor ons land weer de voornaamste
marktplaats. Daar werden in 1899 aangevoerd 1.082.227
stuks tegen 1.269.992 in 1898. In Rotterdam werden
aangevoerd 7661 gezouten en 3529 droge Buenos-
Ayres-huiden. Eigenaardig mag het wel genoemd wor
den, dat voor deze soms een hoogere prijs besteed
werd dan in het Buitenland voor dezelfde soorten.
Bedroeg einde December 1898 de voorraad te Ant
werpen 108.923 stuks, einde 1899 was deze slechts
63475 stuks, alzoo beduidend minder.
De slachtingen waren in 1899 in Amerika als volgt:
Buenos-Ayres 100.600 stuks.
Rivières 640.400
Montevideo's 400.000
Rio Grandes 270.000
Totaal 1.411.600 stuks tegen 1.352.000 in 1898.
Aangaande de kwaliteit der huiden kan nog gemeld
worden, dat ook in 1899 het zouten, de bewerking en
de wijze van verzending, dikwijls zeer veel te wenschen
overlieten. Ook de zoogenaamde brandmerken treft men
nog menigvuldiger aan dan vroeger.
De Kamer van Koophandel te Antwerpen heeft zich
ook tot hare zustervereeniging in Buenos-Ayres ge
wend, om te verkrijgen, dat aan vele kwade gewoon
ten en verderfelijke praktijken in den huidenhandel paal
en perk worden gesteld.
Voor de best gesoigneerde soorten krijgt men begrij
pelijkerwijze steeds de hoogste marktprijzen. De droge
Mataderos-huiden toch genieten, boven de andere ge
droogde soorten, de voorkeur, wijl hunne bewerking in
het geheel niets te wenschen overlaatzij voldoen on
der ieder opzicht.
De noteeringen der voornaamste soorten waren ein
de December *1899 als volgt, voor gezouten
B. Ayres-ossen van 20-25 K.G. frs. 72 a 76 hooger frs. 14
id
id.
Uragay id.
id.
B. Ayres-koeien
id.
Urugay-koeien
id.
5 a 10% omhoog gingen.
Wel blijft de enorme concurrentie van het Buitenland,
dat hier vrij kan invoeren, en dikwijls leder aan de
markt brengt van inférieure kwaliteit, zwaar op de Ne-
derlandsche Leerlooiers drukken en ziet men verlangend
uit naar eene verhooging der invoertarieven, doch men
is reeds blijde, aan den horizon lichtende strepen te
zien, die een meer zonnige toekomst in onze zoo lang
gedrukte industrie voorspellen.
De lederprijzen van begin Januari tot einde Augus
tus waren ongeveer als volgt
Zwaar zoolleder van 15 a 16 K.G. f 1.35 a f 1.55.
id. 18 a 20 - 1.40 a -1.60.
id. 21 a 23 - 1.40 a - 1.60.
Van begin September tot einde December:
Zwaar zoolleder van 15 a 16 K.G. f 1.45 a - 1.65.
id. 18 a 20 - 1.50 a - 1.70.
id. 21 a 23 - 1.50 a - 1.70.
Alles berekend per heele Kilo.
Handel in Schors.
Hoofdzakelijk Geldersche Schors.
Zooals te verwachten was, opende zich de Campagne
in 1899 met lagere prijzen dan in einde 1898. Men
vergelijke
Prima Graafschapper 1898 f4.10 a f4.20, 1899 f3.80 a f3.90
Veluwer -3.80 a-3.90, -3.o0a-3.60
Afwijkende soorten -3.20 a-3.35, -3.10 a-3.30
per 65 K.G. en vrij stroom.
Daar in 1899, wegens de hooge prijzen, minder hui
den werden ingewerkt, zou men verwachten, dat de
voorraad schors te groot zou zijn en partijen van deze
campagne onverkocht zouden blijven of aan mindere
prijzen van de hand gedaan. Juist het tegendeel ge
beurde. De voorraad schors, hoofdzakelijk de
- -Graafschapper en Veluwer ruimde totaal op. De
gevolgen hiervan bleven niet uit, want op het einde
van het jaar stegen de prijzen met 10 ja zelfs met
12°/o. Waaraan moeten wij dit toeschrijven Hoofd
zakelijk aan de omstandigheid, dat er veel minder ge
schild werd dan andere jaren. De boschkoopers, afge
schrikt door de lage prijzen van 1898, door de daling,
die in het najaar volgde, vreesden, dat in 1899 nog
slechtere prijzen te bedingen zouden zijn en het schillen
alsdan niet meer zou loonen. Slechts een gering quan
tum werd daarom geschild. Doordat de voorraad nu
totaal opgeruimd is, zou het niet te verwonderen zijn,
zoo de prijzen voor het aanstaande gewin terugkeerden
tot het niveau van 1898.
In betrekking tot de Afrikaansche schors kan gezegd
worden, dat de kwaliteit in 1899 over het geheel niet
te best was en de prijzen, naar gelang die kwaliteit
veel te hoog waren.
25-32 74 a 79 14
32-40 70 a 74 >13
20-25 72 a 76 12
25-32 75 a 80 >12
14-20 64 a 67 >5
20-25 66 a 70 >6
van 14-20 64 a 67 5
20-25 74 a 78 10
Droge Mataderos-ossen frs. 117 a 120 hooger frs. 17
id. koeien 106 a 112 17
Campos-ossen 107 a 110 17
id. koeien 91 a 105 >15
De laatste kolom wijst aan, hoeveel francs elke soort
duurder genoteerd stond dan in 1898. Deze verhoo
ging in aanmerking nemende, zou men tot het besluit
moeten komen, dat ook de leerprijzen weldra in die
opgaande beweging zullen deelen.
Lederhandel.
Met genoegen kunnen wij melden, dat het najaar van
1899 gunstiger is geweest voor de zoollederfabrikanten,
dan men aanvankelijk had durven hopen, gunstiger zelfs
dan een der drie voorgaande jaren. De prijzen der
ruwe huiden liepen tegen den zomer geregeld omhoog
en het leder mocht gelukkig in die beweging deelen.
Vele leerlooiers maakten goede winsten, wijl zij in 1898
betrekkelijk goedkoop hadden ingekocht en de prijs-
verhooging reeds begonnen was, vóór zij hunne gefa
briceerde artikelen van de hand behoefden te doen.
Vooral muntte uit het tijdperk van begin September
tot einde December, toen de zoollederprijzen, tengevol
ge van de groote vraag naar zwaar leder, opnieuw met
Handel in vreemde looimiddelen.
Het gebruik van vreemde looimiddelen was in 1899
niet zoo groot als in 1898. Wegens de voortdurende
stijging der huiden in 1899 werd zooveel doenlijk, alleen
voor directe behoeften ingekocht dientengevolge was
ook de benoodigde hoeveelheid looistoffen aanmerkelijk
kleiner dan gewoonlijk.
Opnieuw bleek het, dat de Fransche schors, welke
dit jaar van goede kwaliteit was en tegen billijken prijs
werd aangevoerd, het op den duur tegen vreemde
looimiddelen zal moeten afleggen. Steeds kleiner toch
wordt het getal dergenen, die nog aan het oude sy
steem van looiïng met uitsluitend eikenschors, getrouw
blijven.
Afrikaansche schors, onder den naam van Garouille
wordt steeds meer, hetzij direkt of indirekt in Neder
land geimporteerd. Wat de prijzen der looistoffen
betreft, deze zijn vrijwel stationair gebleven. Een uit
zondering hierop maakten Quebracho-hout en Garouille,
die beiden tot beduidend hoogere prijzen verkocht
werden.
De prijzen van Valonea, Mirabolanen, Dividivi en
verschillende extracten waren aan slechts kleine schom
melingen onderhevig.
Afrikaansche schors van extra kwaliteit gold van
19 fr. 25 tot 20 fr. 50, Valonea extra kwaliteit van
32 fr. tot fr. 32.50.
Ouebracho, gemalen en van prima kwaliteit fr. 10.50
tot 11 fr., alles per 100 kilo, franco wagon.
Naar inférieure kwaliteiten als Refuso, Caramanien
en de Syrische was bijna geen vraag.
In het vinden eener juiste methode voor de looi-
stoffenbepaling is men tot heden nog niet geslaagd.
Granen.
De inlandsche graanoogst van 1899 was over het
algemeen gunstiger dan de buitenlandsche, zoowel wat
de* kwaliteit als *de kwantiteit betreft. Vooral de tarwe
was puik en het gewicht sfeer zwaar. Soorten van 77
Kg. waren volstrekt geen uitzondering.
In Amerika echter was de oogst eveneens zeer goed,
zoodat er voldoende hoeveelheden geëxporteerd konden
worden.
De prijzen der meeste artikelen
bleven het geheele jaar door vrij
wel stationair. Tevergeefs trachtte
Amerika in den aanvang des jaars
eenige hoogere prijzen te bedingen.
Ook het bloedig conflict tusschen
Enge-land en Transvaal had op de
graanprijzen geen merkbaren in
vloed.
Tarwe werd in verhouding van
rogge zeer slecht betaald dit laat
ste artikel werd van den Donau en
Rusland in goede kwaliteiten slechts
schaars en tegen hooge prijzen aan
geboden, tengevolge van den slech
ten oogst in die streken.
Amerikaansch meel, dat in groote
kwantums en tegen lagen prijzen
werd aangevoerd, drukte zoowel op
de prijzen als op het verbruik van
het inlandsche.
De prijzen waren in den loop van
het jaar als volgt
Kogge f 5.606.p. 75 KG.
Witte tarwe - 6.407.>80
Ristarwe - 6.807.40 80
Roode tarwe - 6.256.90 >80
Haver - 6.75— 7.50 >100
Gerst - 4.104.50 65
Voedererwt. - 5.50— 6.25 80
Inl. tarwebl. - 9.50- 10.50 >100
Am. tarwebl. - 9.10.>100
De aanvoer in de haven, alsmede
die per tram en spoor, was over het
geheel, weer iets grooter dan in
1898 en bedroeg tusschen de 15
en 16000 last.
Veemarkt.
De aanvoer van vee, was in 't
afgeloopen jaar, ongeveer 't zelfde
als 't vorige. Er werden ongeveer
aangevoerd in ronde cijfers:
5400 runderen.
2000 schapen en lammeren.
3500 varkens.
De prijzen waren
Voor Kalf koeien f125 tot f230.
Voor dito vaarzen f 125 tot f 180.
Onze paardenmarkten raken ge
heel in verval.
Landbouw in Waalwijk en
Omstreken.
De toestand van den landbouw
en de veeteelt in deze streek was
in 1899 iets beter dan verleden
jaar. De hoeveelheid en de kwa
liteit van het steeds zoo gezochte
gras in den buitenpolder waren zeer
bevredigend, en de prijzen hoog.
Voor puik hooi 1215 gld. per 500
KG. Door de aanhoudende droogte
gedurende bijna den geheelen nazo
mer, waardoor de toemaat der wei
den en de naschaar der velden zoo
goed als geheel mislukten, liepen
de hooiprijzen nog hooger, zoodat
een paar malen zelfs f 16 per 500
KG. besteed werd.
De roggedie meest voor eigen
gebruik verbouwd werd, gaf een
ruimeren oogst, terwijl de kwaliteit
te roemen viel. De haver viel niet
mee. Hiervan waren oogst en kwa
liteit zeer middelmatig.
De aardappelen gaven een ruim
beschot. Hoewel iets hooger dan
1898 waren de prijzen toch niet erg
loonend. Zandaardappelen golden
van f 1.50 tot f 2.25, kleiaardappelen
van f 2.25 tot f 4.per HL.
De verzendingen van vee naar
Holland of België heeft voor deze
streek nog geen beteekenis. Be
smettelijke veeziekten kwamen, voor
zoover bekend niet voor.
Uit Baardwijk, waar de landbou
wersstand een grooter deel der be
volking uitmaakt dan in onze ge
meente, en de landbouw dus een
voorname factor is voor de volks
welvaart, meldt men ons aangaande
de gewenschte coöperatie
Èr komt steeds meer neiging tot
samenwerking onder de landbouwers
in deze gemeente. Naast een on-
I SBHBSSK@iSSfcJK1^3ÈS^
De Echo van het Zuiden,
Waalwyksche en Ungstrutscke Courant,
i i