1!;: De Züid-Afrikaansche oorlog, iv l Bekendmaking. Made in Germany. Staatkundig overzicht. BUITENLAND. Frankrijk, Oostenrijk-Hongarije. Amerika. BINNENLAND. 'i I 11 ;ii' '.l;- i 1 'l M. de R. Iets uit het land van Protectie ter over weging. W. JAARMARKT te Waalwijk op Donderdag 5 Juli. a.s. 'r i I Ij [l I 1 I I l' 1 l'l I 1 II i i II ill i1 i i i i, i Mi I 't I 'l i i Het beschot van het hopgewas mocht over het algemeen gunstig genoemd worden. De handel was echter flauw en de prijzen va rieerden tussche i f 10 a f 10 per 50 KG. De geldelijke opbrengst was derhalve onbe vredigend en niet bemoedigend voor hen, die de hopteelt wenschen te handhaven Aan het. bovenstaande kan worden toe gevoegd, dat de toemaat of het nagras der hooilanden en ook de tweede of naschaar der bouwlanden tengevolge van de langdu rige felle droogte mislukten, welke mislukking de veehouderij belangrijk benadeelde en een zeer ongunstigen invloed uitoefenden op de gewenschte uitbreiding van den veestapel. Over het geheel mag gezegd worden, dat de cultuur dezer streek machtige hulp ver- eischfc, om te blijven, wat zij tot heden geweest is, nl. een „bestaansmiddel." Van samenwerking of coöperatie zijn al leen te Haarsteeg eenige sporen aanwezig Hier staat nog te veel ieder teler als 't ware op zich zelf en is men nog niet voldoende overtuigd van hetgeen door eendrachlige samenwerking verkregen kan worden. In onzen tijd vun concurrentie is die samen werking een bijna gebiedende cisch. In vele plaatsen ziet men de gunstige gevolgen cr van en hier schijnt men ze tot heden nog maar niet te willen toepassen. Ook ware het te wenschen. dat de grondeigenaars, mede in hun eigen belang, wat meer hun best deden om aan den benarden toestand van den landbouw een einde te brengen. Wat de nijverheid dezer streek betreft; zij bepaalt zich bijna uitsluitend tot de leerlooierijen en manden makerijen. De leerlooiers klagen over wanverhouding tusschen de prijzen der grondstoffen en die van het fabrikaat en bepalen zich tot de handhaving hunner zaak op deu ouden voet. De manden makerijen daarentegen hebben meer werk, dan op bepaalden tijd kan wor den uitgevoerd. Uitbreiding is daarvan het gevolg.Een der hier gevestigde mandeu- makerijeu wordt reeds zeer belangrijk ver groot tot het plaatsen van meerdere werk lieden. Alles wijst op den goeden gang var. dit bedrijf, trots het in werking bren gen van wettelijke bepalingen der Belgische Jlegeering tot beperking van den invoer van margarine-mandwerk. liet mandenmakers- bedrijf verschaft steeds in ruimer kring aan vele gezinnen een heerlijk stuk brood en is thans een be,langrijke factor van de volks welvaart dezer streek. Burgemeester en Wethouders van Waalwijk maken bekend, dal, even als voorgaande jaren, gedurende de kermisdagen aldaar, beginnende ZONDAG 8 Juli "l'JOO en eindigende ZONDAG daaraanvolgende, de kramen, spellen en tenten enz. moeten gesloten zijn des avonds oin elf uur, met uitzondering van open mallemolens en schommels, die om tien uur moeten gesloten zijn; dat al de genoemde inrichtingen moeten gesloten blijven van genoemd uur af, tot des morgeus zonsopgai g j dat op ae Zondagen bovenbedoelde inrichtingen niet eeruer mogen geopend zijn dan des namid dags om 3'/s uur. Wijders wordt er aan herinnerd, dat het ver boden is op de openbare straten en pleinen met geld of om geldswaarde of eenig hasardspel te spelen, alsmede iets te vertoonen of ten gehoore te brengen, wat tot rustverstoring aanleiding kan geven. Waalwijk, 4 Juli 1900. Burgemeester en Wethouders voornd., De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. De Burgemeester der gemeente Waalwijk maakt bekend, dac de herbergen en tapperijen gedurei: de de kermisdagen, beginnende ZONDAG 8 Juli 1900 en eindigende ZONDAG daaraunvolgende, voor het publick kunnen geopend blijven tot 12 uur des nachts. Waalwijk, 4 Juli 1900. De Burgemeester voornoemd, K. DE VAN DER SCllUEREN. Met begrijpelijke schroom, aldus schrijft de „Küln. Ztg.", hebben de Fransclien tot nog toe zich onthouden van de kritiek der Duitsche afdeelingen op de Parijsche wereld tentoonstelling maar 't dikke, eind komt vigzamerhand na. In de //Figaro" breekt •mile Gautier, na een bezichtiging van onze Cemische afdeeling, 't ijs der stilzwijgend- h<d en geeft hij zijn landgenooten over de Tehuderde appreciatie van 't eenmaal wat verachtelijk klinkende Made in Germany de volg.nde opheldering #Met eerst gisteren," zoo zegt Gautier, //herhalen diegenen, die wat verder zien dan 11UI* neus lang is, dat de tentoonstelling van 1900 apotheose der Duitsche industrie zijn zou. Men heeft hen echter niet aange hoord, ja, Zv 2clfs min of meer scheel aan gekeken, want ;n zckere kringen is men het er over eens, dat men de superioriteit Ier andereuzonder eot nationale misdaad te begaan, niet mag erkt*ni,n. toch zijn helaas eenige oimnegange, 0p 't Champ de Mars voldoende om zich te overtuigen, dat genoemde doktoren van 't pessimisme niet geheel en al onrecht hebben *n Jat de Duitsche nijverheidstei.toonstelling itts won derbaars, buitengewoons, iets kolossaal is. Ongetwijfeld, om de Duitsche reclame k«t vooruit berekende prestige te verleenen, heb ben onze Duitsche naburen eigenlijk met handen en voeten tegelijk gewerkt en noch hun tijd, noch hun geld, dat zij met volle Randen uitstrooien, gespaard, zij hebben daarbij de nauwgezetheid, de geestesontwik keling, de consciëntieusheid en taaiheid, die hun ras eigen zijn, opnieuw gc toon 1. Vau deu keizer af tot deu geringsten arbeider toe, hebben allen meegewerkt de nationali teit hoog te houden. Waren de daartoe in 't werk gestelde pogingen heldhaftig, het resultaat is eeu triomf, in 't bijzonder wat betreft chemie en electriciteit. Is er iets, dat u meer treft dan b v. de tentoonstelling der Duitsche chemische industrie? Iedereen moet ze gezien hebben. Zelfs de leeken zul len daarvan verbluft staan de vakmenschen echter zullen versteld staan. In hunne be geestering zou zieli echter een zekere ja- loersche ontmoediging kunnen mengen bij de gedachte, dat de chemie, deze bij uitstek Fransche wetenschap, om zich tot zulk eene hoogte te verheffeQ, in vreemde handen moest vallen. Onze chemische industrie be houdt wel is waar nog nog haar plaats in de wereld; wij zullen ongetwijfeld spoedig gelegenheid hebben dat te bewijzen. Maar dringend noodzakelijk is de roep//Opge past!" De Duitsche chemische tentoonstel ling bestaat uit 28 gelijkvormige vitrinen uit eikenhout in zuiveren renaissance stijl, wier sierlijkheid een bewijs is, dat de Duit- schers voor de artistieke zijde niet zoo on gevoelig zijn als oppervlakkige geesten aan nemen." Na deze inleiding sprak Gautier over de afzonderlijke afdeelingen, en verwijlt met bijzondere bewondering bij de Badensche aniline- en sodafabriek te Ludwigshaven aan den Rijn en eindigt met de woorden „Hier houd ik op, want ik heb genoeg gezegd om een algemeen overzicht van de wonderbare ontwikkeling van deze Duitsche industrie te geven, wier schaduw ons ver duistert maar waarom zullen wij niet er kennen, dat ze tot de welvaart en de macht van 't menschelijk geslacht toch heeft bij gedragen Wij mogen 't betreuren, dat wij door haar niet meer de plaats in een gebied innemen, dat ons vroeger toebehoorde, maar men zondigt toch wel niet tegen de vader landsliefde integendeelwanneer men met bewondering, achting en zelfs dankbaar heid het door anderen gewrochte werk be groet/' DE TOESTAND. Er is in de Engelsche bladen van Maan dag weer overvloedig nieuws uit Zuid-Afrika. liet belangrijkste brengt ons heden echter een telegram uit Kaapstad. Generaal Hunter is uit Heidelberg, waar hij deu 25en bin nentrok, nadat de stad reeds door troepen van Hamilton bezet was, deu weg naar den Vaal ingeslagen, is bij Yilicrsdorp de Zauddrift overgestoken en wordt heden te Frankfort verwacht. Frankfort is een stapelplaats en operatiebasis van de Wet geweest, maar zeker al bijtijds verlaten, Het land is hier vrij vlak en dus voor de Boeren niet geschikt. Intusschen is generaal Hector Macdonald, aanvoerder van de bri gade Hooglanders, van Heilbron oostwaarts getrokken om zich met Hunter te vereenigen. Het terrein, dat de Vrijstaters onder de Wet overblijft is dus aanmerkelijk kleiner geworden, maar zij hebben nu nog eeu echt bergland om in te schuilen en van daar uit hun stoute tochten en aanvallen te ondernemen. Er zijn berichten dat liet de Wet aan levensmiddelen gaat ontbreken, althans aan verscheidenheid daarvan. Groot en klein vee heeft nog in overvloed en zoo ook mielies. Ook het heet, dat hij maar krap in zijn munitie voor de kanonnen zit; vandaar dat in de laatste gevechten met Rundie de Boereu alleen met het geweer schoten. De bommen en granaten bewaren zij tot het spannen gaat. Overigens komen wij in de bladen telkens berichten legen van gevechten en scher mutselingen in de buurt van Senekal en Lindley, en het is niet duidelijk of men telkens met nieuwe gevallen te doen heeft. Zoo seinde Reuter den 29en Juni uit Trom mei, ten NW. van Senekal, van een scherp gevecht, dat generaal Clements, onder ge zegelde orders met een vliegende colonne den 28en Juni van Senekal naar Lindley vertrokken, anderhalf uur buiten de stad gehad heeft. Volgens dezen correspondent hielden de Boeren nog hun oude stellingen ten N. en O. van Senekal bezet, maar schenen zij zich in de richting van Ficks- burg sameu te trekken. De correspondent van Reuter te Maseroe seiude den 30en Juni, dat de Boerin den 2'Jen een aanval hadden gedaan op de Engelsche stelling te Hammonia ten NW. van Fieksburg. Verder vertelt deze man, dat slechts een klein ge tal Boeren door generaal Bundle's liniën zijn heengekomen en dat deze weer terug gekeerd zijn. Hun paarden moeten op wezen en in groote getale sterven. Boeren, lie wegloopen, worden, zoo heet het, dood- gesohoten, maar wij gelooven aan dergelijke gestrengheid onder de Boeren niet. Indien men niet wist, dat de persoon van een gezant, van een diplomatieke vertegen woordiger onder alle omstandigheden heilig en ouschendbaar moet wezen voor de natie bij welke hij door zijn regeering is geaccre diteerd of aangesteld, zoodat alles wat den gezant wordt aangedaan beschouwd wordt als te zijn bedreveu tegenover het land in quaes- tie zeiven indien men van deze bijzonder heden niet op de hoogte ware, zou men het hoogst ernstige nieuws, dat van Shanghai uit Zondag is gemeld en dat Maandag van Ber lijn uit op gezag van den Duit«chen consul te Tschifoe, wordt bevestigd, kunnen beschou wen als een bet'eurenswiaidige episode in de mocielijkheden in het uiterste Oosten en als een verschrikkelijke gebeurtenis voor de ver wanten van den getroffene, z mder meer, zonder overwegende, wereldbewegende ge volgen. Wat is er geschied Het opzienbarende, emotioneerende nieuws, dat op de helft der maand Juni Eu-opa uit China bereikte en, volgens hetwelk de heer Von Ketteler, de vertegenwoordiger van Duitschland in de hoofdstad van China zou v rmoord zijn, is bevestigd, nadat een eokel etmaal na het eerste gerucht formeele tegen spraak is gevolgd en terwijl juist de laatste geruchten en berichten ten aanzien van China, deden vermoeden dat het ergste geleden was, dat de bezetting van Tientsin door de mogendheden en het ontzet van vice-idmi— raai Seymour, het eerste bedrijf van het Chineesche drama had afgesloten in waarlijk gunstiger zin dan men voor ettelijke dagen had durven vermoeden of zelfs maar hopen! Wreede teleurstelling eu ontgoocheling, terwijl de regeering van het Hemelsche Rijk al het mogelijke deed om bij de met k'acht en doortastendheid nu optredende mogend heden de meening ingang te doen vinden, dat zij niet de minste schuld had, dat het haar doel en streven was de vreemdelingen met hartelijkheid en vriendelijkheid te beje genen en zorg te dragen dat hun geen leed zou geschieden, is vöór meer dan twee volle weken, in de hoofdstad van het Rijk (den zetel der regeering) willens en wetens een schandelijk vergrijp gepleegd tegen de hei ligste, iinmer en allerwegen geëerbiedigde rechten der volkeren onderling een weer looze is op den korten weg van enkele mi nuten, welke zijn v er LI j f scheidde van het Tsung-'.i-Yamen (den zetel van het eigenlijke departement van buitenlandsche zaken van China) brutaalweg vermoord door de inland sche troepen hij zou door een bende op straat zijn aangevallen en in het gebouw voornoemd zou hij overleden zijn. Dat is dus wel een bevestiging in den meest ernstigen zin van al de alarmeerende geruchten, welke sinds de laatste drie weken de ronde hebben gedaan door de pers en welke men juist schromelijk overdreven begon te oordeelen, op grond van de verzekeringen van jongeien datum, door de Chineesclie autoriteiten rijkelijk verspreid Generaal Seymour zelf vei telt zijn weder varen, zoo koit en bondig, dat de zeeman aanstonds te herkennen is. Den derden Juni had hij twee aanvallen der Boksers af te slaan op zijn voorhoede, welke echter beide weiden afgeslagen met zware verliezen van den vijand en zonder verliezen van de ontzettingscolonne. 14 Juni vielen de Boksers in grooten getale den trein aan te Lang-Lang. Zij werden met veel moeite teiuggeslngen met ongeveer hoi derd man gesneuveld. De vei bondenen hadden vijf Italianen gedood. Denzelfden middag vielen de Boksers den Engelschen post aan, die het station Loeta beschermde. Verstel kingen werden teruggezonden en honderd doorlen achterlatend, moesten zij aftrekken, terwijl de admiraal een gewoude matroos had De spoorweg was hier echter zoozeer vernield, dat verder voortgaan per trein onmogelijk was. De admiraal besloot dus 16 Juni naar Yangtsoen terug te gaau en langs dien weg zijn dpel te bereiken. 18 Juni vernam hij echter, dat twee te Lang-Yoeng achtergelaten tieinen waren aangevallen. Mei een verlies van vier of vijthonderd dooden werd de vijand weer afgeslagen, terwijl de verbondenen zes dooden en acht en veertig gewonden hadden. Te Angtsoen voegden de twee treinen zich 's avonds bij de tiO-*pen, doch verder konden ze niet. De admiraal had toen reeds gebrek aan ammunitie en mondvoorraad, ook aan wa'er vooral, en werd zeer in zijn bewegin gen belemmerd door gewonden, zoodat hij besloot op Tientsin terug te trekken, waarmee hij in geen zes dagen verbinding had gehad. Den 19en werden de gewonden op een riviersboot geplaatst, terwijl de colonne langs de rivier schreed. In alle dorpen waar men langs of door kwam werd een hardnekkigen tegenstand geboden. De Chineczen, uit een stelling veijaagd, trokken op eeu tweede terug. Den 23en bereikte men na een nachtmarsch een arsenaal, acht mijl van Tientsin gelegen. De Chineezen deden eerst alsof zij de vreemdelingen vriendelijk ont vingen, doch lichtten eensklaps het vuur op hen. De coloune trachtte de Chineesche stelling om ie trekken intusschen brachten de Duitschers twee kanonnen tot zwijgen en bestormden de versterkingen, waarop het arsenaal door de verboudenen bezet werd. Denzelfden dag werd door de Chineezen getracht het arsenaal weer te bemachtigen, doch dank zij deu voorraad hier aanwezig konden de Europeanen stand houden tol de komst der tweede ontzettingscolonne. Wij vonden ontzaglijke voorraden kannon nea, wapenen en krijgsvoorraad van de nieuw ste soort. Wij stelden verscheidene kanonnen op voor onze verdediging en beschoten de lager gelegen Chineesche forten. Daar wij schietvoorraad en rijst hadden gevonden, hadden wij het eenige dagen kunnen uit houden, maar daar wij bemoeilijkt werden door een groot aantal gewonden, zonden wij naar Tientsin bet verzoek om ons te out— zetten. Het ontzettingsleger kwam in den ochtend van den 25sten aan. Wij ontruimden het tuighuis en de troepen kwamen den 26sten ie Tientsin aan. Toen wij het tuighuis vei lieten, vernielden wij het door brand. De verliezen tot heden zijnEogelschen, 27 gedood, 97 gewond Amerikanen, 4 gedood, 25 gewond; Franichen, 1 gedood, 10 ge wond; Duitschers, 12 gedood, 62 gewond; Italianen, 5 gedood, 3 gewond Japanners, 2 gedood, 3 gewond Oostenrijkers, 1 gedood, 1 gewond Russen, 10 gedood, 27 gewond. Tezamen 62 gedood, 228 gewond. Een der Maandagavond ontvangen Reuler- telegrammen meldt dat de Nederlandsche legatie te Peking het lot van de meeste an dere gezantschapsgebouwen heeft gedeeld, en in de asch gelegd is. Dat behoeft nog niet te beleekene» dut onze gezant en het per soneel van het gezantschap daarbij omg« komen zijn uit de berichten schijnt men te mogen opmaken dat de Europeanen zich in de Biitsche legatie verzameld hadden en althans eenige dagen geleden het daar nog uithieldenalleen van den moord op den Duitschen ge/.an», die zich op straat had gewaagd, is bericht gekomen. Ongelukkiger wijze bewijst dit laatste allerminst dat de andere gezanten ongedeerd zijn. en de hoop op hun behoud schijnt inderdaad gering, nu zelfs het dicht bij de kust gelegen Tientsin nog moeilijk te bereiken is, eu de toestand daar niet schijnt te verbeteren. De Russische admiraal Alexfjef is te Takoe aangekomen en begeeft zich naar Tientsin. Dinsdag of Maandag waren 520 officieren en 13.500 man van de verbonden strijdmacht aan wal gezet, met 53 stukken veldgeschut en 35 maxims. Toch is die macht vermoe delijk te gering om veel te ondernemen te gen de tienduizenden geregelde en ongere gelde Chineesche troepen. Te Tsjifoe zijn Zaterdag opstootjes ge weest, maar ze dioegen geen ernstig karakter, en Maandag was alles daar weer rustig. De Amerikaansche consul te Tsjifoe heeft al de Ameiikaansche onderdanen te Tsjifoe aan gespoord, van de gelegenheid gebruik te maken om te vertrekken. De Jjpansche re geering heeft transportschepen beschikbaar gesteld. Een telegram van den bevelhebber van het kruiserssmaldeel voor Takoe van den 30sten Juni geef: bijzonderheden over het vermoorden van den Duitschen gezant. Ook wordt daarin gemeld, dat den 25sten Juni alleen nog het Duitsche, het Fiansche en het Engel che gezantschapsgebouw onverlet waren en met troepen bezet. De bevelhebber met de be schermingstroepen en de vreemdelingen wa>en in het Engelsche gezantschapsgebouw. De Chineezenstad van Peking was afgebrand. Buiten Peking stonden ongeveer 30,000 Chineesche soldaten. De Keizerin-weduwe was uit Peking gevlucht. De toestand is hier voortdurend zeer gespannen, omdat naar het schijnt groote hoeveelheden Chineesche troe pen op Tientsin aanrukken. De Kamer heeft Zaterdag de eerste drie gedeelten van het eerste artikel van hei ontwerp tot vcruieeidering van de vloot, waarbij het bouwen van 6 pantserschepen en 28 torpedojagers werden voorgesteld, aange nomen. Bij de vierde paragraaf stelde Pel— lelan voor, om den post van 68 millioen, welke voor het vervaardigen van torpedo- booten en omlerzeesche torpedobooten wer den aangeviaagd, nog met 50 millioen te vermeerderen, ten einde de torpedovioot. welke erg aan het achteruitgaan in, beter op de hoogte van den tijd zou kunnen worden bijgehouden. Nadat de regeering dit amen dement had overgenomen, werd ook dit gedeel'e van het artikel aangenomen. Een voorstel van Aimond om te bepalen dat de nieuwe schepen voor 1906 zouden moeten gereed zijn, werd verworpen. Maandagmorgen is in dc kapel van het kasteel te Reichstadt het huwelijk voltiokkei. tusschen den aartshertog, troonopvolger Franz Ferdinand en gravin Sophie Chotek, die bij eigenhandig schrijven van den keizer tot vorstin van Hohenberg is verheven. Geen enkele der broeders ran deu aartshertog was aanwezig, terwijl alle zusters van de bruid de plechtigheid bijwoonden, 's Avonds vertrok het jonge paar naar hun landgoed te Kano pischt, waar de wittebroodsweken zullen worden doorgebracht. lievige braud te New-York. Zaterdag heeft een vreeselijke brand ge woed in de dokken van de Noordduiische Lloyd te Hoboken bij New-York. Het vuur begon 's namiddags in een baal katoen en breidde zich spoedig buitengewoon snel uit onder de overige opgeslagen waren, waar onder vele vaten olie waren. Daarna sloegen de vlammen over op drie lichters, die naar New-York gesleept werden, terwijl vier transatlantische stoomers genoodzaakt waren weg te stoomen, wilden zij niet eveneens een prooi van het vuur worden. De schatting vau de correspondent te New-York, van de schade, bij den brand te Hoboken geleden, wisselt tusschen de tien- en twintig millioen dollar, en van de meuschenlevens die er bij verloren gingen, tusschen de 200 en 1200. Er zijn 250 min of meer zwaar gewond. Het verlies aan levens zal waarschijnlijk nooit vast te stellen zijn, aangezien het Zaterdag kijkdag was en duizenden en duizenden men- schen van buiten de kaden van de Nord— deutsche Lloyd bezochten, toen en hierin stemmen alle berichten overeen de balen katoen op de kade ontbrandden. De vlam men sloegen met vreeselijke snelheid op de magazijnen en de vastgeatneerde transatlan tische schepen van de Lloyd, alsmede op Phoenicia van de Hamburg-Amerika over sloegen. De entrepots vau deze lijn ont snapten ternauwernood aan dat gevaar. De brandweer liet de aanpalende gebouwen springen, zoodat de brand aan die kanten gestuit werd. Er ontstond te New-York een groote paniek toen de Bremen vau de Nord- deutsche Lloyd brandende naar de haven dreef en de vonken het veerhuis van de Penusylvauia spoorweg aanstaken en dus de geheele haven met veiwoesting dreigde. Gelukkig slaagden sleepbooten er in, de Bremen weer weg te sleepen, terwijl drijvende stoomspuiten aan weerszijden ten slotte de vlammen aan boord bluschten. Daarna werd het schip op strand gezet. Vijftien kanaal- vaartuigen en twiutig lichters, alsmede de magazijnen aan land zijn vernield, De ka pitein van de Saaie is ouder de verbranden. Zestien kolensjouwers ontsnapte op de Main merkwaardig aan den doo.'; Zij we'd-n f nadat het schip zes uur f e >rand had en uitgebrand was, leven 1 uit het ruim gehaald I Andere kohnwerkers, die hoogerop trachten te ontkomen, stikten of verbranden. To n men zag dat ook de steigers van de Hamburg-Amerika lijn aangetast zouden worden, liet men den zuidelijkste!) steiger! met dynamiet springen. Op de schepen wilden de meeste menschen eerst weg toen het reeas te laat was schrijft de corres- pondent van de Daily Mail en de be manning raakte de kluts kwijt. ZCOdat zij behalve op de Kaiser Wilhelm de Grosse de booten niet intijds konden losmaken deze dreven toen, dood en verderf aan brengende, de rivier af, en het was in de meeste gevallen met mogelijk, de opva*ende.i te redden Van de Saaie en de Fremen sprongen honderden menschen ovtrboorj terwijl de sleepbooten de brandende schepen naar het midden van de rivier brach'en anderen zochten een schuilplaats, maar werden door de vlammen al verder en verder ver- dreven. Door een vloot van sleepbooten omringd dreef de Saaie met de eb af, telkens zelf booten aanstekende. Het mooie stoomschip stond weldra geheel in vlammen of was rood-gloeiend geworden. Op de geblake.de sieepoooten werden bovenmenschelijke po- gingen gedaan en massa's water in het schip geworpen, maar het hielp niet. Kapitein Smith, van de havenpolitie, ging er met eeu gehuurde boot, de Mutual, op uil slaagde er ïo, 37 van de op «arenden der Saaie te nd-Jen de meeste waren bewusteloos, sommigen' hadden ernstige brandwonden, en allen waren half verslui door den rook. Toen kapitein Smith moest ophouden, zag hij verscheiden lijken op het dek van het schip liggen. De sjouwers en de matrozen die binnen in het schip aan het werk waren, vonden voor meerendeel alle uitwegen versperd. Zii vochten, zeggen de geredden, als duivels om aan dek te komen, het electrisch licht was nagegaan, en de verwarring was ver schrikkelijk. Telkens zag men menschen aan de pairijspooiten verschijnen, d:e de armen uitstrekten om hulp, maar het was onmogelijk hen te naderen. Van een veertigtal menschen die zich van achtersteven lieten zakken, werden er slechts eeu dozijn gered. Een vlot met honderd personen dreef tegen een der brandende steigers aan en sloeg om, en verscheiden verdronken. loen de Mutual een tweeden tocht naar het brandende schip maakte, lag dit grooten- deels onder water, en het zonk op de on diepten aan den oevtr van New Jersey. Weinig beter verging het de menschen die op de Bremen gebleven waren, ofschoon dat schip niet verloren schijnt te zijn. In de machinekamers van de Bremen waren dertig personen gevangen de vlammen ver sperden hun den weg. Zij hoorden de drij vende stoomspuiten langs de huid van het schip schuren. Het binnengespoteu water maakte dat het schip sterk begon over te hellen naar stuurboord en de machinist die het hoogst ui rang was, gaf aan zeventien man last, naar de pompen te gaan. Nau welijks waren zij daar gekomen of een schot brak en een lawine van brandende steenkool sloot die mannen van de overige af. Toch begonnen zij hard te pompen, en toen hun kameraden gered waren, deed men al het mogelijke om ook die zeventien teverlossen. Den heel en nacht bleven de spuiten met het schip bezig om dc vlammen te dooven, eu de mannen daarbinnen aan het werk om zich voor verdrinken te bewaren. Brood en water werd hun door de patrijspoorten toegezonden, en tegen den ochtend werden zij gered. De Main, een nieuw schip van over de 10.000 ton, die 150 man aan boord had, is gezonken en moet zwaar beschadigd zijn; hoevelen van de opvarenden omgekomen zijn, is niet te zeggen. Het moet een verschrik kelijk gezicht geweest zijn, de drie groote booten, die brandend de rivier afdreven de reusachtige Kaiser Wilhelm in rookkolommen gehuld, nog verscheiden kleinere booten die aangestoken waren en op tal van plaats n vlammende plekken vormden op het water, daaibij de smeulende en rookende steigers eu het vijf verdiepingen hooge pakhuis ran Campbell Co. dat, hoewel op vrij aan zienlijke afstand gelgen, door de brandende stukken die er op vielen, vlam vatte en ge heel vernield werd. De record breker*, de Kaiser Wilhelm der Grosse, liep eeu tijd lang groot gevaar, hij raakte hier en daar in brand en de kabels waarmede zij vastgemeerd was, moesten door gehakt worden, daar het door de hitte niet mogelijk was ze los te gooien. Maar de meeste officieren waren op het tijdstip van de ramp aan boord, de geheele bemanning begaf zich naar haar post, en met spuiten en handgranaten slaagde men er in telkens de vlammen die uitbrakeu te blusschen. Toen het gevaar van het groote schip afgewend was, hield dc bemanning zich nog met het reddingswerk bezig. WAALWIJK. 4 Juli 1900. Beroepen. Beroepen te Waalwijk ds. W. de Vries te Heutuen. Bedevaart naar Bleriek. Maandagmorgen te 6 uur, vertrok van hier per extra-trein, de processie naar de geloftekerk van den II. Antonius van Bleriek. Honderden personen namen er aan deel, hetwelk in de vroegte een leven-j dige drukte aan 't station teweegbracht Uit de plaatsen Drunen, Vlijmen, Bosch, Boxtel etc., groeide de menigte bedevaart-! gangers aan, zoodat het respectabel aantal van ongeveer 2800 werd bereikt. De har monie van Elshout vergezelde de processie. Des avouds te ongeveer 9 uur, bracht

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1900 | | pagina 2