Nummer 58.
Zondag 29 Juli 1900.
23e Jaargang*
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
Gemeenteraad van Waalwijk,
ANTOON TIELEN,
De valsche Baron.
Uitgever:
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Bekendmaking.
FEUILLETON.
Zaterdagavond.
Dit Blad verschijnt Woensdag- en
Abonnementsprijs per 3 maanden t 0.75.
Franco per post door liet geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAAL WIJ K.
Advertentikn 17 regels f0.60; daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Gemeente-Waag.
HET LEGAAT.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken
Openbare vergadering op Woensdag 25
Juli 1900, 's nam. ten 63/4 uur.
Aan de orde
I. Ingekomen stukken.
II. Voordracht tot benoeming van 2
leden van college van zetters.
III. Concessie-aauyraag Waterleiding.
IV. Verbetering haven.
V. Reclames Hoofdei. Omslag over 1899
en 1900.
Voorzitterde burgemeester K. A. M.
ridder de van der Schueren.
Afwezig de heeren Jud. Timmermans Wz.
en Hoffraans.
Na opening worden de notulen der vorige
vergadering voorgelezen en goedgekeurd.
I. Ingekomen stukken
a. Een schrijven van den heer Jud.
Timmermans Wzn., dat hij verhinderd is dc
vergadering hij te wonen.
b. Een besluit van Ged. Staten, waarbij
de ruiling van gemeente grond met het stuk
vau mijnheer de Thouars, wordt goedgekeurd.
c. Idem goedkeuring aankoop grond aan
de haven.
d. Idem goedkeuring kohier van den
Hoofd. Omslag.
e. Idem verhuring Postkantoor.
f. Idem goedkeuring rekening over 1898.
Alle voor kennisgevingen aangenomen.
ff. Verder is ingekomen een schrijven
van 't R.-K. Kerkbestuur alhier; hierin
deelt het mede
lo. Dat men bezig is een gasleiding te
leggen in de scholen, gasthuis, kapel van 't
Klooster etc. Het verbruik zal natuurlijk zeer
groot zijn en daar dit en in de scholen en in 't
gasthuis aan het algemeen welzijn van Waal
wijk ten beste komt, en met het oog op de
Liefdadigheid, daarom verzoekt het den
prijs van 't gas te stellen als bij de groote
gebouwen en verbruikers, alhier gewoonlijk
geschiedt nl. zoo laag mogelijk.
2o. Dat het Kerkbestuur van plan is,
vooraan bij den ingang van 't Kerkplein
2 gaslantaarns te plaatsen, die zullen ont
stoken worden bij het plaats hebben der
godsdienstoefeningen des avondszij zijn
zoo vrij te verzoeken, dat de gemeente hier
mede op dezelfde manier zal handelen, als in
de dammen en mijnen met Toog op de
publieke veiligheid.
Het gas woidt dan gratis door de ge
meente geleverd en 't Kerkbestuur zorgt
evenals op genoemde plaatsen voor lantaarns,
materialen aan- en uitmaken etc.
De Voorzitter „B. en W. stellen voor, dit
verzoekschrift te stellen in handen der gas-
commissie, die er dan over kan beraadslagen
en rapport uitbrengen.*
Aangenomen.
h. Nog is ingekomen een schrijven van
zekeren Ketels uit Haarsteeg thans wo
nende in de veldtent van de wed. Brok,
over wier minderjatige kinderen hij voogd is.
Hij verzoeKt het Gemeente bestuur hem de
tent voor 6 jaar te verhuren voor f 50 per
jaar, dan zal hij die kinderen daar bij zich
houden en opvoeden, daar heeft de gemeente
dan niets geen zorg voor.
De Voorzitter: „Ketels wil van uit Haar
steeg hier in de tent komen wonen en dan
de kinderen op die manier helpen. Eerst
heeft de tent f 113 opgebracht, toen tot
f 75 verminderd, hij vraagt voor f 5U en
wil dan geheel voor de kinderen zorgen,
die anders zeker ten laste der gemeente
kwamen dit in aanmerking genomen, stellen
B. en W. voor dit verzoek in te willigen
en Ketels de tent voor 6 jaar te verhuren
f50 per jaar.
De heer Timmermans van Turenhout
„hebt u die man gesproken, mijnheer de
Voorzitter. Als het een geschikt persoon
is, vind ik het een zeer goede maatregel."
De Voorzitter„ik heb hem meermalen
er over gesproken."
De heer Quirijns we moeten natuurlijk
zekerheid hebben, dat hij zijne verplichtingen
nakomt.*
De Voorzitter „de verpachting gesc.Jedt
onder die conditie, dat hij ze opvoedt.*
De heer Mombers: „Hij heeft er mij ook
al over gesproken."
Aangenomen.
II. Voordracht tot benoeming van 2
leden van 't college van zetters.
De Voorzitter „de aftredende leden zijn,
de heeren Gragtmans en Baijens. Voor iedere
vacature moeten 2 candidaten worden ge
kozen.
Gekozen
le candidaat le vacature (Gragtmans) de
heer Gragtmans.
2e cand. le vacature, de heer van Til
burg.
le candidaat 2e vacature (Baijens) de heer
Baijens.
2e candidaat 2e vaciture de heer van
Dooreu.
III. Concessie waterleiding.
De Voorzitter „in de vorige vergadering
is deze concessie aanvrage gesteld in handen
van B. en W.
De concessionarissen de heeren Visser en
Smit hebben hunne voorwaarden ingediend,
en in conferentie met hen hebben Burge
meester en Wethouders eenige wijzigingen
in die voorwaarden aangebracht, hetgeen de
heeren wel zullen hebben gezien, in de ter
visie gelegen hebbende stukken.
Daarom stelt 't Dag. Best. voor overeen
komstig dit ontwerp, de aanvragers concessie
te verleenen voor 'l leggen der buizen door
de straten etc. ten behoeve eener water
leiding.
Wenschen de heeren soms deze voor
waarden artikelsgewijze voorgelezen, of hebben
ze 't genoegzaam ingezien."
De heer Baijens „ik heb in die voor
waarden niet bespeurd de plaats, waar 't
water zal getrokken worden en d. i. van
groot belang voor de belendende perceelen."
De Voorzitter „ze zullen zulk terrein
kiezen, dat geschikt voor hen is, dat volop
water geeft, zij moeten natuurlijk eerst con
cessie hebben, voordat ze de proefnemingen
voor een geschikt terrein kunnen beginnen
en verder werken want hieraan zijn groote
kosten verbonden en dan zouden ze die voor
niets doen.*
De heer Baijens„ik zou 't zeer raad
zaam vinden dat die prise d'eau een eind
buiten de kom was, daar het zeer nadeelig
voor de omliggende perceelen is wijl die
putten hiervan dan waterloos worden."
De Voorzitter „daar zal toch geen ge
vaar voor bestaan, daar gewone putten boven,
en hunne putten door de leemlaag komen
liggen."
De heer van Schijndel „ik heb ook ge
ïnformeerd bij lui die 't weten kunnen en
die hebben mij verklaard, dat er wel dege
lijk gevaar kan bestaan, ik blijf den heer
Baijens volkomen bij; de belendende perceelen
kunnen zonder water komen, ook al liggen
hunne putten door de leemlaag heen."
De Voorzitter„ik geloof dat er veel
meer water onder dan boven de leemlaag
zit en zij komen op zulk een diepte, dat
ze altijd overvloed van water moeten
lubben.*
De lieer van üooren„gewone putten
gaan ook wel door de leemlaag, ik heb er
ten minste zoo wel drie.*
De Voorzitter „als de concessie verleend
is en zij hebben een terrein, dan zijn de
concessionarissen toch altijd nog verplicht
vergunning te vragen, vanwege de veilig
heidswet en hinderwet en als dan uit de
reclames van omwoners, die altijd gehoord
worden, blijkt, dat T daar slecht of schadelijk
is, dan kunnen B. en W. de permissie om
daar de toestellen te plaatsen eu putten te
maken altijd weigeren.*
De heer van Schijndel „nu hebben we
't in de hand, later misschien niet, dam
geeft T een hoop moeite dikwijls met pw>-
cedeeren etc., niet dat ik 't tegen wil werken
ik ben er zelfs sterk voor, 't is een toeken
van vooruitgang voor onze gemeente, ik ben
sterk voor de vooruitgang en daarom was
ik ook voor de tram, die tot mijn groote
spijt niet is gekomen; ik zal dit ook met alle
macht voorstaan en daarbij kost 't ons
SKI
De Echo van het Zuiden,
Wit al wijk se lie en Lungstraatstlie Courant,
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
maken bekend dat eriederen dag gelegen
heid bestaat om van de Waag der gemeente ge
bruik te maken.
Zich daartoe aan te melden bij P. Leltz, waag-
meeoter, woonachtig achter het gebouw van Van
Gend en Loos.
Waalwijk, 28 Juli 1900.
De Burgemeester
K. DE VAN 1)ER SÜHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
SCHUTTER IJ.
PUBLICATIE.
De Burgemeester van Waalwijk maakt aan
belanghebbenden bekend:
dat de Commissie, ingevolge Art. 15 der Wet,
belast met het onderzoek nopens de al of niet
gegrondheid der redenen, welke tot vrijstelling
of uitsluiting van de dienst der Schutterij zijn
ingebracht, hare tweede gewone jaarlijksche zit
ting zal beginnen op Maandag den 30 sten Juli
aanstaande, tot onderzoek van alle reclames, door
de ingeschrevenen en geloot hebbende personen,
van dit jaar, en door de reeds vroeger ingel'.jfden
ingebracht, alsmede tot het onderzoek der num-
xnerverwi8selaarszullende zij, die van het voor
recht van si^titutie gebruik willen maken, daar
van, met opgave der voortestellen personen, bin
nen 3 dagen na dato dezes, en du9 vóór
of op den 28sten Juli e. k., kennis behooren te
geven aan de voormelde Commissie.
Wordende de belanghebbenden ten overvloede
uitgenoodigd, de schriftelijke bewijzen, tot staving
hunner redenen van vrijstelling, bij de Wet ge
vorderd, alnog, voor zoo verre zulks niet al reeds
is geschied 3 dagen te voren ter Secretarie alhier
over te leggen.
En zij eindelijk aan de gcconcerneerde perso-
nen kennenlijk gemaakt, dat zij zich stiptelijk
op de door de genoemde Commissie van onder-
zoek daartoe bepaalde tijdstippen, voor dezelve
moeien verschijnen, als zullende degenen, welke
zulks mochten verzuimen, gehouden worden geene
redenen tot vrijstelling te hebben, en voor zoo
verre zij dienstplichtige nummers getrokken heb
bende, niet vallen in de termen van artikel 3,
a, b, c, 1, m, en artikel 4 der Wet, bij de
Schutterij worden ingelijfd, tot zij in een vol
gend jaar hunne reclames op voorschreven voet
ingericht, aullen hebben doen gelden.
En opdat niemand hieromtrent eenige onwe
tendheid zoude kunner. voorwenden, zal deze
worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks
doen binnen deze Gemeente gebruikelijk is.
Waalwijk, 24 Juli 1900.
De Burgemeester voornd.,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Waalwijk brengen ter openbare kennis, dat ter
Gemeente-Secretarie ter inzage ligt een verzoek
met bijlagen van de firma van Iersel Witlox
Co. alhier om vergunniag tot het uitbreiden harer
9toomlederfabriek, staande alhier op het perceel
kudastraal bekend in Sectie B, No. 1125 1481
Op Maandag, den G Augustus 1900, des voormid
dags te elf uren, zal op het gemeentehuis gelegen
heid bestaan om bezwaren tegen dit verzoek in te
brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te
lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren
hebben, kunnen gedurende: drie dagen, vóór
het bovengemelde tijdstip, op de Secretarie der
Gemeente kennis nemen van de ter zake inge
komen schrifturen
Waalwijk, den 23 Juni 1900.
Burgemeesters en Wethouders voornoemd,
De burgemeester,
K. DE VAN DER SCHEUREN.
De secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
te
18).
ACHTSTE HOOFDSTUK.
Zij slapten het voorplein over en stegen de trap
pen op; nergens was een bediende te zien; ove
ral heerschte doodsche stilte. De commissaris
ging vooruit en trad ook vóór Urban in de zaal
waarin zich de gerechtspersonen bevonden.
Op het gelaat van den jongen man had zich de
smart zoo diep uitgedruktzijne trekken boezem
de een zoo groot medelijden en op den eersten
blik zoo'n groot vertrouwen in, dal de drie in de
kamer verzamelde mannen op het eerste gezicht
een welwillend gevoel voor den jongen man on
dervonden.
Deze viel als gebroken op een leuningstoel,
welke Reynaud hem toeschoof.
«Mijnheer Iterdren/ bogon de rechter van in
structie, „u bekleedde bij den heer Monnier de
betrekking van pecretaris, niet waar?'
«Ja, mijnheer/ zeide Urban verward maar
stelt, ik bid u, op dit oogenblik geene vragen aan
mij; het treurig bericht, dat ik zooeven heb ont
vangen, brengt mij geheel buiten mijzelve, ja doodt
mij om zoo te zeggen, Mijn vriend en weldoe
ner is dood 1 Ik moet hem zien en zonder schaam
te moet ik het u bekennen, ik moetik kan
niet anders, ik moet eerst uitweenen
«Wij begrijpen uwe smart volkomen en res
pecteeren haar," sprak een der heeren «maar er
is iets, voor welke alle persoonlijke gevoelens en
aandoeningen terug moeten tredenhet mandaat
der plicht. Legt derhalve voor een oogenblik
uwe smart, die u slechts eer aandoet, het stilzwij
gen op en antwoordt rustig en oprecht op onze
vragen. De menschelijke gerechtigheid mag geen
dag, geeu uur laten verloren gaan, wanneer het
de bestraffing van eene misdaad betreft.»
«Eene miedaad riep Urban, zich opheffend
#is er dan eene misdaad begaan
„Wist ge dat niet?' vroeg de onderzoekings—
rechter.
«Vergeef mij,' zeide Reynaud, «ik heb hem
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Waalwijk brengen ter openbare kennis, dat ter
Gemeente-Secretarie Ier inzage ligt een verzoek
met bijlagen van F. F. Ie Blanc alhier om ver
gunning tot het plaatsen en in werking brengen
van eene stoommachine in zijne looierij staande
alhier op het perceel kadastraal bekend in sectie
B, No. 1-195.
Op Maandag, den Gden Augustus 1900, des voor-
middags te elf uren, zal op het gemeentehuis
gelegenheid bestaan om bezwaren tegen dit ver
zoek in te brengen en deze mondeling er. schrif
telijk toe te lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren
hebben, kunnen gedurende drie dagen, vóór het
bovengemelde tijdstip, op de Secretarie der Ge
meente kennis nemen van de ter zake ingekomen
schrifturen.
Waalwijk, 23 Juli 1900.
Burgemeester en Weihouders voornd.,
De Burgemeester,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
enkel van een ongeluk gesproken."
Urban bedekte met beide handen zijn gelaat
en herhaalde met doffe stem de woorden
«Eene ruisduad Eene misdaad!...*
«En deze misdaad/ begon de onderzoeking9—
rechter opnieuw, «is in koelen bloede bedreven
niet de geringste wanorde heerschte in het ver
trek de moordenaar moet er van overtuigd zijn
geweest, dat hij volop tijd genoeg had, de bloe
dige daad te volvoeren.'
.Monnier was zoo rijk/ was het zachte ant
woord van Urban.
«Diefstal schijnt in geen geval de aanleg tot de
misdaad geweest te zijn kent gij wellicht iemand,
die den heer Monnier haatte?"
„Niemand," antwoordde de jongeling„de ge
woonte om te bevelen, bracht het weliswaar met
zich, dat zijne woorden een weinig ruw en barsch
klonken, maar zijne goedheid en welwillendheid
tegen iedereen was onuitputtelijk, lederen mor
gen opende ik de brieven, van welke de helft ge
woonlijk ondersteuningsverzoeken waren, en niet
één werd er afgewezen.'
«Herinnert gij u niet het een of ander, welke
ons de zoo noodzakelijke opheldering verschaffen
kan
«Neen I neen 1* herhaalde nog eens de jonge
man. „God weet, welke groote troost het in
mijne smart zou zijn, als ik licht in deze duis
ternis kon brengen. Mijn God, hoe is het toch
mogelijk, dat hij zulk een dood moet sterven 1
De bedienden hielden veel van hem, hij wa9zoo
grootmoedig en liefdevol tegen allen 1'
„Met wien hebt gij gisteren den avond doorge
bracht?» vroeg de rechter van instructie.
„Zooals gewoonlijk met mijnheer Monnier;
Jean Marigné, die de illustraties voor «Java en
zijne wonderen* levert, vervoegde zich tegen 7 uur
bij ons. Wij hebben te zamen de laatste copieën
besproken, welke mijnheer Monnier in druk wil
de geven. Om elf uur hebben Marigné en ik liet
paleis verlaten; heden riep men mij, tegen alle
verwachting, hieiheen; htt was afgesproken, dat
ik dezen dag zou gebruiken, om mijne zaken in
orde te brengen, want morgen zou ik reeds de
kamer betrekken, welke mij op de derde verdie
ping aangewezen was/
Op dit oogenblik werd de deur van de zaal
geopend. Een politie agent trad binnen, naderde
deu voorzitter en fluisterde hem zacht eenige woor
den in het oor.
„Goed/ antwoordde deze eveneens fluisterend
„na verloop van 10 minuten kunt gij hem bin
nenbrengen.'
Daarop wendde dezelide ambtenaar, welke de
mededeeling van den politie-agcnt aangenomen
had, zich weder tot Urbon Kerdren en verzocht
hem, zich terug te trekken, maar het paleis niet
tc verlaten, daar men liera later nog noodig zou
hebben.
„Mag ik mij thans in de slaapkamer van den
heer Monnier begeven vroeg Urban, zich op
richtend.
«Thans nog niet/ antwoordde de rechter van
onderzoek, «maar later zal deze plicht der piëteit
tegenover den doode niets meer in den weg staan,
Urban groette de ambtenarenen verliet de zaal.
Hij gevoelde zich op het punt te verstikken? in
het corridor ontmoette hij Peter, wiens oogen
rood en gezwollen waren van het weenen. Toen
den jongen secretaris op hem toetrad, zeide de
dienaar: Ach, u en ik, wij hielden zoo veel van
hem
Urbans verhoor w«9 door de mededeeling van
den politieagent dat Emil van Ilaudra in 't paleis
teruggekeerd was onderbroken gewordeu,daar
diens verklaringen van het grootste gewicht wa
ren, werd er direct bevel gegeven, hem voor de
rechters te voeren.
Haastig, nis iemand, dis aan eene dringende
uitnoodiging gevolg geeft, begaf Emil zich naar
de zaal, waar men hem verwachtte. Zijn gelaat
was bleek, zooals gewoonlijk, zijn starren blik
drukte verwondering eu nieuwsgierigheid uit,
met vast op elkaar geklemde lippen maakte hij
eene buiging voor de rechters en scheen te wil
len afwachten, tot men hem zou toespreken.
«Mijnheer van Haudra/ hief de rechter van
onderzoek aan „ik heb de eer gehad met u in
het salon van den staatsprocureur bekend te wor
den en ik gaf er veel voor, wanneer ik van de
verplichting, u van het groote ongeluk, dat u ge
troffen heelt, in kennis te stellen, ontheven werd.
Eer ik daarom op de smartelijke bijzonderheden,
met welke ik u bekend moet maken, omdat zij
tot opheldering van de zaak noodzakelijk zijn
verder inga, wenschte ik u mijne groote deelne
ming, in het ongeluk, dat u getroffen heeft, te
betuigen.»
„Mijnheer de rechter/ was het koele antwoord
van den aangesprokene; «het ongeluk, van welke
u spreekt, moet een zeer groot, onverwacht, ja,
verschrikkelijk zijn want hoe zou ik mij ar.ders
de tegenwoordigheid van deze drie heeren, de
vertegenwoordigers van de hooge Justitie kunnen
verklaren? Ik keer zoo jnist terug, uan lichaam
en ziel gebroken, tengevolge van de hevige ge
moedsbewegingen van den afgeloopen nacht, wel
ke mij, naar ik vrees, maar al te spoedig voor
uwen rechterstoel zullen voeten..... llebt u
reeds een bevel tot inhechtenisneming tegen mij
uitgevuardigd In dit geval zou ik er dc voor
keur aan geven, mijne lout direct te bekennen.»
«Uwe fout?' zeide de vertegenwoordiger van
den Staatsprocureur driftig, .zegt liever uwe
«Mijne schuld, mijne misdaad," voltooide van
Haudra; .ik wil in geer.en deele met u over de
beteekenis, welke u aan mijn misctap wilt toe
schrijven redetwisten Veroorloof mij intus
schcn, dat ik u de enkele feiten vertel.»
Hij begon
„Wijl mijn oud-oom gisterenavond zijn secreta
ris bij zich hield, verliet ik het paleis en begaf
mij volgens mijne gewoonte naar de club om met
mijne vrienden te dineeren. Naar het scheen,
had ik eene slechte ingeving gevolgd, intusschen
ik ben fulalist; er heeft zich niets toegedrugen,
dat ik ook maar in de verste verte had kunnen
voorzien of had kunnen afwenden. Na het diner,
toen ieder zijne sigaar rookte, ontaarde het ge
sprek tnsschen den heer de Mortagneen mijnheer
Louis de Changy langzamerhand in wtderkeering
stekelige gezegdens. Het bleef, helaas, daar niet
bij, het kwam tot persoonlijke beleedigingen. De
Changy wierp Mortagne zijn handschoen voor
de voeten. Deze beschouwde de zaak als ernstig
en een uitdaging tusschen deze twee volgde. In
mijne hoedanigheid als vriend van de Mortagne
werd mij en met den heer De Grandlien opge
drogen, de voorbereidingen tot het duel te muken.
Mortagne stond er op, zoo spoedig al6 het moge
lijk was de kweStie uit te vechlen, vóór de oor
zaak van het duel bekend werd eu de zaak in de
Parijsche solons openbaar werd. Daar hij wist
dat ik nog fonkelnieuwe wapens bezat, verzocht
hij mij, deze te halen. Tus-chen 11 en 12 uur
kwam ik alzoo hierheen, nam pistolen en degens
en ging niet terug naar de club, maar naar Mor
tagne. Onderweg daarheen, haalde ik nog zijn
dokter. Mijn vriend schreef eenige brieven en
zijn testament; onderhield zich toen nog zoowat
een uur met mij, gaf mij verschillende bevelen,
voor het geval dat de zaak slecht voor hem afliep,
en om 5 uur bestegen wij ahdan mijn rijtuigen
begaven ons toen naar dien heer, die als tweede
getuige moest optreden. Om 6 uur bereikten wij
de afgesproken plaats in het Bosch van Boulogne.
Twintig minuten later viel Mortagne zwaar ge
wond neder de kogel van zijn tegenstander had
hem in de borst getroffen. Ik kon hem in dezen
toestand onmogelijk alleen laten de dokter en
ik brachten hem naar zijne woning; eerst nadat
een verband was aangelegd, werd hij rustiger.
Ik keer hierheen terug en wat zie ik Dat gij,
mijne heeren, reeds van het voorgevallene van
dezen nacht onderricht zijt. Wat mij betreft, ik
wil u gaarne open en vrij elke opheldering ge
ven enkel wilde ik u verzoeken, den lieer De
Mortagne, die rue St. Florentijn no. 7 woont, lieden
voor het minst de inspanning van een verhoor te
besparen, daar de dokter den gewonde de grootst
mogelijke rust heeft voorgeschreven
Toen Emil van Haudra geëindigd had, wisselden
de vertegenwoordiger van den Procureur van
Staat en den rechter van instructie een blik van
verstandhouding, die Emil niet bemerkte, zoozeer
scheen hij in gedachten verdiept te zijn.
„Hetgeen u ons zoo juist hebt medegedeeld,
mijnheer van Haudra, zul het onderwerp van een
streng onderzoek worden. De wet verbiedt het
duel, want het is een moord, ten minste een po-
fing tot moord. Intusschen zijn we op 'toogen-
lik niet voor deze zaak hier bijeen later zult
gij u betreffende het duel tusschen mijnheer De
Changy «n De Mortagne te verantwoorden heb—
ben."
„Maar wat kan dan anders de oorzaak zijn
van uw bezoek hier?' Waarom werd ik geroe
pen vroeg Emil met eene stem, die, tegenstaan
de ha^r bezitter de grootste moeite deed rustig
te schijnen, veranderd klonk.
„Wij wenschen te weten, mijnheer van Iluudra of
u ons betrekkelijk het eruwelijk drama, dat zich in
den afgeloopen nacht in dit huis heeft afgespeeld,
opheldering kunt geven Uw oom, mijnheer Mon
nier, is door eene misdadige hand van het leven
beroofd.»
„Wat? O weel' riep Emil van Haudra uit,
terwijl hij zijn hoofd in de linnden verborg.
(Wordt vervolgd.)