Nummer 58. Zondag 29 Juli 1900. 23e Jaargang* Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Eerste Blad. Gemeenteraad van Waalwijk, ANTOON TIELEN, De valsche Baron. Uitgever: Dit nummer bestaat uit twee bladen. Bekendmaking. FEUILLETON. Zaterdagavond. Dit Blad verschijnt Woensdag- en Abonnementsprijs per 3 maanden t 0.75. Franco per post door liet geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. WAAL WIJ K. Advertentikn 17 regels f0.60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. Gemeente-Waag. HET LEGAAT. Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken Openbare vergadering op Woensdag 25 Juli 1900, 's nam. ten 63/4 uur. Aan de orde I. Ingekomen stukken. II. Voordracht tot benoeming van 2 leden van college van zetters. III. Concessie-aauyraag Waterleiding. IV. Verbetering haven. V. Reclames Hoofdei. Omslag over 1899 en 1900. Voorzitterde burgemeester K. A. M. ridder de van der Schueren. Afwezig de heeren Jud. Timmermans Wz. en Hoffraans. Na opening worden de notulen der vorige vergadering voorgelezen en goedgekeurd. I. Ingekomen stukken a. Een schrijven van den heer Jud. Timmermans Wzn., dat hij verhinderd is dc vergadering hij te wonen. b. Een besluit van Ged. Staten, waarbij de ruiling van gemeente grond met het stuk vau mijnheer de Thouars, wordt goedgekeurd. c. Idem goedkeuring aankoop grond aan de haven. d. Idem goedkeuring kohier van den Hoofd. Omslag. e. Idem verhuring Postkantoor. f. Idem goedkeuring rekening over 1898. Alle voor kennisgevingen aangenomen. ff. Verder is ingekomen een schrijven van 't R.-K. Kerkbestuur alhier; hierin deelt het mede lo. Dat men bezig is een gasleiding te leggen in de scholen, gasthuis, kapel van 't Klooster etc. Het verbruik zal natuurlijk zeer groot zijn en daar dit en in de scholen en in 't gasthuis aan het algemeen welzijn van Waal wijk ten beste komt, en met het oog op de Liefdadigheid, daarom verzoekt het den prijs van 't gas te stellen als bij de groote gebouwen en verbruikers, alhier gewoonlijk geschiedt nl. zoo laag mogelijk. 2o. Dat het Kerkbestuur van plan is, vooraan bij den ingang van 't Kerkplein 2 gaslantaarns te plaatsen, die zullen ont stoken worden bij het plaats hebben der godsdienstoefeningen des avondszij zijn zoo vrij te verzoeken, dat de gemeente hier mede op dezelfde manier zal handelen, als in de dammen en mijnen met Toog op de publieke veiligheid. Het gas woidt dan gratis door de ge meente geleverd en 't Kerkbestuur zorgt evenals op genoemde plaatsen voor lantaarns, materialen aan- en uitmaken etc. De Voorzitter „B. en W. stellen voor, dit verzoekschrift te stellen in handen der gas- commissie, die er dan over kan beraadslagen en rapport uitbrengen.* Aangenomen. h. Nog is ingekomen een schrijven van zekeren Ketels uit Haarsteeg thans wo nende in de veldtent van de wed. Brok, over wier minderjatige kinderen hij voogd is. Hij verzoeKt het Gemeente bestuur hem de tent voor 6 jaar te verhuren voor f 50 per jaar, dan zal hij die kinderen daar bij zich houden en opvoeden, daar heeft de gemeente dan niets geen zorg voor. De Voorzitter: „Ketels wil van uit Haar steeg hier in de tent komen wonen en dan de kinderen op die manier helpen. Eerst heeft de tent f 113 opgebracht, toen tot f 75 verminderd, hij vraagt voor f 5U en wil dan geheel voor de kinderen zorgen, die anders zeker ten laste der gemeente kwamen dit in aanmerking genomen, stellen B. en W. voor dit verzoek in te willigen en Ketels de tent voor 6 jaar te verhuren f50 per jaar. De heer Timmermans van Turenhout „hebt u die man gesproken, mijnheer de Voorzitter. Als het een geschikt persoon is, vind ik het een zeer goede maatregel." De Voorzitter„ik heb hem meermalen er over gesproken." De heer Quirijns we moeten natuurlijk zekerheid hebben, dat hij zijne verplichtingen nakomt.* De Voorzitter „de verpachting gesc.Jedt onder die conditie, dat hij ze opvoedt.* De heer Mombers: „Hij heeft er mij ook al over gesproken." Aangenomen. II. Voordracht tot benoeming van 2 leden van 't college van zetters. De Voorzitter „de aftredende leden zijn, de heeren Gragtmans en Baijens. Voor iedere vacature moeten 2 candidaten worden ge kozen. Gekozen le candidaat le vacature (Gragtmans) de heer Gragtmans. 2e cand. le vacature, de heer van Til burg. le candidaat 2e vacature (Baijens) de heer Baijens. 2e candidaat 2e vaciture de heer van Dooreu. III. Concessie waterleiding. De Voorzitter „in de vorige vergadering is deze concessie aanvrage gesteld in handen van B. en W. De concessionarissen de heeren Visser en Smit hebben hunne voorwaarden ingediend, en in conferentie met hen hebben Burge meester en Wethouders eenige wijzigingen in die voorwaarden aangebracht, hetgeen de heeren wel zullen hebben gezien, in de ter visie gelegen hebbende stukken. Daarom stelt 't Dag. Best. voor overeen komstig dit ontwerp, de aanvragers concessie te verleenen voor 'l leggen der buizen door de straten etc. ten behoeve eener water leiding. Wenschen de heeren soms deze voor waarden artikelsgewijze voorgelezen, of hebben ze 't genoegzaam ingezien." De heer Baijens „ik heb in die voor waarden niet bespeurd de plaats, waar 't water zal getrokken worden en d. i. van groot belang voor de belendende perceelen." De Voorzitter „ze zullen zulk terrein kiezen, dat geschikt voor hen is, dat volop water geeft, zij moeten natuurlijk eerst con cessie hebben, voordat ze de proefnemingen voor een geschikt terrein kunnen beginnen en verder werken want hieraan zijn groote kosten verbonden en dan zouden ze die voor niets doen.* De heer Baijens„ik zou 't zeer raad zaam vinden dat die prise d'eau een eind buiten de kom was, daar het zeer nadeelig voor de omliggende perceelen is wijl die putten hiervan dan waterloos worden." De Voorzitter „daar zal toch geen ge vaar voor bestaan, daar gewone putten boven, en hunne putten door de leemlaag komen liggen." De heer van Schijndel „ik heb ook ge ïnformeerd bij lui die 't weten kunnen en die hebben mij verklaard, dat er wel dege lijk gevaar kan bestaan, ik blijf den heer Baijens volkomen bij; de belendende perceelen kunnen zonder water komen, ook al liggen hunne putten door de leemlaag heen." De Voorzitter„ik geloof dat er veel meer water onder dan boven de leemlaag zit en zij komen op zulk een diepte, dat ze altijd overvloed van water moeten lubben.* De lieer van üooren„gewone putten gaan ook wel door de leemlaag, ik heb er ten minste zoo wel drie.* De Voorzitter „als de concessie verleend is en zij hebben een terrein, dan zijn de concessionarissen toch altijd nog verplicht vergunning te vragen, vanwege de veilig heidswet en hinderwet en als dan uit de reclames van omwoners, die altijd gehoord worden, blijkt, dat T daar slecht of schadelijk is, dan kunnen B. en W. de permissie om daar de toestellen te plaatsen eu putten te maken altijd weigeren.* De heer van Schijndel „nu hebben we 't in de hand, later misschien niet, dam geeft T een hoop moeite dikwijls met pw>- cedeeren etc., niet dat ik 't tegen wil werken ik ben er zelfs sterk voor, 't is een toeken van vooruitgang voor onze gemeente, ik ben sterk voor de vooruitgang en daarom was ik ook voor de tram, die tot mijn groote spijt niet is gekomen; ik zal dit ook met alle macht voorstaan en daarbij kost 't ons SKI De Echo van het Zuiden, Wit al wijk se lie en Lungstraatstlie Courant, Burgemeester en Wethouders van Waalwijk maken bekend dat eriederen dag gelegen heid bestaat om van de Waag der gemeente ge bruik te maken. Zich daartoe aan te melden bij P. Leltz, waag- meeoter, woonachtig achter het gebouw van Van Gend en Loos. Waalwijk, 28 Juli 1900. De Burgemeester K. DE VAN 1)ER SÜHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. SCHUTTER IJ. PUBLICATIE. De Burgemeester van Waalwijk maakt aan belanghebbenden bekend: dat de Commissie, ingevolge Art. 15 der Wet, belast met het onderzoek nopens de al of niet gegrondheid der redenen, welke tot vrijstelling of uitsluiting van de dienst der Schutterij zijn ingebracht, hare tweede gewone jaarlijksche zit ting zal beginnen op Maandag den 30 sten Juli aanstaande, tot onderzoek van alle reclames, door de ingeschrevenen en geloot hebbende personen, van dit jaar, en door de reeds vroeger ingel'.jfden ingebracht, alsmede tot het onderzoek der num- xnerverwi8selaarszullende zij, die van het voor recht van si^titutie gebruik willen maken, daar van, met opgave der voortestellen personen, bin nen 3 dagen na dato dezes, en du9 vóór of op den 28sten Juli e. k., kennis behooren te geven aan de voormelde Commissie. Wordende de belanghebbenden ten overvloede uitgenoodigd, de schriftelijke bewijzen, tot staving hunner redenen van vrijstelling, bij de Wet ge vorderd, alnog, voor zoo verre zulks niet al reeds is geschied 3 dagen te voren ter Secretarie alhier over te leggen. En zij eindelijk aan de gcconcerneerde perso- nen kennenlijk gemaakt, dat zij zich stiptelijk op de door de genoemde Commissie van onder- zoek daartoe bepaalde tijdstippen, voor dezelve moeien verschijnen, als zullende degenen, welke zulks mochten verzuimen, gehouden worden geene redenen tot vrijstelling te hebben, en voor zoo verre zij dienstplichtige nummers getrokken heb bende, niet vallen in de termen van artikel 3, a, b, c, 1, m, en artikel 4 der Wet, bij de Schutterij worden ingelijfd, tot zij in een vol gend jaar hunne reclames op voorschreven voet ingericht, aullen hebben doen gelden. En opdat niemand hieromtrent eenige onwe tendheid zoude kunner. voorwenden, zal deze worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks doen binnen deze Gemeente gebruikelijk is. Waalwijk, 24 Juli 1900. De Burgemeester voornd., K. DE VAN DER SCHUEREN. Inrichtingen welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders der gemeente Waalwijk brengen ter openbare kennis, dat ter Gemeente-Secretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen van de firma van Iersel Witlox Co. alhier om vergunniag tot het uitbreiden harer 9toomlederfabriek, staande alhier op het perceel kudastraal bekend in Sectie B, No. 1125 1481 Op Maandag, den G Augustus 1900, des voormid dags te elf uren, zal op het gemeentehuis gelegen heid bestaan om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren hebben, kunnen gedurende: drie dagen, vóór het bovengemelde tijdstip, op de Secretarie der Gemeente kennis nemen van de ter zake inge komen schrifturen Waalwijk, den 23 Juni 1900. Burgemeesters en Wethouders voornoemd, De burgemeester, K. DE VAN DER SCHEUREN. De secretaris, F. W. VAN LIEMPT. te 18). ACHTSTE HOOFDSTUK. Zij slapten het voorplein over en stegen de trap pen op; nergens was een bediende te zien; ove ral heerschte doodsche stilte. De commissaris ging vooruit en trad ook vóór Urban in de zaal waarin zich de gerechtspersonen bevonden. Op het gelaat van den jongen man had zich de smart zoo diep uitgedruktzijne trekken boezem de een zoo groot medelijden en op den eersten blik zoo'n groot vertrouwen in, dal de drie in de kamer verzamelde mannen op het eerste gezicht een welwillend gevoel voor den jongen man on dervonden. Deze viel als gebroken op een leuningstoel, welke Reynaud hem toeschoof. «Mijnheer Iterdren/ bogon de rechter van in structie, „u bekleedde bij den heer Monnier de betrekking van pecretaris, niet waar?' «Ja, mijnheer/ zeide Urban verward maar stelt, ik bid u, op dit oogenblik geene vragen aan mij; het treurig bericht, dat ik zooeven heb ont vangen, brengt mij geheel buiten mijzelve, ja doodt mij om zoo te zeggen, Mijn vriend en weldoe ner is dood 1 Ik moet hem zien en zonder schaam te moet ik het u bekennen, ik moetik kan niet anders, ik moet eerst uitweenen «Wij begrijpen uwe smart volkomen en res pecteeren haar," sprak een der heeren «maar er is iets, voor welke alle persoonlijke gevoelens en aandoeningen terug moeten tredenhet mandaat der plicht. Legt derhalve voor een oogenblik uwe smart, die u slechts eer aandoet, het stilzwij gen op en antwoordt rustig en oprecht op onze vragen. De menschelijke gerechtigheid mag geen dag, geeu uur laten verloren gaan, wanneer het de bestraffing van eene misdaad betreft.» «Eene miedaad riep Urban, zich opheffend #is er dan eene misdaad begaan „Wist ge dat niet?' vroeg de onderzoekings— rechter. «Vergeef mij,' zeide Reynaud, «ik heb hem Burgemeester en Wethouders der gemeente Waalwijk brengen ter openbare kennis, dat ter Gemeente-Secretarie Ier inzage ligt een verzoek met bijlagen van F. F. Ie Blanc alhier om ver gunning tot het plaatsen en in werking brengen van eene stoommachine in zijne looierij staande alhier op het perceel kadastraal bekend in sectie B, No. 1-195. Op Maandag, den Gden Augustus 1900, des voor- middags te elf uren, zal op het gemeentehuis gelegenheid bestaan om bezwaren tegen dit ver zoek in te brengen en deze mondeling er. schrif telijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren hebben, kunnen gedurende drie dagen, vóór het bovengemelde tijdstip, op de Secretarie der Ge meente kennis nemen van de ter zake ingekomen schrifturen. Waalwijk, 23 Juli 1900. Burgemeester en Weihouders voornd., De Burgemeester, K. DE VAN DER SCHUEREN. De Secretaris, F. W. VAN LIEMPT. enkel van een ongeluk gesproken." Urban bedekte met beide handen zijn gelaat en herhaalde met doffe stem de woorden «Eene ruisduad Eene misdaad!...* «En deze misdaad/ begon de onderzoeking9— rechter opnieuw, «is in koelen bloede bedreven niet de geringste wanorde heerschte in het ver trek de moordenaar moet er van overtuigd zijn geweest, dat hij volop tijd genoeg had, de bloe dige daad te volvoeren.' .Monnier was zoo rijk/ was het zachte ant woord van Urban. «Diefstal schijnt in geen geval de aanleg tot de misdaad geweest te zijn kent gij wellicht iemand, die den heer Monnier haatte?" „Niemand," antwoordde de jongeling„de ge woonte om te bevelen, bracht het weliswaar met zich, dat zijne woorden een weinig ruw en barsch klonken, maar zijne goedheid en welwillendheid tegen iedereen was onuitputtelijk, lederen mor gen opende ik de brieven, van welke de helft ge woonlijk ondersteuningsverzoeken waren, en niet één werd er afgewezen.' «Herinnert gij u niet het een of ander, welke ons de zoo noodzakelijke opheldering verschaffen kan «Neen I neen 1* herhaalde nog eens de jonge man. „God weet, welke groote troost het in mijne smart zou zijn, als ik licht in deze duis ternis kon brengen. Mijn God, hoe is het toch mogelijk, dat hij zulk een dood moet sterven 1 De bedienden hielden veel van hem, hij wa9zoo grootmoedig en liefdevol tegen allen 1' „Met wien hebt gij gisteren den avond doorge bracht?» vroeg de rechter van instructie. „Zooals gewoonlijk met mijnheer Monnier; Jean Marigné, die de illustraties voor «Java en zijne wonderen* levert, vervoegde zich tegen 7 uur bij ons. Wij hebben te zamen de laatste copieën besproken, welke mijnheer Monnier in druk wil de geven. Om elf uur hebben Marigné en ik liet paleis verlaten; heden riep men mij, tegen alle verwachting, hieiheen; htt was afgesproken, dat ik dezen dag zou gebruiken, om mijne zaken in orde te brengen, want morgen zou ik reeds de kamer betrekken, welke mij op de derde verdie ping aangewezen was/ Op dit oogenblik werd de deur van de zaal geopend. Een politie agent trad binnen, naderde deu voorzitter en fluisterde hem zacht eenige woor den in het oor. „Goed/ antwoordde deze eveneens fluisterend „na verloop van 10 minuten kunt gij hem bin nenbrengen.' Daarop wendde dezelide ambtenaar, welke de mededeeling van den politie-agcnt aangenomen had, zich weder tot Urbon Kerdren en verzocht hem, zich terug te trekken, maar het paleis niet tc verlaten, daar men liera later nog noodig zou hebben. „Mag ik mij thans in de slaapkamer van den heer Monnier begeven vroeg Urban, zich op richtend. «Thans nog niet/ antwoordde de rechter van onderzoek, «maar later zal deze plicht der piëteit tegenover den doode niets meer in den weg staan, Urban groette de ambtenarenen verliet de zaal. Hij gevoelde zich op het punt te verstikken? in het corridor ontmoette hij Peter, wiens oogen rood en gezwollen waren van het weenen. Toen den jongen secretaris op hem toetrad, zeide de dienaar: Ach, u en ik, wij hielden zoo veel van hem Urbans verhoor w«9 door de mededeeling van den politieagent dat Emil van Ilaudra in 't paleis teruggekeerd was onderbroken gewordeu,daar diens verklaringen van het grootste gewicht wa ren, werd er direct bevel gegeven, hem voor de rechters te voeren. Haastig, nis iemand, dis aan eene dringende uitnoodiging gevolg geeft, begaf Emil zich naar de zaal, waar men hem verwachtte. Zijn gelaat was bleek, zooals gewoonlijk, zijn starren blik drukte verwondering eu nieuwsgierigheid uit, met vast op elkaar geklemde lippen maakte hij eene buiging voor de rechters en scheen te wil len afwachten, tot men hem zou toespreken. «Mijnheer van Haudra/ hief de rechter van onderzoek aan „ik heb de eer gehad met u in het salon van den staatsprocureur bekend te wor den en ik gaf er veel voor, wanneer ik van de verplichting, u van het groote ongeluk, dat u ge troffen heelt, in kennis te stellen, ontheven werd. Eer ik daarom op de smartelijke bijzonderheden, met welke ik u bekend moet maken, omdat zij tot opheldering van de zaak noodzakelijk zijn verder inga, wenschte ik u mijne groote deelne ming, in het ongeluk, dat u getroffen heeft, te betuigen.» „Mijnheer de rechter/ was het koele antwoord van den aangesprokene; «het ongeluk, van welke u spreekt, moet een zeer groot, onverwacht, ja, verschrikkelijk zijn want hoe zou ik mij ar.ders de tegenwoordigheid van deze drie heeren, de vertegenwoordigers van de hooge Justitie kunnen verklaren? Ik keer zoo jnist terug, uan lichaam en ziel gebroken, tengevolge van de hevige ge moedsbewegingen van den afgeloopen nacht, wel ke mij, naar ik vrees, maar al te spoedig voor uwen rechterstoel zullen voeten..... llebt u reeds een bevel tot inhechtenisneming tegen mij uitgevuardigd In dit geval zou ik er dc voor keur aan geven, mijne lout direct te bekennen.» «Uwe fout?' zeide de vertegenwoordiger van den Staatsprocureur driftig, .zegt liever uwe «Mijne schuld, mijne misdaad," voltooide van Haudra; .ik wil in geer.en deele met u over de beteekenis, welke u aan mijn misctap wilt toe schrijven redetwisten Veroorloof mij intus schcn, dat ik u de enkele feiten vertel.» Hij begon „Wijl mijn oud-oom gisterenavond zijn secreta ris bij zich hield, verliet ik het paleis en begaf mij volgens mijne gewoonte naar de club om met mijne vrienden te dineeren. Naar het scheen, had ik eene slechte ingeving gevolgd, intusschen ik ben fulalist; er heeft zich niets toegedrugen, dat ik ook maar in de verste verte had kunnen voorzien of had kunnen afwenden. Na het diner, toen ieder zijne sigaar rookte, ontaarde het ge sprek tnsschen den heer de Mortagneen mijnheer Louis de Changy langzamerhand in wtderkeering stekelige gezegdens. Het bleef, helaas, daar niet bij, het kwam tot persoonlijke beleedigingen. De Changy wierp Mortagne zijn handschoen voor de voeten. Deze beschouwde de zaak als ernstig en een uitdaging tusschen deze twee volgde. In mijne hoedanigheid als vriend van de Mortagne werd mij en met den heer De Grandlien opge drogen, de voorbereidingen tot het duel te muken. Mortagne stond er op, zoo spoedig al6 het moge lijk was de kweStie uit te vechlen, vóór de oor zaak van het duel bekend werd eu de zaak in de Parijsche solons openbaar werd. Daar hij wist dat ik nog fonkelnieuwe wapens bezat, verzocht hij mij, deze te halen. Tus-chen 11 en 12 uur kwam ik alzoo hierheen, nam pistolen en degens en ging niet terug naar de club, maar naar Mor tagne. Onderweg daarheen, haalde ik nog zijn dokter. Mijn vriend schreef eenige brieven en zijn testament; onderhield zich toen nog zoowat een uur met mij, gaf mij verschillende bevelen, voor het geval dat de zaak slecht voor hem afliep, en om 5 uur bestegen wij ahdan mijn rijtuigen begaven ons toen naar dien heer, die als tweede getuige moest optreden. Om 6 uur bereikten wij de afgesproken plaats in het Bosch van Boulogne. Twintig minuten later viel Mortagne zwaar ge wond neder de kogel van zijn tegenstander had hem in de borst getroffen. Ik kon hem in dezen toestand onmogelijk alleen laten de dokter en ik brachten hem naar zijne woning; eerst nadat een verband was aangelegd, werd hij rustiger. Ik keer hierheen terug en wat zie ik Dat gij, mijne heeren, reeds van het voorgevallene van dezen nacht onderricht zijt. Wat mij betreft, ik wil u gaarne open en vrij elke opheldering ge ven enkel wilde ik u verzoeken, den lieer De Mortagne, die rue St. Florentijn no. 7 woont, lieden voor het minst de inspanning van een verhoor te besparen, daar de dokter den gewonde de grootst mogelijke rust heeft voorgeschreven Toen Emil van Haudra geëindigd had, wisselden de vertegenwoordiger van den Procureur van Staat en den rechter van instructie een blik van verstandhouding, die Emil niet bemerkte, zoozeer scheen hij in gedachten verdiept te zijn. „Hetgeen u ons zoo juist hebt medegedeeld, mijnheer van Haudra, zul het onderwerp van een streng onderzoek worden. De wet verbiedt het duel, want het is een moord, ten minste een po- fing tot moord. Intusschen zijn we op 'toogen- lik niet voor deze zaak hier bijeen later zult gij u betreffende het duel tusschen mijnheer De Changy «n De Mortagne te verantwoorden heb— ben." „Maar wat kan dan anders de oorzaak zijn van uw bezoek hier?' Waarom werd ik geroe pen vroeg Emil met eene stem, die, tegenstaan de ha^r bezitter de grootste moeite deed rustig te schijnen, veranderd klonk. „Wij wenschen te weten, mijnheer van Iluudra of u ons betrekkelijk het eruwelijk drama, dat zich in den afgeloopen nacht in dit huis heeft afgespeeld, opheldering kunt geven Uw oom, mijnheer Mon nier, is door eene misdadige hand van het leven beroofd.» „Wat? O weel' riep Emil van Haudra uit, terwijl hij zijn hoofd in de linnden verborg. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1900 | | pagina 1