Nummer 59.
Donderdag' 2 Augustus.
23e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN,
De valsche Baron.
U I t o e v k a
Bekendmaking.
lg
Ned. Hond van
Schoenfabrikanten.
FEUILLETON.
«■MHBHttaas
Dit Blad verschijnt W o e u s d a g- en Z a t e r d a g a v o 11 d.
A b u n n e ui e n is r ij s per 3 maanden t' 0.75.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJK.
Advertentie» 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
Gemeente-Waag.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
hinder kunnen veroorzaken.
Maandagmiddag had in de bovenzaal van
'L Zuid-Hollandsch Koffiehuis te Breda, de
aangekondigde algemeene vergadering van den
Alg. Ned. Boud van Schoenfabrikanten
plaats. De opkomst was uiterst gering.
Van do 180 leden waren er 29 (van
Waalwijk, Baardwijk, Besoijen, Capelle,
Sprang en Drunen, te samen 2 Schoenfa
brikanten
Ten 12 uur opende de voorzitter de heer
W. Travaglino uit Dongen de vergadering
M Hoewel 't reeds een uur later is dan op
't convooatiebiljet staat aangegeven, is de
opkomst zeer treurig, hetwelk mij waarlijk
eene groote teleurstelling is. We zullen
maatregelen nemen, om eene grootere op
komst te verzekeren de geringe tegen
woordigheid van de leden is zeker geene
aanmoediging voor het bestuur, dat zich
zoovele moeite moet getroosten. Ik opeu de
vergadering.
De secretaris leest de notulen der voiige
vergadering voor, welke ongewijzigd worden
goedgekeurd.
2. Ingekomen stukken en mededeelin-
gen.
Volgens mededeeling van den Voorzitter
is nog in kas f 88.877a- Dit was wel be
stemd voor verder reclame maken, door
advertenties etc., maar daar de tijd voorbij
is hebben we dit tot dusver niet gedaan,
die zijn er dus nog en nu hebben wij ge
meend u te moeten voorstellen f 60 hiervan
af te zonderen voor reserve-kas; later zijn
ze misschien noodig. Aangenomen.
Aan bijdragen zijn ontvangen f95.65,
zoodat nog in kas zijn 88.871/3 - 604-96.65=:
124.52VS
De Kon. goedkeuring is 7 Mei aange
vraagd, er is eene kleine wijziging in ge
bracht moeten worden en die zal nu biunen
een paar dagen komen we zullen dan de
statuten laten drukken en den leden doen
toekomen. c
Verder stellen wij voor de leden voor de
hoofdbestuursvergadering alleen reiskosten
te vergoeden, geen verblijfkosten.
Aangenomen.
3. Bespreking van een bondsorgaan.
De Voorzitter „wij hebben over deze
kwestie rijpelijk nagedacht en we moeten
in deze niet te hard van stal loopenals
we eigen orgaan uitgeven moet dat doel-
treffend zijn, zoodat iedereen 't gaarne leest
en er nut uit kan trekken. We raeenen
daarom dat het 't beste zou zijn. dat we
dit punt aanhielden tot de volgende ver
gadering en dat er nu eene commissie uit
de leden werd benoemd die de voorbereidende
stappen deed en onderzocht hoe dit 't beste,
was tot stand te brengen. Deze commissie
moet er zich speciaal mede bezighouden en
kan dan met een flink voorstel voor den
dag komen, 't moet een belangrijk orgaau
worden, we moeten geen fiasco maken. We
hebben al heel aardige aanbiedingen ge
kregen, die konden dan worden overwogen
en in de volgende vergadering van 't Hoofd
bestuur in Januari, kon er reeds over ge
sproken woiden*
De heer Van Schijodel„zou 't niet
uewenscht zijn als dat aan den Voorzitter en
Secr.-penningmeester met een deskundige
werd toevertrouwd.*
De Voorzitter „zoo'n commissie kan
natuurlijk altijd assumeeren wie zij wil,
maar ik kan niet alles op de schouders
nemen.*
De heer van Schijndel„'t is nu eenmaal
in goede handen.*
De Voorzitter: ,/t is nog geen commissie
van redactie, zij moet alleen de voorbereidende
stappen doen, zich in verbinding stellen
met de uitgevers, zoover als ik heb kunnen
nagaan, zullen de uitgaven wel gedekt
worden, door de advertenties. Daar zoo'n
commissie wel niet heel gemakkelijk zal te
vinden zijn, laten we dit dau aan 't nieuw
gekozen bestuur opdragen, met het recht
van assumatie en een voorloopig crediet
van f 20 te verleenen.
Aangenomen.
Benoeming van het Bestuur.
De Voorzitter: „van I afdeelingen zijn
reeds de namen ingekomen. Er moet zijn
een lid en plaatsvervanger. We hebben om
in 'l bestuur alle plaatsen zooveel mogelijk
te zien vertegenwoordigd ook waar niet ge-
noeg leden zijn, door vereeniging van ver
schillende plaatsen den bond verdeeld in
13 afdeelingen. De bond heeft op 't oogen
blik 180 leden (daarom is de opkomst zoo
tri urig), iedere afd. zendt, een lid en
plaatsvervanger naar 't Hoofdbestuur.
De afdeelingen zijn 1 Drunen, 2 Waal
wijk, 3 Dongen, 4 Baardwijk, 5 Besoijen,
Sprang, Capelle, 6 Valkenswaard. 7 Waspik,
Oosterhout, 8 Ravesteijn, Bosch, Kerkdriel,
9 Amsterdam, Vlissingen, Leiden, 10 Kaats
heuvel. Loon-op-Zand, 11 Lichtenvoorde,
HET LEGAAT.
HET SPOOR.
Groenloo en Druten, 12 Oisterwijk, Hilva-
renkeek, Moergestel, Tilburg, Udenhout,
13 Breda, Gilze Rijen.
In Drunen is tot lid van het hoofdbestuur
gekozen de heer II. Jansen en zijn plaats
vervanger de heer pelaarVan der Wiel.
In Dongen de heer M. Lichtenberg en de
heer van Bokstel als plaatsvervanger.
De heer van Seltijndel „ik heb in
Waalwijk tot dit doel nog 20 fabrikanten
opgeroepen en er kwamen er 3 op. Ook
heb ik er nog verschillende gevraagd naar
Breda te gaan. Maar neen 't Laat zich
aanzien, dat er hij ons zeer weinig ambitie
bestaat.*
De Voorzitter „in Waalwijk zijn 8 leden
en 2 donateurs.*
De 13 afd. moeten nu zoo spoedig hun
id en plaatsvervanger in 't hoofdbestuur
dezen, dat daaruit 't Dag. Bestuur be
noemd.
4. Benoemiug vau een voorzitter.
De Voorzitter„ik weusch in deze niet
in aanmerking te komen, ik heb er al heel
veel werk mee gehad en de belangstelling
is zoo gering, dat mijn ambitie-er ook voor
overgaat
I)e heer van Schijndel als dat zoo is dan
haalt 't verder niets uit, dat hangt van u af.*
Daarua wordt de heer Travaglino met
algemeene stemmen op 1 na, onder luide,
bravo's tot voorzitter gekozen, die daarna
onder dankbetuiging zegt deze, betrekking
voorloopig te aanvaarden.
6. Voorstel tot het benoemen van een
Secretaris Penningmeester.
De Voorzitter „ons voorstel is om de
betrekking van secretaris en penningmeester
in een persoon te vereenigen en door 't
I)ag. Best. te doen benoemen, dat dan ook
de hoegrootheid zijner toelage zal bepalen.
Aangenomen.
7. Bepaling vau de gemeenten, alwaar
in 1901 de algemeene vergadering en die
van het hoofdbestuur zullen worden gehou
den. (art. 17 der Statuten.)
De volgende hoofdbestuursvergadering
zal worden gehouden te 's Bosch, de alge
meene te Dongen.
8. Stukken na het verzenden van dezen
oproepingsbrief ingekomen en voor dadelijke
behandeling vatbaar.
De Voorzitter: „zooals de heeren wel
zullen weten, zal binnenkort de tarielwets
herziening in de Kamer komen. Nu is de
vraag, moet ten aanzien van deze kwestie
ook iets door onzen boud gedaan worden
indirect door met een of meer kamerleden
ruggespraak te h»uden of direct door het
Ier gelegenertijd indienen van een request.
Zooals iu de herziening is aangegeven
wil de regeering alle leer belasten mei
3 pCt. en 't invoerrecht der schoenen brengen
van 5 jip 672 P^t. Hieromtrent is 't. advies
van enkele Kamers van Koophandel ge
vraagd en enkelen hebben geadviseerd het
zoolleer te belasten met 3 pCt., overleer
niet en schoenen 7 pCt. Indertijd zijn aan
K. v. K. in Nederland circulaires ver
zonden door schoenfabrikanten, om te ad-
viseeren aan de regeering, het overleer niet
te belasten.*
De heer van Schijndel„ik geloof wel
dat het goed was de schoenen wat meer te
belasten en 't overleer vrij te laten, dat
moeten we voor 't grootste gedeelte toch
allen van buiten betrekken en dan gingen
we er op achteruitmaar ik zou er ook
voor zijn op een andere manier 't kwaad
aan te tasten door de oneerlijke concurrentie
te bestrijden* b. v.
De Voorzitter „dat is voor later, maar
thans spreken wij over de zaak, die weldra in
Kamer aanhangig zal zijn.'
De heer de Wal, Amsterdam 'lis een
lastige zaak, want dat zou allemaal goed
gaau hierover te spreken, als alleen schoen
fabrikanten lid van den bond waren, maar
daar zijn ook lederhandelaars lid.*
De Voorzitter ,/t is bier ook maar voorna
melijk de vraag: moeten we in deze iets doen
tegen 't voorstel van den minister en mijns
inziens zeker en wat zullen we dan doen.*
De heer Mannaerts, Tilburg: „me dunkt
't werkt tegen m'elkaar in, schoenen nog
hooger en overleder vrij, dan blijft ge u
zelf niet consequent, ik ben ervoor den be-
st'aanden toestand te handhaven over- en
zoolleer vrij, 5 pCt. op de schoenen.
De Voorzitter „ik ben 't met cien lieer
Mannaerts eens, dat we er niet heel veel
mee voor- of achteruit zullen gaan, maar
ik weet officieel, dat ze zoolleer zullen be
lasten, dat komt door een leemte in de oude
wet waar van 't standpunt werd uitge
gaan grondstof is vrij halffabrikaat 3 °/o
befast heel fabrikaat 5 °/0. Zoolleer werd
beschouwd als grondstof en was dus vrij,
en iedereen weet dat zoolleer hall-fabrikaat
en geen grondstof is. Zoolleer wordt om
deze reden nu zeker belast.
Laat ons vragen 77» °/o °P schoenen en
overleder vrij, dan kunnen we nog zien wat
we krijgen.*
De heer Van Schijndel „Wordt over
dl Laaislraalsrkr Courant,
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
ruaken bekend dut er iederen dag gelegen
heid beslaat om van de Waag der gemeente ge
bruik te maken.
Zich duartoe aan te melden bij P. Leltz, waag-
meester, woonachtig achter het gebouw van an
tiend en L003.
Waalwijk, 28 Juli 1900.
De Burgemeester
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEJIPT.
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Waalwijk brengen ter openbare kennis, dat ter
Gemeente-Secretarie ter inzage ligt een verzoek
met bijlagen van de firma van Iersel Witlox
Co. alhier om vergunning tot het uitbreiden barer
sloomlederfabriek, staande alhier op het perceel
kadastraal bekend in Sectie B, No. 1125 1481
Op Maandag, den 6 Augustus 1900, des voormid
dags te elt' uren, zal op het gemeentehuis gelegen
heid bestaan om bezwaren tegen dit verzoek in te
brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te
lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren
hebben, kunnen gedurende: drie dagen, vóór
het bovengemelde tijdstip, op de Secretarie der
Gemeente keüuis nemen van de ter zake inge
komen schrifturen.
Waalwijk, den 23 Juni 1900.
Burgemeesters en Wethouders voornoemd,
De burgemeester,
K. DE VAN DER SCHEUREN.
De secretaris,
F. VV. VAN LIEMPT.
ti
Burgemeester en Wethouders der gemeente
Waalwijk brengen ter openbare kennis, dat ter
Gemeente-Secretarie Ier inzage ligt een verzoek
met bijlagen van F. F. Ie Blanc alhier om ver
gunning tot het plaatsen en in werking brengen
van eene stoommachine in zijne looierij staande
alhier op het perceel kadastraal bekend in sectie
B, No. 1495.
Op Maandag, den Oden Augustus 1900, des voor
middags te elf uren, zal op het gemeentehuis
gelegenheid bestaan om bezwaren tegen dit ver
zoek in te brengen en deze mondeling er. schrif
telijk toe te lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren
hebben, kunnen gedurende drie dagen, vóór het
bovengemelde tijdstip, op de Secretarie der Ge
meente kennis nemen van de ter zake ingekomen
schrifturen.
Waalwijk, 23 Juli 1900.
Burgemeester en Wethouders voorud.,
De Burg imeesfer,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
V_J
19).
ACHTSTE HOOFDSTUK.
Eene minuut lang scheen hij ten prooi aan eene
onuitsprekelijke smart; toen kwam er een
stroom van onsamenhangende geluiden over zijn e
lippen.
Mijn oom dood vermoord Onmo
gelijk 1
,Zijn dood volgde onmiddelijk u kende zijne
levenswijze, zijne maatschappelijke betrekkingen
kunt eij ons bij de opsporing van den moorde
naar behulpzaam zijn?'
Van Haudra scheen deze vraag niet gehoord te
hebben, zijn blik was stijf en onbeweeglijk, de
trillende lippen brachten geen geluid te voorschijn,
er steeg enkel een doffe zucht uit zijne borst
omhoog.
#Mijn goede, mijn ongelukkige oom!'
#Ja, helaas, hij is in de hoogste mate ongeluk
kig zijn laatsten wil heeft hij u niet kunnen
openbaren het laatste afscheid heeft hij moeten
ontberen hij is gestorven, zonder u, aan wien
zijn ouderdom een steun vond, met zijne laat9te
wenschen bekend te kunnen maken.'
Plotseling hief Emil van Haudra zich op.
De ellendeling!De schurk!«brulde
hij uit. Maar u hebt het reeds zelf gezegd, dat
mijn oom gewroken zal worden, ja, deze schrik
kelijke ondaukbaarheidzal niet or,ge9trafi blijven!'
#Zeer zeker, houdt u daarvun overtuigd onze
hoog9te plicht is het, de misdaad te straffen, en
zelden heeft een moordenaar zoozeer zijne straf
verdiend, als in dit geval. Gij moet ons helpen,
zoodat wij onze plicht kunnen volbrengen hebt
gij wellicht de een of andere verdenking; gij
hebt zooeven de woorden «ellendeling 1 schurk!
ondankbaarheid I' uitgesproken. Op wien berust
uwe verdenking?'
Emit van Haudra scheen echter de woorden
niet te begrijpen, die de rechter van instructie
hem toevoegde. Nog altijd hield hij zijn gelaat
in de handen verborgen, terwijl de gerechtsper
sonen hem medelijdend beschouwden. Eensklaps
scheen hij uit zijne mijmeringen te ontwaken,
leunde met de gebalde vuist op de tafel en den
rechter van instructie strak aanziende, vroeg hij
„Op welke tijd heeft mijnheer Kerdren het pa
leis verlaten
Deze vraag van Emil won aan gewicht en be-
teekenis, als men den toon, waarop zij gesteld
werd, in aanmerking nam. Een geweldige haat
klonk daaruit tegemoet, elke lettergreep werd als
een bedreiging uitgestooten achter deze op zich
zelf zoo eenvoudige vraag, school eene vieeselijke
verdenking. De drie ambtenaren richtten onwil
lekeurig hunne blikken op van Haudra.
Deze was uitgeput in den leuningstoel terug
gezonken, juist alsof de energie, die hij zooeven
aan den dug had gelegd, voor de nieuw opko
mende smart plaats moest maken. De commis
saris van politie, die geen oog van hem afwend
de, nam het op zich, op de viaag van Emil te
antwoorden.
/Mijnheer Kerdren heelt het paleis tegen 11
unr verlaten en wel tegelijkertijd niet mijnheer
Marigné.'
Emil van Haudra schonk aan de woorden van
den commissaris naar het scheen weinig opmerk
zaamheid, want hij herhualde langzaam en ditniual
nog dreigender als de ceiste maul
«De ellendeling IDe ellendeling
Thans wierp de rechter van instructie een door
dringenden blik op Emil, een blik, onder welken
deze sidderde, en zonder cenige omwegen vroeg
hij haastig:
.Hoe denkt gij over mijnheer Kerdren
,Hij is.. hij is zoo intelligent, en de dood
van mijn oom maakt hem een millioen rijker.'
«Mijnheer van Haudra,' zeide thans de verte
genwoordiger van deu Slanisprocureur, «gij kunt
u thans verwijderen, buiten twijfel zullen wij
nog menige vraag tot u te richten hebben, maar
wij willen het niet vergeten, dat gij u in eene
vreeaelijke opgewondenheid bevindt. Gij zijtnog
te zeer ouder den indruk der duel-geschiedenis
van dezen nacht, alsook ouder het plotseling be
richt van den moord op uw oom, hetwelk gij van
ons eerst ontving; wij zullen u laten roepen, wan
neer wij u noodig mochten hebben.»
Emil groette de ambtenaren en verliet met
wankelende schreden de kamer. Nauwelijks had
zich de deur achter hem gesloten, of de rechter
van instructie riep triompheerend uit:
„Nu, mijne heeren, wat zegt u daarvan? Het
spoor is gevonden l«
NEGENDE HOOFDSTUK.
De onderzoekingsrechter Jomart, die uit de
woorden van Emil dc gevolgtrekking van de
schuld van Urban had getrokken en zijne verden
king reeds in woorden had gebracht, was in ge
heel Parijs, wegens zijne slimheid en scherpzin
nigheid bekend. In de verbeterings-inrichtingen,
in de tuchthuizen, in het bagno werd zijn naam
sleehts met haat en vergezeld van de vrccselijk-
ste verwenschii.gen genoemdde misdadigers
sidderden voor hem; men zeide van hem, dat zijn
blik tot op den bodem der ziel doordrong. Zeker
wus het, dat reeds de vragen, welke hij in de
instructie stelde, in de meeste gevallen de rchul-
digen daarheen dreven, waar men hen hebben
wilde, namelijk in de val. De omstandigheid,
dut Jomart zoo dikwijls over het schuim der
menschbeid recht moest spreken, en immer en
altijd weder misdadigers het masker van het ge
laat trok, had hem reeds zoo ver gebracht, d»t
hij de meeste mcnschen beschouwde als ontrouw
en eigenbaatzuchtig, en zelfs beweerde dat, wan
neer men ieder raeusch nauwkeurig naar het
inwendige bestudeeren wilde, geen enkele van
straf zou verschoond blijven.
Zijne ambtgeuooten achtten hem, zonder juist
eene bijzondere sympathie voor hem te gevoelen.
Zijne spitsvondigheid imponeerde alleu en maar
zelden stuitte hij op tegenspraak.
Hij wa9 daarom ten hoogste verrast, toen, na
dat hij zijne verdenking tegen Urban Kerdren
had uitgesproken, de vertegenwoordiger van den
Staats-procureur en de politie commissaris Rey-
naud in hun diep stilzwijgen volhardden. Nog
iet9 scherper dan de eerste maal herhaalde hij
zijne woorden
.Mijne heeren, ik ben van meening, dat wij
een spoor ontdekt hebben."
«Gelooft u het werkelijk, mijnheer Jomart
vroeg de vertegenwoordiger van den Staats-pro
cnreur, terwijl hij langzaam het hoofd ophief.
«Ja, en met alle zekerheid trot9 zijne aange-
borene zelfbeheersching,heeft mijnheer van Haudra
zijne geheimste gedachten verradenhij heeft
verdenking op den secretaris van zijn oom,'
«Maar ik bid u,' antwoordde de vertegenwoor
diger van den Staats-procureur, .denkt toch aan
de oprechtheid en eerlijkheid, welke dezen jongen
man als't ware op het voorhoold geschreven slaan
zijne oogen waren glanzend, zijne antwoorden
frank en vrij. en wij allen warer. getuige van
zijne hevige smart."
,Ook voor den doortrapsten booswicht en schurk
bettond er eens een tijd, dat hij ook rechtschapen
was,' antsvooidde Jomart droog.
«Neen, duizendmaal neenhet is onmogelijk,
dat Urban Kerdren uiterlijk deze gerustheid
bewaard kon hebben, als hij den nacht te voren
een moord had begaan, Ik vrees, mijnheer Jo
mart, dat uw ijver u ditmuuJ te ver voert.'
«Ik handel slechts naar de grondstelling, naar
welke degene het eerst moet in 'toog vallen,
wien de misdaad voordeel kan aanbrengen.'
,Goed Emil van Haudra erft toch van zijn
oom veel meer, dan Urban Kerdren.'
,Maar merkt u dan in 't geheel niet het groote
verschil? Emil van Ilaudra woont in het Mon-
niersche paleis en heeft even goed zijn deel iu
het inkomen van zijn oom. Kortom, ik wil verder
mijne bewering niet opdringen; de instructie
begint, een spoor is gevonden en wij mogen het
niet uit 'toog verliezen.»
,Up de eerste plaats,' zeide de commissaris
van politie, Reynaud, «is het onze plicht te on
derzoeken, of men niet in het paleis kan komen,
zonder dat de portier of het overige dienstper
soneel er iets vun bemerkt; wij moeten alzoo
dc binnenplaats en den tuin aun eene nauwkeu
rige inspectie onderwerpen.»
Do ruud van Reynaud werd terstond uitgevoerd.
De tuin strekte zich tot aan de naburige straat
uit. Hij was omzoomd door ucaciën-boomen en
laag struikgewas; geheel aan het einde vau den
tuin bevond zich eene kleine, achter dichte strui
ken verborgene deur. Nauwelijks waren de ge
rechtspersonen in deu tuin gekomen, of zij ont
dekten terstond, dat iemand hem in den atgeloo-
pen nacht betreden had men kon op de paden
duidelijk voetsporen onderscheiden, welke, alhoe
wel zij ook geene duidelijke omtrekken achter
gelaten hadden, toeb voldoende waren, om den
weg, welke de misdadiger had ingeslagen, te
herkennen. De wanorde in de struiken bewees
daarbij duidelijk, dal de takken met geweld terzijde
waren geduwd en zelfs gebroken waren, om den
toegang tot de deur mogelijk tc maken. Het
oude, verroeste slot droeg nog sporen van vin
gerafdrukkenhet openen van hetzelve had,
naar het schcCD, groote inspanning gevorderd.
Nadat men door de geopende deur een vrijen
blik op de straat had geworpen, onderzocht
Reynaud het plaveisel in de nabijheid van de
tuinmuur en vond spoedig sporen van tuinzand
op hetzelve.
Dc moordenaar had aldus zijn weg door den
tuin en de binnenplaats er. van daar in liet huis
genomen. Na zijn misdaad had hij weder
om denzelfden weg gebruikt en de deur achter
zich gesloten.
Dc gerechtspersonen keerden in de zaal terug
en Peter werd nogmaals voorgeroepen.
llij verklaarde, dat de tuindeur nooit door
iemand gebruikt werd en dat zelfs de portier
die alle andere sleutels van het huis in bewa
ring had, den sleutel van deze deur nooit had
bezeten. Peter werd daarop wederom ontsla—
gen.
„De moordenaar heeft zich waarschijnlijk een
sleutel aangeschaft,' begon de rechter van instruc
tie, nadat Peter zich verwijderd had „de zaak
is daarna zeer eenvoudig: mijnheer Monnier, die
eerst sedert twee jaren in Purijs woor.t, had geen
persoonlijke vijanden zijne vrijgevigheid is ge
noegzaam bekend, diefstal is de beweeggrond
tot de misdaad ook niet geweest. Twee perso
nen zijn in den afgeloopen nacht in het paleis
gekomen: Emil van Haudra, om de tot het duel
Mortagne Changy benoodigde wapens te halen,
en den moordenaar. Mijnheer van Haudra i9
volgens zijne gewoonte door de inrijpoort bin
nengekomen, de dienstboden en de koetsier kun
nen dit getuigen. De moordenaar heeft een
sleutel gebruikt, die hij zich vooruit heeft laten
maken,en is zonder gedruischde trappen opgeklom
men en, nadat hij zijne bloedige daad volbracht had
is hij door de naburige straat, welke op dien tijd
stil en eenzaam is, verdwenen. Builen mijnheer
van Haudru, op wien, nnar mijne rneening, in het
geheel geene veidenking kan vallen, heeft maar een
enkel menscli belang in deplotselinge dood vunden
heer Monnier, zijn secretaris. De bloedverwant
vun den vermoordde, beschuldigt dezen in zijn
hart, een hoogst gewichtige beweeggrond maakt
deze verdenking tot eene gegronde; trekt thans
de gevolgtrekking zelf, mijne heeren
(Wordt vervolgd.)