Nummer 69. Donderdag- 6 September. 23e Jaargang. i Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. J ?i I ANTOON TIELEN, De valsche Baron. FEUILLETON. ai aÜ Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A b o 11 n e m e n t s |j r ij s per 3 maanden f 0.75. Franco per post door liet geheele rijk f 0.90. Brieyeningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. UrroEV e ii WAALWIJK. Uitlioolde van den a. s. Zaterdag in vallenden Feestdag, zal het vol gend nummer van dit blad Vrij dagavond verschijnen. Berichten en advertentiën worden ingewacht uiterlijk Vrijdagmiddag 12 uur. Vergadering der St. Paulusver- eeniging te Waalwijk, op Zondag 2 September 1900. De vergadering werd geopend. De Pre sident richtte zich op, de om en om 150 leden volgden zijn voorbeeld. De President zeide eerbiedig Geloofd zij Jezus Christus", de ledeu antwoordden vroom en plechtig ,/in eeuwigheid. Amen." De notulen werden voorgelezen door den Secretaris op de nauwkeurigheid daarvan tul wel niemand iets weten af te dingen De President sprak vervolgens „Met onze zaal zijn wij nog niet geslaagd, doch uitgesteld is niet afgesteld. Gods voorzienig heid heeft in alles blijkbaar met ons mede gewerkt, zij zal het ook in deze zaak doen. Vergeef mij dat ik nog een volgend waarschuwend woord tot u spreek som migen hebben in den strijd gewankeld. Mannen, weest sterk tegenover Waalwijk hebt gij uw woord gegeven wilt het ge stand doen woord houden mannen zijn Deze opmerking maak ik als vriend ik ben óók een Waalwijker en weet heel goed dat bij gelegenheden al eens een kwinkslag gemaakt wordt en uw optreden in't belachelijk wordt getrokken, maar ik geloof niet, dat gij u daar aan storen zult. Als mannen moet ge dan ook uwe schouders voor hen op trekken en denken zij zijn niet wijzer, zij beseffen nog niet het belang voor huis gezin, godsdienst, maatschappij. Wat de Spaarbank aangaat, deze op heldering buiten het Bestuur weet niemand wie er spaart, of hoeveel er wordt gespaard dat is een absoluut geheim. Verder recom mandeerde de President den almanak door fSobrie.tas" uitgegeven en vervaardigd door Pater Ermann, alsmede de scheurkalender van Pastoor Vranken 25 ct. Advkrtentiën 1 7 regels f U.00 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven, worden 2inaal berekend. Voorplaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent per regel. DE GEVANGENIS. Dan vervolgde de spreker „Eene groote onderscheiding valt onze Vcreenigiiig te beurt, een g.oot voorrecht is hetPater Haymakers in ons midden te zien. De leden en het Bestuur heeten ZEerw. welkom Wij zijn dankb aar voor zijne belangstelling. Ik weuschte u Pater Haymakers even voor te stellen. De Pater is uit eene achtenswaardige familie in Helmond geboortig en is reeds 14 jaar priester. Hij, de Missionaris, heeft de wereld gezien. Hij is het, die de lasten en nooden vun het maatschappelijk leven kent, hij is de man, die u een hartelijk woordje van moed zal weten toe te spreken." loen trad de Missionaris op, de fursche man, forsch vau leden en forsch van ziel, een geheel man, door zijn baard en door zijn karakter, de man, die zich geen vreemdeling kan gevoelen in eene veree- niging waarvan de wereld-A postel Pau- lus de patroon is, de man, die weet wat liet zeggen wil „ik bemin allen in het Hart van Jezus Christus", de man, die dooi en door begrijpt, dat Hij de gaven, die hij van den Goeden God ontving, ook voor God en zijne bloeders moet vruchtbaar maken. t as er stil in de zaal. De muzen zelf schenen in gespannen aandacht het woord af te wachten, dat van zijne lippen ging vallen. Met eene stem, waarin men de klop pingen hoort van een liefdevol hart, sprak ZEerw. ten naastenbij de volgende kernvolle en toch luimige rede. Eenr. Heeren, leden van liet Bestuur, mijne beste vrienden. Ik bedank op de eerste plaats den Presi dent voor zijne, hartelijke woorden. Ik betuig liet gaarne, 'tis voor mij een genoegen, in uw midden op te treden. Ik beu vandaag reeds meermalen iu uw midden, in uwe vergadering geweest, in de Hoog mis, in de H. Familie en nu ben ik hier bij u. Ik heb gezien in één enkele dag de machtige werking van uw Katholiek Geloof. Ik heb u bewonderd in de vereeniging van de II Familie, ik bewonder ook u leden der St. Paulusvereeniging, die hier zoo talrijk tegenwoordig zijt. Een enkel woord wil ik u toespreken van aanmoediging, opwekking in dezen nieuwen strijd, waartoe gij u aangordt. Vereenigd strijdt gij lo. tegen den drank, 2o. voor de matigheid, 3o. voor de spaarzaamheid. AYat nu het eerste en liet tweede be treft over dezen uwen strijd kan ik nog niet oordeelen. Van uwe spaarzaamheid echt or ben ik wel de gelukkigste getuige ik geloof, dat ik reeds de vruchten van uwe spaarzaamheid heb ingeoogst. Vau morgen bracht ik eer en hulde aan uw geloof, thans breng ik eer en hulde aan uwe spaarzaamheid. Het zij mij gegund u eenige woorden toe te spreken, niet zoozeer over uw eigen land, maar misschien interesseert het u, iets te liooren van de Chineezen, over wie zooveel wordt gesproken. De Cliineezeu zijn liet, die tegenwoordig worden uitgescholden voor langstaarten, huichelaars, voor wie men allerlei termtu zoekt om hen belachelijk te maken. Ik wil de Chineezen verdedigen, warm klopt mij hi t hart voor hen. Ik ben met hen jarenlang spaarzaam, matig geweest, 't Is waar, misschien wel meer uit noodzakelijkheid dan uit tucht. \Y aniicer men geen kans heeft om een borrel te nemen, dan onthoudt men zich gemakkelijk. Alaar voor u, die dagelijks, vooral 's Zon dags, in de gelegenheid zijt yoor u wordt onthouding deugd, mannenmoed, held haftigheid. Gij zult mij vragen of de Chineezen geen jenever hebben dan zijn die lui erg te beklagen, zult gij zeggen. Ja, zij hebben wel jenever, maar voor hen valt liet niet zoo gemakkelijk er aan te komen. Herbergen, café's, vergunningen enz. zijn daar niet bekend. Zij gebruiken den jenever niet dan onder liet eteu, dus volgens de St. Paulusvereeni- ging juist op lut laatste oogenblik. Is de jenever ook zoo goed als hier Neen, hij is in 't geheel zoo goed niets als hier. Ik ben in verschillende landen ge weest en heb den jenever geproefd, maar ik moet toch zeggen, dat de Schiedammer allen overtreft. Daarom juist hebt gij meer strijd, moet gij u meer geweld aan doen, moet gij u zeiven meer opoffering getroosten, u zeiven meer overwinnen, maar dan is uw strijd ook des te eervoller, des te heldhaftiger. W at de spijzen betreft, misschien weet ge gaarne dienaangaande ook iets naders Het gewone eten is hier brood, vleesch, groenten. Niets van dat al op tafel. Som tijds een stukje vleesch. Gij zult vragen, ofschoon manvolk zich niet moet bemoeien met de keuken wat wordt er in de keuken daar opgeschept. Ik zeg somtijds een stukje vleesch, ezel- vleescli of hondenvleesch, ook wel eens een oude kip ol een ouden haan, die van ouder dom niet meer kraaien kon, maar dat waren buitengewone gerechten. Het gewoon eten was echter vogeltjeszaad, ik wiet niet, of gij het kent, men noemt het hier gierst. En dat was ons ontbijt, ons middagmaal, ons avondeten. En dat van 1 Januari tot 31 Dec. YY aarscliijnlijk zult gij de opmerking maken, dat vogeltjeszaad scheen toch zoo slecht niet, gij hebt er goed mede gedaan. En dat is waar ook. 't Is nog zoo slecht niet. 't Is in die dingen eigenlijk allemaal gewoonte, mijn vrienden. Zoo is de gewoonte van sterken drank te gebruiken hier erg ingedrongen. Gij kunt de sterken drank eigenlijk ge makkelijk missen, en gij zult u zoo ge makkelijk eene andere, betere gewoonte eigen maken, als gij maar overtuigd zijt van het nut voor u zelf, voor uwe familie, uwe geboorteplaats, de maatschappij. Als gij daarvan overtuigd zijt, dan kunt gij veel, dan kunt gij alles. Mannen, de woor den van uwe President herhaal ik u een u.an, een man, eeu woord, een woord. Ook nis gij bij andere vrienden zijt en als gij dan aan de bekoring moet weerstaan, wanneer zij u willen trakteeren, dan moed, mijne vrienden, dan tooneu, dat gij met den echten geest bezield zijt voor uw best- zijn en voor het heil van anderen. Ik sprak zooeven over vogeltjeszaad en nu vragen wij wellicht ('tzijn wel keuken kwesties, maar enfin) hoe het wordt klaar gemaakt. liet wordt gekookt in water, het water wordt afgegoten en zoo brengt men het op tafel. l)e Chinees neemt geen ander voedsel en wel uit spaarzaamheid. Inderdaad wat spaarzaamheid betreft kun nen de Chineezen ten voorbeeld zijn voor alle volken. Hunne spaarzaamheid in eten en drinken verwonderde mij. Zeer goed kon een huishouden van ge middeld vijf of zes personen voor 15 cent per dag leven. Zeker, veel bijzonders heb ben zij dan niet, niets dan vogeltjeszaad. Ik wil u niet zoozeer de Chineezen stellen als voorbeeld, ik wil u niet Chineezen maken, maar zeer goed kan men daaruit bewijzen, dat de gewoonte in spijs en drank een grooten rol speelt eu dut op dit gebied de spaarzaamheid g. ed kan beoefend worden. Past dit toe op uw sterken drank. M at de andere gebruiken der Chineezen betreft, deze zijn zeer met de onzen legen- strijdig. Neein b. v. het slapen. Een bed zult ge toch hebben, deukt ge, geen bed heb ik gezien. Toch heb ik heerlijk geslapen. Met een enkel woord gezegd, zij slapen op een oven, zooals hier een bakkersoven. In elke kamer, elk vertrek is er een ge metseld. Onder dezen oven wordt gestookt en op dien wannen steencn oven legt men zich neer. Zucht ligt men niet, men ligt niet op veeren, maar de oven is goed ver warmend. Neen, 't ligt er niet onaardig, als men den heelen dag te paard gezeten heeft bij eene koude van 30 of 40 graden, terwijl men hier bij 10 graden de neus nauwelijks buiten do deur durft tc stekeu. 't Doet 's avonds goed als ge op een warmen oven komt te liggen en dankt men Onze Lieve Heer, dat er nog zoo'n goede ovens zijn. Dan zijn er nog andere gebruiken. Zal ik er nog eeu woord van zeggen De gebruiken b. v. betreffende het verkeeren, zal ik ook eens aanhalen de kennismaking b. v. .J Ja ik weet niet of ik het zeggen wil, ik denk, dat het u niet bevallen zal. Ik ben er bang voor, gij allen zult roepen weg met de Chineezen Wat de kennismaking betreft. Zij hooien ot zien elkander, voordat zij getrouwd zijn, geen enkele keer. 't ls niet mogelijk, zult gij zeggen, zoo te trouwen. Ja, dat zou nog meevallen. Hier zijn er ook wel eenigen, wie het tegenvalt, geloof ik. Ik weet niet zeker en de zaak is zoo erg in tiem om er veel over te zeggen, maar hier zal het oude liedje van vroeger nog wel eens gezongen worden „och, was ik maar nooit getrouwd Nu, het huwelijk der Chineeashcjougelui wordt beklonken door vader en moeder. Mogen de jongelui dan geene keus maken Vader en moeder zeggen, weest gerust, wij zullen er wel voor zorgen. Een vader en moeder hebbeu b. v. een jongen op leeftijd. Dan onderhandelt vader met eene andere familie, waar eene jonge dochter is. Vader gaat tot een vriend en zegt, vriend, ge moet eens gaan hooren, of zij hunne dochter niet aan mijn zoon willen afstaan. De vriend is dan werkelijk de makelaar van die zaak en daar krijgt hij zijn percenten voor ook, als hij ten minste goede waar levert. De vriend gaat er op uit," de onder handeling duurt eenige maanden, de DE VRIENDINNEN. '.M i' "as| en STAAT vau brieven, geadresseerd aan onbe kenden. Verzonden gedurende de 2e helft van Aug. Haudelsbureau Holland, Amsterdam. 58). TWAALFDE HOOFDSTUK. „Ik heb zijne legitimatie-kaart gezien een uur geleden was hij bij mij en vertelde mij de resultaten van zijne navorschingen. Evenals ons, ioo verwarde ook hem de in de kamer van Urban gevondenen was-afdruk, maar hij had de vaste overtuiging, dat iemand dezelve in het geheim op zijne kamer gebracht en daar verstopt had Wie het gedaan heeft en hoe het is geschied, heeft Kamoussot heden ontdekt. Hij heeft zich naur de woning van Kerdren begeven, om de portierster eens geheel secuur uit te hooien. De goede, oude vrouw, die, tusschen twee haakjes eezegd, Urban zeer is toegedaau, verkeerde sedert de gevangenneming in groote opgewondenheid. Kauioussot wachtte zich wel het gesprek op de ungelegenheid te brengen, die hem tot haar bracht, liet de oude vrouw in den beginne i.aur hartelust uitbabbelen, doch niettegenstaande hield bij altijd zijn doel voor oogen, om tc onderzoe ken, of na den dag, op welke mijnheer Monnier b'rban medegedeeld had, dat hij hem in zijn iMtament voor eeu millioen bedacht had, tot Un den nacht, ir. welke de misdaad begaan *erd, Urban een bezoek, van weikeu aard ook, outvancen had. Op zijne hierop betrekking heb bende directe vragen, antwoordde de portierster, lat Kerdren, terwijl zijn verandering van woning 'oor de deur stond, zijn geheele tijd had gebruikt, ieder bezoek had afgewezen, zij zeil' echter niet een oogenblik het huis verlaten had dat slechts eenmaal en wel in den tijd, dat Urban Kerdren in de stad zijn middagmaal ging gebruiken, den architect van den eigenaar van het huis was ge komen en naar Urban's kamer was opgeklommen, om na te zien, of op dezelve wat te repareeren 'iel. Ramoussot vertelde mij nu, dat hij zich bet adres van den huiseigenaar had laten geven, iratond bij hem een bezoek gebracht en van vernomen had,, dat hij in 't eeheel kamer.' „En wat besluit gij daaruit?" vroeg Jean, bó- wogen de baud van ltoux grijpend. „Ik kan slechts dit eruit besluiten, dat de cnan, die ticli voor een architect uitgaf eu, volgens Ramoussot's verhaal, een man iu de dertig jaren met zwarten baard en lang haar was, degene is, die, terwijl hij op Urban's kamer trachtte t; komen, den was-afdruk van het slot der tuin deur onder de bu9te van terra-cotlu geleed heeft." «■Dan is Urban gered!' was de blijde uitroep van Nathalie. .Zeer zeker, dat wil zeggen, wanneer het ons gelukt dezeu man op te sporen.' „God is rechtvaardig, mijnheer Roux men zal hem vinden." „Ja, God is rechtvaardig, mejuffrouw; maar God is ook lankmoedig en heeft veel geduld, terwijl de menschen, bij alles wat zij doen, met grooten haast tc werk gaan. Hoe veel tijd zal or nog verloopen, eer wij het spoor van dit mon ster gevonden en eer wij het volgen kunnen Zullen wij het bovendien ontdekken God alleen weet het. Naar mijne meet ing is deze pséudo- architect ook niet de moordenaar, maar enkel zijn medeplichtige; hQ moe.t zeker met de ge woonten van Urban bekend zijn, die op dien dag, noch in de woning van Monnier, noch in zijne eigene het middagmaal gebruikte. Wie ten slotte kan met zekerheid zeggen, oi de baurü eu het lange haar van dezen man niet valsch waren In ieder geval zal er veel tijd verloren gaan, eer wij met behulp van de lichte gegevens, welke wij gekregen hebben, zijn spoor vinden.- „Dat is helaas maar al te w«ar," zeide Natha lie met eene stem, die het zich liet amhoore», dat de blijde hoop, welke zij een oogenblik to voren koesterde, sen geweldigen stoot gekregen had; „er zal een wonder noodig zijn om Urban te redden.' „Bidt u een wonder van den hemel af, mijne geachte dame,' antwoordde Clemens Roux, „God zal uw gebed eer verhooren, als het onze.' De advocaat stond op: „Tot wederzien!» zeide hij, „ik zal dikwijls hier ^omen eu berichten van den gevangene brengen, tot wien mij don toegang vrijstaat, eu welke u, helaas, nog gewei en mij dierbaarder dan ooit geworden is.» Clemens Roux beloofde het en daalde toen de trappen af, bij zichzelve echter dacht hij Urban moet gered worden, anders sleept zijn eigen on geluk een tweede met zich.' DERTIENDE HOOFDSTUK. Parijs had zich buitengewoon veel met het proces over den moord op Monnier beziggehouden. Er bestonden voornamelijk twee gronden, die dit proces lot een geliefd onderwerp der gesprek ken maakten, du positie van den man, die door du hand van een moordenaar gevallen was, en het hooge aanzien, dat Ernil van llaudra in do Parijsche haute voice genoot. Na het droevige drama iu de Elyseesche velden, had zich de po sitie van de laatste in vele opzichten veranderd. Van een vermoedelijk erfgenaam, was hij bezit ter van ongeveer want het millioen, dut den vermoordden aan Urban Kerdren vermaakt had, kon na diens vermoedelijke veroordeeling bestre den worden veertig millioen; aldus zoo ver mogend geworden, dat men zelfs in Parijs bui tengewoon vond. Na de dood van zijn oom, over wien bij volgens het gebruik iouw droeg, was Ir ij op in het oog vallende wijze uit den kring der jonge dandy's getreden, juist als wilde hij voor eens en voor altijd met het jong gezel leuleven, dat hij tot hiertoe gevoerd had breken. Ilij zelf noen de dezen stap een soort vun boete voor de schuld, die hij door de deelneming aan het duel, waarvan Mortangne het oll'er geworden was, op zich geladen had. Overiger.9 wa3 het proces der duellisten en hunne secondanten spoe dig beëindigd geworden en was Ernil van Hau- dra, hoogstwaarschijnlijk door den goeden naam, welke zijn oom achtergelaten had, met eene geld boete er afgekomen. Men beklaagde bovendien den bleeken jongen man, met zijn klassiek pro fiel, die zijne smart over de dood van zijn oom zoo waai dig, maar in geen geval te openlijk teu toon spreidde. Dat was nog niet alles. Ernil onderhield, reeds langer dan een jaar betrekkin gen met de familie de Grandchamp, wiens hoofd, als ad vocuat-Generaal van het Parijsche gerechts hof, de algemeene achting bezat. Reeds tijdens stelling aan den dug gelegd; toen nu den moord op Monnier hem tot een rchatrijken, alleenstaan den man herschiep, zocht hij de woning van den hoogen aiubtcuaar nog veelvuldiger op, en tijdens een bezoek zinspeelde bij zoo openlijk op zijn plan, het jonggezellenie>en op te geven eu eene vrouw te nemen, dat mevrouw van Grandchamp eene werkelijke conferentie met haren man had, zoodra Einil het huis verlaten had. Hunne dochter Maria mocht men in den wa ren ziu van liet woord eene schoonheid noemen zij had een edel karakter en gevoelde zich moi«- lisch sterk genoeg, haar eigen persoonlijk leed te dragen en wanneer het noodig was, eene be proeving eu eenen strijd te doorstaau echter hare ouders was zij zoo onderdanig, dat zij ter liefde van hen, haar eigen geluk en de vrede vun haar hart ten offer zou gebracht hebben. Het jonge meisje gevoelde zich in geen onkel opzicht lot Ernil van llaudra aangetrokken, integendeel ge voelde zij steeds in zijne tegunwoordigheid eene zekere angst; de lucht scheen haar zwaar en diukkend en haar hail was beklemd, wanneer hij er was. Zij zag hem in de lype van die soort onnutlige menschen, die wel is waar ver- stuan een grooten stand te voeren en wiens naam overal genoemd wordt, maar die echter, dewijl zij nooit iets gceds van hun laten hooren, dik wijls genoeg, zoouls zij meende, op zondige we gen wandelen. Haar vertrouwen tegenover hem groeide aan, hoe langer zij hem gadesloeg, en meer als eens kwam liet verlangen iu haar op, het masker, Bchler hetwelk hij naar haar mee- nir.g zijn geluat verborg, al' te rukken en hem te zeggen: „Wie zijt gij, en wat wilt gij?" Deze naar het uiterlijke zoo lieftallige man, was voor haar een raadsel. Als zij er over naducht, dat men hem haar tot man wilde gever., gevoelde zij een doodelijkiu angst en verdubbelde hare pogingen om eone gelegenheid tc vinden hem te ontmaskeren. Het gelukte haar nietwantsprak zij met hem over de groote vragen van den te genwoordige!) tijd, trad zij met hem in gesprek ov«r godsdienst en geloofszaken, dan antwoordde Ernil met volkomene beleefdheid, al was het ook met zekere koelheid. Hij sprak als een man, die veel in de wereld verkeerd had en het ver staat zich in de kerk evengoed op zijn plaats te bezat. Ongelukkigerwijze was het godsdienstig gevoel van mevrouw van Grandchamp niet sterk genoeg om de angst en afkeer, die hare dochter voor van llaudra gevoelde, te verstaan en te eerbiedi gen. Wanneer deze, tegenover haar hare vrees uitsprak, dan vergenoegde zich de vrouw van den advocaat-generaal altijd met het antwoord „Mijnheer van llaudra zal u alle vrijheid geven uwe godsdienstige plichten na te komen, en dat moet u tevreden stellen.' Mijnheer van Grandchamp was vun eene koude systematische r.atuur; Tot de vrijmetselaars wilde hij niet gerekend zijn, doch hij vergezelde naar de kerk noch zijne vrouw, die er enkel uit gewoonte heenging, noch zijue dochter, die raad en troost >irin zocht. Zonder zichzelve rekenschap daurover Ie kun nen geven, voelde Maria sedert den moord op Monnier haar tegenzin tegen mijnheer van Hau- dra altijd meer toenemen. Gedurende de lange bezoeken, die den jongen man, in het huis van den Advocaat-Generaal aflegde, verzuimde hij geen enkele keer het gesprek op de aanslaande zitting van het assisenhof te brengen. Zijne stem beefde, als hij de nagedachtenis vun den lieer Monnier wakker riep, dan, waarschijnlijk mede- gesleept door zijne gehechtheid aan den doode, en zijne droelhcid om hem, verwenschte hij den moordenaar, riep de wiauk des hemels over hem al' en gal zijnen wensch, dat al de gestrengheid der menschel ij ke gerechtigheid op hem zon wor den toegepast, in verschillende uitdrukkingen lucht, welke freule Grandchamp enkel kwetsen konden. Ja, Maria leed vreesclijk bij het aan- hooren van deze uitroepen v^n wraak, want ook zij hield den vroeger door de geheele wereld geaehten Urban Kerdren niet voor den schuldi ge- Op zekeren dag, toen zij op haren bidstoel riederkr.ielde, trad zuster Consulva zonder ge- druisch te uiuken hare kamer binnen. De reli- gieuse was niet alleen, zij had een jong, in het zwart gekbed gesluierd meisje bij zich, dat naar hare uiterlijke houding tc oordcelen, vreesachtig en angstig was. L 1 L "i Ij I. 't' 1 M Jü' it '«r iM n k a P- 1M

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1900 | | pagina 1