Nummer 69.
Donderdag- 6 September.
23e Jaargang.
i
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
J
?i
I
ANTOON TIELEN,
De valsche Baron.
FEUILLETON.
ai
aÜ
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o 11 n e m e n t s |j r ij s per 3 maanden f 0.75.
Franco per post door liet geheele rijk f 0.90.
Brieyeningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
UrroEV e ii
WAALWIJK.
Uitlioolde van den
a. s. Zaterdag in
vallenden Feestdag, zal het vol
gend nummer van dit blad Vrij
dagavond verschijnen.
Berichten en advertentiën worden
ingewacht uiterlijk Vrijdagmiddag
12 uur.
Vergadering der St. Paulusver-
eeniging te Waalwijk,
op Zondag 2 September 1900.
De vergadering werd geopend. De Pre
sident richtte zich op, de om en om 150
leden volgden zijn voorbeeld. De President
zeide eerbiedig Geloofd zij Jezus Christus",
de ledeu antwoordden vroom en plechtig ,/in
eeuwigheid. Amen."
De notulen werden voorgelezen door den
Secretaris op de nauwkeurigheid daarvan
tul wel niemand iets weten af te dingen
De President sprak vervolgens „Met
onze zaal zijn wij nog niet geslaagd, doch
uitgesteld is niet afgesteld. Gods voorzienig
heid heeft in alles blijkbaar met ons mede
gewerkt, zij zal het ook in deze zaak doen.
Vergeef mij dat ik nog een volgend
waarschuwend woord tot u spreek som
migen hebben in den strijd gewankeld.
Mannen, weest sterk tegenover Waalwijk
hebt gij uw woord gegeven wilt het ge
stand doen woord houden mannen zijn
Deze opmerking maak ik als vriend ik ben
óók een Waalwijker en weet heel goed dat bij
gelegenheden al eens een kwinkslag gemaakt
wordt en uw optreden in't belachelijk wordt
getrokken, maar ik geloof niet, dat gij u
daar aan storen zult. Als mannen moet
ge dan ook uwe schouders voor hen op
trekken en denken zij zijn niet wijzer,
zij beseffen nog niet het belang voor huis
gezin, godsdienst, maatschappij.
Wat de Spaarbank aangaat, deze op
heldering buiten het Bestuur weet niemand
wie er spaart, of hoeveel er wordt gespaard
dat is een absoluut geheim. Verder recom
mandeerde de President den almanak door
fSobrie.tas" uitgegeven en vervaardigd door
Pater Ermann, alsmede de scheurkalender
van Pastoor Vranken 25 ct.
Advkrtentiën 1 7 regels f U.00 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2inaal berekend. Voorplaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
DE GEVANGENIS.
Dan vervolgde de spreker
„Eene groote onderscheiding valt onze
Vcreenigiiig te beurt, een g.oot voorrecht
is hetPater Haymakers in ons midden te
zien. De leden en het Bestuur heeten
ZEerw. welkom Wij zijn dankb aar voor
zijne belangstelling.
Ik weuschte u Pater Haymakers even
voor te stellen.
De Pater is uit eene achtenswaardige
familie in Helmond geboortig en is reeds
14 jaar priester. Hij, de Missionaris, heeft
de wereld gezien. Hij is het, die de lasten
en nooden vun het maatschappelijk leven
kent, hij is de man, die u een hartelijk
woordje van moed zal weten toe te spreken."
loen trad de Missionaris op, de fursche
man, forsch vau leden en forsch van ziel,
een geheel man, door zijn baard en door
zijn karakter, de man, die zich geen
vreemdeling kan gevoelen in eene veree-
niging waarvan de wereld-A postel Pau-
lus de patroon is, de man, die weet wat
liet zeggen wil „ik bemin allen in het
Hart van Jezus Christus", de man, die dooi
en door begrijpt, dat Hij de gaven, die hij
van den Goeden God ontving, ook voor
God en zijne bloeders moet vruchtbaar
maken.
t as er stil in de zaal. De muzen
zelf schenen in gespannen aandacht het
woord af te wachten, dat van zijne lippen
ging vallen.
Met eene stem, waarin men de klop
pingen hoort van een liefdevol hart, sprak
ZEerw. ten naastenbij de volgende kernvolle
en toch luimige rede.
Eenr. Heeren, leden van liet Bestuur,
mijne beste vrienden.
Ik bedank op de eerste plaats den Presi
dent voor zijne, hartelijke woorden.
Ik betuig liet gaarne, 'tis voor mij een
genoegen, in uw midden op te treden. Ik
beu vandaag reeds meermalen iu uw midden,
in uwe vergadering geweest, in de Hoog
mis, in de H. Familie en nu ben ik hier
bij u.
Ik heb gezien in één enkele dag de
machtige werking van uw Katholiek Geloof.
Ik heb u bewonderd in de vereeniging
van de II Familie, ik bewonder ook u
leden der St. Paulusvereeniging, die hier
zoo talrijk tegenwoordig zijt.
Een enkel woord wil ik u toespreken van
aanmoediging, opwekking in dezen nieuwen
strijd, waartoe gij u aangordt.
Vereenigd strijdt gij
lo. tegen den drank,
2o. voor de matigheid,
3o. voor de spaarzaamheid.
AYat nu het eerste en liet tweede be
treft over dezen uwen strijd kan ik nog
niet oordeelen. Van uwe spaarzaamheid
echt or ben ik wel de gelukkigste getuige
ik geloof, dat ik reeds de vruchten van
uwe spaarzaamheid heb ingeoogst.
Vau morgen bracht ik eer en hulde aan
uw geloof, thans breng ik eer en hulde aan
uwe spaarzaamheid.
Het zij mij gegund u eenige woorden
toe te spreken, niet zoozeer over uw eigen
land, maar misschien interesseert het u,
iets te liooren van de Chineezen, over wie
zooveel wordt gesproken.
De Cliineezeu zijn liet, die tegenwoordig
worden uitgescholden voor langstaarten,
huichelaars, voor wie men allerlei termtu
zoekt om hen belachelijk te maken.
Ik wil de Chineezen verdedigen, warm
klopt mij hi t hart voor hen.
Ik ben met hen jarenlang spaarzaam,
matig geweest, 't Is waar, misschien wel
meer uit noodzakelijkheid dan uit tucht.
\Y aniicer men geen kans heeft om een
borrel te nemen, dan onthoudt men zich
gemakkelijk.
Alaar voor u, die dagelijks, vooral 's Zon
dags, in de gelegenheid zijt yoor u
wordt onthouding deugd, mannenmoed, held
haftigheid.
Gij zult mij vragen of de Chineezen
geen jenever hebben dan zijn die lui
erg te beklagen, zult gij zeggen. Ja, zij
hebben wel jenever, maar voor hen valt
liet niet zoo gemakkelijk er aan te komen.
Herbergen, café's, vergunningen enz. zijn
daar niet bekend.
Zij gebruiken den jenever niet dan onder
liet eteu, dus volgens de St. Paulusvereeni-
ging juist op lut laatste oogenblik.
Is de jenever ook zoo goed als hier
Neen, hij is in 't geheel zoo goed niets als
hier. Ik ben in verschillende landen ge
weest en heb den jenever geproefd, maar
ik moet toch zeggen, dat de Schiedammer
allen overtreft.
Daarom juist hebt gij meer strijd, moet
gij u meer geweld aan doen, moet gij u
zeiven meer opoffering getroosten, u zeiven
meer overwinnen, maar dan is uw strijd
ook des te eervoller, des te heldhaftiger.
W at de spijzen betreft, misschien weet
ge gaarne dienaangaande ook iets naders
Het gewone eten is hier brood, vleesch,
groenten. Niets van dat al op tafel. Som
tijds een stukje vleesch.
Gij zult vragen, ofschoon manvolk
zich niet moet bemoeien met de keuken
wat wordt er in de keuken daar opgeschept.
Ik zeg somtijds een stukje vleesch, ezel-
vleescli of hondenvleesch, ook wel eens een
oude kip ol een ouden haan, die van ouder
dom niet meer kraaien kon, maar dat waren
buitengewone gerechten.
Het gewoon eten was echter vogeltjeszaad,
ik wiet niet, of gij het kent, men noemt
het hier gierst. En dat was ons ontbijt,
ons middagmaal, ons avondeten. En dat
van 1 Januari tot 31 Dec.
YY aarscliijnlijk zult gij de opmerking
maken, dat vogeltjeszaad scheen toch zoo
slecht niet, gij hebt er goed mede gedaan.
En dat is waar ook. 't Is nog zoo slecht
niet. 't Is in die dingen eigenlijk allemaal
gewoonte, mijn vrienden.
Zoo is de gewoonte van sterken drank te
gebruiken hier erg ingedrongen.
Gij kunt de sterken drank eigenlijk ge
makkelijk missen, en gij zult u zoo ge
makkelijk eene andere, betere gewoonte
eigen maken, als gij maar overtuigd zijt
van het nut voor u zelf, voor uwe familie,
uwe geboorteplaats, de maatschappij. Als
gij daarvan overtuigd zijt, dan kunt gij
veel, dan kunt gij alles. Mannen, de woor
den van uwe President herhaal ik u een
u.an, een man, eeu woord, een woord.
Ook nis gij bij andere vrienden zijt en
als gij dan aan de bekoring moet weerstaan,
wanneer zij u willen trakteeren, dan moed,
mijne vrienden, dan tooneu, dat gij met
den echten geest bezield zijt voor uw best-
zijn en voor het heil van anderen.
Ik sprak zooeven over vogeltjeszaad en
nu vragen wij wellicht ('tzijn wel keuken
kwesties, maar enfin) hoe het wordt klaar
gemaakt. liet wordt gekookt in water, het
water wordt afgegoten en zoo brengt men
het op tafel. l)e Chinees neemt geen ander
voedsel en wel uit spaarzaamheid.
Inderdaad wat spaarzaamheid betreft kun
nen de Chineezen ten voorbeeld zijn voor alle
volken. Hunne spaarzaamheid in eten en
drinken verwonderde mij.
Zeer goed kon een huishouden van ge
middeld vijf of zes personen voor 15 cent
per dag leven. Zeker, veel bijzonders heb
ben zij dan niet, niets dan vogeltjeszaad.
Ik wil u niet zoozeer de Chineezen stellen
als voorbeeld, ik wil u niet Chineezen maken,
maar zeer goed kan men daaruit bewijzen,
dat de gewoonte in spijs en drank een
grooten rol speelt eu dut op dit gebied de
spaarzaamheid g. ed kan beoefend worden.
Past dit toe op uw sterken drank.
M at de andere gebruiken der Chineezen
betreft, deze zijn zeer met de onzen legen-
strijdig.
Neein b. v. het slapen. Een bed zult
ge toch hebben, deukt ge, geen bed heb
ik gezien. Toch heb ik heerlijk geslapen.
Met een enkel woord gezegd, zij slapen
op een oven, zooals hier een bakkersoven.
In elke kamer, elk vertrek is er een ge
metseld. Onder dezen oven wordt gestookt
en op dien wannen steencn oven legt men
zich neer. Zucht ligt men niet, men ligt
niet op veeren, maar de oven is goed ver
warmend.
Neen, 't ligt er niet onaardig, als men
den heelen dag te paard gezeten heeft bij
eene koude van 30 of 40 graden, terwijl
men hier bij 10 graden de neus nauwelijks
buiten do deur durft tc stekeu. 't Doet
's avonds goed als ge op een warmen oven
komt te liggen en dankt men Onze Lieve
Heer, dat er nog zoo'n goede ovens zijn.
Dan zijn er nog andere gebruiken. Zal
ik er nog eeu woord van zeggen De
gebruiken b. v. betreffende het verkeeren, zal
ik ook eens aanhalen de kennismaking
b. v. .J Ja ik weet niet of ik het zeggen
wil, ik denk, dat het u niet bevallen zal.
Ik ben er bang voor, gij allen zult roepen
weg met de Chineezen
Wat de kennismaking betreft. Zij hooien
ot zien elkander, voordat zij getrouwd zijn,
geen enkele keer. 't ls niet mogelijk,
zult gij zeggen, zoo te trouwen. Ja, dat
zou nog meevallen. Hier zijn er ook wel
eenigen, wie het tegenvalt, geloof ik. Ik
weet niet zeker en de zaak is zoo erg in
tiem om er veel over te zeggen, maar hier
zal het oude liedje van vroeger nog wel
eens gezongen worden „och, was ik maar
nooit getrouwd
Nu, het huwelijk der Chineeashcjougelui
wordt beklonken door vader en moeder.
Mogen de jongelui dan geene keus maken
Vader en moeder zeggen, weest gerust, wij
zullen er wel voor zorgen. Een vader en
moeder hebbeu b. v. een jongen op leeftijd.
Dan onderhandelt vader met eene andere
familie, waar eene jonge dochter is. Vader
gaat tot een vriend en zegt, vriend, ge
moet eens gaan hooren, of zij hunne dochter
niet aan mijn zoon willen afstaan. De
vriend is dan werkelijk de makelaar van
die zaak en daar krijgt hij zijn percenten
voor ook, als hij ten minste goede waar
levert. De vriend gaat er op uit," de onder
handeling duurt eenige maanden, de
DE VRIENDINNEN.
'.M
i'
"as|
en
STAAT vau brieven, geadresseerd aan onbe
kenden.
Verzonden gedurende de 2e helft van Aug.
Haudelsbureau Holland, Amsterdam.
58).
TWAALFDE HOOFDSTUK.
„Ik heb zijne legitimatie-kaart gezien een
uur geleden was hij bij mij en vertelde mij de
resultaten van zijne navorschingen. Evenals ons,
ioo verwarde ook hem de in de kamer van Urban
gevondenen was-afdruk, maar hij had de vaste
overtuiging, dat iemand dezelve in het geheim
op zijne kamer gebracht en daar verstopt had
Wie het gedaan heeft en hoe het is geschied,
heeft Kamoussot heden ontdekt. Hij heeft zich
naur de woning van Kerdren begeven, om de
portierster eens geheel secuur uit te hooien. De
goede, oude vrouw, die, tusschen twee haakjes
eezegd, Urban zeer is toegedaau, verkeerde sedert
de gevangenneming in groote opgewondenheid.
Kauioussot wachtte zich wel het gesprek op de
ungelegenheid te brengen, die hem tot haar
bracht, liet de oude vrouw in den beginne i.aur
hartelust uitbabbelen, doch niettegenstaande hield
bij altijd zijn doel voor oogen, om tc onderzoe
ken, of na den dag, op welke mijnheer Monnier
b'rban medegedeeld had, dat hij hem in zijn
iMtament voor eeu millioen bedacht had, tot
Un den nacht, ir. welke de misdaad begaan
*erd, Urban een bezoek, van weikeu aard ook,
outvancen had. Op zijne hierop betrekking heb
bende directe vragen, antwoordde de portierster,
lat Kerdren, terwijl zijn verandering van woning
'oor de deur stond, zijn geheele tijd had gebruikt,
ieder bezoek had afgewezen, zij zeil' echter niet
een oogenblik het huis verlaten had dat slechts
eenmaal en wel in den tijd, dat Urban Kerdren
in de stad zijn middagmaal ging gebruiken, den
architect van den eigenaar van het huis was ge
komen en naar Urban's kamer was opgeklommen,
om na te zien, of op dezelve wat te repareeren
'iel. Ramoussot vertelde mij nu, dat hij zich
bet adres van den huiseigenaar had laten geven,
iratond bij hem een bezoek gebracht en van
vernomen had,, dat hij in 't eeheel
kamer.'
„En wat besluit gij daaruit?" vroeg Jean, bó-
wogen de baud van ltoux grijpend.
„Ik kan slechts dit eruit besluiten, dat de cnan,
die ticli voor een architect uitgaf eu, volgens
Ramoussot's verhaal, een man iu de dertig jaren
met zwarten baard en lang haar was, degene is,
die, terwijl hij op Urban's kamer trachtte t;
komen, den was-afdruk van het slot der tuin
deur onder de bu9te van terra-cotlu geleed
heeft."
«■Dan is Urban gered!' was de blijde uitroep
van Nathalie.
.Zeer zeker, dat wil zeggen, wanneer het ons
gelukt dezeu man op te sporen.'
„God is rechtvaardig, mijnheer Roux men zal
hem vinden."
„Ja, God is rechtvaardig, mejuffrouw; maar
God is ook lankmoedig en heeft veel geduld,
terwijl de menschen, bij alles wat zij doen, met
grooten haast tc werk gaan. Hoe veel tijd zal
or nog verloopen, eer wij het spoor van dit mon
ster gevonden en eer wij het volgen kunnen
Zullen wij het bovendien ontdekken God alleen
weet het. Naar mijne meet ing is deze pséudo-
architect ook niet de moordenaar, maar enkel
zijn medeplichtige; hQ moe.t zeker met de ge
woonten van Urban bekend zijn, die op dien
dag, noch in de woning van Monnier, noch in
zijne eigene het middagmaal gebruikte. Wie ten
slotte kan met zekerheid zeggen, oi de baurü
eu het lange haar van dezen man niet valsch
waren In ieder geval zal er veel tijd verloren
gaan, eer wij met behulp van de lichte gegevens,
welke wij gekregen hebben, zijn spoor vinden.-
„Dat is helaas maar al te w«ar," zeide Natha
lie met eene stem, die het zich liet amhoore»,
dat de blijde hoop, welke zij een oogenblik to
voren koesterde, sen geweldigen stoot gekregen
had; „er zal een wonder noodig zijn om Urban
te redden.'
„Bidt u een wonder van den hemel af, mijne
geachte dame,' antwoordde Clemens Roux, „God
zal uw gebed eer verhooren, als het onze.'
De advocaat stond op: „Tot wederzien!» zeide
hij, „ik zal dikwijls hier ^omen eu berichten
van den gevangene brengen, tot wien mij don
toegang vrijstaat, eu welke u, helaas, nog gewei
en mij dierbaarder dan ooit geworden is.»
Clemens Roux beloofde het en daalde toen de
trappen af, bij zichzelve echter dacht hij Urban
moet gered worden, anders sleept zijn eigen on
geluk een tweede met zich.'
DERTIENDE HOOFDSTUK.
Parijs had zich buitengewoon veel met het
proces over den moord op Monnier beziggehouden.
Er bestonden voornamelijk twee gronden, die
dit proces lot een geliefd onderwerp der gesprek
ken maakten, du positie van den man, die door
du hand van een moordenaar gevallen was, en
het hooge aanzien, dat Ernil van llaudra in do
Parijsche haute voice genoot. Na het droevige
drama iu de Elyseesche velden, had zich de po
sitie van de laatste in vele opzichten veranderd.
Van een vermoedelijk erfgenaam, was hij bezit
ter van ongeveer want het millioen, dut den
vermoordden aan Urban Kerdren vermaakt had,
kon na diens vermoedelijke veroordeeling bestre
den worden veertig millioen; aldus zoo ver
mogend geworden, dat men zelfs in Parijs bui
tengewoon vond. Na de dood van zijn oom,
over wien bij volgens het gebruik iouw droeg,
was Ir ij op in het oog vallende wijze uit den
kring der jonge dandy's getreden, juist als wilde
hij voor eens en voor altijd met het jong gezel
leuleven, dat hij tot hiertoe gevoerd had breken.
Ilij zelf noen de dezen stap een soort vun boete
voor de schuld, die hij door de deelneming aan
het duel, waarvan Mortangne het oll'er geworden
was, op zich geladen had. Overiger.9 wa3 het
proces der duellisten en hunne secondanten spoe
dig beëindigd geworden en was Ernil van Hau-
dra, hoogstwaarschijnlijk door den goeden naam,
welke zijn oom achtergelaten had, met eene geld
boete er afgekomen. Men beklaagde bovendien
den bleeken jongen man, met zijn klassiek pro
fiel, die zijne smart over de dood van zijn oom
zoo waai dig, maar in geen geval te openlijk teu
toon spreidde. Dat was nog niet alles. Ernil
onderhield, reeds langer dan een jaar betrekkin
gen met de familie de Grandchamp, wiens hoofd,
als ad vocuat-Generaal van het Parijsche gerechts
hof, de algemeene achting bezat. Reeds tijdens
stelling aan den dug gelegd; toen nu den moord
op Monnier hem tot een rchatrijken, alleenstaan
den man herschiep, zocht hij de woning van den
hoogen aiubtcuaar nog veelvuldiger op, en tijdens
een bezoek zinspeelde bij zoo openlijk op zijn
plan, het jonggezellenie>en op te geven eu eene
vrouw te nemen, dat mevrouw van Grandchamp
eene werkelijke conferentie met haren man had,
zoodra Einil het huis verlaten had.
Hunne dochter Maria mocht men in den wa
ren ziu van liet woord eene schoonheid noemen
zij had een edel karakter en gevoelde zich moi«-
lisch sterk genoeg, haar eigen persoonlijk leed
te dragen en wanneer het noodig was, eene be
proeving eu eenen strijd te doorstaau echter hare
ouders was zij zoo onderdanig, dat zij ter liefde
van hen, haar eigen geluk en de vrede vun haar
hart ten offer zou gebracht hebben. Het jonge
meisje gevoelde zich in geen onkel opzicht lot
Ernil van llaudra aangetrokken, integendeel ge
voelde zij steeds in zijne tegunwoordigheid eene
zekere angst; de lucht scheen haar zwaar en
diukkend en haar hail was beklemd, wanneer
hij er was. Zij zag hem in de lype van die
soort onnutlige menschen, die wel is waar ver-
stuan een grooten stand te voeren en wiens naam
overal genoemd wordt, maar die echter, dewijl
zij nooit iets gceds van hun laten hooren, dik
wijls genoeg, zoouls zij meende, op zondige we
gen wandelen. Haar vertrouwen tegenover hem
groeide aan, hoe langer zij hem gadesloeg, en
meer als eens kwam liet verlangen iu haar op,
het masker, Bchler hetwelk hij naar haar mee-
nir.g zijn geluat verborg, al' te rukken en hem
te zeggen: „Wie zijt gij, en wat wilt gij?" Deze
naar het uiterlijke zoo lieftallige man, was voor
haar een raadsel. Als zij er over naducht, dat
men hem haar tot man wilde gever., gevoelde
zij een doodelijkiu angst en verdubbelde hare
pogingen om eone gelegenheid tc vinden hem te
ontmaskeren. Het gelukte haar nietwantsprak
zij met hem over de groote vragen van den te
genwoordige!) tijd, trad zij met hem in gesprek
ov«r godsdienst en geloofszaken, dan antwoordde
Ernil met volkomene beleefdheid, al was het
ook met zekere koelheid. Hij sprak als een man,
die veel in de wereld verkeerd had en het ver
staat zich in de kerk evengoed op zijn plaats te
bezat.
Ongelukkigerwijze was het godsdienstig gevoel
van mevrouw van Grandchamp niet sterk genoeg
om de angst en afkeer, die hare dochter voor
van llaudra gevoelde, te verstaan en te eerbiedi
gen. Wanneer deze, tegenover haar hare vrees
uitsprak, dan vergenoegde zich de vrouw van
den advocaat-generaal altijd met het antwoord
„Mijnheer van llaudra zal u alle vrijheid geven
uwe godsdienstige plichten na te komen, en dat
moet u tevreden stellen.'
Mijnheer van Grandchamp was vun eene koude
systematische r.atuur; Tot de vrijmetselaars
wilde hij niet gerekend zijn, doch hij vergezelde
naar de kerk noch zijne vrouw, die er enkel
uit gewoonte heenging, noch zijue dochter, die
raad en troost >irin zocht.
Zonder zichzelve rekenschap daurover Ie kun
nen geven, voelde Maria sedert den moord op
Monnier haar tegenzin tegen mijnheer van Hau-
dra altijd meer toenemen. Gedurende de lange
bezoeken, die den jongen man, in het huis van
den Advocaat-Generaal aflegde, verzuimde hij
geen enkele keer het gesprek op de aanslaande
zitting van het assisenhof te brengen. Zijne stem
beefde, als hij de nagedachtenis vun den lieer
Monnier wakker riep, dan, waarschijnlijk mede-
gesleept door zijne gehechtheid aan den doode,
en zijne droelhcid om hem, verwenschte hij den
moordenaar, riep de wiauk des hemels over hem
al' en gal zijnen wensch, dat al de gestrengheid
der menschel ij ke gerechtigheid op hem zon wor
den toegepast, in verschillende uitdrukkingen
lucht, welke freule Grandchamp enkel kwetsen
konden. Ja, Maria leed vreesclijk bij het aan-
hooren van deze uitroepen v^n wraak, want ook
zij hield den vroeger door de geheele wereld
geaehten Urban Kerdren niet voor den schuldi
ge-
Op zekeren dag, toen zij op haren bidstoel
riederkr.ielde, trad zuster Consulva zonder ge-
druisch te uiuken hare kamer binnen. De reli-
gieuse was niet alleen, zij had een jong, in het
zwart gekbed gesluierd meisje bij zich, dat naar
hare uiterlijke houding tc oordcelen, vreesachtig
en angstig was.
L 1 L
"i
Ij
I. 't'
1 M
Jü'
it
'«r
iM n
k
a
P-
1M