Nummer 85. Donderdag 1 November. 23® Jaargang Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. I Oe Zuid-Affikaansche oorlog. fc K ANTOON TIELEN, De beroepskeuze. De valsche Baron. 4 K Uitgever: Bekendmaking. FEUILLETON. 1 f jy WAAL WIJ K. Met het oog op den gyfijgy invallenden feestdag van «Allerheiligen* zal het vol gend nummer iets later dan ge woonlijk verschijnen. Advertentiën en Nieuwsberich ten worden ingewacht uiterlijk ZATERDAG 12 uur. LODEWIJK TADEN. V y I« I* i- ild at De Echo van het Zuiden, Waalwijksclie en Langstraatscbe Courant Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. A b o n n e in e 11 t s p r ij s per 3 maanden t 0.75. Franco per post door het geheele rijk t 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentiën 17 regels f 0.G0 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeveu, worden ümaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gesloten. Reclames 15 cent por regel. De Burgemeester der gemeente Waalwijk, maakt bekend, dat deze en de volgende week ter se cretarie van 9 tot 12 uur gelegenheid oestu.it ter bekoming van attesten van te zijn eenige wettige zoon of wegens broederdienst, betreffende de lo- telingen van dezen jure. Puspoort of zakboekje van gediendbebbende oi dienende broeders mede te brengen. De Burgemeester voornoemd, li. DE VAN DER SCIIUEREN. Wat moet mijn jongen worden Een gewichtige vraag, die vaak reeds in de wieg de bestemming en het lot van een kind, in een familieraad van zwakke ouders en malle grootmoeders, ooms en tantes, be slist. Eiugenlijk behoorde die vraag eerst eenige jaren later, bij de ontwikkeling van het karakter, gedaan te worden, en aldus te luiden wat w i 1, wat kan de jongen worden Bij velen komt deze vraag dan ook la ter op 't tapijtmen praat er over, men herhaalt ze van tijd, maar er wordt niets beslist. Anderen doen haar dan eerst wanneer het reeds te laat is, en er van den jongen niets degelijks meer groeien kan. Ongelukkig knaapje, dat door ouderlijke dwaasheid en hoogmoed reeds zoo vroeg voor een bepaalden stand, voor e«n vast beroep besterad wordt hetzij men het voor letteren en studie, voor een burgerlijk be roep of tot den krijgsmansstand voorbeschikt. Zelden wordt zulk een kind wat het zijn moest, en meestal wordt het niets of eene caricatuur. fDie jongen wordt wel eens door oom of tante beweerd die jongen wordt nog advocaat. Waarom toch rWel, hij spreekt eeuwig tegen, en weet altijd alles goed te praten/' ZEVENTIENDE HOOFDSTUK. Nadat hij den brief had gelezen, legde Ramous- sot hem voor zich neder op de tafel en wilde juist zijn dischgenoot een verhoor doen ondergaan, toen de kellner binnentrad en hel ontbijt gereed zette. Ramouesot sneed een stuk van een citroen, vulde de glazen met water «n zeide Welke wending ons gesprek ook nemen mag, een ding moogt gij niet uit het oog verliezen, voornamelijk dit, dat u eeue uiterst ernstige zekerheid gegeven is. Naar mijn inzicht is het •en toeval, maar de almachtige Voorzienigheid, ie ons te zamen gebracht heeft, om onB een werk van vergelding te laten voltrekken. En nu, spreekt gerust, vergeet voor een oogenblik dat ik geheim agent ben, noem mij het dool, dat u near den hear van ürandchamp voerde en vertel mij veel, zeer veel van uw lotge vallen.' De jonge man begon altoo met te verhalen al datgene wat de lezer reeds weet; hij sprak ten slotte ook van de vertrouwlijke mededeeliDgen, welke hij aan zuster Gonsaiva gegeven had. „De jongste zuster van den lieer Monnier er kent u alzoo als haar neef, als den baron van Haudra?' vroeg Raraoussot gejaagd. „Ja," antwoordde de jonge man, „haar heb ik het voornamelijk te danken, dat ik bij mijne aaukomst in Parijs niet van den honger gestor ven ben. Van haar neem ik alles zonder te blozen aan; tevens ban ik vast besloten alias aan hare vrienden, de armen, honderdvoudig goed te maken, zoo spoedig ik in het bezit van mijn naam en van het mij toekomend erfdeel ben.' „Eene zaak verwondert mij,' zeide Ramoussot, /hoe komt het, dat de ordezuster aanstonds aan uwe woorden geloof schonk /Daurover verwonder ik mij zelf, en toch, wanneer u het haar vragen zoudt, zoudt ge //Juutje is voor officier in de wieg ge legd." Ei, hoezoo iWel, hij heeft een leeuwenhart, klopt er bij elk kinderverschil ferm op, en danst, zoodra hij de trom hoort of soldaten ziet." „Kees wordt vast een zeebonk." Hoe weet ge dat /Ziet eens, welke knuisten en de jonge morst en plast altoos iu het waterdat is zijn element." Honderden zulke dwaasheden, beuzelin gen, zelfs verkeerde eigenschappon, zijn vaak de gronden, waarop een kind al vroeg een verkeerde be^temmiug verkrijgt. En het ongelukkigst bij zulk een opgevat voor oordeel ia, dat de ouders doorgaans hard nekkig daaraan vasthouden, al blijkt de knaap in het vervolg voor het gekozen métier ongeschikt te zijn, en tot gelrael iets anders te neigentrouwens hoogmoed en eerzucht zijn de gewone oorzaken, die de ouders tot zulk een gedwongene oplei ding vervoeren. Wat liet gevolg moet zijn, vooral wanneer het kind tegen zijn zin tot een stand of beroep bepaald wordt, gevoelt ieder denkend rnensch. O, hoevelen werden daarvan de rampzalige slachtoffers, slechte of ongelukkige menschen. Soms, het is waar, brengt het toeval of liever de Voorzienigheid, juist door eene zekere richting te geven aan het lot van den verkeerdelijk bestemde, nog weder te recht wat ouderlijke dwaasheid of grillig heid bedorven heeft: maar meestal is hij, die door den wil zijner ouders tot een be paald ambt of beroep geprest wordt, een ambt en beroep niet voor hem berekend, onherstelbaar verloren. Niet zelden drukt zich de heerschende aanleg van een kind op de een of andere wijze duidelijk genoeg uit, al doet het nog geen bepaalde keuze, en hapert het enkel en alleen aan de kortzichtigheid en onop merkzaamheid der ouders, dat die aanleg niet erkend wordt. Om uit honderden slechts een paar voorbeelden te noemen Jan is een stil, gedwee en weinig speelziek kind hij leest gaarne en zoekt alle lectuur op, die hij maar bekomen kan grif is hij met de pen om allerlei kleine opstalen te makenongevraagd krabbelt hij kleine versjes op het papier, of ontwerpt met het potlood kleine teekeningen. Dwaasheid zou liet zijn, hieruit te besluiten, dut Jan dich ter of schilder geboren ismaar zooveel mag ineu er veilig uit opmaken, dat hij meer overhelt tot letteroefening, kunst en ondervinden, dal aij niet het minste aan mijne iedentiteit twijfelt. Dezelfde vraag, welke u zoo- eveu aan mij gericht hebt, heb ik op zekeren dag aan haar ge9teld, en iedere maal, wanneer ik haar zeide, dat ik het voor een wonder aan zag, dat zij mij, die zij den hongerdood nabij op bet plaveisel vond, direct geloof schonk antwoordde zij ,Neen, dat ie geenszins een wonder. Dikwerf bevalt het God eenvoudige zielen eene helder heid ran geest te vcrleenen en hun de krucht geeft bij een enkel woord, een enkelen blik een oordeel te velleu over het karakter van een rnensch. Een inwendig geheim, maar zeker ge voel zegt hun, of zij zich in tegenwoordigheid van een oprecht of boosaardig persoon bevinden. Zooals de sterren eau den hemel, zoo heeft ook de rechtschapenheid eene bijzondere atmosfeer. Iedere maal, dat ik tegenover den man stond, die zich den naam Eiuil vmi Haudra toeeigent, werd ik door een eigenaardig, afkeerig gevoel door drongen. De vogel, die door den enkelen blik der slang verblind en bedwelmd wordt, moei een dergelijk gevoel ondervinden. Ook bestaan er planten, waarvoor wij vreezen er mede in aanraking te komen, nog eer wij weten of zij vergiftigd zijn. Zoo ziju er ook menschen, die m«t eene giftige neptil of eene giftige plant iets gemeen hebben men doorziet ze direct en men schuwt ze. Ik gevoel, dat Etnil van Haudra mij haatte, waut zoo vaak mijn broeder mij eene som gelds voor mijne armen gaf, scheen Erail mij van een diefstal, van een soort roof te be tichten. Hij is gierig en vol haat. twee fouten, die men tevergeefs in onze familie zoekt. Wan neer hij de macht bad met zijn blik te dooden, dan was ik reeds lang niet meer onder de le venden. Gij daarentegen, niettegenstaande arm en verlaten, hebt in uw gelaat een trek, die mij lavendig aan mijne zuster Rosa herinnert. Gij hebt haren zachten blik, denzelfden treurigen trek om den mond in uwe tegenwoordigheid voel ik mijn hart zich openen, evenals vroeger als ik in tegenwoordigheid van mijn ongeluk- kigen broeder was. Neen, de stem des bloeds liegt niet. Zij klinkt luid in mijn hart voor u.' *Zoo ongeveer spruk zuster Gonsaiva tot mij en de waarlijk roerende belangstelling, die zij mij betoond heeft, heeft mij tegelijk het bewijs voor de oprechtheid barer woorden geleverd.' stadie, dan tot een ruw handwerk en een woest levenen wanneer men deze wenk van natuur opvolgt in do bestemming, die men hem geeft, zal men gewis van de tien gevallen wel negenmaal slagen. Piet integendeel is vroolijk, woelig, ruw van aard, grof van spieren hij houdt van spelen, die veel beweging en inspanning van kracht vorderenhij is een heihamel onder zijne speelmakkers, en durft met deu sterksten jongen een kansje wagen. Hier uit nu het besluit te trekken, dat Piet een zeerob of soldaat zal worden, zou minstens zeer voorbarig zijn maar deze algemeene wenk ligt er toch duidelijk in, dat men Piet niet voor een stil, peinzend leren bestem men moet, maar hem gelegenheid geven, om zijn levendigen geest en physieke krach ten in een woeliger levensvak te doen wer ken. In zulk een carrière gebracht, is het zeer waarschijnlijk dat hij gelukkig slagen zal. Indien de keus ran den jongeu zich vanzelf en sprekend doet kennen, is het ze ker beter doch moet men voor hem kiezen, dan zal de menschkundige waarneming van zijn hoofdaanleg altoos een goede wegwijzer ziju. En treft men enkele kindereu aan, wier onverschilligheid omtrent alles, wat hen omringt, te groot is, om eenigermate te ramen, waarvoor zij geschikt zouden zijn, dan doet men best, deze zoolang maar eenigszins mogelijk, in die onverschilligheid te laten, en eene toevallige gelegenheid af te wachten, die hen soms eensklaps doet gevoelen, waartoe de natuur hen bestemd heeft. Zoo hebben wij een jongen gekend, die, uit deftige en welgestelde ouders iu eene groote koopstad geboren, tot ziju dertiende jaar to« iu niets zin of lust had, dat voor hem levensbestemming kan worden. Toen bij echter eens met zijn vader een dag op een boerenwoning doorbracht, voelde hij opeens zulk eene geneigdheid voor den boe renstand, dat hij ziju vader bad hem de boerderij te lateu leeren. Welke bezwaren deze ook opperde, en hoe gaarne hij zijn kind van die neiging had teruggebracht, niets mocht baten reeds eene week daarna was de jongen bij den boer besteed, liep achter den ploeg, reed met den mestwagen, en werd een kundig en welvarend land man. Van eene goede, welberaden keuze om trent stand en beroep hangt zeer veel voor 's menschen lichamelijk en zedelijk geluk af, en het ongeluk van duizenden heeft geen #De man aldus, die lieden uw naam draagt en uwe plaats inneemt, heet...?' ,Johan Studen, volgens zijne nationaliteit is hij een Belg.' „Hebt gij zijn pas gezien?' ,Ja.' Raraoussot nam een potlood en begon iets uit te rekenen. Ongetwijfeld was hij met den uit slag tevreden, want kort daarop ging hij voort: ,Voor mij zijt gij de baron van Haudra, niet tengevolge dat gij mij reeds een voldoend bewijs geleverd hebt, maar meer, omdat ik den zich uoemenden Emil van Haudra niet voor den neef van Philip Monnier houd. Ik zal daarom be proeven om u recht te verschaffen en mijne beste krachten, evenals zuster Gonsaiva, aan deze zuak wijden. Bedank mij niet,' ging hij voort, toen hij zag, dat de jonge man eene be weging maakte hem te onderbreken, later zult gij wollicht inzien, dat gij mij voor mijnen bij stand geen dank schuldig zijt. Voor het oogen blik moet het genoeg zijn, dat gij een bondgenoot iu mij gevonden hebt. Van heden af neem ik u onder uiijne bescherming en zal ik mij niet meer van u scheiden, want om tot het doel te geraken, kan ik uwe vingerwijzing en uwe hulp niet missen. Waar woont gij?' ,lk heb in de rue de St. Pcre eene kamer gehuurd.' ,Onder welken naam woont gij daar?' „Onder mijn eigenen,' zeide de jonge man trotsch, /want waarom xou ik mij als een mis dadiger verbergen .Niettemin hebt gij eene groote onvoorzichtig heid begaan, wijl gij u daardoor aan de vervol ging van Emil van Haudra nog meer blootgesteld hebt. Vergeet niet, dat hij millionair is en op het punt staat, de dochter van den advocaat- generaal, een van de aanzienlijkste magistraats personen der hoofdstad, te huwen. In het geval dus, dat de zaak tot openlijke behandeling kwam, zoudt gij het zonder twijfel verliezen. Naar mijne meening kunnen wij den muur van leugen en bedrog, waarachter hij zich houdt verscholen, enkel dan bestormen, als wij hem door geheime middelen ondermijnen, en het spel staat, naar mijne meeuing, te mooi, dan dat wij het ver liezen zouden.' De jonge man reikte Ramoussot de hand en sprak anderen oorsprong dan een misgreep daar omtrent. Vele ouders beselfen niet, aan welk gevaar zij hunne kinderen blootstellen; door hun eene bestemming op te dringen of aan te raden. Hoevelen ziju ellendige menschen geworden, omdat sjerp en schako, of beitel en houweel hun beter zouden ge past hebben dan toga en bef, of tabbaard of penseel. Ouders niet gij, maar uw kind zelf moet eigenlijk bepalen, wat bet worden wil. De natuur wreekt zich doorgaans op eiken dwang, al ontstaat hij ook uit de beste oogmerken, verwoest niet enkel het geluk van één enkel wezen, maar verspreidt hare nadeelige gevolgen over een geheel huisgezin, en zelfs heinde en ver in de maatschappij. Mochten allen van dit besef doordrongen zijn, en daarom iu alle geval len van dezen aard met de meeste omzich tigheid en wijsheid te werk te gaan. Terwijl men te Londen ontzaglijke toebe reidselen maakt voor een grootsche ontvangst van de City Vrijwilligers, die Zaterdag reeds zouden zijn aangekomen, doch wier reis ten gevolge van het zware weer der laatste da gen aanmerkelijk schijnt vertraagdterwijl de Londensche bladen die Vrijwilligers hul digen, /7oradat zij een zoo belangrijk aandeel hebben gehad in de beëindiging van den oorlog," doet lord Roberts, de Britsche op perbevelhebber, in zijn jongste telegrammen aan het departement van ootlog in Enge— land's hoofdstad mededeelingen, waaruit niets blijkt, dan dat het geheele gebied der beide Boerenrepublieken, van de Oranjerivier tot aan den spoorweg Pretoria—Komatipoort door commando's Boereu wordt atgeloopcu, die zóó handig en moedig optreden, dat het voordeel voortdurend aan hun kant blijft. Donderdag seinde lord Roberts uit Pre toria „Generaal Barton, die in de laatste dagen bij Frederikstad door een afdeeling Boeren onder bevel van De Wet werd verontrust, heeft hen vanmorgen met infanterie eu ca— valeiie en artillerie aangevallen. De Boeren werden iu alle richtingen verstrooid. Zij hebben veel geleden. Onze verliezen waren 3 officieren cn 14 minderen gewond." Dit telegram had iets van een voordeel voor de Engelscheu, maar den volgenden dag, Vrijdag, zag de opperbevelhebber zich geuoodzaakt te melden „De verliezen vau de colonne van generaal Barton iu het gevecht van gisteren te Fre derikstad waren aanzienlijker, dan men aan vankelijk heeft gemeld. Er moetcu 1 officier ,Ik geef mij geheel aan u over ik houd u voor oprecht. Gij zijt jong, edel en schijnt veel geleden te hebben. Eene inwendige stem zegt mij, dat uw leven een smartelijk golieim bevat en een zeldzame band ons wederzijdsch lot met elkander verbindt.' ,Gij hebt gelijk,' antwoordde de geheime agent levendig, „deze band ie de afschuw, waar van ik evenals gij voor dengene vervuld ben, die u te New-York beroofd en u heeft trachten te vermoorden.' ,Hebt gij hem gekend, eer hij den moord in het Monniersche paleis volvoerde?» „J a, ik ken hem reeds vroeger.' ,Hier is mijne hand, doe met mij, wat gij wilt.' „Mijnheer baron van Haudra,' zeide Ramoussot, „vanaf dit uur woout gij bij mij in de straat Tour St. Germain No. 24.' ,Ik zal uw wensch nakomen. ,Er. zult in 't vervolg heeten...?' „Lodewijk Taden deze naam zal mij aan mijne geboorteplaats herinneren.' /Kent gij, behalve zuster Gonsaiva, nog soms een ander lid uwer familie?' ,Neen.' antwoordde de baron van Haudra, dien wij iu 't vervolg Lodewijk Taden zullen noemen. „Hebt gij niemand in uwe jeugd gekend, die, als het noodig was, voor het gerecht uwe afkomst zou kunnen bewijzen .Enkel eene minne,' antwoordde de jonge man, „als zij tenminsto nog leeft.' „Hoe heet zij „Gertrude Solvet.' „En woont?' „In het dorp Taden.' „Goed/ zeide Ramoussot, die de beide namen opschreef en tevreden lachte. /Nu nog iets; ik weet uit vertrouwbare bron, dat freule van Grandchamp, zoolang het maar eenigsains moge lijk is, hare verloving met den tegenwoordigen bezitter van het Monniersche millioenen ver schuiven zal. Zij verafschuwt hem in dezelfde mate als de geheele bond van dejonge geleerden, die in Parijs onder den naam van /Beschermers van werkmanskost' bekendis. Ook deze laatsten staan eenparig aan onze zijde; zij zullen dit bewijzen, zoodra het uur van vergelding gesla gen zal hebben." „Ik was in liet hospitaal den dood nabij,' gaf e joage man lachend ten antwoord. /Welaan dan 1 Wij zullen onze maaltijden in de stad gebruiken, nu eens hier, dan dsar, nooit in hetzelfde hotel en altijd in zalen, waar zich het fijn publiek bevindt. Men kan niet weten, of wij door een bijzonder toeval niet van het eeu of ander in kennis gesteld worden, wut ons later van not kan aijn. Heden breng ik u in een fijn café, morgen in een sociëteit, waar gespeeld wordt, oveg®brgen in eene gewone werkmanskroeg enzoovoorts. Zoodoende zult gij, evenals ik, gedwongen zijn, den rol van een geheim politieagent te vervullen. Morgen zal mijn kleermaker hier komen laat u door hem de kleedingstukken aanmeten, die hij noodig oordeelt. Hier hebt gij vijf en twiug Louis d'or, bedank mij niet.' Toen de nieuwe vriend van Raraoussot weigeren wilde, het aangebodene aan te nemen, zeiue do geheime agent lachend /Ik ben goed van geld voorzien, en gij zijt van rechtswege een millionnair.' Lodewijk-Taden wierp zich in de armen van Ramoussoteen traan van ontroering en dank baarheid blonk in zijne oogen. en 12 minderen aan dooden en 3 officieren en 25 man aan gewonden worden bijgevoegd; wat een totaal maakt van I officier en 12 minderen aan gewonlen. De Boereu lieten 24 dooden en 19 gewon den achterbovendien werden er 66 gevan gen gemaakt. Drie Boeren, die de kolf hadden opgeztokeu teu teeken van overgave cn vervolgens op onze mannen schoten, zijn gevangen gemaakt, voor een krijgsraad ge bracht en ter dood veroordeeld. Ik heb het vonnis bekrachtigd. Methuen bericht, dat hij en Douglas gis teren, niet ver van Zeerust, een afdeeling Boereu hebben uiteengejaagd, die 6 dooden en gewonden heeft achtergelaten 28 Boeren werden krijgsgevangen gemaakt en veel vee werd vermeesterd. Onze verliezen bedroegen 8 gewonden en 1 vermiste. Kitchener meldt uit Lijdenburg, dat hij, nadat hij vernomen had. dat de Boeren zich bij Krugerspost samentrokken, eeu nachtelij ken marsch uitvoerde en zich meester maakte van hun kamp. Verscheidene Boereu werden gewond en 4 gevangen gemaakt. Eenige dagen geleden heeft een troep Boeren Philippolis bezet. Het garnizoen bood moedig weerstand en had 3 dooden eu 11 gewonden, voor het hulp kreeg. I)aar de komst van de Boeren in de stad te wijten is aan het verraad van eenige inwo ners, heb ik Kelly Kenny last gegeven, allen uit het land te zetten, die er in betrokken zijn. Een detachement, beataaude uit 1 luitenant en 50 cavaleristen, is ééu of twee dagen geleden tusschen Springfonteiu en Philip polis in een hinderlaag gevallen. Zeven man zijn er in geslaagd, te ontsnappen de anderen werdeu door de Boeren gevangen genomen." Van 15 October af is voortdurend gevoch ten uabij Bloemhof, Reitzkuil, TweefoDtein en Bothaville, in het noordwesten van den Vrijstaat. De in Khaki gekleede Boeren beschoten onophoudelijk de Engelschen, die onder bevel stonden van de generaals Hun- ter cn Bruce Hamilton, met kanonnen, sne den detachementen van de hoofdmacht af, kortom, maakten het hun zóó lastig, dat de Britten moesten terugtrekken, zonder eenig voordeel behaald te hebben. Tusschen Kimberley en de Oranjerivier, op Kaapsch grondgebied dus, wemelt het vau Boerenpatrouilles en de houding der farmers is er xoo dreigend, dat een opstand iu dat deel der Kaapkolonie gevreesd wordt. Een commando Boeren, onder den Rus— sischeu kapitein Lebosotvski, heeft in Natal de telegrafische verbinding tusschen Pretoria eu Durban afgesneden en zicb daarna meester gemaakt bij Waschbauk van een goederen trein. Zij namen 11 paarden mede, verniel den het station, lieten den spoorweg springen De geheime agent betaalde daarop de hotelre kening, en eenige oogenblikken later bevonden zich de jonge mannen op den weg naar de straat Tour St. Germain. In tijue woning aan gekomen, ontsloot Ramoussot een slechts spaar zaam gemeubeleerd vertrek en richtte tot zijnen begeleider de vraag #Zal Lodewijk Taden zich met deze kamer tevreden stellen i •I i t t I •t r .J] j „t. 1t. .At it at iu (Wordt vervolgd.) dfc itar i u ai »;gt Ij ■'••as l» >tt

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1900 | | pagina 1