Nummer 2.
Zondag 6 Januari 1901.
24e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste blad.
De Zuid-Afrikaansche oorlog.
ANDRÊ ZIJLMANS,
ANT0 0N TIELE
De valsche Baron.
Ter nagedachtenis van den WelEerw. Pater
U I T g e v e r
FEUILLETON.
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
WAALWIJK.
ANIEL IN DEN LEEUWENKUIL.
c
Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0.75.
Franco per post door liet gelieele rijk f Ü.9Ü.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
in
Missionaris iti Mongolië.
Advrrtentiën 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiëu Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeclige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel.
*De dienaar is niet meerder dan zijn lieer.*'
O, hoe begrijp ik nu dal woord, weleer
Den hoog gebenedijden mond ontvloön
Van Hem, die onder felle spot en hoon
Aan 't kruishout werd genageld, wreed vermoord
Ook U, mijn Vriend, heeft 's vijands staal doorboord,
En ach, wie zegt, wat bittre foltering,
Naar lichaam en naar ziel, de woesteling,
Die van geen meelij weet, U deed doorstaan
Voor Gij ten eeuwgen leven op mocht gaan
//De dienaar is niet meerder dan zijn heer".
'k Doorgrond het nu, vergeet het nimmermeer.
O, 't was dan wel waar, dat die edele trekken
Op 't manlijk gelaat groot karakter verrieden,
Het zwart-fonklend oog, dat bewondering kon wekken,
Van heldenmoed blonk Zie, den dood kondt Ge ontvlieden,
Maar pal bleeft Gij staan, ware herder der zielen,
Om met de 0 betrouwden, als 't ziju moest, te sneven,
Ilun moed in te spreken, vóór God neer te knielen
En kracht af te smeeken voor 't offer van 't leven,
Zoo 't heilig geloof het hun vroeg. Nu zal sieren
Een martelkroon, held, uwe onsterflijke slapen,
Nu zult Ge met de Uwen een eeuwig feest vieren
En zeegueu wat nieuw leven gaf's vijands wapen.
P. fr. M. J. DE BIE, O. P. (C.)
VIJF EN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Zonderling Dit gebed was werkelijk schoon I
egene, die het gemaakt had, had het onder da
gevlogen van vroegere betere herinneringen
jrstaan. het beeld van een sterk geloof en van
u onwankelbaar vertrouwen op God daarin le
iderwerpeuhet scheen geheel geëigend voor
s lippen van een onschuldig kind, dat door zijne
«uien tot buit aan de wilde dieren werd voor-
iworpen.
Daar hij den tegenstand van Henri wel vooruit
zien had, zoo nam hij hem op zijnen arm en
eld hem met horkulische kracht tegen zijne
rst gedrukt.
„Ziezoo,* zeide hij, „nu zult gij toch wel geene
ees meer hebben.*
„Wat wilt gij met mij doen?' vroeg Henri.
'Wij zullen thans Daniël in den leeuwenkuil
telen l»
„Daniël? Ik moet Daniël zijn? Ik zou in het
en wen hol moeten? Neen neen riep de knaap,
rwijl hij bleek van schrik zijne blonde lokken'
kudde. Daarbij deed hij vruchtelooze moeite,
a zich uit de omarming van den dierentemmer
bevrijdeu. „Ik zou levend verslondeu worden
i monsters zouden mijne ledematen verpletteren,
ten, ik wil niet, laat mij lost'
Maar Tamerlan hield den knaap zoo vast om-
J.( 'en' <|at deze nauwelijks een lid van zija
n .'aam kon bewegen. Toen opende hij de eerste
n, van het ijzeren hok en kwam in eene
c' 7r,e. r*c*,°P een doorzichtig wachthuisje
"et kind schreeuwde en verweerde zich
'fo, r'A'Jn 8trakke blik vestigde zich op de
t ZeeLr d,cht biJ de ij'wcn traliën
j, amen en hem besnuffelden.
t me ene vluchtige beweging opende Tamer-
v .weede de r en stond nu tegenover de
t'e staart ',iaar den grond gekeerd, stie-
k ce" .dof gebrul uit. Daar suisde eene
0,1 deren met lood en kogels voorzien,
uclit en zij trokken zich in den uiter
sten hoek van het hok terug. Tamerlan bukte
zich en liet Henri op den vloer glijden. De
laatste verroerde zich nietop den dood voor
bereidend, wendde hij geen oog af van de groote
dieren, die op de planken van den bodem der
kooi hunne nagels scherpten en hunne geweldige
manen schuddeu.
„Ziet gij nu?» zeide Tamerlan, „zij doen u
geen kwaad I*
Maar was het nu een toeval of was het dat
het aangeboren instinct hunner wilde natuur bij
het zien van de zwakke buit bij ben ontwaakte
een der leeuwen strekte zijne klauwen uit er.
greep Henri bij de kleeren, Blanca's zoon'stiet
een doordringendeu kreet uit, strekte zijne han
den smeekend om genade uit en riep driemaal
achter elkaar:
„Mijn God! Mijn God! Mijn God!"
Tamerlan stiet de klauwen van den leeuw met
zijnen voet te. ug, wendde zich tot den knaup en
zeide
„Thans spoedig uw gebed Zegt enkel het gebed
op uit uwen rol I'
Helaas de arme jongen wist het niet meer. de
schrik had zijn geheugen verlamd. De geweldige
inwendige outroerir.g had hem languit op de
vloer doen ueervallen en hij geraakte in zooda-
uigcn zenuwachtigen toestand, dat Tamerlan hem
opnnui en het hok niet hem verliet.
«Verpleegt Kolibri zorgvuldig.» sprak hij tot
Kosalba, die juist van hare boodschuppen terug
keerde, „de eerste proef is tamelijk bevredigend
uitgevallen, maar ze moet evenwel nog e enige
malen herhaald worden.»
Henri ontwaakte langzaam uit zijne bewuste
loosheid. Toen hij zag, dat hij zich met Kosalba
alleen bevond ademde hij verlicht op. De knaap,
b wees bij de tweede proef geen tegenstand meer.
ioen daarom Tamerlan, in het hok aangeland,
hem vroeg, of bij zijn rol wilde opzeggen, glim
lachte hij vol gelatenheid eu antwoordde rustig-
„Ja, ik wil I' 6
Beiden hielden aldus in de kooi de tweede
repetitie. Terwijl Tamerlan, de zweep met de
zware kogels in de hand, door zijne blikken de
dieren in bedwang hield, knielde Henri midden
tusschen do vier leeuwen en riep God met de
woorden aan, welke de H. Schrift den profeet
Daniël in den mond legt.
„Zeer goed zeide Tamerlan, terwijl hij den
LIJST van onbekende brieven, verzonden
gedurende de 2c helft der maand De
cember.
Jacobus van Erp, Waalwijk.
De Engelschen aan Tafelbaai over
drijven niet, wanneer zij zeggen dat de
vooruitzichten somber voor hen zijn. Oostelijk
1 ransvaal wordt feitelijk door de Boeren
beheerscht; in het noorden is slechts spora
disch cen Engelschman geweest; in zuid
westelijk Transvaal is alles, wat Britsch is
weggevlucht en Methuen verzamelt een le
gercorps te Vrijburg om de Boeren, die
naar Prieska trekken, na te zetten.
Ten zuiden van Johannesburg wordt de
spoorweg onophoudelijk opgebroken, ten
noorden worden mijnen zóó vernield, dat
ze in geen twee jaar te bewerken zijn.
Wie moet dan Transvaal bewaken De onge
lukkige Clements, met de la Rey om zijn hals,
of French, wiens cavalerie in het Zuideu
brooduoodig is Hoe lang zal Kitchener het
uithouden in Pretoria zonder toevoer Hoe
lang Bloemfontein onder dezelfde omstan
digheden En de Boeren bezetten plaats
na plaats in beide republieken, welke de
Engelschen ontruimen onder de bespottelijke
verklaring, dat zij hun troepen en transpor
ten willen sparen, door ze te coucentreereu.
Om ze iD veiligheid te brengen, ware eer
lijker gezegd. De Wet houdt zonder zich
te vermoeien of verliezen te lijden een
groote troepenmacht onder Knox en Boyes
aan handen en voeten gebonden. En in
middels rukkeD de reeds voor tien dagen
officieel „vastgekeerde" Boerencommando's
voort met bijna onbegrijpelijke snelheid een
snelheid waaraan we gelooven moeten omdat
er ons van verteld wordt in de noodkreten
der Kaapsche autoriteiten, die den vijand
per uur zien naderen. Er is geen twijfel
aan of de Boeren verwisselen, voor een
deel althans, onderweg onophoudelijk nun
moede paarden voor versche der bevriende
Kapenaars, die natuurlijk van niets weten of
zich beroepen op tegen hen gepleegd ge
welddadige inbezitneming. Er wordt nu door
het vlugst westelijke commando reeds ge
vochten voorbij Fraserburg. Terwijl gisteren
geseind werd, dat nabij die plaats werd ge-
knaap in zijne armen nam en langzaam rug{
de leeuwenkooi verliet. „Dezeu avond krijgen
wij de rest, eene harp en de verschijning der
engelen, dan zal alles wel goed gaan."
Toen hij, geheel vergenoegd over den afloop
der repetitie in zijne kamer trad, bevond hij zich
opeens tegenover een individu, dat hem scheen
verwacht te hebben. Het was een geheel verloo-
pen uitziend sujet, welks persoonlijkhoid zich
slecht liet vaststellen. Opvallend was aan deze
verschijning dut het gelaat eene kleine mopneua
en geene wenkbrauwen had; van den snorbaard
stonden hier en daar eenige opgedraaide borstels
omhoog, terwijl den eenen mondhoek door eene
zeer korte, dikke, zware tabakspijp zonder dop,
paar beneden getrokken werd. Deze inensch,
zeker geen ideaal vau schoonheid, was op zijn
manier een schrijver en teekenaar. Het wus
dezelfde die voor Signor Luco den tekst voor
het bijbelsche tooneelstuk .„Daniel in den Leeu
wenkuil geleverd had en nu gekomen was om
den dierentemmer een plakkaut te toonen, het
welk het publiek op de aanstaande opvoering van
genoemd schouwspel opmerkzaam moest maken,
„Bevalt het u zoo?" vroeg de ellendeling, ter
wijl hij een groot papier ontrolde.
Tamerlan beschouwdo het minstens zes voet
lange aanplakbiljet, dat wij hier in verkleind
formaAt wedergeven
WONDERBAARSTE SCHOUWSPEL DER
XlXe EEUW,
streden, met alsnog onbekenden uitslag,
komt nu bericht dat de strijd op 128 K.M.
van Matjesfontcin, aan den spoorweg n. o.
van Worcester, dus aan de zuidelijke zijde
van Fraserburg wordt voortgezet De Boe
ren dringen dus al vechtende voorwaarts eu
hieruit blijkt tevens dat hun tocht geen on
gehinderde militaire wandeling is. Om eenig
denkbeeld te geven van den afstand van
Kaapstad naar Matjesfontein kan dienen
dat men dit station, nog in de Karroo gele
gen, ongeveer 's morgeus bereikt, wanneer
men den vorigen avond Kaapstad verlaat
omstreeks negen uur, gelijk de mailtrein
placht te doen. De afstand van Kaapstad
tot Matjesfontein is lang geen 300 K. M.,
doch de weg is buitengewoon zwaar tenge
volge van het passeeren door het weergaloos
schoone Hexriviergebergte, dat echter tege
lijk een uiterst bezwaarlijk terrein voor het
verkeer biedt. Dit gebergte ligt teu noorden
van Worcester, en het is zeer waarschijnlijk,
dat de Boeren deze bijna ontoegankelijke
streek voorloopig tot eiuddoel hebben geko
zen, om van uit een hier te vestigen hoofd
kwartier hun beweging naar alle richtingen
voort te zetten. Het spoorwegverkeer staat
in het Hexriviergebergte reeds aan zoovele
natuurlijke gevaren bloot, dat de kleinste
bedreiging door in de bergen gelegerde
troepen het verkeer onmiddellijk moet doen
stilstaan.
Daarbij zitten de meer oostelijk trekkende
commando's natuurlijk niet stil en bedreigen
de Pori-Elizabe'.sche lijn. De spoorweg naar
Oost-Londeu is bij Stormberg gemakkelijk
onberijdbaar te maken. Rest voor Kitchener
met al zijn Transvaalsche en Vrijstaatsche
troepen de Natalsche liju. Maar te Stander
ton is reeds een stadswacht georganiseerd om
een Bóerenaanval af te slaan en nauwcliiks
een week geleden is een groote trein bij Val
buitgemaakt. Op den Delogoaspoorweg is
reeds lang van verkeer nagenoeg geen sprake
meer.
Vau dit alles geeft men zich ook te Kaap
stad natuurlijk goed rekenschap. Misschien
uog beter, omdat men er nog veel meer
weet. Geen wonder dat zij er spreken, de
heereu-jingo's aan Tafelbaai van een „gloomy
aspect." En ze roepen om duizenden ruiters
uit Eugeland. Brodrick heeft ze niet meer,
iu Transsylvanie heeft hij nog zelfs vergeefs
gepoogd op slinksche wijze een paar man
aan te werven. Er waren geen bruikbare
ruiters beschikbaar voor Roberts „triomf
tocht" binnen Londenwaar moeten ze
vandaan komen voor Zuid-Afrika Vrijwil
ligers, yoemanry, militie Ze bedanken er
voor, leest hun brieven. Wel moet het den
oorlograakers weer zonderling te moede zijn
na bijna een jaar van zegepralen.
Tusschen Rosmead en Sherboru (9 1/2
KM. ten noorden van Bargor) is door de
Boeren aangehouden een goederentrein, be-
opgevoerd door
IL S1GNOK LUCO, uit Florence,
Gediplomeerd Dierentemmer
en zijn jongen interessanten Scholier „KOLIBRI'.
l9te A f d e e 1 i n g.
TOEREN IN DE HOOGERE RIJKUNST.
„II Signor Luco' en zijne Afrikaansche Leeuwen.
2de A l d e e 1 i n g.
Groote Bijbelsche Voorstelling
„DANIËL IN DEN LEEUWENKUIL.'
Persouen:
DANIEL, jonge profeet.
HIRKANOR, dienaar v. d. Persis. Koning Darius.
EEN ENGEL.
HERKULES, BRUTUS, BLIKSEM. SAHARA,
Leeuwen,
le Rung 2 francs 2e Rang 1 francs. Soldaten,
kinderen en dienstboden betalen op beide Rangen
httlf ge'41- DE DIRECTIE.
„Fameus! Opperbest 1 Magnjfiquel' riep de
dierentemmer verrukt uit; wanneer dat niet
trekt, raag men gerust met ieder ander middel,
om de nieuwsgierigheid van de eenvoudige Pa-
rijzenaars op te wekken, wanhopen 1'
Den volgenden dag begon voor de Fransche
hoofdstad een feest, dat sedert onheugelijke tijden
op groote schaal werd gevierd, Tegen 8 uur
des avonds werd het verkeer in de nabijheid ran
de Place des Thrones immer lastiger. In hunne
Zondagsche kleeren trokken de Parijsche burgers,
hunne vrouwen onder deu arm eu omgeven door
hunne jubelende kinderen in lange rijen heen
en weer tusschen de kermistenten. Het gelieele
plein schitterde in een zee van licht en het ge
woel, dat de schreeuwende, elkander dringende
en slooiende menschenmassa veroorzaakte, was
nauwelijks minder als datgene, wat in de hoofd
stad van het Rijnland, namelijk Keulen, op vas
tenavond-Maandag heerscht, als .Prins Carnaval'
riju grooten triomftocht houdt. Hier werden
peperkoeken te koop aangeboden, dnar werden
loten verkocht, met welke men, als het geluk
iemand gunstig was, het een of ander sieraad
van glas o: porcelein kon winnen. Houderde
gillende redevoeringen van de eigenaren der ten
ten troffen tegelijkertijd het oor. In alle zakken
klingelde het geld eu geraakte mei wonderlijke
vlugheid in de handen vuu de^vetkoopets. Daar,
waar de rue de la Roquette op de Place des
Thrones uitkomt, was het alarm en het leven
schier oorverdoovend. Op paurden, die nog nooit
hooi ot haver gegeten huddeu, joegen vijfjarige
„Kruisridders* en zesjarige riddervrouwen met
de snelheid van den wind in een kring rond.
Van alle zijden schetterde de muziek der blaas
instrumenten, draaiorgels en triangels. Juist de
disharmonie, welke de gelijktijdige voordracht
van zoovele verschillende muziekstukken nood
zakelijk teweegbrengt, scheen een onwederstaan-
bare looverkracht op de duizenden toehoorders
uit te oefenen. Alle volkskbissen der millioe-
nenstad waren heden op de Place des Thrones
vertegenwoordigd, bijzonder groot was echter liet
getal dergenen, die zich kunstenaar noemden.
Hier verzamelde een dagbladschrijver slof voor
een leestbericht, daar was eeu romanschrijver op
z'u zoek naar eeu waarlijk aangrijpende scène
Schilders, leckenaurs,
Er komen uog belangwekkende bizonder-
heden omtrent het konvooi, dat de Boeren
tusschen Vrijburg en Koeroeman hebben
buitgemaakt. De geduldige, doch beklagens
waardige Engelsche belastingbetaler zal met
een zeer onpleizierig gevoel iu de Times
het bericht hebben gelezen, dat het verloren
gegane konvooi een waarde van f 600,000,
zegge zes tonnen gouds vertegenwoordigde.
Gelijk reeds vroeger gezegd is, vertrok de
trein, die slechts door 25 speciale politie
dienaren werd bewaakt, den 18deu Decem
ber van Vrijburg. De reis ging zeer lang
zaam tengevolge van ziekte en uilputting
der trekdieren, die niet iu staat wareu meer
dar. ruim 7 K.M. per dag af te leggen, of
schoon de wagens volstrekt niet zwaar ge
laden waren. Toen de Boeren den trein
aanvielen, had juist een nieuw escorte, van
Koereman alkorastig, het geleide overgenomen
De aanval had plaats in den vroegen morgen.
De in hinderlaag liggtndi Boeren gaven eeu
salvo af, waarbij sergeant Scholiz van de
Kaapsche politie, die voor op een der wa
gens zat, gewond werd. Het escorte bood
daarop, gelijk bekend, geen tegenstand en
werd gevangen genomen.
voor eeu nieuw boek.
staande uit 30 waggons, waarmede 60 man
schappen van Prince Alfred's Guards van
het front naar hnis terugkeerden, terwijl er
zich bovendien een 40—tal passagiers in
bevonden, meest vrouwen en kinderen. De
Boeren waren 200 man in aantal, terwijl
hun versterkingstroepen werden waargenomen,
verscholen achter rotsen dichtbij den spoor
weg. De Engelsche soldaten verdedigden
zich tot hun geringe voorraad ammunitie
was uitgeput.
Allen weiden toen gevangengenomeu, doch
kort daarna weder in vrijheid gesteld. De
passagiers brachten er nauwelijks het leven
af, daar de spoorwegcoupés letterlijk dcor
kogels waren doorzeefd. Niemand hunner
werd getroffen. Van de soldaten werden eeu
officier en 3 minderen, alsmede een inboor-
ling gewond. Nadat de trein tot staan was
gebracht, werd er nog minstens 10 minuten
lang op geschoten. De waggous werden
geplunderd en daarna in brand gestoken.
De passagiers en de gewonden werden met
een te hulp gezonden trein vervoerd naar
Rosmead. De bewouers van Rosmead en
een groot aantal vluchtelingen zijn naar het
zuiden getrokken.
De spoorwegambtenaren hebben al het
rollend materiaal uit het station weggezonden
eu sinds dien heeft er geeu verkeer plaats
gevonden. Het is onzeker wanneer de com
municatie langs den spoorweg zal hersteld
worden. Het eenige troosteude van het
geval is, dat de Boeren de hoofdverbinding
onaangeroerd hebben gelaten. Zoodra men
kennis kreeg van het incident, werd er mi
litaire hulp in noordelijke richting uitgezonden.
satirikers, componisten ijlden van tent tot tent
en noteerden alles, wat zij voor uanteekening
waardig keurden. Marigné, die met Bouvais,
Barbesius en meer andere leden van den „Bond
van Geleerden* reeds vanaf den vroegen morgen
op de Place des Thrones was, had reeds een
groot getal schetsen verzameld, met welke hij
het nieuwe werk van Bauvais dacht te illustree-
ren. De „Verdedigers van Werkmanskost* wa
ren vroolijk en opgeruimd zoools kinderen en
overal waar zij hunne schreden wendden, werkte
hunne vroolijkheid aanstekelijk. De schilder eu
de schrijver Bauvais, die reeds een groot aan
tal tenten bezocht hadden, stonden tegen den
avond, toen het reeds donker begon te "worden,
voor de tent van een beoefenaar van de zwurte
kunst iu langen vuurkleurigen mantel, op wel
ke slangen, krokodillen en allemande zeldzame
dieren voorgesteld werden. De toovenaur hield
een lange stok boven een spel kaarten uitgestrekt,
die op een met groen laken overdekte tafel ge
rangschikt lagen.
„Laat ons het eens probecren,» zeide Bauvais,
„maak jij maar een begin. Jean.»
Marigné lachte, trad naderbij, legde vijf sous
op de tafel en wachtte. Het hoofd van den dui
velskunstenaar bewoog zich gestadig van rechts
naar links, waardoor zijr. hooge puntmuts iu cen
bestendige schommeling geraakte.
Hoort naar mij," begon hij eindelijk, zich
naur den schilder wendend, „en luister, wat het
noodlot over u besloten heeft: 1—2—3—4—5een
verrassing; 123—45 veroorzaakt door een
buitengewoon avontuur; 1—2—34—5 een schat,
die een- van u bekende persoon verloren heeft,
zal hedenavond teruggevonden worden.»
„Het is voldoende', zeide Marigné, „als iemand
voor wien ik mij interesseer, een verloren schat
zul wedervittden, dan berouwt het mij niet. vijf
en twintig centimes te hebben uitgegeven. Laat
ods verder gaan, Andreas.*
De schilder en de schrijver waren juist voor
nemens, in cen na'oijetaand wassenbeelden-kabinet
binnen te tredsn, toen eerstgenoemde plotseling
onder dc menigte eene dame bemerkte, die hem
bekend toescheen.
„Ik wed, dat het mevrouw Blanca Monnier
was,» zeide hij tot zijn vriend.
(Wordt vervolgd).