Nummer 9. Donderdag 31 Januari 1901. 24> Jaargang Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen. ANTÖON T I E L E N, Er is haast bij! De Zuid-Affikaansche oorlog, uutWlanïx Uitgever: Engeland. ffwwtBgyrcraBwge?raiBiia WAALWIJK. Wegens den inval lenden feestdag van O. L. V. Lichtmis, za het volgend nummer Vrijdagavonc verschijnen. Advertentiën als anderszins voor dit nummer worden ingewacht tot uiterlijk Vrijdagmiddag 12 uur. Onze Koninginne-Bruid. Veldmaarschalk De Echo van het Zuiden, tt'aalvQksrhe cis l<aissfr«t(srhe Caaraat, Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 0.75. Franco per post door liet geheele rijk f 0.90. Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. Advertentie>r 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiëu 3maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten gefloten. Reclames 15 cent per regel. Nu zijn er gelukkige dagen gekomen voor ons Vorstenhuis, voor ons land Zoo lange, onheugelijk la >g voor velen onzer waren er niet dan rouwdagen en tijden van bange stilte slag op slag trof het Koningshuis in zijn krachtigste leden langzaam stierf het uit, het oude stamhuis der Nassauwen, totdat de hope van Neder land ten slotte alléén bleet op de jonge maagd, die de kroon droeg, alleen overge bleven van zoovelen. Maar nu, is onze Koningin de Bruid, en nu deelt ons land oprecht in het geluk der verloofden, die blij-lachend en onder de gelukkigste voorteekenen, hun toekomst te gemoet gaan. Onze oprechte wenschen brengen we reeds in den bruidstijd aan ons Koninklijk paar, aan onze jonge Koningin en haren Hertog. Hier zijn hooge en zware plichten voor beiden mogen ze licht worden door hun huwelijksgeluk, door hun wederzijdsche liefde Dat huwelijksgeluk, dat wij, bij het begin van den bruidstijd onzer Koninginne, toe- wenscheu aan het Vorstelijk Paar, zal ons Vaderland ten zegen zijn 't Moet algemeen wel een zeer pijnlijken indruk maken, dat keizer Wilhelm zich heeft laten benoemen tot veldmaarschalk van het Engelsche leger. Van een leger, terwijl het oorlog voert legen een voor zijn vrijheid tot het uiterste strijdend volk, waarvan de onafhankelijkheid diplomatisch en officieel uog dient te worden erkend. Bovendien een leger, dat zich, niettegen- Daar heb je het nu al. Natuurlijk zoo'n jong ding veroorzaakt je dadelijk last, 'als alles niet naar wensch gaat I Het is me toch wat!., een troep jongens bezorgen je nog niet zooveel moeite als deze eenige dochter 1 De heer Andreas Maihold ijsbeerde met groote stappen in zijn kantoor op en neer. Onder het loopen wierp hij een toornigen blik naar een telegram, dat geopend op den lessenaar lag. Als ik niet wist, vervolgde hij zijn mono loog, hoe beslist mijn zuster Phine is en dat ze dien kladschilder niet kan uitstaan, dan zou ik veimoeden dat die twee daar in de buitenlucht een complot gesmeed hebben Het staat er toch Verwacht je omgaande, bij uitstel dreigt gevaar, las hij en met een beweging vol ergernis wierp hij het papier weer weg. Bij uitstel dreigt gevaar I Wat moét dat toch beteekenen Is ze ziek of melanko- liek of is ze verliefd Het zal weer wat moois zijn. Het meisje zal me wel trotseeren. Ik zou mijn eigen vleescli en bloed niet kennen I, maar bij uitstel dreigt gevaar Mijn heer Maihold legde zijn hana achter het oor en dacht na. Ik zal er wel naar toe moeten, zoo goed en zoo kwaad als het mij nu ook schikt, maar dat kleine ding nu, ze moet zich maar verbeel den, dat ze mij met zulke fratsen kan lijmen. Hij ging naar de deur. Mijnheer Osten, riep hij in de kamer ernaast, wanneer vertrekt de eerstvolgende trein naar H. De geroepene verscheen spoedig met een spoor boekje. Om zeven uur, mijnheer Maihold, u blijft daar natuurlijk overnachten. Gaat u jnffrouw Hilla eeos opzoeken'? vroeg Osten, die zich als oude bediende wat meer vrijheid in het spreken veroorloofde. I Ach ja lees dat prultelegram maar eens I als ik met den vroegen trein ga, kan ik 's mid dags daar zijn. Was het maar niet zoo ver! Osten zeide niets, maar legde het spoorboekje op den lessenaar en ging stil, fijntjes lachend.de kamer uit. Maihold rangschikte zijn papierenen nam maatregelen voor een afwezigheid van meerdere dagen. staande zijn geweldige overmacht tegen een handjevol Boeren, onsterflijk heeft geblameerd voor geheel de beschaafde wereld. Van dat leger heet Wilhelm II, keizer van Duitschland, koning van Pruisen en opperbevelhebber der Duilsche Rijksarmee, nu veldmaarschalk. Hij noemt zich „kameraad" van lord Ro berts, wiens „heldendaden" bekroond zijn door de even roekeiooze als leugenachtige verklaring, dat „de oorlog uit is". Hij kan nu paradeeren naast de vele Engelsche generaals, die uit Z.Afrika mei den kous op liet hoofd zijn thuisgekomen En dit paradeeren begint, nadat keizer Wilhelm pas aan de grijze heldenfiguur van Paul Kruger hooghartig de deur heeft gewezen. Terwijl de groote meerderheid van zijn eigen volk nog beslist partij kiest voor de Boeren en hun goed recht. Zelfs de trouwste vereerders van den on- berekenbaren monarch zullen hem bij deze koene evolutie hoofdschuddend gadeslaan. Niet ten onrechte uiaken eerlijke vrienden der monarchie in Duitschland zich bezorgd over «ulk een droevig tweespalt tusschen den Souverein en zijn volk. De vorst die openlijk gaat knielen voor het gouden kalf van John Buil. En het volk dat ontembaar blijft getuigen voor de rechtvaardige zaak der Boeren. Moge hier wederom de stem des volks toch inderdaad de stem zijn van God Terwijl de koning van Engeland en de keizer van Duitschland allerlei beleefdheden en vriendelijkheden wisselen, als ware er van persoonlijke antagonie tusschen oom en neef nimmer sprake geweest (bevorderringen en verleeuingen vau ordeteekenen vullen den tijd tusschen het overlijden van koningin Victoria en haar begrafenis vrijwel aan), doen de Britsche legerautoriteiten druk 2akeu met de Duitsche kanonnenfabrikanten, waardoor beide partijen geholpen zijn de Britten hebben groote behoefte aan aanvulling van hun artillerie—materiaal en de Germanen kunnen de Engelsche ponden drommels goed gebruiken Achttien van de meest moderne veldstukken aldus berichten de Engelsche bladen met klaarblijkelijk welgevallen van Duitsch makelij, zijn te Portsmouth aange bracht met een speciale boot, terwijl alle bij- behoorende zaken, zooals ammunitie-wagens en ander toebehooren, eveneens in Duitsch- Iemand als mij, die zijn halve leven dag in dag uit in den trein heeft doorgebracht, kan het nooit overkomen dat hij den trein mist of er in blijft zitten of meer van die toevalligheden Het was de heer Andreas Maihold, die, be haaglijk leunend in den hoek van de coupé, deze woorden categorisch, maar met een zekere pe danterie sprak. Zijn reisgenoot, eeD jonge man met een ernstig maar goedig gezicht, onderdrukte een lachje en zeide Nu, niemand is gevrijwaard voor een dwa ling of misverstand, al mag hij ook nog zoo lang en nog zooveel hebben gereisd. Integendeel, niet •'zelden hoort men dat juist zulke menschen de ongeloofelijkste dingen passeeren, omdat zij te zeker van hun zaak zijn. Groot gelijk, jonguiensch, maar enfin u zult het niet gelooven, maar een feit is het, dat mij zoo iets niet kan overkomen, daarvoor heb ik de route veel te goed in het hoofd. Neen, mij kan zoo iets niet overkomen. Doe er maar geen eed op, bracht een ande re heer in het midden, die in een aangrenzende coupé zat en het gesprek had gehoord. Maar mijnheer, wat denkt u eigenlijk wel van mij bruiste Maihold op, terwijl hij een hooge borst opzette. Niets anders dan dat u ook een mensch bent. Ik zou u menig voorbeeld kunnen aanha len, om u te bewijzen dat ik gelijk h«b, ant woordde de andere snel en lachend, stak een nieuwe sigaar op en ging langzaam naar zijn plaats terug. Maihold leunde zich geërgerd in zijn hoekje. Zag hij er dan zoo groen uit, dat men aan zijn ervaring kon twijfelen vroeg hij zichzelf af. Zoo aangenaam als hij ziju reis was begonnen wenschte hij haar uu al achter den rug. Met menschen die hem zoo weinig toedachten, die zijn ijdelheid zoozeer kwetsten, wenschte hij niet samen te zijn. Misschien kon hij aan het volgende station overstappen in een andere coupé. Dat was ecu idéé I Na kort beraad sprong hij op toen de troin stilhield, nam eventjes zijn hoed af en verdween in het gedrang, zonder zich om zijn verbaasde medereizigers verder te bekommeren. land gemaakt en zoo heel leukjes, als ware het correct en naar behooren, wordt er dan bijgevoegd, datverteld wordt, dat ze alle bestemd zijn voor den dienst in Zuid— Afrika Men heeft te Berlijn wel heel vreemde opvattingen van neutraliteit en onpartijdig heid als het op de dubbeltjes aankomt Ondertusschen laat het departement van oorlog te Londen bij voorduring (uit innigen rouw over den dood van koningin Vic toriauiterst weinig los aangaande de staat van zaken in Zuid—Afrika, doch toch nog juist genoeg om de zekerheid te vesti gen, dat de Boeren op hun »qui vivee blij ven, waarbij de Britten steeds aan het kortste einde blijveu. Zoo werd Vrijdag weer een goederentrein, bevattende vee en voorrade voor de troepen ten noorden van Kimberley door in een hinderlaag gelegerde Boeren op- gewacht en genomeD. De Boeren namen een kleinen post van Dublin-fusiliers gevan gen en wachtten daarop de aankomst van den verwachten trein af, dien zij buitmaak— ten. De machinist van den tweeden trein gaf legenstoom en keerde veilig terug. Ee gepantserde trein met 200 man infauterie giug den gewonen trein na. Het lijkt wel of lord Methuen in zijn toeleg tot zuivering van het noordelijk deel van Kaapkolonie toch muar bitter slecht ge slaagd is Vrijdag heeft zich nog een troep Boeren vertoond ten oosten van Vrijburg cp een afstand van nog geen tien kilometer en wel trokken de Engelschen in grooten getale er (uiterst manhaft door hun overmacht onmiddellijk op uit, doch de BoereD waren hun voor de duizend-en—eerste maal weer te slim en te vlug af uitgeput van ver moeienis, doch zonder eenig tastbaar resul taat keerden de meoschen te Vrijburg terug De volgende bijzonderheden zijn nu uit gelekt over de twee jongste krijgsbedrijven van de Boereu aan de westelijke grens, het gevangennemen, zonder slag of stoot, van een afdeeling Kaapsche politie tusschen Vrijburg en Devondale, en het buitmakeu van een trein uit Kimberley. De Kaapsche overheid had onlangs te Kimberley een speciaal politiekorps opge richt, ter vervanging van de politie die el ders noodig was. De mannen van dit corps zeer goed bereden, kregen boven hun levens onderhoud een half pond daags. Den 20en, tegen den middag, waren twin tig man van dat corps afgestegen op 33 KM. van Devondale en 22 KM. ten noor— deu van Vrijburg. Zonder dat zij het wisten waren zij reeds geruimeu tijd gevolgd door de Boeren. Om vier uur wilden de politie mannen weer te paard stijgen, toen een Boer zich vertoonde, hun mededeelde dat kende, of hij mijnheer Maihold niet had gezien. De conducteur lachte. Welzeker, die zit in den laatsten wagen, heelemaal alleen, om er te slapen. Als hij muar niet blijft liggen, want die wagen wordt in H. afgehaakt en blijft daar staan. Een fijn lachje gleed over het gelaat van het jonge mensch. Dus hij is in den laatsten wagen Goed, goed, ik zal mijnheer wakker maken en halen. In II., enkele minuten voor het vertrek van den trein naar W., werd het portier opengerukt van de coupé, waarin de heer Maihola het zich zoo gemakkelijk mogelijk had gemaakt. Daar is hij hij slaapt en de trein naar W. gaat dadelijk weg. Mijnheer, mijnheer, wordt eens wakker Maihold ging slaapdronken overeind zitten. Wii. a. t is er aan de hand? Is er brnnd en toer. zijn reisgezel herkennend: U hier? Wat moet u toch van mij? Stl Stl zei deze fluisterend. Maak geen drukte en stijg dadelijk uit, opdat geen mensch ziet, dat u in een leegon wagen bent gestegen en bijna was achtergebleven. U moet toch naar W., is 't niet? Nu daar ginds staat de trein voor W. Hij vertrekt dadelijk en u slaapt hier. Als men u zou hebben gesnapt, zou u nog boete moeten betalen op den koop toe. Maihold begreep van die geheele redeneering niets anders dan dat de trein zou vertrekken zonder hèm. Dat mocht in geen geval, zoo'n blamage zou hij niet kunnen verkroppen. Een seconde later stond hij naast het jonge mensch op het plankier en volgde hem zwijgend met het hoofd op de borst. Eerst toen beiden goed en wel hadden plaats .ihold tot zichzelf en bij woorden. genomen, kwam Mail De beide handen van zijn reisgezel grijpend, riep hij uitU moet met mij meegaan naar mijn dochter, u heeft mij gered. Het is niet de moeite waard er over te spre ken, zeide deze, allen dank van zich wijzend, daar hij met genoegen zag, welke schoone vruch ten zijn kleine list zou dragen. Niet de moeite waard? stoof Maihold op. Zoo, denkt u dat? Mijn kind is in gevaar en wie weet in welk gevaar ik ben op weg Toen de conducteur kwam om de portieren te naar haar toe, om mijzelf te overtuigen dat sluiten, vroeg hem het jonge mensch, die hem ik daartoe in staat ben, dank ik u en daarom. zij omsingeld waren, en hen sommeerde, zich over te geven. Dat deden zij onmiddel lijk zonder een ge weeschol te lossen, hoe wel zij zich in een vlakke streek bevooden, alleen met wat struiken begroeid. Zij lieten zich hun paarden, zadels, geweren en schiet voorraad afnemen, en wandelden naar Vrij burg terug. In den loop van den volgenden dag ver— Dam te Vrijburg ook nog, dat de Boeren een duiker vernield hadden te Drybearts, bij Zoutpan ten noorden van Devondale, op een trein geschoten en een trein uit Kim berley aangehouden hadden bij Slipklip. Een troepje Boeren plunderde 's middags een hoeve op 10 KM. ten westen van Vrijburg. Engelsche vrijwilligers zetteu hen na, met een stuk geschut, maar 's avonds kwamen zij terug, na slechts de stofwolken gezien te hebben die door de wegrennende ruiters opgeworpen waren. De Boereu had den 6 paarden en 6U muilen meegeno men. De spoorweg werd den volgenden ochtend hersteld. Het scheelde maar weinig of de Boeren hadden, na het aanhouden van den uit Kim berley komenden trein, nog een goederen trein uit dezelfde plaats buitgemaakt. Toen hij de eerste geweerschoten hoorde, maakte de stoker van den eersten trein de machine los, stoomde zoo snel mogelijk in de rich ting van Kimberley terug, en waarschuwde den nakomenden trein. De machinist van den eersten trein werd in den schouder ge kwetst en viel in handen van de Boeren, die hem met twee andere gekwetsten naar Warrenton zonden. De geplunderde trein, is te Kimberley teruggekeerd de locomotief vertoonde 83 sporen van geweerkogels wat de wagons betreft, daarvan was slechts het onderstel over. De Boeren hadden bijna al les verbrand wat zich in den irein bevond, hoofdzakelijk graan, slechts een gering ge deelte der lading namen zij mede. De trein was zonder escorte weggereden, in den tweeden trein evenwel bevonden zich solda teu, maar dezen achten het blijkbaar niet geraden om de Boereu aan te vallen. Men beweert te Kimberley, vermoedelijk om dit laatste te vergoelijken, dat de eerste trein door een honderdtal Boeren aangehouden was. die echter in heliografische gemeenschap stonden met andere Boeren tusschen de kopjes. Kitchener seinde Zondag uit Pretoria Cunningham had Zondag een treffen met de la Rey's strijdmacht te Middelfontein en tc Koperfontein. Babington, die van Venters— dorp noordwaarts rukte, bedreigde de flank der Boeren, welke daarop westwaarts terug trokken. Verliezen aan Engelsche zijde Twee officiereu gewond, 4 man gesneuveld, gewond. In een treffen bij Lichtenburg op 17 Janu ari zijn drie soldaten gesneuveld, twee ge wond en eenige yeomen gevangen genomen, doch weder vrijgelaten. Smith-Dorrien heeft op marsch van'Won derfontein naar Carolina, waar de Boeren zich samentrekken, een in zijn voordeel af— geloopen treffen met deu vijand gehad, dat vijf men duurde. De Boeren hielden in aanzienlijken getale de. rivier bezet, maar werden er uit verdreven. Aan Engelsche zijde één officier gesneuveld, twee officieren en dertien man gewond. Central News meldt uit Pretroria dat 70 Engelschen, die na de wijk genomen te heb- uit Pietersburg te Pretoria aangekomen zijn, o. a. vertellen dat het noordelijke hoofdkwa- tier van de Boeren tegenwoordig gevestigd is bij dc kobaltmijneu te Roos—Seuekal, waar Botha en Viltjoen over 1500 man met 5 kanonnen beschikken. Ook zouden zich daar nog een groot aantal Engelsche gevan genen bevinden. De Johannesburgsche correspondent der Natal Witness seint over de verwoesting van het electrische station te Brakpan, dat deze geschied is door ontslagen Duilsche mijn werkers. De Boeren die hen vergezelden zeiden dat zij zouden terugkomen indien de Engelschen mochten beproeven, de machi nerie weer in orde te breDgen. Ik zou het wederzien immers maar storen. Sakkerloot Dat zal haar juist goed doen. Ze heeft zich namelijk in het hoofd gehaald, om zoo'n geurmaker van een kunstschilder te trou wen daar moet ze van worden genezen U bevalt mij hebt het hart op de rechte piants U moet dien ander maar verdringen Enfin, wie weet, besloot hij gemoedelijk, terwijl hij het jonge mensch vertrouwelijk op den schouder klopte. U bevalt mij werke lijk Ook handelsman? Neen? Doet er niets toe Wilt u nu Ga maar niet mij mee. Op die wijze babbelde Maihold nog lang voort, kwam er evenwel niet verder mee, dan dat de andere alleen beloofde, om den volgenden dag hem en zijn dochter te komen opzoeken. Aan het station W. namen de heeren in de beste harmonie van elkaar afscheid. Mijnheer Maihold trof zijn zuster alleen thuis. Dat Hilla niet ziek was en al hetgeen hij ge vreesd had, niet bewaarheid werd, verheugde hem bijzonder, minder evenwel de tijding, dat tante Phine een briefkaart aan Hilla had ouder- chcpt, waarin haar werd meegedeeld, dat de geliefde van haar hart den volgenden dag baar zou komeu opzoeken. Dut was nu het gevaur, waarvan bet telegram gewaagde. Dat noch hij, noch zijn zuster den huwelijks-candidaat kenden, daaraan dacht Maihold niet. Alleen de gedachte van een eventueel huwelijksaanzoek had hem indertijd zoo opgewonden, dat hij elke toenade ring van den kant van den jongen man verijdel de en zijn dochter eens en voor altijd verbood, over liem te spreken of een schrijven van hem te ontvangen. En nu had hij het toch gewaagd. Verduiveld! gromde Maihold, ik kom toch wel op het juiste oogenblik Het is een geluk dat ik niet in de coupé ben blijver, zitten Wèl, wel ik verheug me al op morgen. De begroeting tusschen vader en dochter was niet bizouder hartelijk, daar Maihold zijn woede over de indringerigheid var. den kladschilder niet kon inhouden. Toen zij laat in den avoud scheid den, zeide hij Ik verwacht morgen bezoek van een jong- mensch, denzelfde die mij zoo goed heeft gehol pen er nu zou ik wel willen dat mijn dochter den gast eens vriendelijk ontving. Hilla hoorde dit zwijgend aan en trok zich toen terug om haar bezwaard gemoed door tra nen te verlichter. Koningin Victoria. Te Osborne eu te Windsor is men druk bezig met de toebereidselen tot de begrafe nis van koningin Victoria. Het aantal vorste lijke personen en vertegenwoordigers van vreemde hoven, die bij de teraardebestelling tegenwoordig zullen zijn, is zoo groot, dat het noodzakelijk is speciale maatregelen te nemen, om hem onder dak te brengen. Het gerucht loopt, dat ook de czaar en de cza rina van Rusland eu grootvorst Sergius Alexandrowitsch met zijn gemalin bij de begrafenis tegenwoordig zullen zijn. Osborne House, waar in de laatste dagen prinses Victoria, prins en prinses Karei van Denemarken, de hertog van Cambridge, de hertog van Teek, de hertog van Norfolk, lord en lady Roberts en vele anderen zijn aangekomen, is nu, zoo overvuld, dat er geen plaats meer was voor den Duitschen kroonprins, die Zaterdag is aangekomen. De kroonprins zal daarom verblijf houden aan boord van de „Hohenzollern" het jacht van keizer Wilhelm, dat op de reede van Cowes is gearriveerd. De jachten der ko ninklijke familie van Engeland, welke te Cowes liggen, worden ingericht om er de Na een slapelooze nacht liep het meisje den volgenden morgen vroeg den tuin in, die nog versch bedauwd was. Zij geloofde dat niemand haar had gehoord, maar Tante Pliine was haar gevolgd en kwam juist bijtijds om te zien, dat llilla, zich onder het uiten van een luide vreug dekreet, in de armen wierp van een vreemd mans persoon. Andreas Andreas maak toch open 1 Tante Phine rammelde aan de deur van Mai- hold's kamer en vertelde in vliegende haast, wat ze had gezien. Stil, heel stil, sloop het oude mensch met hem naar de aangegeven plaats. Het jonge paar, niets vermoedend van het naderend gevaar, zat zoet jes minnekoozend op een bunk, geheel verdiept in hun geluk. Daar heb ik jullui gesnapt schreeuwde Maihold, die zich niet meer kon inhouden, ter wijl hij op het verschrikte verliefde paar in stormde. Doch de woorden bestierven hem op de lippen. L stootte bij na een poosje nil, u Ju, ik ben liet, ik ben gekomen om u aan uw woord te houden. Maihold leunde met gebogen hoold tegen een boom. Diit dut is niet neljesstamelde hij. Dat ik aan uw woord houd? viel het jonge mensch hem in de rede. U gaf uw woord, zonder tc weten wie ik woe, uit dankbaarheid. Wordt de dienst aun u bewezen er dan minder om, omdat ik met palet en penseel mijn brood verdien, in plaats van met grootboek en kasboek Maihold was weer tot zichzelf gekomen. U kende mij vroeg hij. Ja 1 antwoordde de ander cordaat. En u wilde mij een valstrik spannen Ja 1 Maihold meesmuilde, Zoo'n duivelsche kerel Ik zie wel, dat eon kladschilder ook zijn kansen weet ten nutte te muken. Ik houd mij aan mijn woord neem mijn dochter, uls het toch niet anders kan I Je bevalt ine, ik liud al dadelijk schik in je! Muar dat is voor de laatste maal dat ik mij laat overrompelen. A. C.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1901 | | pagina 1