Nummer 9.
Donderdag 31 Januari 1901.
24> Jaargang
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen.
ANTÖON T I E L E N,
Er is haast bij!
De Zuid-Affikaansche oorlog,
uutWlanïx
Uitgever:
Engeland.
ffwwtBgyrcraBwge?raiBiia
WAALWIJK.
Wegens den inval
lenden feestdag van
O. L. V. Lichtmis, za
het volgend nummer Vrijdagavonc
verschijnen.
Advertentiën als anderszins voor
dit nummer worden ingewacht
tot uiterlijk Vrijdagmiddag 12 uur.
Onze Koninginne-Bruid.
Veldmaarschalk
De Echo van het Zuiden,
tt'aalvQksrhe cis l<aissfr«t(srhe Caaraat,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 0.75.
Franco per post door liet geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
Advertentie>r 17 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiëu 3maal ter plaatsing opgegeven,
worden 2maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gefloten. Reclames 15 cent per regel.
Nu zijn er gelukkige dagen gekomen
voor ons Vorstenhuis, voor ons land
Zoo lange, onheugelijk la >g voor velen
onzer waren er niet dan rouwdagen en
tijden van bange stilte slag op slag trof
het Koningshuis in zijn krachtigste leden
langzaam stierf het uit, het oude stamhuis
der Nassauwen, totdat de hope van Neder
land ten slotte alléén bleet op de jonge
maagd, die de kroon droeg, alleen overge
bleven van zoovelen.
Maar nu, is onze Koningin de Bruid, en
nu deelt ons land oprecht in het geluk der
verloofden, die blij-lachend en onder de
gelukkigste voorteekenen, hun toekomst te
gemoet gaan.
Onze oprechte wenschen brengen we reeds
in den bruidstijd aan ons Koninklijk paar,
aan onze jonge Koningin en haren Hertog.
Hier zijn hooge en zware plichten voor
beiden mogen ze licht worden door hun
huwelijksgeluk, door hun wederzijdsche
liefde
Dat huwelijksgeluk, dat wij, bij het begin
van den bruidstijd onzer Koninginne, toe-
wenscheu aan het Vorstelijk Paar, zal ons
Vaderland ten zegen zijn
't Moet algemeen wel een zeer pijnlijken
indruk maken, dat keizer Wilhelm zich
heeft laten benoemen tot veldmaarschalk van
het Engelsche leger.
Van een leger, terwijl het oorlog voert
legen een voor zijn vrijheid tot het uiterste
strijdend volk, waarvan de onafhankelijkheid
diplomatisch en officieel uog dient te worden
erkend.
Bovendien een leger, dat zich, niettegen-
Daar heb je het nu al. Natuurlijk zoo'n
jong ding veroorzaakt je dadelijk last, 'als alles
niet naar wensch gaat I Het is me toch wat!.,
een troep jongens bezorgen je nog niet zooveel
moeite als deze eenige dochter 1
De heer Andreas Maihold ijsbeerde met groote
stappen in zijn kantoor op en neer. Onder het
loopen wierp hij een toornigen blik naar een
telegram, dat geopend op den lessenaar lag.
Als ik niet wist, vervolgde hij zijn mono
loog, hoe beslist mijn zuster Phine is en dat ze
dien kladschilder niet kan uitstaan, dan zou ik
veimoeden dat die twee daar in de buitenlucht
een complot gesmeed hebben Het staat er
toch Verwacht je omgaande, bij uitstel dreigt
gevaar, las hij en met een beweging vol ergernis
wierp hij het papier weer weg.
Bij uitstel dreigt gevaar I Wat moét
dat toch beteekenen Is ze ziek of melanko-
liek of is ze verliefd Het zal weer wat
moois zijn. Het meisje zal me wel trotseeren.
Ik zou mijn eigen vleescli en bloed niet kennen
I, maar bij uitstel dreigt gevaar Mijn
heer Maihold legde zijn hana achter het oor en
dacht na.
Ik zal er wel naar toe moeten, zoo goed en
zoo kwaad als het mij nu ook schikt, maar dat
kleine ding nu, ze moet zich maar verbeel
den, dat ze mij met zulke fratsen kan lijmen.
Hij ging naar de deur.
Mijnheer Osten, riep hij in de kamer ernaast,
wanneer vertrekt de eerstvolgende trein naar
H.
De geroepene verscheen spoedig met een spoor
boekje.
Om zeven uur, mijnheer Maihold, u blijft
daar natuurlijk overnachten. Gaat u jnffrouw
Hilla eeos opzoeken'? vroeg Osten, die zich als
oude bediende wat meer vrijheid in het spreken
veroorloofde.
I Ach ja lees dat prultelegram maar eens I
als ik met den vroegen trein ga, kan ik 's mid
dags daar zijn. Was het maar niet zoo ver!
Osten zeide niets, maar legde het spoorboekje
op den lessenaar en ging stil, fijntjes lachend.de
kamer uit. Maihold rangschikte zijn papierenen
nam maatregelen voor een afwezigheid van
meerdere dagen.
staande zijn geweldige overmacht tegen een
handjevol Boeren, onsterflijk heeft geblameerd
voor geheel de beschaafde wereld.
Van dat leger heet Wilhelm II, keizer
van Duitschland, koning van Pruisen en
opperbevelhebber der Duilsche Rijksarmee, nu
veldmaarschalk.
Hij noemt zich „kameraad" van lord Ro
berts, wiens „heldendaden" bekroond zijn
door de even roekeiooze als leugenachtige
verklaring, dat „de oorlog uit is".
Hij kan nu paradeeren naast de vele
Engelsche generaals, die uit Z.Afrika mei
den kous op liet hoofd zijn thuisgekomen
En dit paradeeren begint, nadat keizer
Wilhelm pas aan de grijze heldenfiguur
van Paul Kruger hooghartig de deur heeft
gewezen.
Terwijl de groote meerderheid van zijn eigen
volk nog beslist partij kiest voor de Boeren
en hun goed recht.
Zelfs de trouwste vereerders van den on-
berekenbaren monarch zullen hem bij deze
koene evolutie hoofdschuddend gadeslaan.
Niet ten onrechte uiaken eerlijke vrienden
der monarchie in Duitschland zich bezorgd
over «ulk een droevig tweespalt tusschen
den Souverein en zijn volk.
De vorst die openlijk gaat knielen voor
het gouden kalf van John Buil.
En het volk dat ontembaar blijft getuigen
voor de rechtvaardige zaak der Boeren.
Moge hier wederom de stem des volks
toch inderdaad de stem zijn van God
Terwijl de koning van Engeland en de
keizer van Duitschland allerlei beleefdheden
en vriendelijkheden wisselen, als ware er
van persoonlijke antagonie tusschen oom en
neef nimmer sprake geweest (bevorderringen
en verleeuingen vau ordeteekenen vullen den
tijd tusschen het overlijden van koningin
Victoria en haar begrafenis vrijwel aan), doen
de Britsche legerautoriteiten druk 2akeu met
de Duitsche kanonnenfabrikanten, waardoor
beide partijen geholpen zijn de Britten
hebben groote behoefte aan aanvulling van
hun artillerie—materiaal en de Germanen
kunnen de Engelsche ponden drommels goed
gebruiken Achttien van de meest moderne
veldstukken aldus berichten de Engelsche
bladen met klaarblijkelijk welgevallen van
Duitsch makelij, zijn te Portsmouth aange
bracht met een speciale boot, terwijl alle bij-
behoorende zaken, zooals ammunitie-wagens
en ander toebehooren, eveneens in Duitsch-
Iemand als mij, die zijn halve leven dag in
dag uit in den trein heeft doorgebracht, kan het
nooit overkomen dat hij den trein mist of er in
blijft zitten of meer van die toevalligheden
Het was de heer Andreas Maihold, die, be
haaglijk leunend in den hoek van de coupé, deze
woorden categorisch, maar met een zekere pe
danterie sprak.
Zijn reisgenoot, eeD jonge man met een ernstig
maar goedig gezicht, onderdrukte een lachje en
zeide
Nu, niemand is gevrijwaard voor een dwa
ling of misverstand, al mag hij ook nog zoo lang
en nog zooveel hebben gereisd. Integendeel, niet
•'zelden hoort men dat juist zulke menschen de
ongeloofelijkste dingen passeeren, omdat zij te
zeker van hun zaak zijn.
Groot gelijk, jonguiensch, maar enfin u zult
het niet gelooven, maar een feit is het, dat mij
zoo iets niet kan overkomen, daarvoor heb ik de
route veel te goed in het hoofd. Neen, mij kan
zoo iets niet overkomen.
Doe er maar geen eed op, bracht een ande
re heer in het midden, die in een aangrenzende
coupé zat en het gesprek had gehoord.
Maar mijnheer, wat denkt u eigenlijk wel
van mij bruiste Maihold op, terwijl hij een
hooge borst opzette.
Niets anders dan dat u ook een mensch
bent. Ik zou u menig voorbeeld kunnen aanha
len, om u te bewijzen dat ik gelijk h«b, ant
woordde de andere snel en lachend, stak een
nieuwe sigaar op en ging langzaam naar zijn
plaats terug.
Maihold leunde zich geërgerd in zijn hoekje.
Zag hij er dan zoo groen uit, dat men aan zijn
ervaring kon twijfelen vroeg hij zichzelf af.
Zoo aangenaam als hij ziju reis was begonnen
wenschte hij haar uu al achter den rug. Met
menschen die hem zoo weinig toedachten, die zijn
ijdelheid zoozeer kwetsten, wenschte hij niet
samen te zijn.
Misschien kon hij aan het volgende station
overstappen in een andere coupé. Dat was ecu
idéé I
Na kort beraad sprong hij op toen de troin
stilhield, nam eventjes zijn hoed af en verdween
in het gedrang, zonder zich om zijn verbaasde
medereizigers verder te bekommeren.
land gemaakt en zoo heel leukjes, als ware
het correct en naar behooren, wordt er dan
bijgevoegd, datverteld wordt, dat ze
alle bestemd zijn voor den dienst in Zuid—
Afrika
Men heeft te Berlijn wel heel vreemde
opvattingen van neutraliteit en onpartijdig
heid als het op de dubbeltjes aankomt
Ondertusschen laat het departement van
oorlog te Londen bij voorduring (uit innigen
rouw over den dood van koningin Vic
toriauiterst weinig los aangaande de
staat van zaken in Zuid—Afrika, doch toch
nog juist genoeg om de zekerheid te vesti
gen, dat de Boeren op hun »qui vivee blij
ven, waarbij de Britten steeds aan het kortste
einde blijveu. Zoo werd Vrijdag weer een
goederentrein, bevattende vee en voorrade
voor de troepen ten noorden van Kimberley
door in een hinderlaag gelegerde Boeren op-
gewacht en genomeD. De Boeren namen
een kleinen post van Dublin-fusiliers gevan
gen en wachtten daarop de aankomst van
den verwachten trein af, dien zij buitmaak—
ten. De machinist van den tweeden trein
gaf legenstoom en keerde veilig terug. Ee
gepantserde trein met 200 man infauterie
giug den gewonen trein na.
Het lijkt wel of lord Methuen in zijn
toeleg tot zuivering van het noordelijk deel
van Kaapkolonie toch muar bitter slecht ge
slaagd is Vrijdag heeft zich nog een troep
Boeren vertoond ten oosten van Vrijburg cp
een afstand van nog geen tien kilometer en
wel trokken de Engelschen in grooten getale
er (uiterst manhaft door hun overmacht
onmiddellijk op uit, doch de BoereD waren
hun voor de duizend-en—eerste maal weer
te slim en te vlug af uitgeput van ver
moeienis, doch zonder eenig tastbaar resul
taat keerden de meoschen te Vrijburg terug
De volgende bijzonderheden zijn nu uit
gelekt over de twee jongste krijgsbedrijven
van de Boereu aan de westelijke grens, het
gevangennemen, zonder slag of stoot, van
een afdeeling Kaapsche politie tusschen
Vrijburg en Devondale, en het buitmakeu
van een trein uit Kimberley.
De Kaapsche overheid had onlangs te
Kimberley een speciaal politiekorps opge
richt, ter vervanging van de politie die el
ders noodig was. De mannen van dit corps
zeer goed bereden, kregen boven hun levens
onderhoud een half pond daags.
Den 20en, tegen den middag, waren twin
tig man van dat corps afgestegen op 33
KM. van Devondale en 22 KM. ten noor—
deu van Vrijburg. Zonder dat zij het wisten
waren zij reeds geruimeu tijd gevolgd door
de Boeren. Om vier uur wilden de politie
mannen weer te paard stijgen, toen een
Boer zich vertoonde, hun mededeelde dat
kende, of hij mijnheer Maihold niet had gezien.
De conducteur lachte.
Welzeker, die zit in den laatsten wagen,
heelemaal alleen, om er te slapen. Als hij
muar niet blijft liggen, want die wagen wordt
in H. afgehaakt en blijft daar staan.
Een fijn lachje gleed over het gelaat van het
jonge mensch.
Dus hij is in den laatsten wagen Goed,
goed, ik zal mijnheer wakker maken en halen.
In II., enkele minuten voor het vertrek van
den trein naar W., werd het portier opengerukt
van de coupé, waarin de heer Maihola het zich
zoo gemakkelijk mogelijk had gemaakt.
Daar is hij hij slaapt en de trein naar
W. gaat dadelijk weg. Mijnheer, mijnheer, wordt
eens wakker
Maihold ging slaapdronken overeind zitten.
Wii. a. t is er aan de hand? Is er
brnnd en toer. zijn reisgezel herkennend: U
hier? Wat moet u toch van mij?
Stl Stl zei deze fluisterend. Maak geen
drukte en stijg dadelijk uit, opdat geen mensch
ziet, dat u in een leegon wagen bent gestegen en
bijna was achtergebleven. U moet toch naar
W., is 't niet? Nu daar ginds staat de trein
voor W. Hij vertrekt dadelijk en u slaapt hier.
Als men u zou hebben gesnapt, zou u nog boete
moeten betalen op den koop toe.
Maihold begreep van die geheele redeneering
niets anders dan dat de trein zou vertrekken
zonder hèm. Dat mocht in geen geval, zoo'n
blamage zou hij niet kunnen verkroppen.
Een seconde later stond hij naast het jonge
mensch op het plankier en volgde hem zwijgend
met het hoofd op de borst.
Eerst toen beiden goed en wel hadden plaats
.ihold tot zichzelf en bij
woorden.
genomen, kwam Mail
De beide handen van zijn reisgezel grijpend,
riep hij uitU moet met mij meegaan naar
mijn dochter, u heeft mij gered.
Het is niet de moeite waard er over te spre
ken, zeide deze, allen dank van zich wijzend,
daar hij met genoegen zag, welke schoone vruch
ten zijn kleine list zou dragen.
Niet de moeite waard? stoof Maihold op.
Zoo, denkt u dat? Mijn kind is in gevaar
en wie weet in welk gevaar ik ben op weg
Toen de conducteur kwam om de portieren te naar haar toe, om mijzelf te overtuigen dat
sluiten, vroeg hem het jonge mensch, die hem ik daartoe in staat ben, dank ik u en daarom.
zij omsingeld waren, en hen sommeerde,
zich over te geven. Dat deden zij onmiddel
lijk zonder een ge weeschol te lossen, hoe
wel zij zich in een vlakke streek bevooden,
alleen met wat struiken begroeid. Zij lieten
zich hun paarden, zadels, geweren en schiet
voorraad afnemen, en wandelden naar Vrij
burg terug.
In den loop van den volgenden dag ver—
Dam te Vrijburg ook nog, dat de Boeren
een duiker vernield hadden te Drybearts, bij
Zoutpan ten noorden van Devondale, op
een trein geschoten en een trein uit Kim
berley aangehouden hadden bij Slipklip.
Een troepje Boeren plunderde 's middags
een hoeve op 10 KM. ten westen van
Vrijburg. Engelsche vrijwilligers zetteu hen
na, met een stuk geschut, maar 's avonds
kwamen zij terug, na slechts de stofwolken
gezien te hebben die door de wegrennende
ruiters opgeworpen waren. De Boereu had
den 6 paarden en 6U muilen meegeno
men.
De spoorweg werd den volgenden ochtend
hersteld.
Het scheelde maar weinig of de Boeren
hadden, na het aanhouden van den uit Kim
berley komenden trein, nog een goederen
trein uit dezelfde plaats buitgemaakt. Toen
hij de eerste geweerschoten hoorde, maakte
de stoker van den eersten trein de machine
los, stoomde zoo snel mogelijk in de rich
ting van Kimberley terug, en waarschuwde
den nakomenden trein. De machinist van
den eersten trein werd in den schouder ge
kwetst en viel in handen van de Boeren,
die hem met twee andere gekwetsten naar
Warrenton zonden. De geplunderde trein,
is te Kimberley teruggekeerd de locomotief
vertoonde 83 sporen van geweerkogels wat
de wagons betreft, daarvan was slechts het
onderstel over. De Boeren hadden bijna al
les verbrand wat zich in den irein bevond,
hoofdzakelijk graan, slechts een gering ge
deelte der lading namen zij mede. De trein
was zonder escorte weggereden, in den
tweeden trein evenwel bevonden zich solda
teu, maar dezen achten het blijkbaar niet
geraden om de Boereu aan te vallen. Men
beweert te Kimberley, vermoedelijk om dit
laatste te vergoelijken, dat de eerste trein
door een honderdtal Boeren aangehouden
was. die echter in heliografische gemeenschap
stonden met andere Boeren tusschen de
kopjes.
Kitchener seinde Zondag uit Pretoria
Cunningham had Zondag een treffen met de
la Rey's strijdmacht te Middelfontein en tc
Koperfontein. Babington, die van Venters—
dorp noordwaarts rukte, bedreigde de flank
der Boeren, welke daarop westwaarts terug
trokken. Verliezen aan Engelsche zijde
Twee officiereu gewond, 4 man gesneuveld,
gewond.
In een treffen bij Lichtenburg op 17 Janu
ari zijn drie soldaten gesneuveld, twee ge
wond en eenige yeomen gevangen genomen,
doch weder vrijgelaten.
Smith-Dorrien heeft op marsch van'Won
derfontein naar Carolina, waar de Boeren
zich samentrekken, een in zijn voordeel af—
geloopen treffen met deu vijand gehad, dat
vijf men duurde. De Boeren hielden in
aanzienlijken getale de. rivier bezet, maar
werden er uit verdreven. Aan Engelsche
zijde één officier gesneuveld, twee officieren
en dertien man gewond.
Central News meldt uit Pretroria dat 70
Engelschen, die na de wijk genomen te heb-
uit Pietersburg te Pretoria aangekomen zijn,
o. a. vertellen dat het noordelijke hoofdkwa-
tier van de Boeren tegenwoordig gevestigd is
bij dc kobaltmijneu te Roos—Seuekal, waar
Botha en Viltjoen over 1500 man met 5
kanonnen beschikken. Ook zouden zich
daar nog een groot aantal Engelsche gevan
genen bevinden.
De Johannesburgsche correspondent der
Natal Witness seint over de verwoesting van
het electrische station te Brakpan, dat deze
geschied is door ontslagen Duilsche mijn
werkers. De Boeren die hen vergezelden
zeiden dat zij zouden terugkomen indien de
Engelschen mochten beproeven, de machi
nerie weer in orde te breDgen.
Ik zou het wederzien immers maar storen.
Sakkerloot Dat zal haar juist goed doen.
Ze heeft zich namelijk in het hoofd gehaald, om
zoo'n geurmaker van een kunstschilder te trou
wen daar moet ze van worden genezen
U bevalt mij hebt het hart op de rechte
piants U moet dien ander maar verdringen
Enfin, wie weet, besloot hij gemoedelijk,
terwijl hij het jonge mensch vertrouwelijk op
den schouder klopte. U bevalt mij werke
lijk Ook handelsman? Neen? Doet er
niets toe Wilt u nu Ga maar niet mij mee.
Op die wijze babbelde Maihold nog lang voort,
kwam er evenwel niet verder mee, dan dat de
andere alleen beloofde, om den volgenden dag
hem en zijn dochter te komen opzoeken.
Aan het station W. namen de heeren in de
beste harmonie van elkaar afscheid.
Mijnheer Maihold trof zijn zuster alleen thuis.
Dat Hilla niet ziek was en al hetgeen hij ge
vreesd had, niet bewaarheid werd, verheugde
hem bijzonder, minder evenwel de tijding, dat
tante Phine een briefkaart aan Hilla had ouder-
chcpt, waarin haar werd meegedeeld, dat de
geliefde van haar hart den volgenden dag baar
zou komeu opzoeken. Dut was nu het gevaur,
waarvan bet telegram gewaagde. Dat noch hij,
noch zijn zuster den huwelijks-candidaat kenden,
daaraan dacht Maihold niet. Alleen de gedachte
van een eventueel huwelijksaanzoek had hem
indertijd zoo opgewonden, dat hij elke toenade
ring van den kant van den jongen man verijdel
de en zijn dochter eens en voor altijd verbood,
over liem te spreken of een schrijven van hem
te ontvangen. En nu had hij het toch gewaagd.
Verduiveld! gromde Maihold, ik kom toch
wel op het juiste oogenblik Het is een geluk
dat ik niet in de coupé ben blijver, zitten
Wèl, wel ik verheug me al op morgen.
De begroeting tusschen vader en dochter was
niet bizouder hartelijk, daar Maihold zijn woede
over de indringerigheid var. den kladschilder niet
kon inhouden. Toen zij laat in den avoud scheid
den, zeide hij
Ik verwacht morgen bezoek van een jong-
mensch, denzelfde die mij zoo goed heeft gehol
pen er nu zou ik wel willen dat mijn dochter
den gast eens vriendelijk ontving.
Hilla hoorde dit zwijgend aan en trok zich
toen terug om haar bezwaard gemoed door tra
nen te verlichter.
Koningin Victoria.
Te Osborne eu te Windsor is men druk
bezig met de toebereidselen tot de begrafe
nis van koningin Victoria. Het aantal vorste
lijke personen en vertegenwoordigers van
vreemde hoven, die bij de teraardebestelling
tegenwoordig zullen zijn, is zoo groot, dat
het noodzakelijk is speciale maatregelen te
nemen, om hem onder dak te brengen. Het
gerucht loopt, dat ook de czaar en de cza
rina van Rusland eu grootvorst Sergius
Alexandrowitsch met zijn gemalin bij de
begrafenis tegenwoordig zullen zijn.
Osborne House, waar in de laatste dagen
prinses Victoria, prins en prinses Karei van
Denemarken, de hertog van Cambridge, de
hertog van Teek, de hertog van Norfolk,
lord en lady Roberts en vele anderen zijn
aangekomen, is nu, zoo overvuld, dat er
geen plaats meer was voor den Duitschen
kroonprins, die Zaterdag is aangekomen.
De kroonprins zal daarom verblijf houden
aan boord van de „Hohenzollern" het jacht
van keizer Wilhelm, dat op de reede van
Cowes is gearriveerd. De jachten der ko
ninklijke familie van Engeland, welke te
Cowes liggen, worden ingericht om er de
Na een slapelooze nacht liep het meisje den
volgenden morgen vroeg den tuin in, die nog
versch bedauwd was. Zij geloofde dat niemand
haar had gehoord, maar Tante Pliine was haar
gevolgd en kwam juist bijtijds om te zien, dat
llilla, zich onder het uiten van een luide vreug
dekreet, in de armen wierp van een vreemd mans
persoon.
Andreas Andreas maak toch open 1
Tante Phine rammelde aan de deur van Mai-
hold's kamer en vertelde in vliegende haast,
wat ze had gezien.
Stil, heel stil, sloop het oude mensch met hem
naar de aangegeven plaats. Het jonge paar, niets
vermoedend van het naderend gevaar, zat zoet
jes minnekoozend op een bunk, geheel verdiept
in hun geluk.
Daar heb ik jullui gesnapt schreeuwde
Maihold, die zich niet meer kon inhouden, ter
wijl hij op het verschrikte verliefde paar in
stormde.
Doch de woorden bestierven hem op de lippen.
L stootte bij na een poosje nil, u
Ju, ik ben liet, ik ben gekomen om u aan
uw woord te houden.
Maihold leunde met gebogen hoold tegen een
boom.
Diit dut is niet neljesstamelde hij.
Dat ik aan uw woord houd? viel het jonge
mensch hem in de rede.
U gaf uw woord, zonder tc weten wie ik
woe, uit dankbaarheid. Wordt de dienst aun u
bewezen er dan minder om, omdat ik met palet
en penseel mijn brood verdien, in plaats van
met grootboek en kasboek
Maihold was weer tot zichzelf gekomen.
U kende mij vroeg hij.
Ja 1 antwoordde de ander cordaat.
En u wilde mij een valstrik spannen
Ja 1
Maihold meesmuilde, Zoo'n duivelsche kerel
Ik zie wel, dat eon kladschilder ook zijn
kansen weet ten nutte te muken. Ik houd mij
aan mijn woord neem mijn dochter, uls het
toch niet anders kan I Je bevalt ine, ik liud al
dadelijk schik in je! Muar dat is voor de
laatste maal dat ik mij laat overrompelen.
A. C.