Zondag 10 Februari 1901.
VAN
Onze Preinieplaat.
KONINGIN.
II uw el ij k
UITVOERINGEN.
Tweede
De Echo vu het Zuiden
Morgen (Zondag) 's avonds ten half 8
re, Volkse ncert te geven door de Lieder
tafel Oefening en Vermaak van Waalwijk
en Besoijen", in de Zaal Musis Sacrum te
Waalwijk.
Wij hebben gemeend dat het bij het hu
welijk van onze Koningin Wilhelmina met
Hertog Hendrik wel een goede gedachte
van ons zou zijn, onzen abonné's een sou
venir aan deze heugelijke gebeurtenis aan
te bieden.
Wij zullen dit doen in den vorm van
een prachtige gedenkplaat, die a s Maandag
aan de aboiii.é's in onze gemeente als daar
buiten zal worden verzonden.
Deze premieplaat, betrekking hebbende op
het huwelijk en de portretten van het hooge
Echtpaar en Hoogstdeszelfs Moeders en tal
van zinnebeeldige voorstellingen bevattende,
is op fijn kunstdrukpapier gedrukt en vormt
een prachtig ensemble Het ontwerp is uitste
kend bedacht en de geheele uitvoering keurig.
Het is een kunstwerk, dat men aan den
muur der huiskamer eene eerste plaats zal
inruimen en dat ons steeds de gewichtige
gebeurtenis van 7 Februari 1901 voor den
geest zal roepen.
Een verklaring, alle bijzonderheden van
het prachtstuk duidelijk uiteenzettende en
door den ontwerper zelf geschreven, is er
door ons bi gevoegd.
Onze abonné's zullen deze premie na
tuurlijk met graagte rien verschijnen en ook
hierin een bewijs zien dat wij hunnen
steun waardei ren.
Wij van onzen kant hopen dien mee
en meer te mogen ontvangen, dien steun,
voor een blad zoo onmisbaar; wij zullen
steeds meer aan de wenschen onzer abonné's
trachten tegemoet te komen, als wij de
overtuiging kunnen blijven houden, dat men
onze pogingen naar mate waardeert.
DE EED ACTIE.
Een klein gedeelte onzer abonné'
hebbc-n de premieplaat reeds ontvangen.
DER
Dampig, hevig guur en onaangenaam in
den strak ken, killen Zuidoostenwind, die
hem doorwoei, steeg de morgen boven het
blijde Nederland.
Heel vroeg al hadden duizenden zich op
gemaakt om mede feest te vieren met de
jonge Koningin. Haar Huwelijk.
In alle steden en dorpen van Haar Ko
ninkrijk was vreugde om dit zoo verheu
gende feit, overal werd het meegevierd, in
lied Nederland was deze dag een feestdag.
Maar vooral naar de residentie richtte
zich de algcine.cne volksbelangstelling. Daér
zou liet groote feest gevierd worden.
In den omtrek van het Paleis had zich
al vroeg een groote menigte gezet. Politie
agenten zorguen dat op de middenstraat de
loop geregeld kon voortgaan en later in den
morgen kwamen huzaren de middenstraat
en ook enkele trottoirs, schoonjagen en
plaats maken voor den stoet.
Langzamerhand werden de groote dingen,
die komen moesten, voorbereid, tot een uur
voor den verwachten uitrit alles „stond".
Het voorplein was ter rechter en liuker-
zijde, tegen de arcaden van het Paleis, be
zet door de eerewacht van 100 Grenadiers,
met vaandel en stafmuziek en die de mi
litaire honneurs had te bewijze', bij het
vertrek van het Paleis der Vorstelijke gas
ten en van bet dan reeds burgerlijk gehuw
de Paar.
Bij die eerewacht, die onder commando
stond van kapitein Witteveen en waarbij
waren ingedeeld, de le luitenants Ter Beek,
v. d. Scheer en Menning, bevond zich de
luitenant-kolonel Van der Wall en de le
luitenant-adjudant Doorman.
Van uit die eeregarde ontplooide zich
tot aan de Groote kerk, de dubbele rij van
troepen, de militaire haie d'honneur, waar
voor in de eerste plaats het garnizoen der
Residentie de manschappen leverde en die
verder bestond uit troepen uit andere gar
nizoenen ontboden en uit de Koloniale Re
serve te Nijmegen.
Maar te voren stelden zich, aanleunende
aan de bovenbedoelde eerewacht der grena
diers, bij het Paleis op, de niet ingedeelde
fficieie» bij elk der korpsen en evenzeer
bij de schutterij, die gevolg hadden gegeven
aan de gisteren bii garuizoensorder gegeven
machtiging om vandaar at als 't ware dee
uit te maken van de haag van militairen.
En toen deployeerde zich, als hoofd van
de dubbele rij, in de eerste plaats het keur
korps, het regiment Grenadiers en Jagers,
langs Paleisstraat, Oranjestraat tot aan de
Katholieke kerk in de Parkstraat, terwijl
van dat punt af, achtereenvolgens zich aan
elkander aansloten langs den bruidsweg
liet korps Mariniers, troepen uit het gar
nizoen Utrecht, Vesting- en Pantserfortar-
tillerie uit de Residentie, het personeel der
Normaal Schietschool, liet 3e Regiment
Huzaren, artillerie, het detachement van
het 4e Keg. infanterie uit Leiden en Delft
en eindelijk de Koloniale Reserve, die op
de Groenmarkt aansluiting vonden met de
bij de Groote kerk opgestelde eerewacht
der d d. Schutterij te 's Gravenhage, met
vaandel en stafmuziek.
Het Burgerlijk H u w e 1 ij k.
Terwijl daarbuiten de menigte stond, af
en toe spontaan een gejuich aanheffend
voor iets of iemand dat haar belangstelling
trok, werd in het paleis het burgerlijk Hu
welijk gesloten.
Dit Hare vertrekken aan de zijde de Ko
ningin-Moeder naar de roode antichambre
geleid, begaf zich de Koninklijke Bruid
aan de zijde van Haar bruidegom en gevolgd
door de hooge familieleden naar de Witte
Zaal. Mier vertoefden de Minister van
Justitiear. Curt van der Linden, als
ambtenaar van den Burgerlijken Stand, die
in deze functie werd bijgestaan door den
Haagscheu gemeente-secretaris, den heer E.
Evers.
Mede stonden daar geschaard de lieeren,
die dc hooge eer genoten getuigen te zijn
bij het opmaken der akte, nl. mr. A. Van
Naatnen van Eeinnes. voorzitter van de
Eerste Kamer, mr. J. G. Gleichman, voor
zitter van de Tweede Kamer, luitenant-
generaal jhr. G. M. Verspijck, adjudant-
generaal van H. M. de Koningin, K J. G.
baron Van ILrdenbroek van 's Heeraarts
berg en Bergambacht, opperkamerheer van
H. M de Koningin, Luit. Gen. graaf C.
H. F. Du Monceau, adj.-generaal, Chef van
het Militaire Huis van H. M. de Koningin,
Jhr. mr. J. N. M. Schorer, vice president
van den Raad van State. Voorts is aan
wezig de heer dr. Langfeld, Landes-gerichts-
priisideni.
Toen het Bruidspaar had plaats genomen
sprak de Minister van Justitie het volgende:
Alvorens over te gaan tot de voltrekking
van het huwelijk, waartoe ik, Minister van
Justitie, als ambtenaar van den Burgerlijken
Stand, krachtens de wet en volgens het ver
langen van hot Vorstelijk Bruidspaar, ge
roepen beu, wend ik mij tot Uwe Koninklijke
Hoogheid Groothertogin Marie van Mecklen
burg Schwerin, als moeder van den Hoogen
Bruidegom, met de eerbiedige vraag of Uwe
Koninklijke Hoogheid bereid is Hare toe
stemming te geven tot deze echtverbintenis.
De Groothertogin sprak het toestemmend
„ja" uit.
Eveiizoo wend ik mij tot Uwe Majesteit
Koningin-Weduwe der Nederlanden, als
moeder van de Koninklijke bruid, vervolgde
de Minister, met gelijke vraag of Uwe Ma
jesteit bereid is ook Hare toestemming te
geven tot deze echtverbintenis.
Ook de Koningin-Moeder sprak het „ja"
uit, waarna de Minister voortging
#Nu dan uit de verkregen toestemmingen
vuit de overgelegde bescheiden gebleken
„is, dat niets meer in den weg staat aan
„de vervulling van Uwen wensch, Hooge
„Bruidegom en Bruid, is het oogenblik ge-
komen, waarop ik van U een woord vraag,
„dat niet alleen voor U zeiven maar ook
„voor ons geliefd Vaderland van zoo on
schatbaar gewicht is.
„Ik noodig U eerbiedig uit van Uwe
„zetels op te staan en elkander de rechter
band te geven eu vraag U, Heinrich
„Wladimir Albrecht Ernst, Hertog van
„Mecklenburg, en U, Wilhelmina Helena
„Pauline Maria, bij de gratie God9 Ko-
„ningiu der Nederlanden, Prinses van Oranje-
vNassau, of gij verklaart, dat Gij elkander
//aanneemt tot echtgcnooten en dat Gij
„getrouwelijk alle de plichten zult vervullen
„welke door de Wet aan den huwelijken
„staat verbonden zijn.
„Vat is daarop Uw antwoord?
Toen beider plechtig„ja* was uitge
sproken, vervolgde de Minister
„Zoo dan verklaar ik, Minister van Ju
stitie, Ambtenaar van den burgerlijken
„stand, in naam der Wet U door het hu
welijk verbonden.
Nadat de hooge Echtgenooten hunne
zetels weder hadden ingenomen, werd de
huwelijksakte voorgelezen en onderteekend
Nadat de huwelijksakte onderteekend
was, wendde de Minister van Justitie zied
tot de Hooge Echtgenooten en sprak als
volgt
Hooge Echtgenooten
Van ganscher harte wensch ik U geluk
met de voltrekking van Uw huwelijk. U in
de eerste plaats. Vorstelijke Echtgenoot
Uit liefde voor Uwe Koninklijke Bruid
hebt Gij Uw dierbaar Mecklenburg, sedert
eeuwen aan Uw geslacht verknocht, verlaten.
Gij hebt thans de plechtige gelofte afge
legd Haar „hou en trouw' te zijn de
dankbaarheid en aanhankelijkheid van Haar
Volk is U gewaarborgd.
U ook, Majesteit. U bovenal, geldt mijn
wensch. Van Uw wiegje af heeft het Ne-
derlandsche volk U, zijn lieve Koningskind,
zien opgroeien onder de hoede van Uwe
geërbiedigde en beminde Moeder;
Blijde heeft het U, zijn Koningin, ge
huldigd, toen gij bevestigd hebt het aloud
verbond van Nederland en Oranje, veili'
in wederzijdsche trouw
Eu thans viert het met II het hoosge
tijde van Uw leven, met de bede in het
hart, dat U en Uw Gemaal alles beschoren
moge zijn, wat een menschenpaar gelukki»
kan maken.
Hooge Echtgenooten
Het geluk dat Gij, tot lief en leed ver
eend, elkander bereidt, straalt ver builen
Uw echtelijke woning. God geve dat Uw
echt ten zegen zij voor U zei ven, tot vreugde
van Uw hooge verwanten en tot heil van
het dierbaar Vaderland
Hiermede was het Burgerlijk huwelijk
voltrokken. En dadelijk vormde zich de
stoet voor den tocht naar de kerk.
De stoet.
Er was in den morgen al iets zeer in
drukwekkends in den voor het jonge Echt
paar gereed gemaakte» glorieweg. Maar
vooral bijzonder is hij als de feestelijke
stoet er door gaat, zeer langzaam. Dan
leeft aan beide zijden een enorme huldiging.
Dan stijgt, waar hij gaat, een geroep van
blijdschap op, zoo als wij 't nog nimmer
gehoord hebbui, zo6 vol, z66 hartelijk.
Het is een werkelijk zéér mooie stoet.
Een commando cavalerie als eere-escorte
gaat aan het hoofd.
De hoffourier in zijn rood scharlaken rok,
gevolgd door twee rijknechts te paard, gaat
het met 2 paarden bespannen galarijtuig
van den opperceremonieraeester baron Van
Pallandt van Neerijnen vooraf.
Daarna ziet men een reeks ven 8 gala-
rijtuigen, elk bespannen met 6 paarden, in
ieder van welke de hooge vorstelijke gasten
gezeten zijn.
Zij werden in onderstaande volgorde ter
cerke geleid
le koetsH. II. D. H H. Prinses
Louise van WiedVorstin Hendrik van
Schönberg-WaldenburgVorst Ülrich van
Schönberg-Waldenburg Vorst Herman van
Schönberg- Waldenburg.
2e koetsH. H. de Hertogin Sophie
Charlotte van Oldenburg; H Koiz. II. de
Grootvorstin Helène Vladimirovna van Rus
land Z. D. H. Vorst Hendrik van Schön-
berg-WaldenburgZ. D. H. de Erfprins
van Wied.
3e koets II. D. H. de Vorstin Hendrik
XVIII van Reussde Hooggeboren Erf
graaf van Erbach-SchönbergZ. D. H.
de Prins van Wied.
4e koetsH. D H. de Vorstin Thekla
van Schwarzburg-Rudolstadt; H. K. H. de
Erfprins van Wied Z. D. II. Vorst Hen
drik XVIII van Reuss; Z. I). H de Vorst
van Bentheim en Steinfurt.
5e koetsII. D. II. de Vorstin van
Bentheim en Steinfurt Z. D. H. de re-
regeerende Vorst van Schwarzburg-Rudol
stadt Z. H. de Hertog Paul Frederik
van Mecklenburg (zoor) Z. H. de Hertog
Adolf Frederik van Mecklenburg.
6e koets H. I). II. de regeerende Vor
stin van Schwarzburg-Rudolstadt; II. H.
de Hertogin Paul Frederik van Mecklen
burg Z. H. de Pier tog Paul Frederik van
Mecklenburg; Z. D. II. de regeerende Vorst
van Waldeck en Pyrmont.
7e koets: H. D. II. de Vorstin Adolf
van Schwarzburg-RudolstadtH. D. H. de
regeerende Vorstin van Waldeck en Pyr-
mont Z K. II. Prins Albert van Pruisen,
Z. Keiz. H. Grootvorst Boris van Rusland.
8e koetsH. K. PI de Groot-Hertogin
Maria van Mecklenburg-SchwerinZ. K.
H. de Groothertog van Mecklenburg-Schwe
rin Z. Keiz. Hoogheid de Grootvorst
Vladimir Alexaudrovitch van Rusland.
Er was heel wat te zien aan dezen vor-
stenstoet. 't Geleek voor zoover men inde
rijtuigen kon zien een kaleidoscoop van
borsten, glinsterend van goud, witte pluimen,
vederbossen, piekelhauben, sjako's en veel
kleurige zijden toiletten.
Eindelijk nadat het laatste van deze
staatsierijtuigen is voorbijgetrokken, daar
komt de beroemde gouden koets, dit sprook-
jes-feestrijtuig. Bespannen inet de 8 paar
den, aan de teugels geleid door koetsiers,
en aan weerszijden van het staatsierijtuig
vier gegalonneerde lakeien, vormt dit ge
schenk van de Amsterdammers een blinkend
middelpunt, dat aan menigeen een kreet
van bewondering ontlokt over de pracht
van al dat verguldsel, de geschilderde wa
pens, het snij- en glaswerk en nog meer
bijzonderheden van dit lichaam van kunst
arbeid.
Maar die uitingen, zij gaan weldra op
in de golven van gejuich uit de zee var.
duizenden, die bij het zien van het Iïooge
Paar vergezeld van H. M. de Koningin-
Moeder, die tegenover Haar kinderen ge
zeten is, één juichkreet aanheffen, die weer
door anderen overgenomen wordt en zoo
gaat het dan voort tot aan de kerk.
O, wat was dat treffend schoon die rit
rail liet Paleianaar de kerk! Miar voor
dieu tijd eerst, dat heen en weergedwam
die schittering van de uniformen, dat vroo-
lijk gedoe van al die mensche», die dui
zenden, die daar al stonden van heel vroeg
af in den morgen.
En hoe ordelijk, hoe verbeeiileloo9 orde
lijk, wat Koninklijk vrij, die breede weg
't Was geen opeengestapelde massa, die
opdrong, neen, maar dat kon, dat mocht
ook niet.
Aan rijen, in dikke rijen stonden ze rond
op de stoepen, in de straten bij 't Paleis,
een bonte zoom, zooals overal langs de
straten tot de kerk.
Eerst 't aanrijden van de statierijtuigen
even voor twailf, de opstelling, hoe mooi,
hoe sprookjesachtig, die uniformen en toi
letten. En toen stapten Ze. eindelijk in,
het Hooge Paar en de Koninklijke Moeder
e:i toen ging 't door de rijen, hè, o, die
gouden koets, wat schittering.
Statig ging zij in beweging, in de aan
gegeven volgorde, en toen stagen ze op,
allerlei geestilriftuitingen, de hoera's, de
hoezee's en leve's. Maar 't verstomde ook
enkele oogenblikken in de straten, want
er kwamen zakdoeken, moeilijk gehaald uit
de beknelde zakken. Ze huilde ook, de
vrouwen van Nederland, want deed Zii, 't
ook niet, de „Eerste Vrouw van Neder-
and" Ging ook Haar zijden doekje niet
telkens naar de oogen
Eu nam Prins Hendrik der Nederlanden,
ook niet even de hand van den steek, waar
mede hij voortdurend bedankt had aan de
menigte, aan „Zijn Volk" voor die spontane
indrukwekkende hulde, oin er mede te
wuiven
Geen wanklank heeft de rit verstoord.
Plet publiek heeft im-egeleefd, eenige oogen
blikken van heerlijke vreugde 't heeft bij
duizenden en duizenden langs den weg
geschaard, den gang uaar de kerk vanaf
het Paleis, voor Koningin Wilhelmina,
Prins Hendrik, en voor de Koningin-Moeder
maar ook bovenal voor zichzelf overgetelijk
gemaakt.
Op ongeveer het daarvoor bestemde tijd
stip was de stoet aan de kerk.
Aan de deur van het godshuis op de
Riviervisclimarkt het dichtst bij de School,
straat staan de Opper-Ceremonieineester-
de Ceremoniemeester en de beide Kaïner-
cereinoüiemeesters van H. M de Koningin.
Een oeschrijving van de inrichting van
de, Groole kerk voor de inzegening ran het
huwelijk is hier het best op zijn plaats
Het Hooge Paar en de Vorstelijke
genoodigden traden de kerk binnen door
den ineest oostelijk gelegen ingang aan de
zijde der Riviervisclimarkt.
De ingang is versierd met een marquise,
waarvan het afhangende gedeelte van de
bedekking van grijs laken rondom versierd
is en in het middengedeelte het Nederland-
sche wapen vooikomt. De marquise is ter
weerszijden afgesloten door gordijnen van
karmozijn fluweel. Het front van den ingang
is bekleed met dezelfde stof, waartegen
pilasters vereenigd door een lambriquin,
beide met borduurwerk in gouddraad. De
portalen van dezen inging zijn met blauwe
stof en de vloer met een tapijt bekleed.
De hooge vorstelijke Personen traden de
kerk binnen in een ruimte tusschen de
afsluiting van het koor en het achterschot
der bankbetimmering, alwaar in het mid
dengedeelte tegenover het koor de ont
vangkamer is ingericht, welke van boven
open is en waarvan de wanden met stof
van blauwe kleur doorweven met goudgele
heraldieke leeuwen ter symboliseering van
het Nassausche wapen zijn bekleed, terwijl
de vloer bedekt is met een karmozijn kleu
rig kleed en rondom van sofa's voorzien.
In den wand tegenover het koor is in
het midden een opening, door welke de
Vorstelijke stoet de afgesloten ruimte in het
midden der kerk binnentrad, een plaats
uitnemend gekozen, want van bijna alle
zijden in de kerk kun men de plechtstatige
intrede van den Vorstenstoet, gevolgd door
het Iïooge Paar, zien.
Langzaam en plechtig was, terwijl 'net
geheele kerkpubliek eerbiedig opstond, de
intrede van het jonge Paar Plet koor zong
tot Het op de bestemde zetels had plaats
genomen.
Hoog-bekorend stond Zij daar, de jong
gehuwde Koninklijke Vrouwe in het witte
trouwkleed, voor liet huwelijksaltaar.
Haar trouwjapon is van wit drap d'argent
in de Kunstnaaldwerkschool te Amsterdam
geborduurd met zilver en paarlen, die schit
teren en glanzen iu het daglicht.
De devant is van witte tule met slingers
van oranjebloesem. Hierbij behoort ook een
sortie van drap d'argent met witte tule ge
garneerd.
Hare Majesteit droeg op de corsage bril
janten en een diadeem van briljanten met
krans van oranjebloesem en een tulen
sluier.
Zij droeg een bouquet met afhangende
witte bloemen en bloesems in de hand. Van
het fijne blonde kopje hing de dunne sluier
laag neer. Op de blanke hals rustte een
schitterende rivière van diamanten.
Haar gelaat was bleek, de lieve oogen
stonden wat moe. Krachtig en blozend
daarentegen stond de Bruigom naast haar,
de uniform van schout bij nacht kleedde
hem wonderwel.
Reads véér den aanvang van den dienst
droeg de organist der kerk, de heer Koop
man, plechtige orgelnummers voor van Co-
relli, Merkel, Guilmant, Handel, Bortni-
ansky en anderen en bij het binnentreden
van het Vorstelijk Echtpaar ruischte het
Sanctus van Handel door de kerkgewelvil
Het orgel zwijgt zoodra de Hooge Bef
lieden hebben plaatsgenomen.
!Ln volgt iets zeer plechtig-aandoenlijlj
Het gemengd koor, onder leiding van J
uold Spoel heft nu (zesstemmig a capp ei
den zang aan (compositie van Eugeu H
dacli)
Waar gij heengaat, da«r wil ook ik,
[ook ik heenga.
En waar gij zijt, waar gij zijt, daar wijl
[ook
Uw volk is mijn volk, eu uw God is
[mijn Gu|
Waar gij sterft, daar sterv' ook ik en
[waar gij ru|
Moog ook mijn rustpluats zijn eu slechts
[de dood zal ons scheide|
Waar gij heengaat, daar wil ook ik
[heengaaj
De Genoodigden.
De zetels van het Paar zijn geplaat
tegenover den preekstoel.
Voor den kansel, die lieden niet doJ
den voorganger beklommen wordt, sta,]
de hofkapelaan ds. Van der Flier tusscht|
uir. T. P. Baron Mackay en deu heer J
J. Wijsman, die als ouderling fungeerei,
Het tapijt, door de Nederlundsche joukl
vrouwen aan H. M. als huwelijksgeschei]
aangeboden, is voor de voeten vau h.l
Echtpaar gespreid eu draagt in bet inidde
de knielbank, waarbij du zegen wordt uit!
gesproken.
Op een tafeltje dicht bij den predikan
igt de bijbel met de trouwringen, die ol
een gouden schoaltje blinken.
Het Vorstelijke Paar la ter weerszijde
van zijne zetels omgeven door den stoi
van Vorstelijke genoodigden. i
Rechts is o.a. de plaats van den jon"e]
groothertog, troonopvolger van Mecklen
burg-Schwerin en van H. M. de Kouinsid
Moeder
Links waren gezeten de Moeder vai
Hertog Hendrik met Grootvorst Vladimir
de hoogsten in rang der verwanten.
De 26 overige Vorsten eu Vorstinne]
waren in twee rijen daarachter gerangschikt
Ter weerszijden van deu preekstoe
strekten zich de plaatsen uit van de Da
mes du Palais en de Groot-officieren dei|
Kroon.
Met de vorstelijke personen bevond zicbl
een gevolg vau 85 leden in de. kerk, die
geheel gevuld is met de 1632 genoodigden I
die het gebouw kan bevatten.
De kerkversiering.
De versiering was, in aanmerking geno
men het verheven doel van de handeling
eenvoudig. Groen en palmsn vormden de
hoofdelementen zoowel ter afsluiting van
de banken als boven de kap van de beken
de stadhoudersbank; voorts ter weerszijden
van liet orgel en tegen de pilaren. Het
basement van den preekstoel, gevormd door
een zware steeueu kolom, maakte hierop
een uitzondering, getooid als dit gedeelte
was met kasplanten, groote varen», uitge
zochte witte bloemen, zooils leliëu en
aronskelken. Een rand van welriekende
oranjebloemeu liep langs den voet van deze
groep. Op verschillende punten iu het
gebouw hieven planten met bloemen op
een piëdestal hun bladeren omhoog en
schuin tegenover de stoelen waar het Echt
paar troonde, viel het oog op een grooten
bloemruiker, die uit een glazen kelk ver
rees.
Vau draperie, behalve de heraldieke be
kleeding der ontvangkamer geen spoor,
maar de boogvulling tusschen koor en schip
van den tempel is gedecoreerd met een rand
op blauwen achtergrond, waarop iu Gothieke
letters een bijbeltekst „Mijn oog zal op
U zijn*. Rs. 32 vers 8.
Deze boogvulling sluit geheel aan bij de
bestaande gotliische ornamentatie der ge
welven en wanden, indertijd uitgevoerd
naar het ontwerp van den architect dr.
Cuypers.
De blauwe rand met bijbelsch opschrift
omlijst een nagebootst doek met afhangende
koorden en ruiten van lichtblauw. Op het
doek is behalve deze motieven een Konink
lijke Kroon boven de naamcijfers H. en W.
geschilderd.
Door het zachte blauw van den band
komen de teksten scherp uit.
Ook boven de Hofbank is een bed van
gropn aangebracht.
De geheele in- en uitwendige inrichting
der kerk was opgedragen aan den intendant
der Koninklijke Paleizen, jhr. Hoeufft van
Velzen, die, evenals te Amsterdam ter ge
legenheid van de Inhuldiging vau HM.°er
voortreffelijk in geslaagd is om het gods-
dienstplichtige der wijding van den heden
gelegden Huwelijksband te vereenigen met
het feestelijk en heuglijk karakter van dit
moment in het leven onzer geliefde Konin
gin.
Nu vooral, terwijl de kerk gevuld was
met een schitterend publiek, de dames in
lichte toiletten, de heeren in uniformen,
overglansd van goud en juweelen tegen de
dofgroene achtergronden van planten, maakte
het kerkinterieur een grootschen indruk.
De plechtigheid,
Hoe stil was 't toen het Hooge paar een
maal de voor Hen bestemde zetels had
ingenomen en ds. G. J. Van Flier, Hof
kapelaan, ziju plechtig dienstwerk begon te
verrichten.
Na het plechtig gebed zong de gemeen-
te
gezang 224 vers 1
Gezegend d'echt