Blad Zondag 3 Maart 1901. "brieven De Zuid-Afrikaansche ooilog, VAN Vergadering van Schoenfabrikanten TE KAATSHEUVEL. Den Eerw. Pater Andr. Zijlmans. Tweede ie Mo vanbet Zuiden. Tegenwoordig een groot aantal schoenfa brikanten uit Kaatsheuvel. Aan de bestuurstafel hebben o. a. plaats genomen de heer Travaglino van Dongen, de secretaris van den „Algemeenen bond van Schoenfabrikanten* en de heer H. van Dortmond van Kaatsheuvel. ,i De heer Travaglino opent'de vergadering en spreekt ongeveer als volgt Mijne Heeren De heer van Dortmond verzocht mij U hier te komen spreken over den „Algemeenen bond van Schoenfabrikanten*. Het is mij steeds een groote eer kennis te maken met r collega's en gaarne gaf ik daarom aan de uitnoodiging gevolg. Het is mijne vaste overtuiging, dat, wanneer wij te zamen het doel en 't stre ven van den bond hebben besproken, ieder de noodzakelijkheid ervan zal zien. Hoogst angenaam zal het mij zijn, als na mijne uiteenzetting ieder vraagt, wat hem niet duidelijk is, of de bezwaren oppert, die hij aheeft tegen 't lidmaatschap van den bond en ik geloof wel, dat ik allen een voldoend antwoord zal kunnen geven of hunne be zwaren zal kunnen weerleggen. Zoodoende zullen wij elkaar het werk vereenvoudigen en gemakkelijker tot het hoofddoel der vergadering geraken, nl de vergadering overtuigen van de noodzakelijk heid van den bond Ik zal mij bepalen tot de bespreking der volgende punten lo. Welk nut is er verbonden aan 't lidmaatschap van den bond 2o. Welke verplichtingen zijn eraan verbonden 3o. Wanneer er een bond bestaat, is bet oprichten van afdeelingen noodzakelijk. Ten eerste over 't nut van den bond. De vooruitgang op elk gebied eiscbt de oprichting van vakvereenigingen, waarin do onderlinge belangen besproken worden. Het ligt echter niet op den weg van zulk reue vereeniging, te spreken over politiek, zooals over verkiezingen of 't steunen van candi- daten voor de Tweede Kamer, Provinciale Staten of Gemeenteraad. Zoo ontstaat er ook nooit tweedracht en dient de vereeniging uitsluitend ter be hartiging der vakbelangen. Welk nut is er verbonden dat wij met elkaar van gevoelens wisselen. We komen beter op de hoogte van de soliditeit der klanten. We kunnen te za men ons werkvolk beter bekwamen in de uitoefening van 't vak. We gevoelen ons eindelijk meer collega's dan wel concurren ten. Daarboven is er altijd iets te leeren, altijd iets nieuws te liooren, dat we ook van Op gezelligen loon weet onzen missionaris verslag te geven van zijne groote land- en zeereis. Vandaag leidt hii ons door het kanaal van Suez eu de Roode zee naar den Indischer» Oceaan. Aan boord van den Oceaniën Zaterdag 1 Oct. 1898. Dierbare ouders. Deze Zaterdagmorgen goed negen uur zijn wij de fameuze Roode zee ingestoomd. Niet, dat het water hier overal rood zou zier, wat ik me ooit in mijne jooge jaren heb ingebeeld, 't water ziel er alom zoo prach tig groen, dat echte zachte zeegroeo maar waarom dan roode zee, zult gij zeggen ja, waarom zij nu rood genoemd wordt, dat weet ik ook niet, maar wel weet ik, dat men hier op de boot niet anders meer ziet dan roode gezichten van de warmte. Ik heb nu reeds drie velschillende kleu ren van zee opgemerkt. Van Marseille tot dicht bij Egypte was het dat zachte glinste rend— mooie hemelblauw, dat zich vereen zelvigt met het frissche blauw der lucht, zoo zijn ook aarde en hemel verbonden. Aan de rcondigen van den Nijl werd het eerst groenachtig eu daarna geel. Waar da' gele vandaan komt wordt op verschillende wijzen verklaard. Het waarschijnlijkst is hei wel van de grijsgele wateren der Nijl, die zich hier op verscheideue punten in zee stort. Alleen ook slechts vertoont zich dat geel aan de oppervlaktein het spoor, dat de boot bij het klieven der golven achter liet, kwam weer groen water naar boven. Eindelijk hier op de roode zee, waar ik thaus op vaar, schittert het prachtigste groen, dat men zich verbeelden kan. Maar ik loop mijn reisverhaal vooruit. Keeren wij terug tot nabij Port-Said, de eerste ladingsplaats, tot zoover had ik het in mijn vorigeu brief gebrachtdaar krijgen t^- zee. e Port Said, dat een zelf in toepassing kunnen brengen. We moeten ons echter niet voorstellen, dat elke vergadering ons direct voordeel zal opleveren, neen, maar indirect zal zo werken in 't voordeel van geheel de schoenmakerij, zoowel van de patroons als van het werk volk. Van wanneer dagteekent de oorsprong van der bond We weten allen, hoe, na eene belangrij ke prijsverhooging van verschillende artike len in 1895 eene vergadering te Waalwijk werd bijeengeroepen. Dit geschiedde in Januari. M.i. te laat, November ware beter geweest Maar hoe komt dat Zoo'n vergadering wordt bijeengeroepen op particulier initiatief Wie neemt het echter op zich De een acht het tijd en moeite verloren, de ander heeft het te druk. Wanneer er een bond bestaat, kan deze direct de taak op zich nemen en zoo wordt dus veel tijd gespaard. We hebben nu weer te wachten do herziening der tariefwet Deze kan ook voor ons van belang zijn De bond kan nu onze zaak door requesten steunen. Eene goed georganiseerde veree niging heeft altijd invloed. Wanneer de Kamerleden weten dat een bond een groot aantal leden en afdeciingen telt, zoodat zijne meening kan gehouden worden voor 't algemeen gevoelen der belanghebbenden, dan houden ze daarmee ook rekening. Ge begrijpt, dat enkele particulieren hier niet zooveel kunnen doen. Hieruit blijkt dus weer duidelijk de noodzakelijkheid van een bond. Wij allen moeten erkennen dut bij de schoenmakerij hier te lande over 't algemeen weinig vooruitgang valt waar te nemen te genover het buitenland. Wij moeten daar om ons werk in overeenstemming met 't buitenland verbeteren. Dit kan geschieden door 't uitschrijven van prijsvragen en het tentoonstellen van ingeleverd werk op de algemeene vergadering, waar ieder het op zijn gemak kan beschouwen en beoordeelen. Ook modellen van buitel.landsch werk kun nen daar aanwezig zijn. Dit alles wordt betaald door de boodskast. Dit alleen dunkt mij is voldoende om 't groot belang van 't lidmaatschap aan te toonen. Op elke algemeene vergadering zullen ook 1 of 2 spreekbeurten gehouden worden, die het een of. ander onderdeel van 't vak behandelen. Zoodoende kunnen we weer veel hooren oin 't vak te verbeteren, hetgeen weer werkt in 't voordeel der schoenmakerij. Verder stellen we ons voor, op te richten een bondsorgaan, dat maandelijks zal ver schijnen en den leden gratis zal toegezonden worden. Dit bondsorgaan zal bevatten voorstellen van adressen te richten aan de regeering b.v. over de tariefwet, de onge vallenwet, de verzorging van ouden van we Suez eu de Roode Dicht bij het s tadj dagen. Ieder lid is gerechtigd in dit blai weinig voorbij Alexandrië ligt, werd de zee erg ondiep, spoedig kwam er voorzichtig heidshalve een loods aan boord, de weg zag men bijna geheel en al aangeduid door ba- kens. Tamelijk dicht konden wij bij de haven komen. Wat een heerlijk gezicht De haven bezet met verscheidene groote stoomers, die den maag met eten en drinken, steen kolen en water, gingen versterken, zooals de onze ook zou doen, eu verder bezaaid met kleine schuiijes, om passagiers aan land te brengen, visscherbootjcs, sleepers enz., ginds op het strand vertoonde zich de Oostersche siad Port Said met hare witte vierkanten huizen en platte daken, hare kerken en mos keten. De kleine schuitjes, die zooeven van alle zijden rondom ons spelenvaarden hadden zich inmiddels militairement in eene lang rechte lijn in gelid gelegd. Dat was ee meevallertje. Uit de brieven van oudere Missionarissen wisten wij uog, hoe het hier met die schuitjes gewoonlijk langs het vech ten afging: de eeu greep uw valies, de an der uw parapluie, ten einde u maar in hen schuitje te krijgen. Waart ge eenmaal ge zeten en kwam hel op betalen aan, dan was het gewoonlijk overvragen, zoodat bij 't beulen de politie te pas kwam. Nu echter ging alles ordelijk. Het eene booije geladen, maakte netjes plaats voor een volgend. Bovendien in elk schuitje hiDg eeu plankje waarop 30 centimes per persoon. Onze schipper was zoo slim en had de 3 uitgewischt en hij nam ook de vrijheid er 50 te vragen, maar op alle bootjes zagen wij denzcUdeo prijs aangekondigd eu de slimme rik was nog niet slim genoeg om er van ons meer dan 30 te krijgen. Nauwelijks zetten we voet aan land, of daar werden wij van alle zijden bestormd door allerhande kooplieden, zoo schacheraars als die arabieren heb ik nog uooit ontmoet. Een vroeg er 30 franken voor eene com— pleete verzameling postzegels van Japan. De Eerw. II. v. Dijck, de Provinciaal van Oost- Mogolie, die hunne streken kende bood bru taal weg 5 francs eu ja hij kreeg ze. Ik heb er nog al enkele postzegels gekocht voor ons Tmisschieu echter heb ik nog vragen te stellen over adressen, bewerking van 't een of ander onderdeel of grondstof, machines enz. Kan 't bestour van den bond de vragen beantwoorden, dan krijgt de inzender ook direct antwoord is het bestuur op dat oogenblik echter niet vol doende op de hoogte, dan kan hij zijn antwoord vinden in het nummer van de volgende maand. Vragen echter van plaatselijk belang richtc men aan 't bestuur der afdeeling. Zoo is het tegenwoordig voor velen van belang goede adressen te kennen in 't buitenland om hun uitvoer te vergrooten. Ik zelf heb reeds aan enkelen adressen op gegeven en wel met goed gevolg. Op eene vergadering kan echter eene commissie wor den benoemd, die zich belast met het op sporen van adressen om verschillende arti kelen in 't buitenland te plaatsen. Weer kan ik hier wijzen op 't groote nut, dat eraan verbonden is lid te zijn van den bond. Misschien niet allen, maar toch wellicht de grootste helft zal het met mij eens zijn dat onze knechts over 't algemeen te slecht betaald worden. Wij moeten hen betalen naar hunne bekwaamheid. Is een knecht ervan overtuigd, dat hij door goed en fiju werk te leveren ook meer kan verdienen, dan zal hij zich ook met meer ijver op het werk toeleggen eu zoo ook werken in 't belang van zijn patroon. De meeste patroons heb ben echter te weinig tijd om gedurig met hunne knechts bezig te zijn cu hun op de aan te brengen verbeteringen te wijzen. Daarom moeten we ook hebben vakonderwijs Dit kan gemakkelijk en op eene weinig kost bare manier tot stand worden gebracht door den bond. Het kan misschien gegeven worden door iemand, die nu eens hier, dan weer daar onderwijs geeft. Naar het mij voorkomt heb ik U echter reeds te lang over 't eerste, punt onderhouden en word ik wellicht wat vervelend, maar ik verzoek nog eens allen, die uog niet van dat groote nut overtuigd zijn, hunne bezwaren bloot te leggen, opdat ik ze ter hunner vol doening weerlegge. Welke verplichtingen zijn eraan het lid maatschap van den bond verbonden Elk lid betaalt jaarlijks eene contributie van ongeveer f l. De afdeeling moet nl aan de bondskas voor elk lid overdragen een edrag van f 0.5U Daar de afdeeling zeil eenige kosten te bestrijden heeft zal de con ributie komen op ongeveer f 1. De moreel e verplichting aan het lidmaat schap verbonden is het bijwonen der alge meene vergadering. Ik kan Lr niet genoeg pwekken die vergadering bij te wonen Hoe meer er op komen, hoe meer er ook besproken kon worden; hoe beter ook de lgemeene belangen kunnen worden behartigd iovendien zal men trachten ep zoo'n dag iet nuttige inet het aangename te vereenigen zoodat niemand spijt van zijn reis zal hebben Ook kunnen we tot de raoreele verplicli tingen rekenen het steunen van 't vakor gaan door stellen van belangrijke vragen Niemand late zich in dezen weerhouden door vrees voor zijn minder mooi Hollands Wanneer men zijne bedoeling slechts dui delijk weergeeft, zorgt dc redactie voor overige. De bond moet de leden eu eden den bond helpen. Men denke aan 't spreekwoord: Als de eene hand de andere wascht, worden beide schoon*. Brengt men dit steeds in toe passing, dan zal zoowel 't belang van blad als dat van 't lidmaatschap stijgen. Mijn derde punt is Wanneer de bond bestaat is het oprichten van afdeelingen noodzakelijk. Elke afdeeling kiest een vertegenwoordiger en een plaatsvervangend lid vo .r 't bestuur; zoodoende blijven bestuur en leden steeds met elkaar in aanruking De afgevaardigde kan opkomen voor plaatselijke belangen, hij kan het gevoelen zijner afdeeling ver dedigen en brengt stemmen uit in vwrhou- ding van 't aantal leden der afdeeling. Voor elk tiental leden of een gedeelte ervan wordt 1 stem uitgebracht. Bestonden er geen afdeelingen, dan zou men te dikwijls eene algemeene vergadering moeten beleggen. Hiervan zou het gevolg zijn: veel onkosten eu in den drukken tijd slechte opkomst. Dit een eu ander weegt m.i. zwaar ge noeg om ons van de noodzakelijkheid van afdeelingen te overtuigen. Elke afdeeling maakt een reglement, dat echter niet in strijd mag zijn inet dat van den algemeenen bond. Ook voor de afdeelingen is eene trouwe pkomst bij de vergaderiugen dringend noodzakelijk. Hierin worden zaken geregeld van uitsluitend plaatselijk belang, zooal het vaststellen van een loonstandaird, het oen van gezamenlijke inkoopen, enz. Vooral het vaststellen van een loonstan- daard is van veel gewicht. Het kan zijn het #to be, or not to be* van geheel 't ak. In mijne jeugd heb ik het bijgewoond, Hoe daardoor weer een tak van nijverheid tot bloei kwam, die reeds ten doode was opgeschreven. Ook de gezamelijke inkoopen zijn van veel belang. Reeds in Dongen wordt het door velen gedaan eu ik kan Li verzekeren, iet werkt zeer voordeelig. Dit alles echter moet, zooals ik zooeven gezegd heb, in de afdeelingen worden behandeld. En nu M. H. meen ik naar mijn best vermogen de drie punten to hebben toege- icht. Is er nog iets onduidelijk, men vrage slechts. (Bravo's.' Niemand verlangde echter 't woord, het geen wel pleit voor de uiteenzetting van den heer Travaglino. Nadat den aanwezigen gelegenheid was gegeven zich voor 't lidmaatschap aan te melden, sloot de heer Travaglino, dankend voor de trouwe opkomst en het aandachtig gehoor de vergadering. Als leden van den „Algemeenen Bond van Schoenfabrikanten zijn toegetreden H. van Dortmond. A. Dekkers-Donders. Erven H. van der Wee. W. van Beurden, P C. van Woenscl. W. van Nieuwstadt. J. O. van den Brandt. H. van den Asseiu. IIde Jong. F. vau den Assem. Alph. Snoeren. A. A. Gubbeus. J. P. Vrinten. Wed. J. A. van Boxtel.. Erven L. Borsten. Mich. Verhagen.- A. Schalken-van Vugt. J. van der Wee. C. Kroot Lz. L. van den Hoven Jz. W. van Dam. P. H. Vloeimans. A. van Amersfoort. M. van Beurden.- A. van Boxtel-Soeterboek. H. Gubbeus en Z. dl' hen wel buit de Evenals De Wet is ook Louis Botha hi volgens de Engelsche bladen drei geilde gevaar van omsingeling ontkoraei Hij staat met een troepenmacht tussche Ermelo en Middelburg, in de rug van c colonne—French, terwijl de hoofdmacht di Boeren, die generaal French meldde tege nover zich te hebben, gecommandeerd won door generaal Lucas Meyer, van wien i Engelschen eenige maanden geleden li praatje uitstrooiden, dat hij wegens verrau eigenhandig door De Wet met een revo verschot was gedood. French' telegram en dut uit Standerti samenvattende, komen we daarom tot de onderstelling Tusschen 16 en 25 Februari heeft Frem niets gedaan en kunnen doen dan, vo zoover de regens het toelieten, het lai rondom zijn kampementen af te loopen te plunderen; hij heeft daarbij een 300-1 Boeren van hun plaatsen en elders opg licht; hij heeft weer al het trek- en run vee geroofd, dat hij kon krijgen op plaatsen in dit door de Engelschen n weinig of niet bezochte land en zijn ve kenners, aan welke hij zoo buitensporig lof toezwaait wegens hun ontdekkii hebben met behulp van goud of dreig men ten verraad weten uit te lokken, c op het spoor heeft gebracht van e beschouwd tamelijk onbeteekenend aan schiettuig, zelfs aangenomen 153 geweren en 20,000 patronen bruikbaren staat zijn. En daar French steeds niet van een gevecht rept, kan vermoedelijk zelf de plaats niet aan wij? waar er 9 Boeren gevallen zijn en Engelschen geen verliezen hebben gehad. Wat is nu overigens French' positie midden zijner veroverde schatten Op$ houden in zijn opmarsch door zware rege belet dezelfde oorzaak hem volgens t Reuter-telegram om aanvoer van p viand te krijgen Dit feit zal ongetwijf weer terugwerken op de verliezenlijst. I laat zich haast niet denken in welk i toestand tnensch en dier moeten verkee onder den nu al verscheiden dagen m houdenden druk van een Zuid-Afrikaausi regenperiode. Ieder die weet, wat z een inderdaad tropische regen beteekf kan zich echter voorstellen dat French i alleen nu, maar voor nog verscheiden da, tol werkeloosheid zal zijn gedoemd d verspoelde wegen, ziekte en schade aan legertros. Het is de vraag of Kitchen. enthousiasme, waarvan de Standard-cori' pondent uit Pretoria seint, en 't welk van Middelburg uit aan zijn onderbev hebbers ronddeelt, French' positie en der andere colonne-aanvoerders belang zal versterken. Integendeel zal de zekerh welke French heeft, dat de Boeren wa schijnlijk volop gelegenheid hebben gekre zich onder Lucas Meijer naar de Pongo vallei terug te trekken, hem weinig vr lijk stemmen ondanks al zijn buit, die li ten slotte neg zal overstelpen. Dun komt dat de wetenschap, dat hij een aa Boeren in den rug heeft, die met of zor Louis Botha langs zijn flanken en door liniën zijn heengebroken, hem, al was ruaar om diezelfde reden, niet minder gerustheid zal haren. Wat Louis Botha betreft, mag men di ons nu wel aannemen, dat er van one handelen over overgave zijnerzijds sprake meer is op 't oogenblik en da niet genoeg afgeboden Port—Said beslaat uitsluitend uit winkels Het leeft van de booten, die om steenkole enz. in te nemen er twee, drie uren stil lig gen. De stad zelfs biedt weinig schoons maar haar volk en de bedrijvigheid maken haar iuterressant. Men ontmoet er allerlei slag van menschen, de meeste echter Arabieren, met bruingele gelaatskleur en pik zwart kroeshaar. Broek eu overkleed maken hunne kleeding uit. Kindereu dragen een lang gekleurd rokjt, allen dragen een doek om het hoofd gewon den bij wijze van hoofddeksel. De vrouwen zijn eigenaardig, zeer zedig toch gekleed, wij meenden den eersten maal nonnetjes te zien. Een lange zwarte mantel hangt achter over 't hoofd en slingert zich over geheel het lichaam, zelfs de gelaatstrekken zijn ge heel eu al verborgen. De mond is bedekt met een sraallen zwarten doek, die tot op de borst afhangt, zonder dezen sluier mag geene enkele vrouw in 't openbaar verschijnen. Op de neus dragen allen eeu koperen of bamboesen kokertje, dat reikt tot aan het voorhoofd. Men zegt, dat de vrouwen over 't algemeen buitenge woon schoon zijn. De mannen hebben weinig bevalligs, nochtans vindt ge er onder met zeer schoone forsche gestalten en met fijne regel matige trekken iu "i gelaat. De kinderkes zijn aantrekkelijk. Er zijn verschillende katholieke kerken in Port—Said o. a. eene der Frausiscaneu, eenvoudig en netjes. Ook eene Turksche moskee hebben we bezocht! Aan den ingang zat er een dikke Arabier. Nauwelijks zag hij, dat wij de moskee iu wilden, of daar komt hij met eeu heelen stapel muilen aangedragen, die wij over de schoenen raoesteD aantrekkeu, zeker, wijl wij onreineu waren en oningewi^den. Onze Provinciaal dacht er zonder muilen wel in te komen, zie eens, zeide hij, wat mijne schoenen zuiver zijn; maar de dikke Ara bier keek zoo ernstig en zijne houding was zoo beslist, dat hij wel bemerk'e, dat er geene mogelijkheid was zonder die dingen iets van de moskee te zien. Wij trokkeu ze aan en deden ons best ernstig te blijven. Er was al heel weinig te zien in de mos kee. Vier kale muren, twee lijen vier kantige kolommen, eene vloer, met gevloch ten matteu bedekt, en wat verschillende kerkgangers, die niet gelijk bij ons op de knieCn godvruchtig taien te bidden maar iu hunne volle leugte lagen neergevleid in alle hoeken en kautea en tegen eiken ko lom eu sliepen en snorkten, dat het een lust was. Onwillekeurig stoorde een onderdrukte lach het stille gemurmel van de gebeden der slapenden. Het godsdienstgevoel van den dikke Ara bier was er door verstoord, verontwaardigd stond hij op, ontnam ous de muiltjes eu zette ons aan de deur. Buiten gekomen uit het gezicht van den Arabier konden wij onder ons eens gulweg uitlachen. Daar zag ik op straat een man met een ezeltje en op dat ezeltje iels. wat op een zwart varken geleek maar zonder pooten. Bij nader onderzoek bleek het een vel te van een zwart varken, waarvan alle dicht genaaid en dat lot zijn openingen waren waterzak dient. Men gaat er zoet water mede halen aan de weinige pompen, die er iu de stad zijn. Onze boot werd ook op die wijze van drinkwater voorzien. De gacron zeide dat het Nijlwater was (natuurlijk ge zuiverd), hetwelk uitmuntend is van smaak eu buitengewoon heider. De Nijl heeft voor ons iets aantrekkelijks, omdat zij herinnert aan Pharao en Mozcs en zijne wonderwer ken, evenals de Roode zee, waar eens Mozes met'de zijnen droogvoets doortrok en Pharao met zijne gepantserde ruiters in de onstuimig samensiroomende golven verging. Port—Said heeft haar ontstaan te danken aan het kanaal van Suez. Voor 20 jareu was er nog niets. Eene prachtige vinding dat aanleggen van het kanaal. Vroeger moest men heel den Atlantischen Oceaan door, om in den In dischen Oceaau te komen. Wij stapten in de bootjes en betraden ons goed zeepaleis. Reeds bij Port—Said begint het kanaal, de weg is geheel door bakens aangeduid. Aanhoudend zagen we hier groote zw visschen boven het water uitkomen, met rug geheel en al gekamd, wij hoorden 1. dat het zeevarkens waren. Ook en vliegende visschen hebben wij reeds gei doch slechts kleintjes en in de vertr, ha nog nie', verwonderlijk genoeg, want moeten er hier genoeg zijn. Het kanaal is in zijne volle lengt' uren. Vooraau loopt het door een groot n verder door eene onmetelijke dorre woei waarin op vele plaatsen harde rotsgr De aanleg van zulk kanaal is ecu e reuzenwerk. De breedte is 35 tot 40 meter. De sch. mogen een diepgang hebben van 6 m Twee groote booten kunnen elkaar voorbij varen, omdat er aan de kan: genoeg diepte is. Daarom heeft mei bepaalden punten raijlplaatseu, waar kanaal veel breeder is op dezelfden eenigszius als op den Dusschens' dijk. Men heeft er 16 jaar aan gearbeil i het kanaal 20jaar in gebruik. 't Was voor ons eene aangename afw ling, na slechts zee en nog eens zee gt te hebben, ook eens te kunnen varen I het strand, aau weerskanten woestijn en grond. De boot voer slechts met halve sto kracht en het was bijna of ik op een ou wetsche Holandsche trekschuit mij bev waar ik mij voor zoover ik weet wel op bevonden heb, maar waar ik toch rc keer over heb gelezeu. Het laud was n dorre woestijn. Links de woestijnen van Azie en rt die van Afrika. Hier en daar een met een verzengd tuiutje voor de kan wachters. Hel graveu heeft 470 raillioen fra gekost. Er varen jaarijks gemiddeld 3400 bc door. Ieder boot betaalt voor hee terug 6 000 francs. Een goed zaakje Franschen hebben het werk gedaai Engelschen hebben alle Fransche acties kocht en ziju nu meester van deu doortoc

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1901 | | pagina 5