Blad
Zondag
3 Maart 1901.
"brieven
De Zuid-Afrikaansche ooilog,
VAN
Vergadering
van Schoenfabrikanten
TE KAATSHEUVEL.
Den Eerw. Pater Andr. Zijlmans.
Tweede
ie Mo vanbet Zuiden.
Tegenwoordig een groot aantal schoenfa
brikanten uit Kaatsheuvel.
Aan de bestuurstafel hebben o. a. plaats
genomen de heer Travaglino van Dongen,
de secretaris van den „Algemeenen bond
van Schoenfabrikanten* en de heer H. van
Dortmond van Kaatsheuvel. ,i
De heer Travaglino opent'de vergadering
en spreekt ongeveer als volgt
Mijne Heeren
De heer van Dortmond verzocht mij U
hier te komen spreken over den „Algemeenen
bond van Schoenfabrikanten*. Het is mij
steeds een groote eer kennis te maken met
r collega's en gaarne gaf ik daarom aan de
uitnoodiging gevolg.
Het is mijne vaste overtuiging, dat,
wanneer wij te zamen het doel en 't stre
ven van den bond hebben besproken, ieder
de noodzakelijkheid ervan zal zien. Hoogst
angenaam zal het mij zijn, als na mijne
uiteenzetting ieder vraagt, wat hem niet
duidelijk is, of de bezwaren oppert, die hij
aheeft tegen 't lidmaatschap van den bond
en ik geloof wel, dat ik allen een voldoend
antwoord zal kunnen geven of hunne be
zwaren zal kunnen weerleggen.
Zoodoende zullen wij elkaar het werk
vereenvoudigen en gemakkelijker tot het
hoofddoel der vergadering geraken, nl de
vergadering overtuigen van de noodzakelijk
heid van den bond
Ik zal mij bepalen tot de bespreking der
volgende punten
lo. Welk nut is er verbonden aan 't
lidmaatschap van den bond
2o. Welke verplichtingen zijn eraan
verbonden
3o. Wanneer er een bond bestaat, is bet
oprichten van afdeelingen noodzakelijk.
Ten eerste over 't nut van den bond.
De vooruitgang op elk gebied eiscbt de
oprichting van vakvereenigingen, waarin do
onderlinge belangen besproken worden. Het
ligt echter niet op den weg van zulk reue
vereeniging, te spreken over politiek, zooals
over verkiezingen of 't steunen van candi-
daten voor de Tweede Kamer, Provinciale
Staten of Gemeenteraad.
Zoo ontstaat er ook nooit tweedracht
en dient de vereeniging uitsluitend ter be
hartiging der vakbelangen.
Welk nut is er verbonden dat wij met
elkaar van gevoelens wisselen.
We komen beter op de hoogte van de
soliditeit der klanten. We kunnen te za
men ons werkvolk beter bekwamen in de
uitoefening van 't vak. We gevoelen ons
eindelijk meer collega's dan wel concurren
ten. Daarboven is er altijd iets te leeren,
altijd iets nieuws te liooren, dat we ook
van
Op gezelligen loon weet onzen missionaris
verslag te geven van zijne groote land- en
zeereis. Vandaag leidt hii ons door het
kanaal van Suez eu de Roode zee naar den
Indischer» Oceaan.
Aan boord van den Oceaniën Zaterdag
1 Oct. 1898.
Dierbare ouders.
Deze Zaterdagmorgen goed negen uur zijn
wij de fameuze Roode zee ingestoomd. Niet,
dat het water hier overal rood zou zier,
wat ik me ooit in mijne jooge jaren heb
ingebeeld, 't water ziel er alom zoo prach
tig groen, dat echte zachte zeegroeo maar
waarom dan roode zee, zult gij zeggen ja,
waarom zij nu rood genoemd wordt, dat
weet ik ook niet, maar wel weet ik, dat men
hier op de boot niet anders meer ziet dan
roode gezichten van de warmte.
Ik heb nu reeds drie velschillende kleu
ren van zee opgemerkt. Van Marseille tot
dicht bij Egypte was het dat zachte glinste
rend— mooie hemelblauw, dat zich vereen
zelvigt met het frissche blauw der lucht, zoo
zijn ook aarde en hemel verbonden.
Aan de rcondigen van den Nijl werd het
eerst groenachtig eu daarna geel. Waar da'
gele vandaan komt wordt op verschillende
wijzen verklaard. Het waarschijnlijkst is hei
wel van de grijsgele wateren der Nijl, die
zich hier op verscheideue punten in zee
stort. Alleen ook slechts vertoont zich dat
geel aan de oppervlaktein het spoor, dat
de boot bij het klieven der golven achter
liet, kwam weer groen water naar boven.
Eindelijk hier op de roode zee, waar ik
thaus op vaar, schittert het prachtigste groen,
dat men zich verbeelden kan.
Maar ik loop mijn reisverhaal vooruit.
Keeren wij terug tot nabij Port-Said, de
eerste ladingsplaats, tot zoover had ik het
in mijn vorigeu brief gebrachtdaar krijgen
t^- zee.
e Port Said, dat een
zelf in toepassing kunnen brengen. We
moeten ons echter niet voorstellen, dat
elke vergadering ons direct voordeel zal
opleveren, neen, maar indirect zal zo werken
in 't voordeel van geheel de schoenmakerij,
zoowel van de patroons als van het werk
volk.
Van wanneer dagteekent de oorsprong
van der bond
We weten allen, hoe, na eene belangrij
ke prijsverhooging van verschillende artike
len in 1895 eene vergadering te Waalwijk
werd bijeengeroepen.
Dit geschiedde in Januari. M.i. te laat,
November ware beter geweest
Maar hoe komt dat Zoo'n vergadering
wordt bijeengeroepen op particulier initiatief
Wie neemt het echter op zich De een
acht het tijd en moeite verloren, de ander
heeft het te druk.
Wanneer er een bond bestaat, kan deze
direct de taak op zich nemen en zoo wordt
dus veel tijd gespaard. We hebben nu
weer te wachten do herziening der tariefwet
Deze kan ook voor ons van belang zijn
De bond kan nu onze zaak door requesten
steunen. Eene goed georganiseerde veree
niging heeft altijd invloed. Wanneer de
Kamerleden weten dat een bond een groot
aantal leden en afdeciingen telt, zoodat
zijne meening kan gehouden worden voor
't algemeen gevoelen der belanghebbenden,
dan houden ze daarmee ook rekening. Ge
begrijpt, dat enkele particulieren hier niet
zooveel kunnen doen. Hieruit blijkt dus
weer duidelijk de noodzakelijkheid van een
bond.
Wij allen moeten erkennen dut bij de
schoenmakerij hier te lande over 't algemeen
weinig vooruitgang valt waar te nemen te
genover het buitenland. Wij moeten daar
om ons werk in overeenstemming met 't
buitenland verbeteren. Dit kan geschieden
door 't uitschrijven van prijsvragen en het
tentoonstellen van ingeleverd werk op de
algemeene vergadering, waar ieder het op
zijn gemak kan beschouwen en beoordeelen.
Ook modellen van buitel.landsch werk kun
nen daar aanwezig zijn. Dit alles wordt
betaald door de boodskast. Dit alleen dunkt
mij is voldoende om 't groot belang van
't lidmaatschap aan te toonen.
Op elke algemeene vergadering zullen
ook 1 of 2 spreekbeurten gehouden worden,
die het een of. ander onderdeel van 't
vak behandelen. Zoodoende kunnen we
weer veel hooren oin 't vak te verbeteren,
hetgeen weer werkt in 't voordeel der
schoenmakerij.
Verder stellen we ons voor, op te richten
een bondsorgaan, dat maandelijks zal ver
schijnen en den leden gratis zal toegezonden
worden. Dit bondsorgaan zal bevatten
voorstellen van adressen te richten aan de
regeering b.v. over de tariefwet, de onge
vallenwet, de verzorging van ouden van
we Suez eu de Roode
Dicht bij het s
tadj
dagen. Ieder lid is gerechtigd in dit blai
weinig voorbij Alexandrië ligt, werd de zee
erg ondiep, spoedig kwam er voorzichtig
heidshalve een loods aan boord, de weg zag
men bijna geheel en al aangeduid door ba-
kens.
Tamelijk dicht konden wij bij de haven
komen. Wat een heerlijk gezicht De haven
bezet met verscheidene groote stoomers, die
den maag met eten en drinken, steen
kolen en water, gingen versterken, zooals de
onze ook zou doen, eu verder bezaaid met
kleine schuiijes, om passagiers aan land te
brengen, visscherbootjcs, sleepers enz., ginds
op het strand vertoonde zich de Oostersche
siad Port Said met hare witte vierkanten
huizen en platte daken, hare kerken en mos
keten.
De kleine schuitjes, die zooeven van alle
zijden rondom ons spelenvaarden hadden
zich inmiddels militairement in eene lang
rechte lijn in gelid gelegd. Dat was ee
meevallertje. Uit de brieven van oudere
Missionarissen wisten wij uog, hoe het hier
met die schuitjes gewoonlijk langs het vech
ten afging: de eeu greep uw valies, de an
der uw parapluie, ten einde u maar in hen
schuitje te krijgen. Waart ge eenmaal ge
zeten en kwam hel op betalen aan, dan
was het gewoonlijk overvragen, zoodat bij 't
beulen de politie te pas kwam.
Nu echter ging alles ordelijk. Het eene
booije geladen, maakte netjes plaats voor
een volgend. Bovendien in elk schuitje hiDg
eeu plankje waarop 30 centimes per persoon.
Onze schipper was zoo slim en had de 3
uitgewischt en hij nam ook de vrijheid er
50 te vragen, maar op alle bootjes zagen wij
denzcUdeo prijs aangekondigd eu de slimme
rik was nog niet slim genoeg om er van
ons meer dan 30 te krijgen.
Nauwelijks zetten we voet aan land, of
daar werden wij van alle zijden bestormd
door allerhande kooplieden, zoo schacheraars
als die arabieren heb ik nog uooit ontmoet.
Een vroeg er 30 franken voor eene com—
pleete verzameling postzegels van Japan. De
Eerw. II. v. Dijck, de Provinciaal van Oost-
Mogolie, die hunne streken kende bood bru
taal weg 5 francs eu ja hij kreeg ze. Ik
heb er nog al enkele postzegels gekocht
voor ons Tmisschieu echter heb ik nog
vragen te stellen over adressen, bewerking
van 't een of ander onderdeel of grondstof,
machines enz. Kan 't bestour van den
bond de vragen beantwoorden, dan krijgt
de inzender ook direct antwoord is het
bestuur op dat oogenblik echter niet vol
doende op de hoogte, dan kan hij zijn
antwoord vinden in het nummer van de
volgende maand.
Vragen echter van plaatselijk belang
richtc men aan 't bestuur der afdeeling.
Zoo is het tegenwoordig voor velen van
belang goede adressen te kennen in 't
buitenland om hun uitvoer te vergrooten.
Ik zelf heb reeds aan enkelen adressen op
gegeven en wel met goed gevolg. Op eene
vergadering kan echter eene commissie wor
den benoemd, die zich belast met het op
sporen van adressen om verschillende arti
kelen in 't buitenland te plaatsen.
Weer kan ik hier wijzen op 't groote
nut, dat eraan verbonden is lid te zijn van
den bond.
Misschien niet allen, maar toch wellicht
de grootste helft zal het met mij eens zijn
dat onze knechts over 't algemeen te slecht
betaald worden. Wij moeten hen betalen
naar hunne bekwaamheid. Is een knecht
ervan overtuigd, dat hij door goed en fiju
werk te leveren ook meer kan verdienen, dan
zal hij zich ook met meer ijver op het werk
toeleggen eu zoo ook werken in 't belang
van zijn patroon. De meeste patroons heb
ben echter te weinig tijd om gedurig met
hunne knechts bezig te zijn cu hun op de
aan te brengen verbeteringen te wijzen.
Daarom moeten we ook hebben vakonderwijs
Dit kan gemakkelijk en op eene weinig kost
bare manier tot stand worden gebracht door
den bond. Het kan misschien gegeven worden
door iemand, die nu eens hier, dan weer
daar onderwijs geeft.
Naar het mij voorkomt heb ik U echter
reeds te lang over 't eerste, punt onderhouden
en word ik wellicht wat vervelend, maar ik
verzoek nog eens allen, die uog niet van dat
groote nut overtuigd zijn, hunne bezwaren
bloot te leggen, opdat ik ze ter hunner vol
doening weerlegge.
Welke verplichtingen zijn eraan het lid
maatschap van den bond verbonden
Elk lid betaalt jaarlijks eene contributie
van ongeveer f l. De afdeeling moet nl
aan de bondskas voor elk lid overdragen een
edrag van f 0.5U Daar de afdeeling zeil
eenige kosten te bestrijden heeft zal de con
ributie komen op ongeveer f 1.
De moreel e verplichting aan het lidmaat
schap verbonden is het bijwonen der alge
meene vergadering. Ik kan Lr niet genoeg
pwekken die vergadering bij te wonen
Hoe meer er op komen, hoe meer er ook
besproken kon worden; hoe beter ook de
lgemeene belangen kunnen worden behartigd
iovendien zal men trachten ep zoo'n dag
iet nuttige inet het aangename te vereenigen
zoodat niemand spijt van zijn reis zal hebben
Ook kunnen we tot de raoreele verplicli
tingen rekenen het steunen van 't vakor
gaan door stellen van belangrijke vragen
Niemand late zich in dezen weerhouden
door vrees voor zijn minder mooi Hollands
Wanneer men zijne bedoeling slechts dui
delijk weergeeft, zorgt dc redactie voor
overige. De bond moet de leden eu
eden den bond helpen.
Men denke aan 't spreekwoord: Als de
eene hand de andere wascht, worden beide
schoon*. Brengt men dit steeds in toe
passing, dan zal zoowel 't belang van
blad als dat van 't lidmaatschap stijgen.
Mijn derde punt is Wanneer de bond
bestaat is het oprichten van afdeelingen
noodzakelijk.
Elke afdeeling kiest een vertegenwoordiger
en een plaatsvervangend lid vo .r 't bestuur;
zoodoende blijven bestuur en leden steeds
met elkaar in aanruking De afgevaardigde
kan opkomen voor plaatselijke belangen,
hij kan het gevoelen zijner afdeeling ver
dedigen en brengt stemmen uit in vwrhou-
ding van 't aantal leden der afdeeling.
Voor elk tiental leden of een gedeelte
ervan wordt 1 stem uitgebracht.
Bestonden er geen afdeelingen, dan zou
men te dikwijls eene algemeene vergadering
moeten beleggen. Hiervan zou het gevolg
zijn: veel onkosten eu in den drukken tijd
slechte opkomst.
Dit een eu ander weegt m.i. zwaar ge
noeg om ons van de noodzakelijkheid van
afdeelingen te overtuigen.
Elke afdeeling maakt een reglement, dat
echter niet in strijd mag zijn inet dat van
den algemeenen bond.
Ook voor de afdeelingen is eene trouwe
pkomst bij de vergaderiugen dringend
noodzakelijk. Hierin worden zaken geregeld
van uitsluitend plaatselijk belang, zooal
het vaststellen van een loonstandaird, het
oen van gezamenlijke inkoopen, enz.
Vooral het vaststellen van een loonstan-
daard is van veel gewicht. Het kan zijn
het #to be, or not to be* van geheel 't
ak. In mijne jeugd heb ik het bijgewoond,
Hoe daardoor weer een tak van nijverheid
tot bloei kwam, die reeds ten doode was
opgeschreven.
Ook de gezamelijke inkoopen zijn van
veel belang. Reeds in Dongen wordt het
door velen gedaan eu ik kan Li verzekeren,
iet werkt zeer voordeelig. Dit alles echter
moet, zooals ik zooeven gezegd heb, in de
afdeelingen worden behandeld.
En nu M. H. meen ik naar mijn best
vermogen de drie punten to hebben toege-
icht. Is er nog iets onduidelijk, men vrage
slechts. (Bravo's.'
Niemand verlangde echter 't woord, het
geen wel pleit voor de uiteenzetting van den
heer Travaglino.
Nadat den aanwezigen gelegenheid was
gegeven zich voor 't lidmaatschap aan te
melden, sloot de heer Travaglino, dankend
voor de trouwe opkomst en het aandachtig
gehoor de vergadering.
Als leden van den „Algemeenen Bond van
Schoenfabrikanten zijn toegetreden
H. van Dortmond.
A. Dekkers-Donders.
Erven H. van der Wee.
W. van Beurden,
P C. van Woenscl.
W. van Nieuwstadt.
J. O. van den Brandt.
H. van den Asseiu.
IIde Jong.
F. vau den Assem.
Alph. Snoeren.
A. A. Gubbeus.
J. P. Vrinten.
Wed. J. A. van Boxtel..
Erven L. Borsten.
Mich. Verhagen.-
A. Schalken-van Vugt.
J. van der Wee.
C. Kroot Lz.
L. van den Hoven Jz.
W. van Dam.
P. H. Vloeimans.
A. van Amersfoort.
M. van Beurden.-
A. van Boxtel-Soeterboek.
H. Gubbeus en Z.
dl'
hen
wel
buit
de
Evenals De Wet is ook Louis Botha hi
volgens de Engelsche bladen drei
geilde gevaar van omsingeling ontkoraei
Hij staat met een troepenmacht tussche
Ermelo en Middelburg, in de rug van c
colonne—French, terwijl de hoofdmacht di
Boeren, die generaal French meldde tege
nover zich te hebben, gecommandeerd won
door generaal Lucas Meyer, van wien i
Engelschen eenige maanden geleden li
praatje uitstrooiden, dat hij wegens verrau
eigenhandig door De Wet met een revo
verschot was gedood.
French' telegram en dut uit Standerti
samenvattende, komen we daarom tot de
onderstelling
Tusschen 16 en 25 Februari heeft Frem
niets gedaan en kunnen doen dan, vo
zoover de regens het toelieten, het lai
rondom zijn kampementen af te loopen
te plunderen; hij heeft daarbij een 300-1
Boeren van hun plaatsen en elders opg
licht; hij heeft weer al het trek- en run
vee geroofd, dat hij kon krijgen op
plaatsen in dit door de Engelschen n
weinig of niet bezochte land en zijn ve
kenners, aan welke hij zoo buitensporig
lof toezwaait wegens hun ontdekkii
hebben met behulp van goud of dreig
men ten verraad weten uit te lokken, c
op het spoor heeft gebracht van e
beschouwd tamelijk onbeteekenend
aan schiettuig, zelfs aangenomen
153 geweren en 20,000 patronen
bruikbaren staat zijn. En daar French
steeds niet van een gevecht rept, kan
vermoedelijk zelf de plaats niet aan wij?
waar er 9 Boeren gevallen zijn en
Engelschen geen verliezen hebben gehad.
Wat is nu overigens French' positie
midden zijner veroverde schatten Op$
houden in zijn opmarsch door zware rege
belet dezelfde oorzaak hem volgens t
Reuter-telegram om aanvoer van p
viand te krijgen Dit feit zal ongetwijf
weer terugwerken op de verliezenlijst. I
laat zich haast niet denken in welk i
toestand tnensch en dier moeten verkee
onder den nu al verscheiden dagen m
houdenden druk van een Zuid-Afrikaausi
regenperiode. Ieder die weet, wat z
een inderdaad tropische regen beteekf
kan zich echter voorstellen dat French i
alleen nu, maar voor nog verscheiden da,
tol werkeloosheid zal zijn gedoemd d
verspoelde wegen, ziekte en schade aan
legertros. Het is de vraag of Kitchen.
enthousiasme, waarvan de Standard-cori'
pondent uit Pretoria seint, en 't welk
van Middelburg uit aan zijn onderbev
hebbers ronddeelt, French' positie en
der andere colonne-aanvoerders belang
zal versterken. Integendeel zal de zekerh
welke French heeft, dat de Boeren wa
schijnlijk volop gelegenheid hebben gekre
zich onder Lucas Meijer naar de Pongo
vallei terug te trekken, hem weinig vr
lijk stemmen ondanks al zijn buit, die li
ten slotte neg zal overstelpen. Dun
komt dat de wetenschap, dat hij een aa
Boeren in den rug heeft, die met of zor
Louis Botha langs zijn flanken en door
liniën zijn heengebroken, hem, al was
ruaar om diezelfde reden, niet minder
gerustheid zal haren.
Wat Louis Botha betreft, mag men di
ons nu wel aannemen, dat er van one
handelen over overgave zijnerzijds
sprake meer is op 't oogenblik en da
niet genoeg afgeboden
Port—Said beslaat uitsluitend uit winkels
Het leeft van de booten, die om steenkole
enz. in te nemen er twee, drie uren stil lig
gen. De stad zelfs biedt weinig schoons
maar haar volk en de bedrijvigheid maken
haar iuterressant.
Men ontmoet er allerlei slag van menschen,
de meeste echter Arabieren, met bruingele
gelaatskleur en pik zwart kroeshaar. Broek
eu overkleed maken hunne kleeding uit.
Kindereu dragen een lang gekleurd rokjt,
allen dragen een doek om het hoofd gewon
den bij wijze van hoofddeksel. De vrouwen
zijn eigenaardig, zeer zedig toch gekleed,
wij meenden den eersten maal nonnetjes te
zien. Een lange zwarte mantel hangt achter
over 't hoofd en slingert zich over geheel
het lichaam, zelfs de gelaatstrekken zijn ge
heel eu al verborgen.
De mond is bedekt met een sraallen zwarten
doek, die tot op de borst afhangt, zonder
dezen sluier mag geene enkele vrouw in 't
openbaar verschijnen. Op de neus dragen
allen eeu koperen of bamboesen kokertje,
dat reikt tot aan het voorhoofd. Men zegt,
dat de vrouwen over 't algemeen buitenge
woon schoon zijn.
De mannen hebben weinig bevalligs,
nochtans vindt ge er onder met zeer
schoone forsche gestalten en met fijne regel
matige trekken iu "i gelaat.
De kinderkes zijn aantrekkelijk.
Er zijn verschillende katholieke kerken
in Port—Said o. a. eene der Frausiscaneu,
eenvoudig en netjes.
Ook eene Turksche moskee hebben we
bezocht! Aan den ingang zat er een
dikke Arabier.
Nauwelijks zag hij, dat wij de moskee iu
wilden, of daar komt hij met eeu heelen
stapel muilen aangedragen, die wij over de
schoenen raoesteD aantrekkeu, zeker, wijl
wij onreineu waren en oningewi^den. Onze
Provinciaal dacht er zonder muilen wel
in te komen, zie eens, zeide hij, wat mijne
schoenen zuiver zijn; maar de dikke Ara
bier keek zoo ernstig en zijne houding
was zoo beslist, dat hij wel bemerk'e, dat
er geene mogelijkheid was zonder die dingen
iets van de moskee te zien.
Wij trokkeu ze aan en deden ons best
ernstig te blijven.
Er was al heel weinig te zien in de mos
kee. Vier kale muren, twee lijen vier
kantige kolommen, eene vloer, met gevloch
ten matteu bedekt, en wat verschillende
kerkgangers, die niet gelijk bij ons op
de knieCn godvruchtig taien te bidden maar
iu hunne volle leugte lagen neergevleid in
alle hoeken en kautea en tegen eiken ko
lom eu sliepen en snorkten, dat het een
lust was.
Onwillekeurig stoorde een onderdrukte
lach het stille gemurmel van de gebeden
der slapenden.
Het godsdienstgevoel van den dikke Ara
bier was er door verstoord, verontwaardigd
stond hij op, ontnam ous de muiltjes eu zette
ons aan de deur.
Buiten gekomen uit het gezicht van den
Arabier konden wij onder ons eens gulweg
uitlachen.
Daar zag ik op straat een man met een
ezeltje en op dat ezeltje iels. wat op een
zwart varken geleek maar zonder pooten.
Bij nader onderzoek bleek het een vel te
van een zwart varken, waarvan alle
dicht genaaid en dat lot
zijn
openingen waren
waterzak dient. Men gaat er zoet water
mede halen aan de weinige pompen, die er
iu de stad zijn. Onze boot werd ook op
die wijze van drinkwater voorzien. De gacron
zeide dat het Nijlwater was (natuurlijk ge
zuiverd), hetwelk uitmuntend is van smaak
eu buitengewoon heider. De Nijl heeft voor
ons iets aantrekkelijks, omdat zij herinnert
aan Pharao en Mozcs en zijne wonderwer
ken, evenals de Roode zee, waar eens Mozes
met'de zijnen droogvoets doortrok en Pharao
met zijne gepantserde ruiters in de onstuimig
samensiroomende golven verging.
Port—Said heeft haar ontstaan te danken
aan het kanaal van Suez. Voor 20 jareu
was er nog niets.
Eene prachtige vinding dat aanleggen van
het kanaal. Vroeger moest men heel den
Atlantischen Oceaan door, om in den In
dischen Oceaau te komen.
Wij stapten in de bootjes en betraden
ons goed zeepaleis. Reeds bij Port—Said
begint het kanaal, de weg is geheel door
bakens aangeduid.
Aanhoudend zagen we hier groote zw
visschen boven het water uitkomen, met
rug geheel en al gekamd, wij hoorden 1.
dat het zeevarkens waren. Ook en
vliegende visschen hebben wij reeds gei
doch slechts kleintjes en in de vertr, ha
nog nie', verwonderlijk genoeg, want
moeten er hier genoeg zijn.
Het kanaal is in zijne volle lengt'
uren.
Vooraau loopt het door een groot n
verder door eene onmetelijke dorre woei
waarin op vele plaatsen harde rotsgr
De aanleg van zulk kanaal is ecu e
reuzenwerk.
De breedte is 35 tot 40 meter. De sch.
mogen een diepgang hebben van 6 m
Twee groote booten kunnen elkaar
voorbij varen, omdat er aan de kan:
genoeg diepte is. Daarom heeft mei
bepaalden punten raijlplaatseu, waar
kanaal veel breeder is op dezelfden
eenigszius als op den Dusschens'
dijk.
Men heeft er 16 jaar aan gearbeil i
het kanaal 20jaar in gebruik.
't Was voor ons eene aangename afw
ling, na slechts zee en nog eens zee gt
te hebben, ook eens te kunnen varen I
het strand, aau weerskanten woestijn en
grond.
De boot voer slechts met halve sto
kracht en het was bijna of ik op een ou
wetsche Holandsche trekschuit mij bev
waar ik mij voor zoover ik weet wel
op bevonden heb, maar waar ik toch rc
keer over heb gelezeu. Het laud was n
dorre woestijn.
Links de woestijnen van Azie en rt
die van Afrika. Hier en daar een
met een verzengd tuiutje voor de kan
wachters.
Hel graveu heeft 470 raillioen fra
gekost.
Er varen jaarijks gemiddeld 3400 bc
door. Ieder boot betaalt voor hee
terug 6 000 francs. Een goed zaakje
Franschen hebben het werk gedaai
Engelschen hebben alle Fransche acties
kocht en ziju nu meester van deu doortoc