Nummer 25.
Donderdag 28 Maart 1901.
24p Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
K0N0P0L- THEE
B
B
m
B
Op den Drempel van het Paradijs,
DE KONINGIN en PRINS HENDRIK.
De Zuid-Afrikaansche oorlog.
ASTOON TIELEI,
Theod. WESSELS,
7 ND USTETEEL EN.
probeeren
is blijven gebruiken.
WAALWIJK.
Bekendmaking.
FEUILLETON.
U I T g e v E n
Zij die zich voor
het volgend kwartaal
abonneeren, ontvan
gen de in deze maand nog ver
schijnende nummers GRATIS.
Verkrijgbaar bij den Heer
De Echo van het Zuiden
ei Lingslraitsche Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavon d.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0.75.
Franco per post door het geheele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
W A A L W IJ K.
Advertentie** 17 regels t 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Advertentiëu Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden SJmaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Waalwijk houdt zich onledig met het
opmaken van het verslag over 1900.
Heeren Industriëelen worden verzocht
htinue opgaven voor het verslag zoo spoedig
mogelijk aan den Voorzitter, in te zenden.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
voornoemd
nr—Tr
De Burgemeester van Waalwijk roept bij deze
op den milicien verlofganger FRANCISCUS JO
SEPH US SCHELLEKENS om op Zaterdag 30
Staart 1901 te Gravenhage onder de wapenen
te komen en wel voor 4 uur des namiddags.
Waalwijk 23 Maart 1901.
De Burgemeester voornoemd.
K. DE VAN DER SCHUEREN
Kiezerslijst.
Burgemeester en Wethouders van Waalwijk
brengen ter openbare kennis dat de kiezerslijst
voor het jaar 1901/1902 alsmede de alphabetische
lijsten van de namen en voornamen van hen,
die bij de herziening van die lijst zijn afgevoerd
en van hen, die daarop zijn gebracht, door hen
zijn vastgesteld, van den 23 Maart tot en met
den 21 April a. s. ter Secretarie dezer gemeente
voor een ieder ter inzage zijn nedergalegd en
14)
Deze bloosde, bij het voelen van dien vor3chen-
den blik. Eensklaps stond zij op.
«Wilt u nu al gaan
«Ik zou nog gaarne wat in de duinen wan
delen.'
«Wilt u ons dan Diet meenemen
«Gaarne, maar ik dacht, dat u nog wat rust
xou willen blijven nemen.'
De rechtersweduwe leunde op den arm van
haren zoon. Manon liep aan hare zijde.
Een aantal jonge meisjes, onder hen Emmy
von lluber, had zien in het weeke, warme duin
zand neergevlijd een schrille spotlach klonk van
Emmy's lippen, toen zij de drie zag naderen.
«Kijk, barones Karger in het eeuwige witte kleed 1'
riep zij tamelijk luide. Toen zij voorbijgingen,
zeide zij spijtig «Zij heeft een nieuwen aanbid
der gekregen, maar een zeer onhandigen, naar
het schijnt. Die vonkelende brilleglazen zouden
mij verlegen kunoen maken zoo, stel ik me voor,
moet een groot-inquisiteur er precies uitzien.'
Er was groote reünie in hot kurhuis.
De rechtersweduwe zat naast mevrouw von
lluber en maakte met haar variaties op het
Ihema van het onlangs gemaakte uitstapje, naar
het eiland Hela, terwijl de advocaat, die een
bekende had aangetroffen, in de kamer daarnaast
met dezen, onder een glaasje wijn, zat te praten.
De Vrijheer von Stamm was in de danszaal
gegaan, had daar Manon opgezocht en begaf zich
met haar in het gewoel der dansende menigte.
Zij was een hartstochtelijke liefhebster van den
dsns en greep iedere gelegenheid, die zich
daartoe aanbood, met beide handen aan. Na
het einde van een dans, iu de groote pauze,
Toerde hij haar naar een vensternis en was weldra
met haar in een zeer levendig gesprek gewikkeld
"ij sprak over zijne geboorteplaats, zijn vader
en zijne zusterehij gevoelde zich gelukkig, dut
tegen betaling der kosten, in afschrift of afdruk
verkrijgbaar zijn.
Waalwijk den 22 Maart 1901.
Burgemeester en Wethouders,
De Secretaris,
F. W. VAN LIEMPT.
De Burgemeester,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
Is er iets onbescheidens in te spreken
over de Koningin en Haar Gemaal ook in
bijzonderheden, die niet dadelijk en uit
sluitend tot bet karakter van Hoofd van
den Staat te brengen zijn
liet komt ons voor van niet. Wanneer
het Vorstenpaar Zich op een galavoorstel
ling of bij een raout, voor vele honderden
vertoont, geeft het Zich veelal met groote
beperking, maar in het onafhankelijk frisch-
persoonlijk karakter onzer Koningin is niet
zóó groote beperking mogelijk, dat daar
niet telkens even, in kleinigheden, iets
zichtbaar wordt, van de jonge vrouw aan
wie misschien eigenlijk al dat décorum Diet
aangenaam is.
Men merkt dat op en men mag er over
spreken. Juist dat frisch-persoonlijke in
onze Vorstin zal Haar bij ons, Hollanders,
die ook niet houden van drukkende forma
liteiten, te liever maken.
Toen uit het paleis aan het Noordeinde
de bezittingen van Hare Majesteit de Ko^
ningeu-Moeder overgebracht werden naar
het nieuwe paleis aan het Voorhout, zagen
voorbijgangers een groot schilderij wegdragen
een afbeelding van de Inhuldigingsplechtig
heid, geschenk van de Koningin aan Hare
Moeder, En daarop had zijzelve met Haar
bekende groote forsch-gedrukte letters ge
schreven "Van uw deftig kind".
Dat typeert. Het is trouwens geen ge
heim, dat de omgang tusschen moeder en
kind ten hove altijd zéér innig geweest is,
zonder een zweem van hoofsch décorum.
i/Moeder" en yMientje", zoo spreken Zij
elkaar aau.
De Koningin heeft een hekel aan deftig,
gemaakt praten. Er is niets Ilègsch in
Haar Hollandsch. Het is wel zoo stevig
mogelijk, nergens eenige geaffecteerdheid.
Haar geluid is zéér ontwikkeld, maar zéér
melodieus. Toen Zij in de vorige week te
Amsterdam het nieuwe pantserschip doopte,
doorklonk Haar stem de geheele werf tot in
de verste hoeken en iedereen hóórde dat
zaugerige in die stern, het krachtig harte-
m
hij dit doen mocht en prees op innemende
wijze liet slot te Stammweiler.
«Spreek niet meer over uwe schoone geboorte
grond, ik zou anders in de verleiding kunnen
komen er heimelijk heen te trekken en
«En de jonge Vrijheer boog, vol spanning,
het hoofd.
U daarom te benijden.'
«Benijden scherste hij.
,Ik benijd da raenschen dikwijls hun tehuis,
wilt u dat wel gelooven
«Dat begrijp ik niet.'
«Dit wil ik u vrijmoedig bekennen ik ben nan
het zoeken naar een tehuis.'
,U zoekt een eigen haard, barones Manor?
laat mij dan alles, wat ik bezit, aan uwe voeten
mogen leggen.'
Manon was van haren stoel opgesprongen en
keek htm scherp aan. «Wanneer ik daar juist
aan het zoeken naar een tehuis sprak, dan mocht
dat voor u geen reden zijn om, op deze wijze
tot mij te spreken ik hield u voor een vriend
aan wien men meer toevertrouwt dun aan vreem
den en dien men, zoo nu en dan om raad vraagt.
L)ank zij uwe rijpe levenservaring, was hal on
lang* reeds mijn voornemen mij tot u te wenden,
met het verzoek, mij een familiepensiou aan te
wijzeD, waar ik dezen winter zou kunnen ver
toeven. Mevrouw Brunneck vertrekt binnen
acht dagen van hier en ik wil niet langer alleen
hier blijven. Ik ben reeds met eenige dames
pensions in correspondentie getreden en daaronder
zijn er zeer dure/die in een bekoorlijken streek
zijn gelegen maar geen van allen stond mij
aan ik zou gaarne een eenvoudig, fatsoenlijk
huis hebben, dat mij de gelegenheid verschafte
mij in de wereld en in gezelschappen gemak
kelijk te leereu bewegen.'
«Duizendmaal dank voor uw vertrouwen, ba
rones Manon. Ik smeek u aan mijne woorden
geene verkeerde beteekenis toe te kennen. Als
u wist, hoezeer ik u vereer, zou elk zweem van
wantrouwen verie van u blijven. Nogmaals
hartelijk dank voor uw vertrouwen. Zou ik
mij een opmerking mogen veroorloven, dan is
het deze blijf u zooals u bent, blijf vrij van de
coquetterie onder salondames, ik smeek u, blijf
u zoo. Ik heb u in het verkeer met anderen
gezien en vergelijkingen gemaakt; uwe natuur
lijkheid doet u boven allen verre verheven zijn.'
lijke, dat zoo echt Oranje's is.
Bij Haar vertrek uit Arasterdam leunde
Wilhelraina nog even uit het venster en
riep Haar Moeder toe Moeder Hé, Moeder
tje. Doe vooral de complimenten aan oom
Frits (den vorst van Waldeck Pyrmont.,
die den volgenden dag in de residentie zou
komen).
Journalisten hebben hij Koninginnereizen
telkens gehoord, hoe in Haar intieme om
geving de Koningin in prettig, rond Hol
landsch opmerkingen maakte.
Wie aan schriftkennis ook maar een weinig
gedaan heeft, zal in het karakteristiek schrift
van onze Koningin dadelijk als sterksprekend
kenmerk waarnemen een vasten wil, on
buigzaamheid. En wie wat dieper de grap-
hologische geheimen doorschouwd heeft,
merkt er ook in op vroolijkheid, die iets
dartels en plagends heeft, vernuft en geest
als aantrekkelijkste eigenschappen.
Deze eigenschappen dan zijn in Haar
gewoon leven dadelijk waarneembaar, minder
'in Haar optreden in het openbaar. Er is,
terecht, maar één roep over de wijze waarop
deze jonge Vrouw de Koninklijke waardig
heid weet te dragen. Zij wint, door Haar
vrieudelijken glimlach, Haar zéér groote
belangstelling, die zij op Haar ritten en
bij bezoeken altijd toont, Haar eenvoudige
minzaamheid, dadelijk alle harten.
In dit opzicht evenaart Zij de Koningin
Moeder. Beiden, Moeder en Dochter, ver
staan op audiënties en raouts voortreffelijk
de groote kunst Zich met een aantal auto
riteiten te onderhouden en elk hunner een
waardeering van arbeid en invloed te geven
in enkele uitnemend gekozen woorden of
wel met hen een gesprek aan te knoopeu
over hun tak van dienst, die van buiten
gewoon beleid getuigen.
Trouwens, óór elk bezoek en vóór elke
ontvangst plegen de Vorstinnen Zich steeds
volkomen op de hoogte te stellen. Zoo kun
nen Zij vaak vragen doen en opmerkingen
maken, die verrassend Haar kennis van
zaken bewijzen.
Prins Hendrik, in het openbaar optredend,
geeft niet de impressie van reeds in de
zaken en in Zijn omgeving ingeleefd te zijn.
Hij is daarvoor ook te kort in Nederland.
Persoonlijk maakt Hij een zeer aangena-
men indruk. Hij is een krachtig gebouwd
gezond jong man, aan Wien niet veel is
het Duitsch-Schmeichelende dat ons
van
vaak onzen Oostelijken nabuur niet aange
naam maakt.
Prins Hendrik heeft zeker niet hij Zijn
Hartstochtelijk opgewonden, haalde de Vrij
heer diep adem. ,U hebt mij wel eens gezegd,
dat u alleen op de wereld stondt en daarom
billijk ik uw plan, om u onder bescherming van
een achtenswaardige familie te willen stellen;
wel nou ik een nog betere, een veel betere, be
scherming weten, maar de tijd is misschien nog
niet gekomen, om daarover te spreken. Mijne
zuster Lucy vertoeft, sedert kort, in het pepsion
van Mevrouw Wullbradt, weduwe van wijlen
den rector van het Gymnasium te N....
«Te N maar daar woont immers Mevrouw
de weduwe Brunneck.'
«Juist. Het huis heeft een goeden klank. Lucy
is daar, om in de wereld gebracht te worden
het leven te Stammweiler is zeer eentonig en,
sinds den dood mijner moeder, heerscht er ten
onzent geen gezellige vroolijkheid meer; Lucy
echter i3 jong eu levenslustig en danrom heeft
mijn vader haar aan de zorgen van Mevrouw
Wullbradt toevertrouwd, bij wie het zijn plan
i9 haar twee jaren te laten. Ik geloof wel, dat
u dat instituut zal toelachen er beslaat niet de
minste dwang of beperking van de vrijheid der
jonge dames. In elk geval «ijn er slechts dames
uit de hoogste kringen en wordt iemand zonder
aanbeveling niet toegelaten.»
«Dan zal ik er van af moeten zien, ik ben
geheel en al onbekend wie zou mij dien dienst
willen bewijzen?'
«Ik barones Manon."
«U wilt voor mij borgstaan
«Zeker.' Hij hield zijne hand op, zij sloeg toe
en beantwoordde zijn druk.
Toen Manon later bij de rechtersweduwe
kwam, om haar tot vertrekken ann te sporen,
sprak deze verrast: «Wat gloeien uwe wangen.
Hebt u veel gedanst
„Zeer veel en het is mij nog nooit te voren
zoo goed bevallen* verzekerde Manon, m^t
stralende oogen.
«De Vrijheer moet ook een uitstekend danser
zijn, naar mij de kleine, boosaardig Emmy
vertelde. Het doet mij veel genoegen, dat u
flink gedanst en u uitstekend hebt geamuseerd.
Nu, krijg maar geen kleur, de jonge Staram is
een uitmuntende partij!' sprak de oude dame,
terwijl zij zich door Manon haren mantel liet
omslaan.
De advocaat stond op den deurdrempel te
bezoeken aan Den Haag en Amsterdam
stormenderhand de harten van het volk ver
overd. In zijn optreden was iets afgeme-
tends, iets zéér corrects, dat het natuurlijk
gevolg is van Zijn nog niet in ons volk-
ingeleefd zijn, maar dat uiterlijk toch iets
koels had.
Toch, als wij de berichten over 's Prinsen
optreden in Mecklenburg gehoord hebben,
mogen wij overtuigd zijn, dat de Prins,
eenmaal volkomen Nederlander eu daardoor
minder gereserveerd, Zich de liefde van het
volk zal weten te verzekeren.
Ons volk geeft zich niet zoo gauw en
tegenover te groote correctheid is het van
zelf eenigszins koel. Maar het is evenzeer
niet zoo moeielijk te winnen.
Bij het bezoek aan Amsterdam, waar de
Prins zich meestal in de uniform van Schout
bij Nacht vertoonde, heeft Hij ddórdoor,
maar vooral bij Zijn toespraak op de Rijks
werf, bepaald, dat Zijn voorkeur gericht
was naar de Marine.
De Marine zal het wapen zijn, waaraan
Prins Hendrik vooral zijn sympathie geefl.
Eigenaardig is dat wijlen de oom der Ko
ningin, óók een Prins Hendrik evenzeer zijn
sympathie aan onze vloot gaf. En deze
prins heeft voor Oonze handelsvloot zulke
uitnemende dingen gedaan, dal zijn naam
daar, sterker nog dan bij de oorlogsvloot,
in de hartelijkste herinnering voortleeft.
Het is voor ons volk en ons land te ho
pen, dat de Gemaal onzer Koningin zich
voor onze koopvaardij even verdienstelijk
zal weten te maken. Want haar kan een
forsche steun van hoogerhand niet anders
dan nuttig wezen. Onze oorlogsvloot is uit
den aard beperkt en, door de reusachlige
sommen, die daartoe noodig zijn, kan zij
toch niet geheel op de hoogte van tijds
eischei) gehouden worden. Wil Prins Hen
drik, Schout bij Nacht van de Koninklijke
Marine, de handelskoopvaardij Zijn belang
stelling geven. Hij zal zich hij onze natie
een eerezuil stichten.
Er is veel voor een Prins-Gemaal in ons
land te doen. Zijn invloed op 's landszaken
zal vauzelf groot zijn. Als lid van den
Raad van State heeft Hij een adviseerende
stem, maar als Echtgenoot van de Koningin
zal hij aan het hot een vaak beslissende
stem kunnen uitbrengen.
Hopen wij allen, dat Wilhelmina's regee
ring aan de zijde van Prins Hendrik heil
vol voor ons land zal wezen, niet minder
hopen wij, dat Haar en Haar Gemaal zelve
het grootste heil zal ten deel vallen van
een vredigen blijden echt.
wachten en had ieder woord gehoord.
«Och, dat ik van jou, Rairaond, toch ook de
verzekering kreeg, dat het je goed is bevallen.'
Een lichte zucht ontsnapte, bij deze woorden,
aan de borst der weduwe.
«Die verzekering kan ik u, zonder aarzelen,
geven, mama.'
«Ach ja niet den ouden rechter von Rep
pen I" v
«Ik ben te oud, om aan het dansan en spelen
der jeugd mee te doen, barones Karger, mag
ik u uwe sortie omslaan Hij sprak vriendelijk
en ernstig, zooals altijd, en zij liet het zwijgend
toe, dat hij den zijden, met zwanendons bezetten,
witten mantel over hare schouders legde. Zijne
in dergelijke zaken, ongeoefende hand raakte
daarbij hare wang.
Een brandend rood overtoog zijn gelaat hij
schrok als een jong meisje. «Pardon ik ben
verbazend onhandig," mompelde hij, zich ver
ontschuldigend. Hij gaf zijn moeder den arm
en liet het aan .Manon over hen te volgen.
„Zij deed dit werktuigelijk. In hare ooren
klonken de woorden: «De Vrijheer is een goede
partij
De maan scheen helder er. de spookachtige
schaduwen der hoornen op den weg omgaven
hen met droomerige stilte. Achter zich hoorden
zij de laatste tonen van den slotwals. Het feest
had zijn einde bereikt.
«Wij hebben ons van avond veel langer opge
houden dan gewoonlijk, barones Manon vroeger
waren wij veel huiselijker. De gezelligheid
heeft ons geboeid gehouden, het was een veruk-
kelijke avond.'
«Ronduit gezegd, vei langde ik reeds lang naar
huis, maar, toen ik zag, dat u met de dames
druk zat te kouten en de baronesse zich, klaar
blijkelijk, uitstekend amuseerde, bleef ik, met
genoegen geduldig wachten.»
«Tegenover mij hadt u niet zoo toeschietelijk
behoeven te zijn, mijnheer de advocaat, ik kan
het dansen zeer goed laten.'
«Dus geen hartstochtelijke liefhebster van dan
dans
«Dat wel, maar ik laat het even gaa-nc na,
om anderen geen ongerief te bezorgen.»
„Barones Manon is in alle opzichten, onzelf
zuchtig. Maar, waarlijk, tegenover mij is zoo
veel toegevendheid verkwisting, Ik had mijn
Er is niet- de minste twijfel of het mis
lukken der vredesonderhandelingen tusschen
Botha en Kitchener heeft in Engeland groote:
teleurstelling verwekt en Chamberlain's hoog
hartige verklaring in het parlement gisteren,
dat de regeering niet voornemens is de
onderhandelingen te heropenen, is niet in
staat den indruk weg te nemen dat ook dr
minister van koloniën gevoelt, dat Engeland's
prestige nergens ter wereld wel het mins:
bij de Boeren zelf door den afloop is be
vorderd. En aangezien Botha, voorzoover
ons bekend, na zijn vnon-possumus" volstrekt
nitt om heropening der onderhande
lingen heeft gevraagd, lijkt Chamberlains
verklaring meer een poging om den
toorn der Daily Mail en consorten te stillen,
die het maar steeds hebben over Engeland's
grootmoedigheid, dan een bewijs dat do
Engelsche regeering nu een haar minder met
het geval verlegen zit dan een maand ge
leden. Zij is eer verder van huis geraakt.
Onder zulke omstandigheden möet er
natuurlijk iels gedaan worden om het En--
gelsche publiek niet nog verder te ontstemmen,
dat goedige publiek, 't welk werkelijk na d«
ofticieele leugens van anderhalf jaar deze
betiteling der ambtelijke lapporten is van
de Daily News en andere Engelsche bladen
moest denken, dat de Boeren met een zucht
van vei lichting op Kitchener's aanbiedingen
zouden aanvallen. En daarom wordt he:
oude middel van overwinningsverhalen
weer toegepast, met welks toediening zielt
de opperbevelhebber en de nieuwsagent
schappen met graagte belasten.
Iu de eerste plaats wordt een gevecht bij
Jansenville nu tol een slag gepromoveerd.
Een slag hebben we in langen tijd niet ge
had wij zijn niet eens zeker of Nooitge-
dacht destijds wel een „slag" geweest is.
Maar Jansenville blijkbaar wordt he«
gevecht bij Blauwkrans bedoeld is Woens
dag getuige geweest van een slag. De ver
liezen der Boeren, die aanvankelijk vier
dooden en een onbekend getal verwonden
bedroegen, zijn in eer. Central News telegrat..
aangegroeid tot 50 gesneuvelden, waarvan
20 op het slagveld zijn achtergebleven, ter
wijl het onbekende getal gewonden is
gebleken precies geteld 370 te bedragen.
Waar die andere gesneuvelden gebleven
zijn, blijkt niet. Vermoedelijk zijn zij met
de 370 gewonden weggeloopen. Want van
medenemen door hun makkers kon geen
sprake zijn. Immers, „toeu de Boeten een
maal bemerkten, dat zij geheel en al om
singeld waren, renden ze als razenden van
de eene colonne naar de andere in hun
pogingen om te ontsnappen. Kleine groepen
gelukte het veilig weg te komen." Het is
gesprek best op een anderen keer kunnen voort
zetten. Daar zijn wij alweer aan liet badhotel."
„Mag ik u hier goeden nacht wenschcn, Me
vrouw? Ik zou gaarne nog wat op an neer
loopen, het is zulks een schoone avond*. Manon
stond op de onderste treden van de trap voor
de veranda. Het volle maanlicht viel op haro
slanke gestalte, deze koninklijke gedaante, met
hare bekoorlijke bewegingen!
«Barones, u gelijkt nu precies op een fee uit
een sprookje', schertste de oude dame, nadut zi.,
haar eenige oogeublikken stilzwijgend had gade
geslagen.
Manon sprak geen woord zij dacht aan den
prins, dien zij wilde zoeken; wie was liet: Du
rijheer of advocaat Brunneck liet zware,
glanzende kleed ruisebte zacht, toen zij zich
zijwaarts wendde tot Brunneck, om van dezen
afscheid te nemen.
Ook hij keek haar aan, met zijn gewoon,
ernstig, ietwat bleek gelaat en de schitterende
brilleglazen.
«Ga uw gang maar Rairoond zal u begeleiden;
laat mij echter mijr. zin doen nu ik de muziek
niet meer hoor, begin ik slaperig te worden.
Daar loopt juist het kamermeisje in den gang,
die zal mij wel terecht helpen. Wel te lusten,
wacht niet te lang meer met naar bed te gaan.
«Mag ik zoo vrij zijn Raimond Brunneck
was naast Manon gaan staan.
Met een zucht legde zij hare kleine, witge
handschoende hand op ziju arm. Ik wilde Me-
viouw uwe moeder niet tegenspreken, maar ik
zou zoo guarue een half uurtje alleen zijn ge
bleven.'
«Buiten
Manon knikte.
Wilt Nu met mijn geleide genoegen nemen,
dan zal u het half uurtje stil nadenkens worden
gegeven, ik zal u daarbij met geen enkel woord,
storen.'
(Wordt vervolgd.)