Nummer 29.
24« J aargang
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen.
f
MONOPOL - THEE
lp den Drempel van liet Paradijs
ANTOON T IEL EN,
Theod. WESSELS,
De Volksgezondheid.
1
1NDUSTRIËELEA.
door waterhoudendheid
voordeelig in gebruik.
WAALWIJK.
FEUILLETON.
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f0.75.
Franco per post door het geheele rijk fü.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
UlTGEVEIt:
WAALWIJK.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
te Waalwijk houdt zich onledig met het
opmaken van het verslag over 1900.
Heeren Industriëelen worden verzocht
hunne opgaven voor het verslag zoo spoedig
mogelijk aan den Voorzitter in te zenden.
J)e Kamer van Koophandel en Fabrieken
voornoemd.
Verkrijgbaar bij den Heer
Aan de zoogenaamde Woningwet, de be
palingen omtrent de volkshuisvesting, sluit,
zich, zooals wij reeds gezegd hebben, het
ontwerp aan, regelende het toezicht op de
volksgezondheid, de z.g. Gezondheidswet,
die bestemd is de wet van 1865, betrek
kelijk het ^geneeskundig Staatstoezicht* te
vervangen. Die laatste wet was het product
van eeu groote parlementaire tobberij en
droeg van den begiune af den stempel ha
ter gebrekkige samenstelling en van haar
gebrekkigen gedachtengang.
Thans zou het worden een Staatstoe
zicht op de volksgezondheid.*
Dat toezicht zal omvatten het onderzoek
naar den staat der volksgezondheid en,
waar noodig, de aanwijzing en bevordering
van middelen ter verbetering; en voorts de
handhaving der wetten en verordeningen
in verband daarmede vastgesteld, voor zoover
te dien aanzien geen andere regeling is
gemaakt.
Er zullen wezeneen centrale gezond
heidsraad, hoofd-inspecteurs van de volks
gezondheid, gewone inspecteurs en gezond
heidscommissiën.
I)e bovengenoemde ambtenaren staan
onder eede, hetzij mondeling of schriftelijk
afgelegd.
Er zijn gewone en buitengewone leden
van den centralen gezondheidsraad. Dezen
treden in het geheele Kijk op.
De inspecteurs en de leden en secreta
rissen der gezondheidscommissiën hebben
hun eigen ambtsgebied. De leden van den
gezondheidsraad en de overigen binnen hun
ambtskring zijn bevoegd, alle openbare
gebouwen, alle scholen en andere tot het
geven van onderwijs besïemde lokalen, kin
derbewaarplaatsen, gestichten van liefdadig
heid, weeshuizen, herbergen, logementen,
slaapsteden, fabrieken, werkplaatsen, maga
zijnen, winkels, gevangenissen, ziekeninrich-
tingen, badhuizen en voor zoover dit
noodig is alle woningen binnen te treden
ten einde zich zooveel mogelijk bekend te
maken met den toestand en de inrichting
van de gebouwen of woningen. Zoo noodig
moet de kantonrechter of de burgemeester
of een wethouder of een commissaris van
politie schriftelijk last geven tot het bin
nentreden van een woning, wauueer de be
woner dit niet wil gedoogen.
De officieele gezondheidscommissie zal
hebben te adviseeren over de vaststelling,
de wijziging of de intrekking van besluiten
en verordeningen van de gemeenteraden
betreffende de volkshuisvesting, de verwij
dering van den afyoer van vuilde rein
heid van wegen en waterenvoorkoming,
wering of beteugeling van besmettelijke
ziektendrinkwaterleidingen of andere
voorzieningen tot verkrijging van drinkwater
gezondheidstoezicht op levensmiddelen en
alle overige besluiten en verordeningen in
het belang der volksgezondheid.
In spoed-eischeude gevallen kan de ge
zondheidscommissie worden gepasseerd, doch
dan moet daarvan uitdrukkelijk melding
worden gemaakt.
Vanwege het Gemeentebestuur moeten
aan den centralen gezondheidsraad, aan den
hoofdinspecteur en de inspecteurs, binnen
wier ambtsgebied hun gemeente ligt, en
aan de gezondheidscommissie alls door dezen
verlangde inlichtingen worden gegeven be
treffende de naleving van de wetten of
verordeningen.
Voorts moet aan den hoofdinspecteur
maandelijks, en bij meer dan gewone sterfte
op zijn verzoek wekelijks, een opgave worden
gedaan van de in de gemeente overledenen.
De inspecteur krijgt ook van B. en W.
kennis van de vestiging, het vertrek, het
Advkrtkntiën 1 7 regels f 0.60 daarboven 8 cent per regel, groote
letters naar plaatsruimte. Adverteotiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden -maal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
overlijden eii, voor zooveel bekend van liet
neerleggen der praktijk door een genees
kundige, een tandmeester, een apotheker
of een vroedvrouw in de gemeente.
Men ziet, dat, meer bepaaldelijk wat de
gezondheids-inspecteurs en de gezondheids
commissiën betreft, een gestadige officieele
aanraking verplichtend zal worden, in te
genstelling met de vaak kleingeestige te
genwerking, welke, zelfs in grooteregemeenten
de particuliere bemoeiingen van een ge
zond heids-com missie yaak hebben onder
vonden.
De centrale gezondheidsraad, welks zetel
te Utrecht zal zijn, zal bestaan uit zeven
door de Regeering aangestelde, leden, m<t
inbegrip van de hoofdinspecteurs, die
ambtshalve lid zijn. De voorzitter en de
secretaris, mede door de Regeering aan te
wijzen, zijn gevestigd te Utrecht. Al de
leden genieten een vaste bezoldiging en
tevens vergoeding van reis-en verblijfkosten.
Zonder toestem miug van de Regeering
brkleeden zij geen ander ambt of bediening
of oefenen zij een beroep uit. Na hun
zeventigste jaar mogen zij niet in functie
blijven. Er kunnen ook buitengewone leden
van den centralen gezondheidsraad zijn, die,
behalve vergoeding roor reis- en verblijf
kosten, ook presentiegeld genieten voor bet
bijwonen van de vergaderingen, waarin zij
alleen raadgevende stem hebben, behalve
wanneer zij aangewezen worden om tijdelijk
eflectief gewone leden te vervangen, die
ongesteld of afwezig zijn, of het college
hebben verlaten. Ook de inspecteur» of
andere deskundigen kunnen uitgenoodigc
worden hun licht te doen schijnen in de
vergadering van den centralen gezondheids
raad, onder vergoeding voor reis- en ver
blijfkosten en met genot van presentiegeld.
En welke zal meer bepaaldelijk de werk
kring zijn van den centralen gezondheids
raad
Hij zal de Regeering desgavraagd van
bericht en raad dienen in alle zaken de
volksgezondheid betreffende; zich op de
hoogte moeten houden van den staat der
volksgezondheid de aandacht van de Re
geering behooren te vestigen op maatregelen,
die naar zijn oordeel zijn te nemen in het
belang der volksgezondheidaan een of
meer zijner leden of buitengewone leden of
een inspecteur onderzoekingen kunnen op
dragen, die den Raad noodig voorkomen
jaarlijks een beredeneerd verslag aan den
Minister van Binneulandsc^ie Zaken moeten
uitbrengen en overigens alle andere werk-
zaamheden verrichten, die, krachtens de wet
of ministrieele opdracht, in 't belang der
volksgezondheid noodig zullen zijn.
De hoofdinspecteurs (die ook een vaste
bezoldiging genieten, benevens vergoeding
van bureau-, reis- en verblijfkosten) hebben,
binnen liet aangewezen ambtsgebied, ten
taak binnen dien kring de leiding over de
uitoefening van het sanitair Staatstoezicht.
Zij dienen, desgevraagd, aan de Regee
ring aan den gezondheidsraad of aan het
provinciaal of gemeentebestuur, van advies
in alle zaken betreffende de volksgezond
heid houden zich op de hoogte van den
staat der volksgezondheid in hun gebied
overwegen desbetreffende klachten en ge
ven, waar noodig maatregelen tot redres
in overweging, verrichten de noodige onder
zoekingen of die welke hun opgedragen wor
den geven van het voorkomen van besmet
telijke ziekte ten spoedigste bericht aan den
centralen gezondheidsraad en aan den in
specteur en de betreffende gezondheids
commissie. Zij houden een register van
de geneeskundigen tandmeester, apotheker»,
apothekersbedienden, vroedvrouwen en leer
ling-vroedvrouwen gevestigd in elke ge
meente van hun ambtsgebied en wier be
wijs van bevoegdheid door hen is geviseerd
of die wat de leerling-vroedvrouwen betreft,
bij hun z'jn ingeschreven. Jaarlijks zenden
zij aan den centralen raad een verslag in
van hunne bevindingen en handelingen en
verrichten overigens de werkzaamheden hun
krachtens de wet of door den Minister of
den gezondheidsraad opgedragen.
De gewone inspecteurs staan onder lei
ding en toezicht van de hoofdinspecteurs
en kunnen door dezen tot vergaderen wor
den bijeengeroepen. De hoofdinspecteurs
houden tevens toezicht op de werkzaamheden
van de gezondheidscommissiën binnen hun
ressort, kunnen hare vergaderingen bijwonen
of zeiven haar of die voorzitters tot onder
linge bespreking bijeenroepen.
De inspecteurs, voor wie overigens in
hoofdzaak gelijke bepalingen gelden als voor
de hoofdinspecteurs, dienen den hoofdinspec
teur, aan Gedep. Staten of den Commissaris
dor Koningin, aan den Gemeenteraad ot aan
3. en W. van bericht en raad in alle hun
werkkring betreffende zaken. Zij overwegen
alle klachten ter zake van de toepassing
van de wetten en verordeningen en vestigen
ook de aandacht van den hoofdinspecteur
of van het provinciaal of gemeentelijk be
stuur op hetgeen noodig is tot verbetering
van de toepassing. Zij doen met of zonder
den hoofdinspecteur de noodige onderzoekin
gen en zenden jaarlijks den hoofdinspecteur
verslag van hunne bevindingen en hande
lingen. Ook zijn zij bevoegd de vergadering
van een gezondheidscommissie in hun ambts
gebied bij te wonen. Wederkeerig is hij
verplicht eer. gezondheidscommissie, desge
vraagd, de noodige voorlichting of mede
werking te verleenen.
Eindelijk de gezondheidscommissiën, wier
bestaan en werkzaamheid nu eindelijk in de
wet een vast steunpunt zullen krijgen.
Voor elke gemeente, die meer dan 18000
inwoners telt of die, afgescheiden van liet
bevolkingscijfer, door bijzondere omstandig
heden daartoe in aanmerking komt, of voor
twee of meer gecombineerde gemeenten, te
zamen meer dan 4-0.000 inwoners tellende,
wordt eeu gezondheidscommissie ingesteld,
die uit minstens vijf leden bestaat of zoo
veel meer als de Commissaris der Koningin
in de provincie zal bepalen. Deze ambte
naar benoemt, schorst en ontslaat ook de
leden der commission, van welke jaarlijks
eeu vijfde deel aftreedt. De benoeming
geschiedt op de voordracht van een dubbel
tal, door den centralen gezondheidsraad,
liet gemeentebestuur gehoord, opgemaakt.
Deze gezondheidscommissie», die zich
deskundigen (met raadgevende stem) kun
nen assuraeeren, dienen van raad aan al de
gezondheids-autoriteiten en provinciale of
gemeentebesturen, houden zich op de hoogte
van den staat der volksgezondheid in hare
gemeente, overwegen alle klachten betrek
kelijk de benadeeling van volksgezondheid
of vestigen de aandacht van de autoriteiten
op hetgeen te doen noodig mocht voorkomen.
Zij doen op haar beurt alleen, in commissie
of met den hoofdinspecteur, de noodige
onderzoekingen, geven jaarlijks een verslag,
enz. Zij beschikken uit de gemeentekas
over de noodige gelden voor bureaukosten
en voor reis- en verblijfkosten.
Waar in een gemeente reeds een behoor
lijk ingerichte commissie voor het toezicht
op de volksgezondheid of voor een of meer
bijzondere takken van gezondheidszorg be
staat, kan, op verzoek van den Gemeenteraad,
deze in plaats van de bij de wet georgani
seerde commissie voor een te bepalen tijd
blijven bestaan, mits zich dan gedragende
naar hetgeen voor de gezondheidscommissiën
is voorgeschreven.
Men zietde algemeenc regeling van de
gezondheidszorg, in de plaats t.redeudc van
het thans zoo gebrekkig werkende genees
kundig Staatstoezicht, is volstrekt niet in-
De Echo van het Zuiden
WüehYijksclie en uifslriatsrlr Courant
W1I1V". 1 1
17)
Ren rilling overviel haar; wat beteekende dit
let welk doel geschiedde het en wie stak onder
,!ze vermomming? Het koude angstzweet stond
haar op het voorhoofd zou het een kwaad
voorteeken zijn P
Met een zwaar hoofd, werd zij den volgenden
morgen wakker. Zij dacht nog eens over die
raadselachtige verschijning na en besloot daar
over het diepste stilzwijgen te bewaren.
.Nadat zij zich had aangekleed en de vensters
vsn haar woonkamer had geopend, zag zij, be-
j neden in den tuin, de, door het gouden zonlicht
beschenen outbijttafel, die tegen den met klimop
I begroeiden grijzen muur van het huis stond en
I waarom eenige der jonge dames, in frissche zo-
mertoiletten, zaten geschaard. He jonge weduwe
rat in een schommelstoel en keek naar de voor-
bijganger» op de straat. Zij gaapte uit verveling
en sloeg bij wijze van afwisseling nu en dan
I een blik in de modecourant die «ij in de hand
I hield.
Door het iueren tuinhek kwamen juist de
beide zusters, Lilly en Daisy de Heesen, van een
morgenwandeling terug. Zij waren de eersten,
die een vriendelijken morgengroet voor Manon
naar 'ooven zonden.
Langzamerhand werd het levendiger in huis,
«oowel als in den tuineenige langslaapsters
onder welke Lucy, kwamen te voorschijn en
riepen Manon toe, zich met haar toilet te haas
ten om de chocolade gemeenschappelijk met hen
te gebruiken.
Mevrouw Wullbradt was ondertusschen met
tele plichtplegingen op Manon afgekomen, had
n»ar haren welstand gevraagd en haar over de
met tapijten belegde treden, naar de in den tuin
verzamelde dames gevoerd, bij wien zich nu ook
Emmy von Huber had gevoegd. De begroeting
met deze was zeer kort en koel.
»lk begrijp niet, hoe de barones het aanlegt,
om er zoo buitengewoon chique uit te zien Ik
draag precies zoo'n morgenjapon met kant «n
witte tulle, als zij, maar mij staat zij afschuwe
lijk eu ik zie er uit als een spook I" zei .Marie
Stevensan tot da gezusters de Heesen.
Barones Karger is buitengewoon schoon."
antwoordden deze vol bewondering.
„Nu zijn wij weer allen bij elkaar; ik ken u
een voor een terug, slechts mejuffrouw uwe nicht
is absent." Met deze hartolijke woorden nam
Manon plaats.
„Amy heeft om dezen tijd de handen vol inde
kauken, waarde baronesse; zij is nooit voorden
namiddag te zien, vandaag in bet bizonder is zij
vroeg op de been geweest, om voor het gebak te
zorgen; zij is namelijk een eerste bazin in de
bakkunst, zooals de dames mij zullen toestem
men. Onze bakker levert bij lange na niet,
zulke goede waar. Amy is zoo juist met een
verschenen koek naar de Brunnecks gegaan.
De dames mengden zich in het gesprek en
Manon slurpte hare chocolade, die Kitty op een
zilveren presenteerblaadje had gebracht.
„Hoe bevalt u onze slotvleugel, baronesse:
uitstekend, niet waar? Het is het overschot van
een roofriddernest; vroeger moet het slot het
geheele plein hebben beslagen, waarop nu onze
straat is gebouwd. Oorlogen, vijandelijke inval
len, tengevolge van woelige tijden, hebber, de
andere muren als hun offer opgeëischt, verhaalde
de directrice.
„In den laatslen tijd eerst moet de verbindings
deur met het huis der Brunnecks zijn dichtge
metseld," bracht Lucy in het midden.
„En toch zijn niet alle deuren door muren
vervangen", bestreed Lilly de Heesen.
„Niet?" riepen de dames verwonderd uit.
„Ik zelve heb, boven op den zolder, een deur
gezien, die slechts half en half met planken is
dichtgespijkerd en waardoor men zeer gemakke
lijk in het huis der Brunneck» kan komen",
beweerde Lilly stellig.
.Derhalve zou een inval bij mijnheer den ad
vocaat niet aan groote bezwaren onderhevig zijn.'
De jonge weduwe wierp een coquetten blik naar
het stille huis daarnaast.
.Jammer, dat de tijden der roofridders voorbij
zijn," voegde zij er spijtig aan toe.
„Gelooft u dan, dat hij u, langs dezen weg
zou schaken?" bracht Emmy von Huber ironisch
in het midden. Hare oogen fonkelden de jonge
wednwe boosaardig tegen.
Hm!' was alles wat deze meteen minach
tende beweging aan het hoofd op dezen hatalij-
ken uitval antwoordde.
„De barones is een zeer intieme vriendin van
mevrouw de weduwe Brunneck." Mevrouw Wull
bradt wierp een strengen blik op Emmy. .On
tegenzeggelijk was zij het ook, die mijn pension
heeft aanbevolen."
„Neen, mijn broeder Dagobert heeft dat gedaan."
Manon knikte Lucy vriendelijk too.
„U moet mij nog vertellen, barones Karger,
van uw gemeenschappelijk gevaar en ouder wel
ke omstandigheden u het lijk in het water hebt
ontdekt."
„Een lijk 1 hal verschrikkelijk!' riepen de
dames angstig.
„Een lijk is toch niet zoo erg verschrikkelijks,"
klonk op een kouden onaangenamen toon, een
scherpe stem duartusschen.
Allen wendden het hoofd naar de spreekster
om. Het was Amelie, die juist van de Brunnecks
terugkwam.
„Juffrouw Wullbradt, hoe kunt u liet tegendeel
beweren werd haar toegeroepen.
„Natuurlijk, waarom moet een lijk iets ver
schrikkelijks zijn
,1s u er dan Diet bang voor?'
.Neen.'
.Ook niet voor spoken
Het was Manon, die deze laatste vraag gedaan
had. Hare schoone bruine oogen schoten bijna
onmerkbaar vonken, toen zij den zeldzaam sta
renden blik opving, dien het jonge meisje haar
toewierp.
„Neen want die zijn er niet."
„U hebt gelijk, maar soms ontmoet men er ran
vleesch en bloed.'
.Ach, wat is u gelukkig I» riep Lilly, „mijne
zuster is er verbazend bang voor en wilde mij
van nacht, met alle geweld een zonderlinge spook
geschiedenis vertellen mag ik, Daisy
»Ja, juffrouw Lilly, vertel u, vertel u I klonk
het lustig, spottend en vrij van alle bijgeloof, in
het rond.
»lk hoop dat er slechts sprake is van een
scherts", berispte mevrouw Wullbradt, ecnigs-
zins uit haar humeur. Het gerucht van een
spook zou ons huis gemakkelijk in een kwaden
Li' .Al'JLWJ-g.Uc.
reuk kunnen brengen.
„Maar er is heusck sprake ran eene zeldzame
verschijning," betoogde Lilly en streelde de lok
ken harer zuster, om deze tot spreken aan te
zetten.
Ik heb het reeds tweemaal gezien," begon
Daisy. „Voor de eerste maal, reeds geruimen
tijd geleden, dadelijk na onze komst hier in
huis. Toen werd ik door een zonderling gerit
sel wakker en zag ik in onze woonkamer een
wit spook, met afgrijselijke trekken en zonder
linge gebaren, rondsluipen. Na dien tijd doe ik
des nachts altijd onze kamerdeur op slot."
„En de tweede maal?'
,I)at was dezen nacht."
„In weerwil van de gesloten deur?" lachte de
jonge weduwe.
„Neen, niet bij ons in do kamer vreemd
genoeg, de gestalte kwam uit de kamer van
barones Karger; ik zag haar zeer duidelijkwant
ik stond juist in onze deur, om uit de kast in
de gang een mixtuur te halen ik leed aan
kiespijn en bij deze had ik reeds vaker baat
gevonden juist dan, toen ik onze deur opendeed,
kwam de verschijning, met sleepeuden gang
voorbij en verdween in den corridor.»
„Waarom hebt u haar niet vastgehouden lachte
juffrouw Wullbradt.
Ook de anderen lachten, zelfs mevrouw Wull
bradt. Het op emstigen toon voorgedragen ver
haal klonk te komisch. Slechts de beide zusters
en Manon bleven ernstig.
„Misschien heeft baronesse Karger het spook
ook gezien zei Amy, noch altijd lachend.
Manon schudde het hoofd. Ik geloof niet aan
spoken en raad ieder, die daarvoor zou willen
spelen, af, aijne bezoeken voort te zetteu.'
„Wat zoudt u dan daarmee beginnen?' vroeg
de jonge weduwe.
„Ik zou het overblijfsel uit den tijd der roof
ridders in het verlaten slotgedeelte verbannen.'
„Daarmede is u er niet van bevrijd, ik weet
wat veel beters." Freule von Huber had tot nu
toe, zonder een woord te spreken, toegeluisterd.
„En dat is? vroegen allen.
„Ik zou de verschijning Dagaau en haar ont
maskeren.
ACHTSTE HOOFDSTUK.
Manon vertoefde reeds eenige maanden in het
pension Wullbradt. Zij had het besluit opgevat
den tijd, gedurende weiken zij zich op den drem
pel van het paradijs mocht bevinden, hier door
te breugen. Het gezelschap van de jonge dame»
deed haar aangenaam aan, de omgang met haar
bekoorde haar. Hier heerschte niet de minste
dwang, ieder ging zijn eigen weg. Die b#Lenden
in de stad had, ging deze. bezoeken, zondor dat
mevrouw Wullbradt, ook maar eenigszins hinde
rend in den weg trad deze stelde wel alles in
het werk om de dames bij elkaar te honden,
doch zij beklaagde zich nooit ernstig, als ieder
harer haar eigen neigingen volgde. Zij gaf er
alles om, dat allen binnen de perken van het
fatsoen bleven en daarvoor stonden de goede
opvoeding en afkomst harer beschermelingen
haar borg.
Manon had «ich enger bij hare huisgenooten
aangesloten, zij stond op den vriendelijks! denk
baren voet met allen I Lucy von Stamm verkeerde,
evenals zij, zeer v«el bij de weduwe Brunneck
zij was door bare oudere zuster, die een vriendin
van Leokadië Brunnock was, met deze op een
bevrienden voet geraakt en het viel niet te
miskennen, dat de oude dame voor de lieflijk
schoone Lucy een warme belangs'elling had op
gevat. Het was werkelijk een bedwelmend le
ven d at Manon leidde. In het verkeer met fijn
beschaafde menschen ontwikkelde zij zich steeds
heerlijker, al hare goede eigenschappen kwamen
tot haar recht; 1 are verschijning werd voornaam,
«onder verwaand te zijn. Zij verstond de kunst
het leven naar haar hand te zetten en hel Mn
volle te genieten.
In weerwil van de teruggetrokkenheid, die zij
zich had voorgeschreven, was hore verschijning
toch bijna overal opgemerkt, men zocht haar
gezelschap en gaf zich alle moeite, om haar aan
een engeren kring te boeien. Een eigenaardige
ommekeer scheen er bij Manon plaats ie grijpen
zij trad zeer beslist en vol zelfbewuslzijn op,
maar nooit liet zij zich met iemand verder iu,
dan zij het voor haar doel noodig achtte.
(Wordt vervolgd.)