Nummer 41.
Donderdag 23 Mei 1901.
24e Jaargang
Toegewijd aan Handel,, industrie en Gemeentebelangen-
MONOPOL - THEE
Dp den Diempel van het Paiadijs,
De Zuid-Afiikaansche oorlog,
ANTOON T IEL EN,
DE LEKKERSTE.
Theod. WESSELS,
WAALWIJK.
Bekendmaking-.
Eenige opmerkingen be
antwoord.
FEUILLETON.
U i toe v E 11
Verkrijgbaar bij den Heer
De Echo van het Zniden,
WaalwijkscSie ra Laiptratsclie Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
A b o n n e in e n t s j) r ij s per 3 maanden f 0.75.
Franco per post door liet gelieele rijk f 0.90.
Brieveningezonden stukken gelden enz., franco te zenden aan den
Uitgever.
WAALWIJK.
Advertentiën 17 regels f 0.G0 daarboven 8 cent per regel, grootr
letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven,
worden Jdmaal berekend. Voor plaatsing van een groot aantal regels en
advertenties bij abonnement worden speciale, zeer voordeelige contracten
gesloten. Reclames 15 cent per regel
ROTTERDAM
Verkiezing Tweede Kamer.
I De Burgemeester der gemeente Waalwijk brengt
1(1 ter openbare kennis dut op Dinsdag 4 Juni 191)1
van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur
ten raadhuize dezer gemeente opgaven van can-
didalen kunnen worden ingeleverd voor de ver
kiezing van één lid voor de Tweede Kamer der
Staten Generaal voor het district Waalwijk.
Waalwijk, 13 Mei 1901.
De Burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Burgemeester der gemeente Waalwijk brengt
ter openbare kennis dat lijsten voor opgaven
van 'candidaten voor de verkiezing van een lid
j voor de tweede Kamer der Staten-Generaal ter
j secretarie der gemeente kosteloos verkrijgbaar
zijn.
Waalwijk, 13 Mei 1901.
De Burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DElt SCHUEREN.
Tegenspraak stemt mij dankbaar, want
dat is een bewijs, dat er over mijn woor
den, wenken en raadgevingen nagedacht
i wordt. Onlangs maakte een landbouwer de
opmerking, dat hij niet wel begrijpen kon,
hoe weiden nog moesten bemest worden,
daar zij toch, wanneer zij later gescheurd
werden, bleken zoo vruchtbaar en zulke
i voorraadschuren van stikstof te zijn. Vol
gens hem was het bemesten van weiden
i geld weggegooid. Oppervlakking beschouwd
lijkt de redeneering nog zoo slecht niet.
i Toch heeft de man ongelijk. Inderdaad
worden oude, klaverrijke weiden ware voor-
31)
»Ia Godsnaam, hoe komt u daaraan stamelde
zij.
„Hoe ik er aan kom Ik heb hem de spook
achtige verschijning afgenomen en dat het een
mensch van vleesch en bloed is geweest, bewijst
de overhaaste vlucht na de overrompeling.*
.Hebt u de persoon herkend?»
.Neen, dat wilde ik niet, nadat het mij was
.4.lakt haar den gouden band van het hoofd te
i rukken.»
.0, nu denkt u misschien dat ik het geweest
I ben..
.Neen, dat denk ik niet. Zelf met mijne ge
dachten heb ik u nooit beleedigd. Ik denk iets
geheel anders, wilt u het hooren Ik geloof, dat het
een van de dames van pension YVullbradt is geweest,
I die zich de schandelijke grap veroorlooft, om hare
huisgenooten schrik aan te jagen en misschien
ook nog wel om andere onedele beweegredenen;
j daarbij is zij gewetenloos genoeg om uw eigen-
iorn te dragen, teneinde, bij een mogelijke ont-
lekking, de verdenking op u te laden.»
„fat is reeds geschied." Manon zweeg, geheel
overweldigd door de gedachten, die haar bestorm-
j len.
J.azooik dacht het dadelijk. Mag ik u een
raadgeven Deze band blijft voorloopig in mijne
l handen. Vertel aan mevrouw YVullbradt, dat het
sierrad u ontvreemd is en sta er op dat uwe
I kaner doorzocht wordtbij deze gelegenheid zal
men een geheimen toegang ontdekken.»
i ,En dan?» vroeg Manon toonloos.
Dan? U moogt niet in één huis blijven met
i depersoon, die uit liefhebberij, zulke zonderlinge
j rendzwerving houdt en uw naam bekladt. Als
I uv eigendom zoo weinig beveiligd is tegen der-
I gdijke lage grappen zal uw persoon het spoedig
I o»k niet meer zijn I YY'auneer mevrouw YVullbradt
net bij machte is, de boosdoenster te ontmaske-
êii en te verwijderen, dan inoet u ten spoedigste
r&adschuren van stikstofhoudenile stoffen.
Zoolang echter de weide, weide is en de
lucht geen toegang heeft tot deu grond,
blijven die stikstofhoudende stoffen onaan
geroerd en voor de grassen van geen nut.
Zoodra echter de weide gescheurd is, wor
den zij omgezet in salpeter en geven zij
zoo jaren achter elkander nog een rijken
schat van voedsel voor den bouwgrond. Of
dus de weide al stikstof genoeg bevat, toch
moet zij, zoolang zij weide is, nog met
directopneembaren mest, dus met Chilisal-
peter bemest worden, dan eerst brengen de
grassen het tot haar hoogste waarde.
Een andere opmerking is de volgende
Bij een rijkelijke bemesting van tarwe ge
beurt het vaak, dat dit gewas gaat legeren
en zoo veel minder oplevert dau verwacht
werd. Dau liever een minder gewa3 maar
een, dat rechtop blijft staan.
Ik geef ton, dat tarwe te gul kan groeien,
vooral, dat tarwe in evenredigheid van de
dikte van den stengel te lang kan worden.
De oorzaak daarvan kan vooreerst zijn, dat
de jonge plantjes te dicht op elkaar stonden,
zij benamen elkaar het licht en de onder
ste deelen van den stengel werden te teer
en te dun. Dan kan de oorzaak ook ge
legen zijn in het gebrek aan kalk en phos
phor in den bodem. Men zorge dus voor
ruimen stand (men zaait de tarwe dan ook
meestal op rijen), voor kalk en phosphorus
(superphosphaat of thomasslakkenineel) en
geve dan verder gerust een rijke stikstof-
bemesting. Deze moet in het voorjaar als
overbemesting in den vorm van Chilisalpe-
ter gegeven worden. Men zal, bij een der
gelijke behandeling niet spoedig te vreezen
hebben van legerkoren.
Wanneer het voorjaar, zooals dit jaar,
koud is, zorge men vooral, de wintergranen
vroegtijdig Chillisalpeter te geven. In een
koud voorjaar heeft er geen salpetervorming
in den bodem plaats en zouden de planten
zonder een buitengewone bemesting met
Chilisalpeter,kleinen nietig blijven en de oogst
op zijn voordeeligst genomen, zeer verlaat
worden.
Naïveteit en onverdorvenheid behoeven
volstrekt niet immer saam te gaan vaak
is naïveteit een bewijs van domheid of van
het klaarblijkelijk opzet om de zaken anders
op te vatten dau ze in werkelijkheid zijn
Den Britten zou men een ruime mate van
haar huis verluten."
Ja, weg van hier dat was een vingerwijzing
van het toevalMet alle eer, waarmede zij ont
vangen was, zou zij het huis verlaten. YY'el is
waar bedacht Manon het onaangename van de
verklaringen, die zij zich genoodzaakt zag af te
leggen, maar dat had niets te beteekenen in
vergelijking met de hachelijke positie waarin
zij was geraakt.
„Staat dat nu onherroepelijk vast en begeeft
u zich dadelijk naar het buitenland
„Dat weetik nog niet beslist,» sprak zij aarze
lend.
»YVanneer u het over de keuze Yan de plaats,
waarheen u zich wilt begeven, nog niet oietuzdvc
eens zijt dan hebt u ook nog niet ernstig over
heengaan gedacht."
»Ik ben het waarlijk met mijzeive daarover
nog niet eens.'
„In den laatsten tijd bent u begonnen ons
huis te vermijden; avond aan avond stond de
stoel daar bij het venster leeg, en het waren
toch zulke gezellige oogenblikken, die wij daar
al keuvelend, hebben gesleten,» sprak hij op
zachten toon.
Een pijnlijke zucht ontsnapte aan Manon's borst.
YVist hij dan niet, dat zijne moeder haar, in zijn
belang, op een afstand hieldHem ter wille,
opdat hij zijn hurt niet aan de avonturierster
zou vei liezen! Snol stond zij op „Het is niet
mijn eigen wil die mij terughoudt, waarlijk niet;
mijn hart, het hart van een arme wees, is op
deze plaats gebleven. De herinnering daaiaan zal
mij nog lang door het leven begeleiden. Houd
mij voor geen oudankbaie, wat ik verzoeken
mag I'
„Zonderling kind hij drukte zacht hare hand.
„wat houdt u dan terug?'-
Manon sidderde onder zijn zacht smeekenden
blik.
„Blijf toch niet weg, wat ook de rede moge
zijn, ik verzoek het u met uandrang. Mijne moeder
zal u met liefde ontvangen, ik zal nog heden
met haar spreken.»
„Doe dat niet en morgen niet, niet voordat ik
vertrokken ben, u zoudt uwe moeder verontrusten
<n door mij zal haar geen verdriet worden be
rokkend,» verzocht Manon, met plotseling uit-
brekenden angst.
„Geen verdriet berokkenen? Bent u dan verge-
naïvetcit kunnen toedichten, doch dan van
die soor', welke samengaat met domheid
voor één deel, me: sirui>vogeltakliek voor
een ander deel
Niet in de eerste periode van den oorlog
in Zuid-Afrika aliecn, heeft men te Londen,
wanneer het niet gansch en al naar wensch
liep met de krijgsverrichtingen in Afrika's
zuidelijk dee', zich veiblijd met de naaste
toekomst, welke onvermijdelijk een kente
ring zou moeten brengen uog immer zet
men hetzelfde spel voort Verkeeren de lui
in Transvaal en Oranje—Vrijstaat in de droge
en warme periode, dau vestigt men in En
geland alle hoop op het natte en koude
jaargetijde en omgekeerd
Op het moment is een der speciale be
lichigevers op het oorlogsierrein aau 'toiee-
ren over de verblijdende kansen, dat 't mei
den krijg nu heusch spoedig tot een gunstig
einde zal komen (gunstig voor Chamberlain
c. a. wil de man zeggen) en hij baseert zijn
hoopvolle vermoedens op het feit, dat de
winter in Zuid Afrika gekomen is en dat de
Boeren heel wat minder opgewassen zijn te
gen de ontberingen en beproevingen tan
deze periode dan de Engelschen.
En de oorlogscorrespondent in quaestie is
niet de eenige, die lot deze conclussie komt,
neen, de strijders der beide Republieken
zeiven zijn van meeuing, dat het niets ge
daan is met zoo'n winteicampagne in het
Boschveld, terwijl ze de aanvallen op de
spoorwegen (het werk der laatste maanden)
óók volkomen moe zijn! Wal wonder dat de
meuschen, die zich vrijwillig komen overge
ven aan de Biitten bijna niet meer te tellen
zijn altijd volgens den correspondent in
quaestie
Maar vanwaar dan, zal men vragen, het
optimisme van den Times-correspoudent te
Pretoria! Het is opgebloeid toen Roberts
Cronjé overweldigde, toen Bloemfontein, Pre
toria, Koraatipoort worden bezet, toen De
Wet werd opgejaagd door zeven Engelsche
colonnes, toen French Botha's leger zou ver
nietigen in liet zuidoosten van Transvaal.
Het is gezakt telkenmale, wanneer bleek,
dat al deze schitterende operaties, al deze
opgevijzelde successen in den weikelijken
toestand geen noemenswaardige verandering
brachten. Hel kwam opnieuw t£ voorschijn
bij elk nieuw plan en zoo doet het ook nu
weer zijn intrede in de Times en elders,
wat de anderhalf jaar oorlogvoeren in Zuid
Afrika heeft den Engelschen oorlogscorres
pondenten Diets geleerd. lodieu zij niet
totaal blind waren in huu echt Jingoistische
zelfingenomenheid, als zij iets hadden leeren
begrijpen van de sterke geheime kracht, die
de Boeren blijft piikkelcn tot verzet to vast
vertrouweu op de eindelijke zegepraal, als
zij eenig gevoel hadden voor de waarachtige
belangen van hun land, zouden ze gansch
anders zich van hun plicht kwijten
ten, Manon hoeveel leed ik heb doorstaan P Begrijpt
u dan niet, dat liet moederhart al het mogelijke
zal doen om mij verder leed te besparen. En
welke smart mij zou wordeu aangedaan wanneer
u van hier gingt, zonder mij de hoop te laten
u terug te zien, weet gij even goed als ik 1 Zoudt
u zoo wreed kunnen zijn, om mij weer in de
duisternis en de ellende terug te stooten, waar
uit ik mij zeiven gelukkig heb weten te verlossen
U bent in uwe eer getast, laat het aau mij over,
u weer met ons te verzoenen." Een niet te be
schrijven teederheid lag in zijne stem.
„Houd op, u weet niet wie ik ben I* riep Manon,
terwijl hare stem haar begaf.
«Zou werkelijk uw stand, uw naam, een kloof
tusschen ons vormen Ik dacht, dat u boven
dergelijke vooroordeelen verheven zoudt zijn
Manon hield haar krampachtig snikken met
geweld terug. Een warm gevoel vervulde haar
hart, zij wilde gaan knielen en spreken, hem
alles b-skennen, om het even, wat daarvan het
gevolg zou zijn. Zij wist toch, dat hij haar nooit
zou vergeven, want leugen en bedrog was in
volkomen tweestrijd met zijn waarheidlievend
Jrarakter; nog niet lang geleden had hij immers nog
gezegd, dat hij eerder een misdaad dan een leugen
kon vergeven zijD geluk zou hij nimmer aan
onzekere handen toevertrouwen nooit! Zij had
hem bedrogen, ever als zij het al de andere had
gedaan en dat bedrog was als eene rots tusschen
deze beide harten verrezen 1 Doch de stem stokte
haar in de keel; in weerwil van alle mogelijke
inspanning, kon zij er geen woord uitkrijgen en
een oogenblik Jatir was het reeds te laat; want
de weduwe trad binnen. Zij was buitengewoon
vriendelijk en hartelijk tegen Manon en scheen
hare verwarring evenmin al3 die van haren zoon,
op te merken.
„Mijn zoon heeft mij de gebeurtenis medege
deeld, die hem in het bezit van den gouden
band stelde; het is een schaude om voor derge
lijke walgelijke grappen uw eigendom te ge
bruiken en wat zou dat verdachte schepsel
met die vermomming voor hebben Raimond
heeft iederen nacht, zoo te zeggen, op de loer
gelegen, totdat hij eindelijk de zachte schuife
lende schreden vernam, die zijn studeerdvertrek
naderden. Hij heeft zich achter de plooien van
het gordijn verborgen gehouden totdat de witte
gedaante dicht aan hem voorbij, naar de deur
Begiut misschien de waarheid door te
diingen in Engeland zelf? De Daily Mail
wil weten, dat zelfs in het ministerie een
partij is die den oorlog moede is niet alleen,
maar die van oordeel is dat de Zuid-Afri—
kaansche oorlog Engelands onderging kan
worden en tot eiken prijs beëindigd moet
worden, gelijk de Daily Maily het uitdrukt
„die met vreugde een schandelijken vrede
zoude sluiten." Aan het hoofd van deze
dissidenten moet Sir Michael Hicks Beach, de
minister van financiën, staan.
De Daily Mail geeft een paar bijzonder
heden van het werk, verricht in het Trans-
vaalsche Boschveld, onder leiding van gene
raal Sir Bindon Blood. Er werkten acht
colonnes samen om het Boschveld schoon
te vegen. Generaal Blood leidde in persoon
vanuit Middelburg de operaties in het cen
trum, generaal Plumer werkte op de liuker-,
generaal Kitchener op de rechtetflank.
Het resultaat was duizend Boereu gevan
gen, een buit van aanzienlijke voorraden en
veel vee en het uiteendrijven van tal kleine
commando's, die in het noordeu stonden.
Dit althan» noemen de Engelschen een
resultaat.
Gaan wij nu even na wat in werkelijkheid
is bereikt. Het Boschveld is thans schoon
geveegd en de vijand is getrokken ten zui
den van de Delagoa lijn, naar de streek,
die geueraal French in het begin van dit
jaar met zeven colonnes heeft schoongeveegd.
Volgens den Times-correspondent te Mid
delburg zal nu sir Bindon Blood het werk
van generaal French nog eens doen. De
Boereu, die zulks ïeeds hebben ingezien,
trekken alvast in kleine troepjes over den
Delagoaspoorweg naar het schoongeveegde
noorden. En als nu generaal Blood het
zuid-oosten van Transvaal heelt gezuiverd,
zal hij opuieuw aau het Boschveld kuunen
beginnen
Voor een paar etmalen is bericht, dat De
Wet weder zou doorgedrongen zijn op het
gebied van Kaapkolonie, doch de corres
pondenten zijn ditmaal klaarblijkelijk een
weinig te haastig geweest, wat hun, rekening
houdend met De Wet's voortvarendheid,
eingenlijk wel te vergeven valt
Volgens de laatste berichten bevond De
YVet zich met een veertigtal getrouwen vol
gelingen nabij Boshof (in het westen van
Oranje-Vrijstaat, iets noordelijker dan Kim
berley) zich voortbewegende in zuidelijke
richting en voorafgegaan door een tioep,
welke de Oranjerivier reeds weer gepasseerd
is, op weg naar de Zuurbergen.
Het is eene gelukkige omstandigheid in de
tegenwoordige fase van den oorlog, dat de
Engelsche regeering ons enkele opgaven te
gen wil en dank geregeld moet verschaffen
de verliezenlijst en de kroon op al de
sloop en toen heeft hij snel toegegrepen en
haar met een greep den band uit het haar ge
rukt. Het zou gemakkelijk zijn geweest, de
vluchtelinge in te halen en een ontdekking uit
te lokken. Naar ik hoop is zij voor goed van
haar nochtwnndelen genezende schrik was
groot genoeg om heilzaam te kunnen werken.»
Up deze wijze sprak de oude dame rol ijver
verder en drukte haar leedwezen uit, dat teer
gevoeligheid de oorzaak was geweest, dat de
zoon van haar ontmaskering had afgezien.
Zij lette in 't geheel niet op Raimond's ver
strooidheid en Manon's bleek gelaattoen Manon
was heengegaan, wendde zij zich snel tot haren
zoon en zcide: „Raimond, ju hebt mot haar
gesproken, is er niets meer aar. te veranderen
Hij schudde zich, alsof hij een last wilde af
werpen, die op zijne schouders rustte.
Het beslissende woord is nog niet gesproken,
maar wat geeft dat? Manon bezit mijn hart;
hebt u niet gewetCD, dat wanneer ik eens heb
gekozen, er niets meer aan te veranderen is?
Zou het, op mijn leeftijd, wel anders kunnen
zijn? Ik heb te lang geleden, menige bittero
twijlel, die zich met geweld een uitweg wil
banen, moet nog worden bestreden. Ach moeder
waarom toch heeft God mij dit zwaarmoedige
hart in de borst gelegd Dikwijls vraag ik mij
zelvcn ofzal het wel ooit anders worden P»
„Zal Manon in staat zijn alle zwaarmoedigheid
dauaruit te verjogen
„Zij alleen vermag het, anders niemand, nie-
mund ter wereldIk wist hel reeds, toen ik
haar voor de eerste maal zag.'
„En heeft zij jou haar hart blootgelegd en je
tot op den bodem ervan laten zien ltdimond,
bedenk toch, wanneer het vertrouwen ont
breekt
.Geen woord heeft zij gesproken en ik mauk
mij zeiven wijs, dat dit ook niet noodig is
en toch knaagt een armzalige gedachte, die mij
foltert en elk gevoel in hatelijke phrasen vor-
audert aan mijn hartl'
„O, dat is niet de ware liefde mijn zoon,
laat schieten, laat schieten, dat is niet de
ware I"
„Toch wel moeder, of meent u, dat ik mij
lichtzinnig in het net heb verward Kijk, u
kan ik het zeggen; ik weet dat de Viijheer von
Stamm haar bemint, dat hij vurig haakt naar
veiliezenlijsteu van dertig dagen de maande-
lijksche statistiek over de sterkte der troepen
en al wat daarbij komt. Natuurlijk wordt
er in beide opgaven ook nog wel zoo'n beetje
met de waarheid gespeeld, maar er zijn hier
tenminste greozen. Het spreekt wel van zelf,
dat het War Office deze hinderlijke getui
genissen van zijn onbekwaamheden en flaters
ook liever zou mauipuleeren op de wijze der
gewone oorlogsberichten, zoodat de wereld
bij het nagenoeg geheel ontbreken van be
richten van Boerenzijde, slechts dat licht zou
zien, 't welk de heeren te Londeu zouden
verkiezen door te laten zoover evenwel reikt
de domperpolitiek der Imperialistenkliek nog
niet.
Welnu, de Maandagmorgen uitgegeven
statistiek, die loopt tot den lsten Mei, geeft
weer belangwekkende cijfers, al missen we
er tot ons leedwezen ook gegevens in om
trent de sterkte der „gekleurde troepen"
alias losgelaten Zoeloe's en dergelijke
van Zijne Britsche Majesteit. Er blijkt uit
deze lijst, dat Engeland cp 1 Mei jl. voor
het beschaven der Boerenrepublieken in
Zuid—Afrika nog aan den arbeid had 249,416
officieren en manschappen, enkel blanken
welteverstaan. Deze zijn verdeeld als volgt
Geregelde troepen 138,002koloniale id.
58,821 Imperial yeomanry 23,104; militie
20,104 en vrijwilligers 9,385. Gesneuveld
zijn in 't geheel tot het begin van deze maand
355 officieren en 3,667 minderen aan wou
den, ziekte enz. zijn bezweken 359 officieren
en 10,597 minderen totaal getal overledenen
14,973. Gewond zijn 1333 officieren en
15,876 minderen, die natuurlijk nog een
aanzienlijk contingent voor de rubriek der
dooden leveren tegen de eerstvolgende
statistiek. Uit Zuid-Afrika zijn huiswaarts
gekeerd 76.582, waarvan niet minder dan
47,739 invaliden; slechts 22,081 keerden
oogenschijulijk heelhuids terug van het oor
logsveld met 4,533 kolonialen, waarvan uit
deze statistiek niet is op te maken in welken
graad van welstand zij zich bevonden bij hun
vertrek.
Natuurlijk wordt de taak der Engelsche
regeering om deze statistiek openbaar te
maken, elke maand onaangenamer. De oor
log verloont evenmin neiging om uit te we
zen als een jaar geleden de tegenzin in
Engeland wordt dagelijks grooter bij gemis
aan resultaten, die ook maar eenigszins uit
zicht geven dat vroeg of laat de zegepraal
tenminste onbetwistbaar aan Grool-Britanuie
moet zijn. De verliezeulijsten stijgen inmid
dels onrustbarend. Wat de jongste statistiek
verder niet zegt, maar wat men er uit op
kan maken, is het niet bemoedigende feit,
dat Engeland ten koste van bijna tweehon
derd millioen pond stelling tot 1 Mei reeds
358,185 man op de been had gebracht, uit
alle deelen vau het onmetelijke rijk om
Transvaal en deu Oranje Vrijstaat te onder-
het oogenblik, waarop hij haar vragen kan, zijne
gade te wordeu even zeker weet ik, dat zij
hem een blauwtje zal laten loopende kleine
Manon kan niet rekenen Hoe dikwijls zij het
ook heeft beproefd, zij is daarvoor te eerlijk.
En nu komt nog het raadselachtigste, luister
goed moeder, naar wat ik zeg: zelfs, wanneer
zij mij bemint, zal zij mij toch afwijzen, daarvan
ben ik ten volle overtuigd. Vraag mij niet
waarom ik weet het zelfs niet.»
„Zij zou jou Hfwijzen, zelfs wanneer zij jon
bemint? Er is een donker punt in haar leven,
dut zij niet wil ophelderen. O, mijn overmoedige
zoon, waarom wil je nog eens weer een zwaren
strijd op je schouders laden? YY'ie staat je er
voor in, dat je ook deze maal overwinnaar zult
blijven Kijk liever naar de aurdige Lucy, een
aanminnig meisje, die niets geheimzinnigs met
zich ronddraagt, zij is lief en verstandig.*
„Spreekt u duarover niet, wal ik u verzoeken
mag, begrijpt u dun niet, hoezeer u mij daar
mede grieft 1'
liet scheen ulsof mevrouw YYulibrudt niet
meer uit haar opgewouden stemming wist te
geraken; Amelie, haur nicht, had rondweg ge
weigerd naar het bal bij deu burgemeester te
gaanzij had wel vaker geweigerd aan een
gerioegelijk partijtje deel te nemen, munr nooit
wanneer het daar werd gegeven. Er lag madame
veel aan Amy's wegblijven gelegen, maar Emmy
von Hu bet klaagde reeds den geheelen borgen
over erge hoofdpijn en lag, met een doek om
het hoofd op de sopha; die kon dus ook niet
meegaun en dat was vrij wat onaangenamer.
„liet is precies alsof er iets broeit,» beweerde
madame tegen Kitty, toen zij toilet raaukte voor
liet bal en deze haar de behulpzame hand bood.
„De barones toonde ook weinig lust om naar het
bul te gaai:, zij klaagde over vermoeidheid en
wilde absoluut een lat g onderhoud met mij
hebben uJleen door mijn wijzen op haar be
droefd uiterlijk, dat op mij den indruk maakte
een onheilsbode te zijn, kwuin zij er toe, dit tot
morgen uit te stellen. YV»t zou zij toch hebben?
YVeet jij er misschien iets van
(Wordt vervolgd)