Nummer 52.
Zaterdag 29 Juni 1901.
24fc Ja ar ga n
MONOPOL TH
Op den Drempel van het Paradijs
Theod. WESSELS,
zuiver, lekker, goedkoop,
WAALWIJK.
Bekendmaking.
FEUILLETON.
BINNENLAND.
ROTTERDAM
Verkrijgbaar bij den Heer
UITVOERINGEN.
WAALWIJK.
Stemming ter verkiezing van 3 leden van
den Gemeenteraad.
Bepaling stemtijd nrft. 57 en 58 der
Kieswet.
Voorbereidend militair onderricht.
JAARMARKT te Waalwijk,
Doe derdag 4 Juli a. s.
op
WAALWIJK, 20 Juni 1901.
Het navolgend adres is door de Kamer
van Koophandel en Fabrieken gezonden
aan de Provinciale Staten van Noord-Bra
bant.
Waalwijk, 26 Juni 1901.
De bezwaren der Noordbrabantsche Stal
houders tegen de provinciale paardenbelas
ting, neergelegd in hunne adressen aan Uw
College, zijn voor ons een voorwerp geweest
van ernstige overweging, en hebben wij
gemeend, de gegrondheid dier klachten bij
Uwe Vergadering te moeten voorstaan.
Immers, waar eenerzijd de provincie door
de wet tot afschaffing der tollen op de
rijkswegen wordt ontlast van de jaarlijksche
uitkeering aan het rijk van f 28.000, waar
door o. i. de voornaamste oorzaak der
paardenbelasting vervalt en anderzijds de
stalhouders door het zich steeds uitbreiden
de tramnet in lokaal verkeer, tot altijd
scherper concurentie worden gedwongen, zijn
wij van oordeel, dat de tijd tot wijziging
der provinciale paardenbelasting gekomen is.
Hierbij komt nog dat naast de stalhouders
zoovel en gebruik inaken van de provinciale
wegen met automobiles, velocipedes enz,
zonder belatning te betalen, dat de som van
21 gulden per paard ons in de tegenwoor
dige omstandigheden, voorkomt in allen
deele te hoog zijn.
Redenen, waarom wij gemeend hebben, bij
Uw College te mogen aandringen op eene
spoedige wijziging van meergenoemde belas
ting.
De Kamer van Koophandel en
Fabrieken.
Brand.
Hedenmorgen ten ongeveer 11 uur ont
stond te Besoijen brand in een huis nabij
de Besoijensche steeg toehchoorende aan
den edelachtb. beer Burgemeester en bewoond
door talrijke huisgezinnen. In 't begin liet de
brand zich niet ernstig aanzien, maar werd
heviger en heviger, zoodat dit huis cn een
schuur weldra tegen den grond lagen.
De brandspuit van Besoijen kon den
brand niet bedwingen en daarom werd de
spuit van Waalwijk te hulp geroepen. Jammer,
dat deze niet eerder was gewaarschuwd en
vroeger ter plaatse verscheen, dan had het huis
naast 't brandende perceel, gemakkelijk be
houden kunnen blijven.
Nu ook werd dit kui3 door de vlammen
aangetast en werd grootendeels haar prooi
Toen eenmaal de beide spuiten in werking
waren, was men den brand spoedig mee
ster.
Ook een huis met rietendak in de buurt,
liep een tijd gevaar, maar na lang dralen,
stelde men oenige pogingen in 't werk en
gelukte liet nog het smeulende vuur in hier
zijn begin te smoren.
Het grootste gedeelte is naar wij verne
men verzekerd.
Nader vernemen we nog dat een vrouw
en een kind eenige brandwonden bekwamen.
Maaimachine.
Vanmorgen werd op een perceel hooiland
van den heer A. Verbant alhier, eene
proef genomen met eene maaimachine be
spannen met 2 paarden. Talrijke belang
stellenden woonden deze proefneming bij,
die volgens deskundigen, het zeer onge
lijke en losse terrein in aaumerking geno
men, goed slaagde.
Het gras werd zeer kort afgemaaid
zonder de minste moeite en daarbij gaat 't
verbazend vlug.
Waarschijnlijk zullen dus spoedig derge
lijke machines meer worden ingevoerd bij
onze landbouwers.
Bijzonderheid.
Als eene bijzonderheid kunnen we inc-
deelen, dat de heer Adr. Hagoort uit Capelle,
gisteren alhier zijn 40e jachtacte op het
registratiekantoor heeft afgehaald.
Adres tot Ged. Staten.
M ij vernemen, dat eenige ingezetenen
alhier zich per adres tot Gedep. Staten
dezer provincie gewend hebben, waarin zij
bezwaren te berde brengen tegen het
raadsbesluit, waarbij voor den bouw eener
nieuwe It. K. kerk eene subsidie van
f 2500 uit de gemeentekas wordt toegestaan
tot dekking waarvan men besloten hoeft
eene leening van genoemd bedrag ad 4°/0
en aflosbaar in 10 jaar, aan te gaan.
P. N. Ot.
Moord te Tilburg.
Hedenmiddag ontvingen wij 't volgende
telegram, dat wij direct per bulletin hebben
verspreid
De Rechtbank te Breda deed heden uit
spraak in zake don Tilburgsehen mooid en
sprak Mutsaers vrij met bevel tot
onmiddellijke invrijheidsstelling.
De toejuichingen van het publiek moes
ten tot tweemaal toe onderdrukt worden.
Aanbestedingen.
Door notaris A. G. Mulié te Kaatsheuvel
is aanbesteed het verbouwen van een woon
huis aan den voorkant aldaar en het bij
bouwen van een warande en een kantoor
aan dat woonhuis. Ingeschreven werd door
de heeren M. In 't Veer te Sprang, f 3385
A. J. Groothuis te Sprang, f3350 C Mi
chael te Vrijhoeven Cappel, f 3335 M. II.
Reijnen te Tilburg, f3275 niet gegund.
De Lustrumfeesten te Utrecht.
Intocht van Karei VII te itheims.
Druk is het in de feeststad, druk en ge
zellig.
De schooljeugd heeft vacantie. De meeste
kantoren en magazijnen gaven hun perso
neel vrij af. Telkens voeren de treinen
weer nieuwe feestgangers aan.
Tegen het middaguur vooral is het Jans
kerkhof het groote aantrekkingspunt. Daar
toch wordt de schitterende stoet van ridders
geformeerd, die den Koning bij zijn intocht,
in Itheims zal vergezellen. Van verschil
lende zijden komen de ridders aangereden.
Groepen voetvolk rukken aan en lang
zamerhand vult het fraaie plein zich geheel
met de in kleurige kleeding gedoste krij
gers en geharnaste edelen.
De stoet wordt geopend door het muziek
korps van het 3e regiment huzaren (te
paard) cn een zestal garde» de la préroté,
gekleed in tabliers van roode stof, waarop
het wapen van Rheims zij dragen groote
pathelmen en zijn gewapend inet lange
hellebaarden.
Vervolgens komt Guilhein de Chastillon,
de kommandant vail Rheims, in stalen har
nas met groen opgelegd.
Daarna volgt een nfdeeling boogschutters,
in maliënkolders met helm, die den baljuw
van Rheims voorafgegaan. Deze, in een
scharlaken tooi, wordt gevolgd door de
schepenen der stad, welke Taugé toga's dra
gen in verschillende kleuren.
Een afdeeling burgers van Rheims, in de
kleederdracht van dien tijd vertegenwoordi
gers der gilden, met gildeborden en nog
eeD afdeeling boogschutters sluiten de eerste
groep.
De tweede groep wordt geopeud door
veudel boogschutters van den Koning,
paard en geheel in harnas. Op hem vo
de, Graml-eonnetable van het Rijk, Asi
IIde Bretague, due de Touraine enz j
harnast en gezeten op een ros, dat met
tot op den grond afhangenden schabrak ri
te midden van een aantal edellieden
paard, onder wie Johan d'Orléans, later
kend als graaf Dunois, in bronzen wape
rusting, dragende een vergulden herautsl
Zijn paard is getooid met een schabrak
vieux rose, met de donkerblauwe bloem'
omzet met paarlen.
Op hem volgt de groot-zegclbewaard
Guilhein Jouvenel des Ursins, baron
Trnynel. Deze is gekleed in echarlak
Achter hem volgt een aan de hand geh
paard, dragende de zegels van het Rijk.
Vervolgens komt een schitterende gri
van 19 pairs van het Koninkrijk. Zij d
gen mantels van roodc kleur met goud o
boord; hun onderkleed, eveneens blauw,
even zichtbaar en over de schouders hai
een witbonfe mantel. Een zwaar gour
keten hangt om den hals en het hoofd
getooid met een kroon.
Achter de pairs volgt de abbë de i
Remi, dragende de Sainte Ampoule, t
kunstig bewerkt symbool. Boven het hoi
van den bbé wordt een baldakijn gedr
gen door vier dragers in roode gewaden n
satijnen mantels.
De abbé draagt een rooden hoed, witt
mantel en roode handschoenen.
Nu volgen eenige voetknechten en
trompetters te paard. Dezen dragen roo
mutsen en rose wapenrokken.. Aan
klaroenen zijn bevestigd vaandels met 1
wapen des Konings. Achter hen volg
drie herauten (te voet) met herautenstavi
op hun wapenrok prijkt het Koninklij
wapen.
Daarop volgen de Kouing van wapent
Gilles de Bouvier en Charles II. S
d'Albret, dragende het Rijkszwaard,
laatste is gekleed met gouden harnas n
blauw fluweelcn wapenrok, bestikt n
groote gouden lelies. Hij rijdt blootshool
doch draagt een gouden haarband. Z
paard is getooid met een tot op den gro
afhangenden schabrak van blauw lakeu n
gouden lelies.
Thans volgt de hoofdpersoon der mask
rade, Kouing Karei VII in groot oma
het hoofd gedekt door de Koninklijke Kroc
Allen dringen naar voren en men b'
wondert het prachtig blauwe zijden gewaa
geheel bezaaid met gouden lelies, afge>
met hermelijn.
Om den hals hangt een zware goud
keten, bezet met edelgesteenten.
Het paard, dat in blauw schabrak get uij
is, wordt geleid door twee pages.
Achter den Koning volgen twee pagi
Hierna komen 4 pages te paard, dragen
roode vaandels van satiu met gouden ste
ren en achter hen volgen een twintigtal v.
de voornaamste edelen van Frankrijk, g
kleed in costuum van verschillende kieure
met snuitscheppers op het hoofd. Soinmig
van hen dragen kostbare ketens om den ha
Zondag 30 Juni a. s. nam. ten 12 uur, zal
door de Liedertafel „Oefening en Vermaak*
van Waalwijk en Besoijen op de zaal Mu
sis Sacrum» te Waalwijk worden uitgevoerd
PROGRAMMA AD LIBITUM.
De Burgemeester der Gemeente Waalwijk
brengt ter openbare kennis, dat op Dinsdag den
2e Juli aanstaande, van des morgens 8 tot des
namiddags 5 uren, de stemming zil ge
schieden ter vervulling van 3 plaatsen in den
Ilaad dezer Gemeente.
De candidaten, in alphabetische volgorde, zijn
Schijndel van A. H.
Tilburg vun A. C.
Timmermans (Bz.) J. L.
Verbunt A.
Zeegers H. J. A.
Tevens wordt de aandacht gevestigd op arti
kel 128 van het Wetboek van Strafrecht, luinendc
„Hij die opzettelijk zich voor een ander uit
gevende aan eene krachtens wettelijk voorschrift
uitgeschreven verkiezing deelneemt, wordt ge
straft met gevangenisstraf van ten hoogste cén
jaar.
Waalwijk, den 25 Juni 1901.
De Burgemeester voornoemd
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Burgemeester der gemeente Waalwijk maakt
bekend, dat de candidateDlijst en procesverbaal,
bedoeld bij art. 132 der kieswet, betreffende op
gaven voor het lidmaatschap van de gemeente
raad, heden bij hem ingeleverd, ter secretarie
dezer Gemeente voor een ieder ter inzage zijn
nedergelegd, in afschrift aangeplakt en tegen be
taling der kosten verkrijgbaar zijn.
Waalwijk, 25 Juni 1901.
De Burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Burgemeester der Gemeente Waalwijk her
innert personen, bij vrie en bestuurders van bij
zondere ondernemingen en instellingen, waarbij
mannen, die den leeftijd yan vijf en twintig ja
ren hebben bereikt, in dienstbetrekking zijn
dat zij, volgens art. 57 der Kieswet, verplicht
zijn te zorgen, voor zoover niet bij algemeenen
maatregel van bestuur vrijstelling is verleend,
dat ieder van dezen, die bevoegd is tot eene te
houden stemming of herstemming mede te wer-
41.
„Wij mogen niet naar haar kijkei, anders
wordt ze erg kwaad.» De vrouw trok Manon bij
den arm. „Kom, ga van hier weg verzoek ik
u... en jij, Heinemann, maak wat roort met je
werk.,
Manon's kamer was klein en lag tegenover die
van het echtpaar, waarmede het door esn schel
in verbinding stODd. Boven, waar het balkon zich
bevond, waren de vertrekken van de krankzin
nige vrouw. Zij is niet altijd zoo erg als vandaag,
zij heeft weer haren kwaden dag. Wees echter
maar niet bang zij is in 't geheel niet gevaarlijk
en vergrijpt zich nooit aan menschen of dieren.
Waarlijk, wanneer u niet al te jong bent en niet
om vreugde geeft, dan zult u het zeer goed
hebben. Maar maak nu een beetje vlug voort,
de barones is er niet op gesteld, dat men haar
laat wachten.'
Manon veranderde slechts weinig aan haar
toilet, zij was daarmede zoo spoedig klaar, dat
vrouw Heinemann verwonderd was, dat zij al
weer naar beneden kwam.
De laatste nam een mand met fijn tafelgereed
schap in den arm en sloeg met Manon den weg
naar het slot in.
„Blijft mevrouw Burkhart zonder toezicht in
het paviljoen
„Mijn man is er toch en die let op haar
maar ook dat zou niet noodig zijn, zij doet,
zooals ik reeds gezegd heb, niemand kwaad cn
verlaat zelden haar kamer. U zult spoedig aan
hare eigenaardigheden gewoon ziji;.... hier zijn
wij al in 't slot. Hei daar, Jaques, dient de
juffrouw aan bij de barones
De trage bediende, die Manon te voren reeds
had gezien, slenterde op zijn doode gemak den
gang door en haastte zich niet in het minst om
aan dezen wensch te voldoen. Hij nam eerst
Manon van het hoofd tot de voeten op, voordat
hij besloot de met lapijteu belegde trap op te
ken, gedurende ten minste twee achtereenvol
gende uren, tnsschen acht uren des voormiddag»
en vijf uren des Damiddags, daartoe gelegenheid
vinde
dat zij, volgens art. 58 van genoemde wet, voor
zoover arbeid wordt verricht in fabrieken of
werkplaatsen, verplicht zijn te zorgen, dat in
het arbeidslokaal en zoo er meerdere lokalen
zijn, in het grootste of wel in meer dan één ar
beidslokaal, gedurende twee werkdagen vóór, en
op den lot stemming bepaalden tijd op eene
zichtbare wijze is opgehangen eene door hen ol
van hunnentwege onderteekende lijst, de twee
achtereenvolgende uren, bovenbedoeld, ver
meldende, voor elk afzonderlijk of groepsge
wijze of voor allen gezamenlijk;
dat, volgens art. 154 der Kieswet, overtreding
van bovenstaande oorschriften wordt gestraft
met hechtenis van ten hoogste veertien
dagen of geldboete van ten hoogste vijf en
zeventig gulden.
De algemeene maatregel van bestuur, boven
genoemd, is gegeven bij Kon. besluit van 24 Mei
1901, St.bl. No. 109, en luidt als volgt:
Art. 1.
Vrijstelling wordt verleend aan de in art, 57
der Kieswet bedoelde personen en bestuurders
van bijzondere instellingen en ondernemingen
ten aanzien van bij hen in dienstbetrekking
zijnde personen, welke uithoofde van dien dienst
betrekking op den dag der stemming tusschen de
in vermeld artikel genoemde tijdstippen niet ge
durende twee achtereenvolgende uren vertoeven
in de gemeente, op welker kiezerslijst zij voor
komen.
Art. 2.
Vrijstelling als omschreven in het voorgaand
artikel wordt voorts verleend aan geneeskundi
gen en apothekers ten aanzien van bij hen in
dienstbetrekking zijnde personen alsmede aan per
sonen en bestuurders van bijzondere instelligen
en ondernemingen ten aanzien van bij hen in
dienstbetrekking zijnde ziekenverplegers.
Waalwijk, den 25 Juni 1901.
De Burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
De Burgemeester der gemeente Waalwijk noo-
digt belanghebbenden uit, om zoo zij gebruik
wenschen te maken van het in deze gemeente
te geven voorbereidend militair onderricht, daar
van ten spoedigste aangifte te doen ter secre
tarie alhier, alwaar inlichtingen worden gegeven
omtrent de voordeelen aan dat onderwijs ver
bot den.
Waalwijk, 22 Juni 1901.
De Burgemeester voornoemd,
K. DE VAN DER SCHUEREN.
gaan.
Na een poosje kwam hij terug, een weinig
rood in het gezicht, terwijl hij vol ergernis
knarsetande. „De barones verkeert in een zeer
slechte luim... nu eerst heeft zij het wagenspoor
gezien... die handige Wilhelm is voor het bordes
gereden..., onhandige lummelDaar is een heel
spektakel over geweest.... wij zijn goed genoeg
voor zondebok. Maak vlag voort, juffrouw, de
genadige vrouw verwacht u met ongeduld.'
„Zoudt u op mij willen wachten, juffrouw
Heinemann?" vroeg Manon vriendelijk.
„Wanneer u er op gesteld bent, gaarne; maar
noem mij niet juffrouw, maar zeg eenvoudig weg
„vrouw Heinemann', zoo noemt mij iedereen en
de genadige vrouw zou het zeer kwalijk kunnen
opnemen.'
„Dus een trotsche, hooghartige vrouw 1' zeide
Mar on tot zichzelve, torwijl een droevige trek
op haar gelaat stond te lezen. Waarom moest
zij ook voortdurend met hardvochtige menschen
in aanraking komen
Jaques had haar naar het salon der barones
geleid hij trok de vergulde vleugeldeuren voor
haar open en sloot die weer achter haar.
Eene beeldschoone jonge vrouw, in een hemels
blauw zijden kleed, lag in een schommelstoel in
de nabijheid van het openstaande venster. Twee
allerliefste kinderen speelden aan hare voeten
op een week donzig berenvel. Manon was ver
rast door de schoonheid en bevalligheid van de
eigenaresse van het slot. Zij neeg diep en liet
hare oogen, vol bewondering, over de bekoor
lijke gestalte glijden.
„Ah, charmant, liefste I U bent nog jong,
niet waar Ik had mij u veel eerbiedwaardiger...
hoe zal ik het zeggen meer ontzagafdwingend
voorgesteld. De andere dames waren allen veel
veel ouderhebt u misschien in uw brief uw
ouderdom veizwegen?"
Manon kleurde hevig. „Vraag wel excuus,
mevrouw de barones, ik maakte u uitdrukkelijk
op mijn leeftijd opmerkzaam.... u hebt daarover
geen woord gerept.'
„Ach, wie let ook op zulke kleinigheden!....
Nu, wij zullen het tenminste probeeren, omdat
na eenmaal hier is. Bent u eene wees?'
Manon antwoordde bevestigend en de barones
ging met een zuclït voort „ooi ik bsn een
wees en veel ongelukkiger, dan u zich kor.t
voorstellenmijn man is reeds twee jaar dood,...
mijne mooder kan mij. daar hoar verstand ver
duisterd is, geen bijstand verleenen... nadere
verwanten, dan mijne twee kinderen hier, bezit
ik niet en die hebben, evenals ik dezelfde
verlatenheid, leidiDg cn raad noodig! De „arme
weduwe' sprak op zeer treurigen toon, terwijl
xij zijdelings een koketten blik in de spiegel
wierp. „Om u de waarheid te zeggen, had ik
op eene oudere, meer gedistingeerde dame ge
rekend, die nu en dan aan mijne zijde stond.
Mijne plichten als meesteres eischcn van mij
soms dingen, waarvoor ik mij dikwijls nog te
jong toeschijn!»
.#U hebt in uw schrijven niets daarvan laten
doorschemeren, anders zou ik niet in gebreke
zijn gebleven, met meer nadruk op mijn leeltijd
te wtjzenik heb dien, naar eer en geweten,
opgegeven.'
„Die domme oprechtheid heeft Diet altijd de
beste uitwerking. Ik heb toch reeds gezegd,
dot wij het met elkaar zullen probeeren. Hebt
u mijne moeder reeds gezien Zij is verbazend
driltig, niet waar? Zij wil niet in het slot ko
men en blijft, als een uil, in het oude paviljoen
hokken.... ik kan haar noch met list, noch met
geweld daaruit krijgenzij houdt niet van ver
strooiing en wijst alles van de hand.Zoo
duurt dat reeds eenige jaren. U kunt niet ge-
looven hoe ongelukkig mij de toestand mijner
moeder maakt!' Door smart overweldigd, zonk
de bekoorlijke barones in haren stoel terug,
maar spoedig herstelde zij zich weder en sprak
met kinderlijk weeke stem: ,U zult in het ver
keer met mij, dat niet uit het oog verliezen en
mijne gebreken over het hoofd zien, niet waar?
Hare groote oogen vulde zich met tranen zij,
de baronesse, was zeer schoon I
„Alles wat in mijn vermogen staat, zal ik
doen, mevrouw, ik wil mij geheel aan de zieke
en aan u wijden.*
,U schijnt werkelijk een goed kind te zijn....
mijre dankbaarheid zal niet uitblijven. Ik wil
u ook niet in dat verschrikkelijk akelige pavil
joen laten wegkwijnen, maakt u maar niet bang
voor den tijd, ik ontvang u bijna iederen avond
bij de thee en heb zoo nu en dan zeer aange
naam gezelschap op het slot. Ik geloof, dai u
die paar eenzame uurtj'B bij de zieke epoeaig
zult vergeten, wanneer u Kef vooruitzicht hebt
op een genoeglijken avond
„Wordt de zieke des avonds altijd alleen ge
laten liet Manon zich bijna te «nel ontglip
pen.
De schoone barones haalde de schouder» op
.Mijn hemel, zij wil niet anders. De opoffering
zou ook te groot zijn, wanneer u geen enkel
uurtje voor u zelve hadt. Hare zintuigen moeten
mettertijd afstompen. Verzeker u {zooveel mo
gelijk vrijheid, dat ligt in uw eigen belang en
vrouw Heinemann kan u voor eenige uurtje
zeer goed vervangen.»
„Zou ik mogen vragen, of mevrouw uwe
moeder ongeneeselijk is?»
„Wie «ou dat kunnen zeggen? De dokters, die
ik heb ontboden, spraken van een doortastende
langduiige kuur cu behandeling. Tegen dit
plan vertette mijne moeder zich met verschrik
kelijk geweld, zoodat ik er gaarne van afzag, te
meer, daar «ij in 't geheel niet gevaarlijk is. Zij
meent trouwens, dat «ij ten volle haar verstand
heeft. Stel al uwe overredingskunst in het werk,
om hnar aan hare eenzaamheid te onttrekken,
misschien heeft dat gunstige gevolgen.... ik ben
het moede, en daarenboven ook veel te nerveus,
om er mij persoonlijk mede te kunnen bemoeien.
Nu echter zal ik u laten gaan, u zult wel ver
moeid zijn van de reie, Jaques zal u dadelijk
liet souper op uwe kamer brengen. Mijn moeder
eet liefst alleen, wij willen haar iu deze gewoonte
niet sloren.»
„Een vurig gebed vlood van Manon's lippen;
reeds in liet eerste was het haar duidelijk ge
worden, dat zij, helaas, op zichaclve moest
staan, bij de jonge, schoone vrouw zou zij hulp
noch troost vinden. Teneergeslagen keerde xij
naar hare kamer terug en zette zich aan het
venster, ündertusschen was de maan opgegaan
en schoot hare zilveren stralen door de takken
der hoornen in het park. Vrouw Heinemann
nam da tafel af, waarop Jaques zooeven het
avondeten van de juffrouw had klaargezet en
verwijderde zich met een „wel te rusten,' om
zich naar bed te begeven. Manon's gedachten
vlogen naar de stille, eenzame onderwijierswo-
ning in Demthal, naar de lieve trouwhartige
uieuscheD, dia misschien op datzelfde oogenblik
aan Laar dachten. liet vraa alsof deze gedachte
Laar trooit ingoot«ij kende twee menecheu,
die vol spanning eii verlangen naar een brief
WSË"
van haar uitkeken en haar troost en roe
zouden inspreken. Zij kreeg haar echrijfgerec
schap en papier en zette zich tot een schrijrt
Spoedig was het blaadje volgeschreven en, to
zij het tezamen vouwde en in de enveloppe ste
sloeg de toren van het slot juist raiddernac
Zij ging opstaan, om zich ter ruste to begev<
toen hot haar voorkwam, alsof zij een sleepend
tred voor bare deur hoorde. Onbevreesd tr
zij vooruit en schoof den grendel van d
deur.
Het wai mevrouw Burkhardt, die geruststelle
met dc hand wenkte, alsof zij wilde verhoedt
dat Manon uit vrees een gil uitstiet.
„Ik heb aan het sleutelgat staan luisterei
sprak zij fluisterend. U hebt geschreven..
aan hen, wier hart voor u klopt, die aan u d*
ken, dat is mooi zeer mooi. De ander
waren allen lui en kiopen dadelijk in hun bed
zoodra zij waren aangekomen.... en die bezat
tocli allen nog ouders. U hebt die echter n
meer, ik heb het in uwe oogen gelexen, n
waar, u hebt er geene? Of misschien hebt u w
een stiefmoeder? Ik beu er ook eene.... ja ja,
ben ook een stiefmoeder! Wordt u dan ui
bang? De anderen zijn altijd op de vlucht
gaan, als ik daarover sprak en dat deed ik ze
dikwijls.... ik mocht geen van allen lijden, o
u kan ik niet uitstaan..Wat bent u nu v
plan te doen
„In 't geheel niets, behalve te trachten e
vertrouwen te winnen. Ik hoop, dat u uw wa
trouwen zult laten varen, wanneer u ziet, c
ik het eerlijk met u meen en u gaarne v
helpen en dienen.'
„En denkt u. dat ik daaraan geloof sla
lachte de krankzinnige overluid. „Waarme
wilt u mij helpen.... weet u waar Helene is
„Ja, dat weet ik, maar laat ik u nu naar u
bed brengen, het is reeds lang na midd»
nacht.'
„Eerst wil ik w#ten, waar Helene is.'
(Wordt vervolgd.)